GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 30 april 2010

Een eindje meelopen


Hij loopt een eindje mee
kijkt me vriendelijk aan
praat over de grijsgroene Noordzee
waar m’n jeugd is teloor gegaan

ik weet niet wie hij kan zijn
zoek ergens in m’n herinneringen
maar de gaten in m’n brein
zijn gevuld met teveel kleine dingen

ik wil hem vragen vanwaar hij me kent
maar z’n blik zegt me het niet te doen
hem laten uitspreken over wie je bent
getuigt van wellevendheid en fatsoen

hij kent al m’n verhalen, zonder mededogen
somt hij m’n gebreken en goede kanten op
houdt een spiegel voor m’n verbaasde ogen
‘t gevoel van onbehagen stijgt naar m’n kop

wie ben jij toch, jij vreemde man
jij die alles en zoveel van me weet
ben jij een vergeten familielid dan
die niets deed aan m’n kinderleed

welnee, m’n beste vriend, ‘k loop al
eeuwen met iedereen een eindje mee
of het nu is op de hoogste berg of ’t diepste dal
of ’t duinzand aan de kabbelende zee

ik ben de engel, de begeleider op je lange pad
die langzaam herinneringen doet vervagen
hij ziet er niet uit als een engel, ‘k ben het zat
maar ‘k zit met al die onbeantwoorde vragen

als ik m’n naam zeg is het voor je te laat
dan weet je dat het uur van afscheid slaat
beter nog een eindje met je mee te lopen
de antwoorden zoekend in blijvend hopen

hij loopt een eindje mee
kijkt me vriendelijk aan
praat over de grijsgroene Noordzee
waar m’n jeugd is teloor gegaan…


©GoNo

donderdag 29 april 2010

Halleluja, hoe geraken we hier uit?

“ Ik laat het veertig dagen en nachten regenen, als het dan niet proper is, weet Ik het ook niet meer”sprak God.

“ Ik ga een boot bouwen en van alle mensenrassen pak ik er twee mee…”zegt Noach, een verre afstammeling van Noach I.
’t Probleem is natuurlijk dat hij de nodige vergunningen moet krijgen, conform de wetgeving in verband met het milieu. Tevens moet hij, gezien de crisis, zorgen voor duurzame werkgelegenheid voor de allochtone medemens, verbonden aan een dertiende maand, maaltijdcheques, vakantie in het thuisland en nog zo wat van die dingen waar een normale werknemer recht op heeft.
Noach besluit dus om eerst een rondvraag te doen bij de diverse gemeenschappen. Te beginnen bij de imam in één van de moskeeën, her en der verspreid in de omliggende straten.
“ Beste imam, ‘k ga een boot bouwen en ‘k neem van elk mensenras er twee mee. Het einde nadert met rasse schreden, het is al lang geen vijf voor twaalf meer, maar één uur dertig. Waarbij hij op z’n klok keek. Dus, als u de goedheid zou willen hebben om twee personen te kiezen, zou ik u zeer erkentelijk zijn…”
“ Uw naam laat, bij Allah en z’n profeet Mohammed, een belletje bij mij rinkelen. Maar vindt u zelf niet dat twee personen iets te weinig zijn om mee te nemen? Stel dat er ene van sterft, hoe moet het dan verder met het nageslacht? Moet de overlevende zich dan vermengen met heidenen? Waar blijft dan de vrijheid van godsdienstovertuiging? Nee, het beste is om zes exemplaren mee te nemen. Dit om het voortbestaan van de Islam te verzekeren hé? En als die zondvloed er komt, hoe zullen ze weten waar Mekka ligt?”vraagt de imam heel geslepen.
Noach denkt er het zijne van en besluit om er toch nog eens over na te denken. Hij neemt afscheid van de imam, komt tot de conclusie dat z’n nieuw paar sandalen gestolen zijn. ’t Is voor het goede doel en fluitend zet hij z’n tocht verder. Richting Bisschoppelijk Paleis. De poort wordt open gedaan door een lachend nonnetje, die hem eerst naar de woordvoerder van de bisschop brengt. Hem achterlatende met een
“ God zij geloofd” en een thermos koffie. De woordvoerder, een priester waarvan de heiligheid afstraalt, zal hem te woord staan in afwachting dat de bisschop hem een audiëntie zal verlenen.
“ Ik ga een boot bouwen en zal van elk mensenras twee exemplaren meenemen…”begint Noach z’n betoog. Na een kwartier uitleg, begint de woordvoerder al op z’n horloge te kijken, zich afvragende waar die gestoorde gek vandaan komt. De monseigneur redt hem van een naderende zenuwinzinking. Hij vat in ’t kort samen, ongeveer een halfuur, wat Noach hem zojuist in een kwartier vertelde. De monseigneur-bisschop schudt met z’n hoofd. ’t Is geleden van de eerste zondvloed dat hij nog zoveel onzin gehoord heeft.
“ Beste afstammeling van Noach I, uw naam laat ergens een belletje rinkelen, de Kerk weet al lang dat er een Tweede Zondvloed zit aan te komen. De Katholieke Raad voor Wetenschappelijke Bewezen Drogreden heeft zich al over die kwestie gebogen. Maar om terug te keren op uw vraag om twee personen te kiezen, kan ik alleen maar zeggen dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en de mijne ook. Mag ik voorstellen om zuivere mensen te zoeken? Ik zou ze gaan zoeken bij de jeugd, kwestie om het voortbestaan van het Katholieke Mensdom te verzekeren. Gezien u ook al twee moslims meeneemt, en onze Kerk absoluut geen voorstander is van enige vermenging van Geloof, zou het misschien beter zijn om meerdere en liefst acht exemplaren van de Kinderen van God, mee te nemen…”zegt de bisschop heel geslepen.
Noach denkt er weer het zijne van en besluit om ook in dit geval er eens over na te denken. Hij gaat buiten, na eerst 100€ in het mandje gelegd te hebben, dit voor de audiëntie en omdat de bisschop een gebed zal opdragen moest de zondvloed morgen al beginnen. ’t Is voor het goede doel, denkt Noach al fluitend. Waarna hij zich naar de Tempel van Boeddha begeeft…

©GoNo

dinsdag 27 april 2010

Misschien & Waarom

Misschien zeg ik te weinig
dat ik zielsveel van je hou
misschien zijn m’n gedichten
nutteloze woorden voor jou

mischien geloof je mij niet
twijfel ik teveel aan ’t leven
omdat ik zoals steeds en altijd
mezelf niet wil blootgeven

bij alles staat een “ misschien “
en ook meerdere “ waaroms ?”
maar tot het einde van m’n dagen
blijf ik zitten met al m’n vragen

ik ben geen mens om mee te leven
laat staan, dat ik nog liefde kan geven
toch blijft m’n hart op een kiertje staan
in de hoop dat er ooit iemand binnen zal gaan…

©GoNo

Revolutionaire preek


“ Geen gekrakeel in mijn bordeel…”sprak de Kerkvader met strenge stem.
“ t Is al erg genoeg met al die vermeende pedofiele priesters, nonnen en paters die kinderen voor hun plezier bijna de kop insloegen. Maar de mensen moeten ook eens leren begrijpen dat het niet altijd gemakkelijk is om kinderen op te voeden. Onze Kerk blinkt uit in het geven van hoge pedagogische leerprogramma’s. Af en toe loopt er eens iemand buiten de schreve, kleurt er eens iemand buiten de lijntjes. Wil dan dat zeggen dat iedereen over dezelfde kam moet gescheerd worden? Voorwaar, ik zeg u, neen, duizendmaal neen! Neemt niet weg dat dankzij die onverlaten de Kerk in een diepe crisis verkeert,. Volgens de laatste peilingen keren meer en meer gelovigen ons de rug toe. In sommige bisdommen kan men beter z’n rug niet toekeren, gezien de desastreuze gevolgen hé? Ik ben het beu om volwassenen, die als kind misbruikt zijn, in audiëntie te ontvangen. Ik ben het beu om de kop van jut te zijn, ik ben feitelijk heel dat anti-kerkgedoe moe. Daarom heb ik, als uwen Heilge Vader, besloten om terug te keren naar de oorspronkelijke essentie van de Kerk, namelijk, het Ware Geloof prediken. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving, de pijler van de beschaving. De kinderen zijn een investering in onze toekomst. Bijgevolg wordt het celibaat opgeheven, ’t is niet meer van deze tijd. Mag ik degenen die niet akkoord willen gaan met deze doelstelling, er op wijzen, dat er zelfs een vrouwelijke paus was? Pausin Johanna die in de 9e eeuw ofwel in de 11e eeuw het pausambt zou hebben bekleed. Het juiste jaar weten we niet, maar ze was er in ieder geval. Het nieuwe testament spreekt nergens over het celibatair zijn van de Kerkvader en z’n priesters. De eerste paus, Petrus, was ook gertrouwd en kon perfect z’n huwelijkse staat combineren met z’n apostolaat. ’t Leverde hem zelfs een aanzienlijk inkomen op. Het lijdt alleen maar tot frustraties, het niet kwijt kunnen van sommige seksuele behoeftes. We zien, beste toekomstige heiligen, waar dit ons naar toe geleid heeft. Onze Kerk wordt op één lijn genoemd met al wat maar ook enigszins slecht kan zijn. Met ons vergeleken is de duivel een koorknaapje. Sta me die woordspeling toe. Ik weet dat er onder mijn kardinalen geheime liefdes zijn met nonnen, met parochianen. Zelfs met homoseksuelen, lesbo’s en dergelijke meer. Maar Jezus predikte de liefde voor iedereen. Ook die liefde waar wij het moeilijk mee hebben. Degenen die niet akkoord gaan, mogen nu hun kruis inleveren en hun mijter over de haag gooien. Maar denk er goed aan, dat zij verantwoording zullen moeten afleggen aan hun Opperste Rechter. En ik zal er ook zijn, aan de rechterhand van de Vader. Weet dat ik er persoonlijk zal voor zorgen dat het geen rijstepap zal worden met gouden lepeltjes. Laat ons nu bidden tot de Heer, zodat onze zonden vergeven worden.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Hitsige Geilige, pardon, Heilige Geest. Gaat nu allen heen in vrede en doe waar jullie goed in zijn, met name jullie kop in ’t zand steken. Amen.”

Paus Benedictus XVI
Bisschop van Rome
H.Kerkvader en tevens staatshoofd van ’t Vaticaan

©GoNo

maandag 26 april 2010

Voor vrede & vaderland…

Ze zit daar maar te zitten, kijkt turend naar de zee, die klotsend tegen de kaaimuren heen en weer beweegt. De meeuwen krijsen oorverdovend, maar ze hoort hen niet. Een garnaalvissersboot lost z’n vracht, de vangst is goed geweest. Een rosbruine kat hoopt op enkele kruimels om z’n honger te stillen. Een meeuw kiest de schipper uit om z’n darmen op te ledigen. De witgrijze smurrie valt recht op z’n versleten kepie. Met een welgemeende nondedju tot gevolg. ’t Zal de meeuw worst wezen, hij bekijkt de kapitein met een brede grijnslach. De vissersboten komen één voor één binnen, leggen aan de kaai aan. De ene heeft al wat meer geluk gehad dan de andere. ’t Vet is van de soep, hoort men veelvuldig roepen. Maar ze zijn behouden en wel teruggekeerd en da’s ook al iets. Ooit komen er betere tijden, hopen ze.
Ze zit ingespannen te turen, waar blijft haar geliefde? Acht maanden geleden vertrokken op missie naar de Golfoorlog en eindelijk wordt hij afgelost. Mag voor een maand naar huis toe, om dan opnieuw ingezet te worden om ergens de vrede te handhaven. Ze is er vierkant tegen, maar hij zegt dat het z’n beroep is. Ze wist het toen ze met hem trouwde. Die kleine zal ook wel groot worden zeker?
’t Verdiende goed en ’t is maar voorlopig hé? Maar nu komt hij thuis, godzijdank. Ze moet hem zoveel vertellen, denkt erover na wat ze allemaal kunnen doen.
Er komen families aan, die netjes achter de nadarafsluitingen blijven staan. Daar zorgt de militaire politie wel voor. Orde en discipline moet er heersen. Anders loopt alles in ’t honderd. Het fregat wordt netjes binnengeloodst met een sleepboot. De loopbrug zakt tot op de kaai. De mariniers staan gepakt en gezakt op het dek, wachtend op de toestemming om het schip te mogen verlaten. ’t Duurt verdomme lang. Eerst nog een toespraak aanhoren. ’t Interesseert niemand, iedereen wil naar huis en wel zo vlug mogelijk.
Haar man is er niet bij, zal wat later komen zeker. Een officier komt op haar toegestapt, schudt haar de hand, probeert een gevoel van medeleven op z’n harde gezicht te toveren. ’t Lukt hem niet. Ze voelt dat er iets niet pluis is, maar denkt in de verste verte niet aan wat komen gaat. Achter haar rug wordt een kist, bedekt met de Belgische vlag, naar beneden gedragen. ’t Is plotseling stil, zelfs de meeuwen schreeuwen enkele ogenblikken niet meer. Om dan hun concert verder te zetten.

De officier doet z’n verhaal, haar man was een goede en voorbeeldige marinier. En ze kan steeds verder rekenen op de marine, we zijn één grote familie. Ze hoeft zich geen zorgen te maken, alles wordt geregeld. Ook de begrafenis.
Een hartverscheurende kreet overstemt het gekrijs van de meeuwen, de baby op haar arm huilt mee…

©GoNo

zondag 25 april 2010

Onbenullig

’t Is niet omdat ik wild schop om me heen
dat ik een hart zou hebben van steen
ik heb een goede en ook een slechte ik
waarmee ik vaak ballonnetjes doorprik

ik lijd soms aan de ziekte van ’t groot gelijk
geef ik van rationeel denken totaal geen blijk
ben ik weer eens impulsief in m’n doen en laten
zodat ik weer eens grote rotzooi heb achtergelaten

ik zou willen veranderen, ’t lukt me niet altijd
soms ben ik compleet m’n pedalen kwijt
ben ik stuurloos als een zwalpend schip
steven ik, schroomloos, af op de volgende klip

dan zeg ik dingen, wetend dat ze pijn zullen doen
ik weet het, ’t getuigt van niet veel fatsoen
maar ’t zal waarschijnlijk de aard van ’t beestje wezen
omdat ik niet wil dat sommige onbenullen mij de les lezen…

©GoNo

vrijdag 23 april 2010

Even kwijt

Langs m’n
glibberig pad
wonen soms
rare mensen
dommerikken
stommerikken
maar ook aardige
hulpvaardige
zichzelf wegcijferende
mensen
die het zonlicht gunnen
aan ieder levend wezen
maar keer op keer
en dat doet mij zeer
tegen een muur opbotsen
van onverschilligheid
tot m’n grote spijt
zo, dat wou ik even kwijt…

©GoNo

ZIJN dorp 5

Als ge bang zijt, krijgt ge ook slagen, beweert Philly.

’t Moet zijn dat de Rosse een speciale bewaarengel heeft, want zonder het te beseffen doet hij een stap naar voren. De schop mist z’n doel, Philly meegesleurd door z’n eigen kracht, ligt nu languit in het mulle zand. Philly is razend, z’n bloed kookt. Een man-tegen- mangevecht is geen optie, daarvoor is de Rosse te sterk. Philly denkt koortsachtig na. Hij zal het met een list moeten doen, zoveel is zeker. Stroop aan de baard smeren en dan toeslaan. Onverwacht. De Rosse verschiet zich een kriek, ziet plotseling z’n aartsvijand in ’t zand liggen. Waar komt die ineens vandaan? Ik hoef geen pottenkijkers, zeker niet die bastaardzoon van iemand die met de Duitsers geheuld had. De Rosse had geen flauw benul van wat een bastaard kon zijn, maar z’n vader sprak zo, dus hij ook. Feitelijk sprak heel het dorp zo, te beginnen met meneer pastoor. Die zelf een Duitsgezinde was, maar na de oorlog niets ten laste kon gelegd worden. De paus riep men toch ook niet ter verantwoording omdat hij zo weinig Joden geholpen had?

De Rosse torent hoog boven de neerliggende Philly. Al z’n opgekropte woede en haat voor Philly balt zich samen. Met een woeste kreet schopt hij Philly tussen de ribben. Philly voelt een pijnscheut door heel z’n lichaam trekken. Probeert zich te beschermen met z’n handen, maar krijgt nu een stamp tegen z’n hoofd. Dit is geen eerlijk gevecht, dit loopt uit op een bloedbad. In de ogen van de Rosse staat de moordlust te lezen. Feitelijk lijken ze op elkaar, zonder het te weten. De Rosse ziet de schop en besluit om deze te gebruiken als wapen. De rollen zijn nu blijkbaar omgekeerd. Hij haalt uit met de schop maar Philly kan op ’t laatste nippertje wegrollen. Hier moet een eind aan komen, Philly wordt gewaar dat z’n leven op ’t spel staat.
Philly staat nu recht tegenover de Rosse, kijkt hem in de ogen, probeert in te schatten wanneer de volgende aanval komt. M’n mes, denkt hij. De Rosse kijkt met ingehouden woede naar het mes dat Philly in z’n hand heeft. Dit verandert de zaak. Eén van beiden zal het niet meer na vertellen. De Rosse kiest voor de aanval, maar da’s een misrekening van jewelste. Philly doet handig een stapje opzij en de Rosse, die z’n aanval niet kan stoppen, ziet in een flits het vlijmscherpe mes op zich afkomen…

Philly staat aan de bunker of wat ervan overblijft. In de jaren zestig heeft men besloten om de de bunkers met de grond gelijk te maken om plaats te maken voor de villa’s van de rijke medeburgers. De bunkers waren dermate solide gebouwd dat men, na enige pogingen, het besluit nam ze te laten staan. Zo komt het dat men her en der verspreid langs de kust scheefgezakte bunkers kan zien staan. De villa’s werden er netjes rond gebouwd en deden soms dienst als wijnkelder. Philly z’n gedachten gaan terug naar die bewuste middag, naar het gevecht op leven en dood met de Rosse. Hij krijgt er kippenvel van, vraagt zich af of het wel allemaal echt gebeurd is…

©GoNo

donderdag 22 april 2010

Museum van Aardse Dingen

De lucht ziet rood
de zon is blauw
de wolken hangen laag
zodat je met je kop
in de wolken leeft
en bijna letterlijk zweeft

de bomen zijn van beton
de bloemen van glas
de huizen van stevig karton
het beekje kabbelt met snelvaart
de olifant heeft juist een muis gebaard

mensen lopen hier met twee gezichten
zien of ze niet in de rug geschoten worden
’t zijn geen wangedrochten, ze lijken op ons
alleen zijn hun handen grijpgrage klauwen
die alles vastnemen dat komt in hun bereik
om te ontleden, daarna zetten ze je te kijk

‘k sta hier ook, in ’t museum van Aardse Dingen
een specimen van wat men een mens heet
‘k sta tussen de selder en de knolraap
een etiket verwijst naar m’n roemrijk verleden:
“ De mens staat het dichtste bij de aap…”

©GoNo

woensdag 21 april 2010

Happy Birthday ?


Hij zit te wachten op de bel
van z’n gsm of telefoon
dat er niemand zal bellen
is hij min of meer gewoon

hij denkt: ’t is toch schoon
op m’n eentje hier te feesten
op z’n hoofd een papieren kroon
maar dat is hij min of meer gewoon

hij is de koning van de eenzaamheid
z’n onderdanen plukt hij van ’t internet
virtuele personen zonder waar gezicht
waarmee hij chat, omdat het de pijn verlicht

hij lacht tegen z’n spiegelbeeld
weergekaatst op z’n computerscherm
waar hij al z’n zorgen mee deelt
maar de wonden zijn nimmer geheeld

hij wacht en zal blijven wachten
op dat ene korte rinkelbelletje
van iemand die zal zeggen met een lach:
“ Ik wens je een gelukkige verjaardag!”

©GoNo

Dromend van een wensje…

Ik wou dat ik kon vliegen zoals een
vrije vogel gedragen door de lucht
me met de wind laten meewiegen
afstanden overbruggen in een zucht

ik wou dat ik een boom was
met takken hoog in het zwerk
de wind die door m’n kruin huilt
vogeltje dat tussen m’n bladerdak schuilt

ik wou dat ik een bloem was
met ranke stengel, geurende bloem
die ieder jaar, steeds opnieuw bloeit
voor mensen waar de liefde groeit

maar ’t is maar een droom, een wensje
ik ben en blijf een nietig mensje
als de boom, de bloem er nog zal staan
ben ik al lang tot stof en as vergaan…

©GoNo

dinsdag 20 april 2010

ZIJN dorp 4

Hij loopt voorbij het grote kruis dat midden in een bloemveld staat. Op Jezus z’n gezicht staat te lezen dat Hij er al lang genoeg van heeft om hier maar wat rond te hangen. Ware het niet dat Hij vastgeklonken is met grote nagels, hij zou er direct de brui aan geven. Veel is er niet veranderd, buiten de bloemperken en een nieuw pad, is alles bij het oude gebleven. De kerkdeur staat uitnodigend open. Een geur van kaarsen en wierook komt hem tegemoet. Hij gaat naar binnen. Een kruisteken maken? Ben je gek? Waarom zou hij? De hel zou hem met open armen ontvangen. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Wat een muf gedoe, denkt hij. Zie die twee kwezels daar zitten. Waarschijnlijk de grootste roddeltantes die er in het dorp rondlopen. Alle dagen gaan ze biechten, de enige zonde die ze nooit opbiechten is die van de achterklap. Zou de oude pastoor nog leven? Hij zal wel ergens in één of ander klooster zitten met een paar oude nonnen op z’n schoot.
Philly weet niet goed wat hij hier komt doen, vergiffenis vragen misschien? Bij de gedachte alleen al komt er een grijnslach op z’n gezicht. Als hij nu eens al die kaarsen aanstak zonder te betalen? Doen Philly, doen!
Philly loopt naar het altaar van de H.Moeder Gods, een zekere Maria. Begint de kaarsen één voor één aan te steken. De twee kwezeltjes zien het met verbazing aan, slaan hun ogen ten hemel, mompelen een schietgebedje. Het zal niet veel helpen, denkt Philly. Hij draait zich om, bekijkt hen van kop tot teen, zoals een slager z’n vlees keurt. Ze worden rood tot achter hun oren, durven hem niet meer aan te kijken.
“ Ge moet bidden voor de zonden die ge nog gaat maken en vraag vergiffenis aan de Heer omdat ge met de pastoor in bed gelegen hebt…”fluistert hij hen toe bij het naar buiten gaan. Hebben ze dat goed gehoord? Hoe weet die kerel dat? Verdomme, ‘k heb veel goesting om nog eens in ’t wijwatervat te plassen, kunnen die bescheten koppen nog eens genieten. Geen tijd Philly, geen tijd…
Zou meester Rik nog altijd in de Vismijnstraat wonen? Da’s niet zo ver van de kerk en een wandelingetje is gezond.

Het briefje met de woorden: “ bunker- zondag- na de mis- Sientje” deed wonderen bij de Rosse. De Rosse is in de zevende hemel. Eindelijk wordt z’n liefde beantwoord. Op de speelplaats loopt hij met een gelukzalige glimlach rond. Philly slaat hem gade, een duivelse grijns op z’n gezicht. Vanavond zal hij z’n voorbereidingen treffen. Dat kieken zou geen eieren meer leggen, denkt hij, geen rekening meehoudende dat de Rosse feitelijk een haantje- de- voorste is.

Philly muist er vanonder met z’n rugzak en een schop. Neemt allerlei binnenwegen zodat hij niet gezien kan worden. Vanop de zandduin ziet hij neer op het kamp. Geen hond of kat te zien, zelfs de vogels zwijgen. Er hangt iets in de lucht, iets kwaadaardigs. Hij hurkt neer, verstopt zich achter het duingras en wacht af. Lang kan het niet meer duren voor de Rosse zou opdagen. Daar heb je hem al, onze verliefde koorknaap. Philly sluipt de zandduin af tot hij achter de bunker terechtkomt. Hij staat nu op de hoek en ziet de Rosse die stiekem een sigaret rookt. Het manneke moet nog veel leren gezien de hoestbuien. De Rosse is zich van geen kwaad bewust, hoort of ziet niets zozeer gaat hij op in z’n verliefdheid. Philly staat nu pal achter de Rosse, heft zijn schop in de lucht…

©GoNo

maandag 19 april 2010

Dominique-nique-nique…



Ze bracht vreugde met een simpele liedje
gebaseerd, geënt op haar eigen geloof
iedereen kende dat gemakkelijke melodietje
maar voor haar noden bleef men doof

Sœur Sourire, je zelfmoord was ’t einde niet
Dominique wordt nog steeds gedraaid
’t is zo wonderlijk, dat simpele vrolijke lied
en ‘t haantje heeft driemaal gekraaid

iedereen geloofde in jouw aanstekelijke stem
zolang je als lachende non door ’t leven ging
je zong voor je publiek, maar ook voor Hem
maar voor de kerk was je een wispelturig ding

Sœur Sourire gepluimd als een kip
vernedert, vertrapt in naam van de Heer
de kerk is een op drift geslagen schip
belust op macht en geld, altijd maar meer


Dominique -nique –nique
s'en allait tout simplement,
routier, pauvre et chantant.
En tous chemins, en tous lieux
il ne parle que du Bon Dieu,
il ne parle que du Bon Dieu.

©GoNo

ZIJN dorp 3

Ze herkenden hem niet, hij, de grote Philibert Dezwever. Philly voor de vrienden, opgegroeid voor galg en rad. Met een moeder, die niet meer wist of Philly van een Duitse soldaat was of wel degelijk van Fernand. Maar Fernand, god hebbe z'n ziel, had zulke grote oren niet, Fritz daarentegen...Men zegt altijd dat een moordenaar terugkeert naar de plaats van z'n eerste misdaad, zo was het ook bij Philly. Z'n pleegvader, waarvan z'n mama zei dat het z'n echte vader was, liep niet hoog op met z'n nieuwbakken zoontje. Vond het een echt duivelskind. Het werd er niet beter op, toen hij hem betrapte bij het koelbloedig opsnijden van een levende kikker. Notabene met het knipmes dat hij hem gegeven had omdat hij zo z'n best gedaan had bij de chirojeugd. Meester Rik, nu schooldirecteur en gevierde held van het verzet, vond Philly ook al een rare kwast. Eentje die zich altijd afzijdig hield en weinig of geen vrienden had. Een gemakkelijk slachtoffer voor de pesterijen in z'n klas. Maar Philly zou wraak nemen, te beginnen met diene Rosse van Jean de bakker. De Rosse, die iedereen omkocht met chocolade en allerlei klein gebak, dat hij zogezegd naar de nonnen moest brengen. Philly wist dat ze een kamp gebouwd hadden naast de bunker in de duinen. Waar ze iedere zaterdag hun veldslagen uitvochten. De Duitsers verloren tegen de Amerikanen. Philly vond dit belachelijk en kinderachtig. Hij moest de Rosse zien weg te lokken van het kamp, zonder dat het opviel dat ze hun leider kwijt waren. Hij wist dat de Rosse een oogje had op Sientje. Ze heette feitelijk Celestine, maar iedereen heette haar Sientje. Als hij nu eens een liefdesbriefje zou schrijven? Hem vragen of hij naar de bunker kwam, alleen?
Philly staat in het werkkot aan de slijpsteen z'n mes te slijpen. Vlijmscherp is het. Hij streelt het met z'n hand. Met z'n voet is ietske moeilijker hé? Hij verheugt er zich al op hoe de Rosse als een gekeeld varken te keer zal gaan. Hij moet hem langs achteren de keel oversnijden, zo geraken z'n kleren niet bespat. Het beste is om een plastiek zak over zich heen te trekken. Dat weet hij nog van toen hij de kat van Lange Jaak opensneed om te kijken of ze geen jongkes had. Ze had er geen en zou er nooit meer krijgen...

De twee boeren herkennen hem nog altijd niet. Praten over koetjes en kalfjes. Over de nieuwe regering die zoals, altijd en steeds, op geen kloten trekt. De sossen( socialisten ) hebben weer verloren, de tjeeven ( katholieken) vieren feest. 't Zal er niet op beteren, besluiten ze. Die ene boer herkent Philly niet, de andere komt hem bekend voor. Is dat niet Prosper Van Campenhout? Hij twijfelt, kan het moeilijk vragen. Heeft die hem niet in een vat opgesloten en hem met vereende krachten de beek in gesodemieterd? Waar hij doodsangsten uitstond omdat het water langzaam maar zeker binnensijpelde. Misschien moest hij hem na al die jaren ook eens laten voelen wat het is om de dood in de ogen te kijken? Er begint een plan te rijpen, z'n kennis van bommen maken kan hem nog goed van pas komen. 't Zal een beetje op een fuif lijken, een knalfuif, als z'n boerderij de lucht zal ingaan. Hij grinnikt bij de gedachte alleen al. 't Zal een ongeval zijn, kan gebeuren hé?
Hij neemt afscheid, zegt beleefd een goeiendag, waarop geen antwoord komt. Hoeft ook niet. Mensen nog aan toe, wat haat hij dit godvergeten boerengat. Hij wandelt verder langsheen z'n herinneringen, z'n verloren jeugd, z'n obsessie's en zoveel meer. Misschien is het beter dat hij heel dit dorp van de kaart veegt, wie zou er om treuren? Eventjes nadenken, eerst een bezoekje brengen aan de kerk. Waar hij ooit nog in het wijwatervat gepist heeft. En al die godsvruchtige parochianen maar een kruisteken maken. Met de heilige urine van Philly. Hij barst bijna in lachen uit, ziet al die devote pilaarbijters, die een geur gewaar werden, maar niet goed wisten waarvan het kwam. En toen de pastoor ook nog kwistig met z'n wijwater in het rond strooide, was het hek helemaal van de dam. Philly voelt of z'n commando-mes nog in de schede aan z'n been zit. Het zit er nog...

©GoNo

zaterdag 17 april 2010

ZIJN dorp 2


De Duitsers kwamen, zagen en overwonnen. Julius Caesar indachtig. De eerste golf viel nog mee, hielden zich aan de regels van de krijgskunst. De officieren van de Wehrmacht waren vriendelijk, in zoverre dat men vriendelijk kan zijn tijdens een oorlog. Hun soldaten kregen het bevel om de boerenmeiden en dorpsdeernen met rust te laten. De Duitse aalmoezenier, die mee ten strijde trok, werd goede maatjes met de pastoor. Hun geloof bracht hen tot elkander. En de slogan : " Gott mit uns" zal er ook wel voor iets tussen gezeten hebben. Meester Rik van zijn kant, had z'n uniform opgeborgen tussen de mottenballen. Dacht erover na hoe hij het verzet tegen de Duitse overheersers kon organiseren. Verdacht de pastoor van overdreven symphatie te hebben voor die rotmoffen. Maar wou z'n vriendschap niet zomaar op de helling zetten. Het leven ging voort en de boer zaaide en maaide. De zomer van 1939 was een ouderwetse Vlaamse zomer, dus warm met af en toe een fikse regenbui.

Hij steekt het plein over naar café " De Gouden Kroon". Een afspanning die al dateerde van in de late middeleeuwen. Toen de huizen nog in leem en hout opgetrokken werden. Maar na de grote brand van 1793, veranderde alles in dit dorpje. Een compleet nieuw dorp werd uit de grond gestampt, dit keer in baksteen. De wegen werden stelselmatig verhard en de baron nam opnieuw z'n intrek in wat de dorpelingen " Het Kasteel "noemden. Generatie na generatie zwaaiden z'n afstammelingen de plak over het dorp en omliggende landerijen. Toen in de jaren twintig er verkiezingen waren, was het niet zo verwonderlijk dat Eugene Orny de Wernimont verkozen werd als burgemeester. Geheel toevallig was hij van katholieke strekking. De tegenkandidaat, de socialist Camiel Cap, tevens beenhouwer van 't dorp, haalde amper één procent van de stemmen. Door toedoen van meneer pastoor, die persoonlijk z'n ronde gedaan had bij de onwetende boeren. Die helemaal niet wakker lagen van verkiezingen. Maar er sluimerde iets in 't dorp. Het dorp werd stilaan in twee kampen verdeeld. En de oppositie liet zich minder en minder de mond snoeren. Maar 't zou allemaal beter worden met de komst van de Duitsers. Per slot van rekening was het koningshuis toch ook Duits?
Hij gaat binnen, zet zich aan het raam, waar de alomtegenwoordige sanseveria's hem aan de blikken van eventuele voorbijgangers onttrekken. Er staan twee boeren aan de toog, in blauwe versleten kiel, zo weggelopen uit Bokrijk. Ze kijken hem nieuwsgierig aan, wat komt die vreemdeling hier doen, ziet er uit als iemand van 't ministerie. Zo'n ambtenaartje van 't zevende knoopsgat, die hen komt controleren op zwart geld en nog meer op zwartwerkers. Hij wacht, maar de waardin maakt geen aanstalten om vanachter haren toog te komen. Hier geldt de wet van " zelf komen halen". Wat hij ook doet.
" Een koffietje, graag, aub?"
" De koffie is op, ik wacht op de brouwer.."zegt ze met schorre stem.
" Een theetje dan maar hé?"vraagt hij vriendelijk.
" De thee is op, ik wacht op de brouwer.." herhaalt ze nog altijd met schorre stem.
Hij begint zich een beetje ongemakkelijk te voelen, voelt zich niet welgekomen in deze achterdochtige omgeving.
" Een pintje of moet de brouwer dat ook nog brengen?"terwijl hij naar de twee boeren hun vol glas wijst.
Met tegenzin tapt de cafebazin een pintje en zet het met een lichte smak op het bierviltje dat voor z'n neus ligt.
" Da's dan ene euro.."
Hier zijn de prijzen nog democratisch, bedenkt hij zich en betaalt.

Waar is de tijd toen hier de fanfare St-Barbara haar onderkomen nog had en ze wekelijks repeteerden onder supervisie van meneer pastoor. Later overgenomen door de koster, die ooit eens appel geblazen had op een bugel. En de enige was die min of meer enkele noten kende. Het zaaltje was nu een soort van museum geworden ter nagedachtenis van de leden van fanfare "St-Barbara". Leden gesneuveld onder de kogels van het SS-vuurpeloton, op verdenking van terroristische aanslagen tegen de Duitse staat en z'n leger. Een verdenking die op niets steunde, maar men moest nu eenmaal een voorbeeld stellen. Maar als balsem op de wonde stond de pastoor hen bij in hun laatste aardse minuten, met de belofte dat ze aan de rechterhand van de Heer zouden mogen zitten.
Zijn vader, postbode Fernand Dezwever, was al schuldig nog voor het proces begon. Volgens de Gestapo van Brugge, was hij de man die de contacten onderhield met het verzet. Na hun vriendelijke behandeling in het hoofdkwartier van de Gestapo, werden ze teruggevoerd naar hun dorp om als voorbeeld te dienen...

©GoNo

Graag had ik je wat meer verteld

Graag had ik je meer over mij verteld
maar m’n geheimen blijven bij mij
‘k weet wel dat het je een beetje kwelt
vroeg of laat laat ik ze misschien vrij

‘k draag ze met me mee als een last
ze maken deel uit van m’n bestaan
ooit geef ik ze prijs, als het eens past
maar dan is onze liefde reeds gedaan

m’n lach is opgetrokken uit tranen
veel helpt het mij nu ook weer niet
‘k zwem steeds in doelloze banen
bijna verzuipende in m’n verdriet

graag had ik je wat over mij verteld
over pleisters op een houten been
maar je keek al ontzettend versteld
toen ik zei: ‘k voel me zo verdomd alleen…

©GoNo

vrijdag 16 april 2010

Alles is zwart...

'k Loop hier rond te zoeken
naar een andere verloren geval
hier zijn geen kanten of hoeken
alles is zwart, zwart als m'n gal

is dit het zogenaamde hemelparadijs
waar de katholieke kerk zo van sprak
betaal ik nu voor m'n zonden de prijs
omdat ik de draak met de clerus stak

'k wil rusten, maar er is geen bank
met iemand praten, vind geen gehoor
'k heb dorst, maar er is geen drank
waar is nu dat verdomde engelenkoor

een schimmige figuur wenkt naar mij
wijst met z'n knokige vinger naar beneden
eindelijk, de redding van m'n ziel is nabij
'k zie plots m'n kinderen, da's lang geleden

'k roep hun namen, horen ze me dan niet
'k wil zeggen dat ik hen zo ontzettend mis
ze zitten aan de koffietafel met hun verdriet
weten niet welke hel het voor mij hier is...

©GoNo

ZIJN dorp 1 ( vervolg van ZIJN verhaal )

Hij loopt over het perron, staat even stil en probeert de sfeer van weleer op te snuiven. De populieren , beetje kromgebogen door de wind, staan er nog. De bloembakken met geraniums hangen er ook nog. Op een zijspoor vertoeft het oude locomotiefje met twee aanhangwagentjes, tussen ander roestig spoorwegmateriaal. Geen geld om het treintje te onderhouden, geen personeel om er zich mee bezig te houden. De steunbalken van de overdekte gaanderij hebben hun beste tijd gehad. Ze schilferen en boven hun hoofd groeit er mos in de dakgoot.
Hij gaat naar binnen langs een scheefgetrokken deur, waarvan het raam met bruine tape nog enigzins op z'n plaats gehouden wordt. Hij ziet de versleten blauwe en witte tegels, de kachel staat mistroostig in de hoek. De drie loketten zijn alledrie dicht, geen spoor van leven langs de andere kant te bekennen op dit uur. Op andere uren waarschijnlijk ook niet. Een oude man met even oude klak op, zit rustig z'n pijp te roken. Het kan hem niet schelen dat hij hier niet mag roken. De sanseveria's van weleer hebben voor nakomelingen gezorgd en doen waar ze goed in zijn. Niets dus.
Hij herinnert zich de tijd toen hij met de klas van meester Rik op schoolreis ging met de trein. Meester Rik met z'n walrussnor, z'n gesteven witte boord en z'n altijd aanwezige strikje. Z'n meetlat gekneld onder z'n linkerarm, een gewoonte die hij overgehouden had van de tijd toen hij nog luitenant was in het roemrijke Belgische leger. Die meetlat, dat als een zwiepende zweep op je hoofd kon terechtkomen, als je ook maar ene centimeter uit de pas liep. Of als je meneer pastoor, bij het verlaten van de kerk, tegenkwam en vergat je klak af te nemen. Meneer pastoor, die alles wat naar vooruitgang rook, genadeloos neervlamde vanop z'n preekstoel. Die zich God waande en zich als dusdanig ook gedroeg. Eenmaal per jaar ging hij de nabijgelegen boerderijen zegenen. Tegen het Kwaad, dat altijd op de loer lag. Men hoefde hem niet te betalen, maar een kleine bijdrage was altijd welgekomen. Wat hem een aardige bijverdienste opleverde, gezien de hoeveelheid groenten en fruit die in z'n aftandse bakkerskarretje geladen werd. 't Was voor het goede doel, voor de arme mensen. Eenderde ging inderdaad naar de armen, de rest naar het klooster in het dorp even verderop. Wat niet weet, wat niet deert, was z'n leuze. Maar iedereen wist het en iedereen zweeg. Bang om het onderwerp te worden van z'n volgende preek. En ge wist toch nooit zeker, dat die verdoemenis niet echt bestond hé?
Veel kinderen maken want God had de kinderen lief. In ieder familie was er wel iemand die zich geroepen voelde om later Gods Woord te gaan verkondigen. Of als non ten dienste te staan van de zogenaamde maatschappij tot meerdere eer en glorie van de kerk, die als hoeksteen van de beschaving alom aanwezig was.
Meester Rik en meneer pastoor waren dikke vrienden, letterlijk en figuurlijk. Een goed sigaartje en een lekker wijntje sloegen ze nooit af. In ruil kreeg je van beiden de zegen. De ene al wat goddelijker dan de andere. Waar is de tijd dat hij als jongetje van amper tien jaar bij baron Orny de Wernimont als stalknechtje in de leer ging, omdat hij zo goed met paarden overweg kon? Hij keek z'n ogen uit op al die luxe en grandeur. Moest noodgedwongen Frans leren, want dat hoorde zo. Die paarden verstonden alleen maar die taal, gezien het Arabische volbloeden waren, die uit de toenmalige koloniën kwamen. Hij werd niet slecht behandeld, maar ook niet goed. Ze lieten hem wel voelen dat hij maar een doodgewone boerenjongen was, maar hij wist toen niet beter en keek op naar de aristocraten. Hij was heimelijk verliefd op de jongste dochter, die even oud of jong was als hij. Onbereikbaar voor hem, het roosje die hij telkens op haar zadel legde, kwam steevast in de vuilbak terecht. 't Lijkt hem allemaal nog niet zo lang geleden. Alsof het gisteren was. Maar de oorlog brak uit en de baron trok naar veiligere oorden. 't Kasteeltje werd leeggehaald en op vrachtwagens geladen. Hij kreeg van de rentmeester z'n schamele loon uitbetaald en dat was het dan. Geen dank u, laat staan dat hij afscheid kon nemen van de jongste dochter. Die was de dag ervoor al vertrokken, maar dat wist hij niet.
Hij staat buiten op het stoffige plein met de eeuwenoude eik en de even oude kiosk, waar vroeger iedere zondag na de mis, de fanfare St-Barbara een gratis concert gaf. Een vijtienkoppig allegaartje van muzikanten die geen noot konden lezen. Die Duitse marsliederen speelden op aanraden van meneer pastoor, kwestie van oefening tegen dat de Duitsers op bezoek zouden komen in hun dorp. De inwoners trokken zich weinig aan van de opmars der Duitsers, ze hadden al problemen genoeg om zelf te overleven nu de Frantalige officieren van het Belgische leger alles opeiste wat vier poten had. Ze kregen een papiertje in hun handen gestopt, wat na de oorlog van nul en generlei waarde bleek te zijn. Meester Rik, in z'n uniform van luitenant, speelde voor tolk. Probeerde zo goed en zo kwaad uit te leggen dat in beslagname van goederen ook bij vaderlandsliefde hoorde. En de kinderen speelden niet langer cowboy en indiaantje, maar waren nu volleerde soldaatjes die op bevel de zandduinen afstormden...

©GoNo

donderdag 15 april 2010

Open brief aan de H. Kerk t.o.v. Zijne Geiligheid Paus Benedictus XVI


Ik heb er genoeg van. Van uw hypocriete houding t.o.v. alle misbruikte en nog steeds misbruikte kinderen. De kerk als instituut waar men een massa kinderverkrachters de hand boven het hoofd houdt, de kerk die onderdak biedt aan pedofielen, oplichters en seksueel gefrustreerden. Die dan nog notabene met ons belastinggeld betaald worden. Gezien ik gedoopt ben, weliswaar buiten m'n wil, maak ik deel uit van de kerkelijke familie. Ik wens niet medeplichtig te zijn aan de misdaden door deze kerk gepleegd.
Degenen die verantwoordelijk zijn voor deze misdaden ook degenen die al jaren alles in de doofpot steken, moest men kruisigen op de Grote Markt. Toen Jezus zei: " Laat de kinderen tot mij komen.."bedoelde hij niet: " Laten we aan de kinderen hun lijf komen..."
Jij, ja jij, die nu de plaatsvervanger bent van Jezus en op de hoogste troon zit, je moest je schamen. Als kardinaal had je er iets kunnen aan doen, maar je zweeg. Als paus kan je er iets aan doen, maar je blijft zwijgen. Je kerk zal verder leeglopen, want ze heeft ons niets meer te bieden. Ik kan geen respect opbrengen voor een kerk die z'n kinderen misbruikt. Bisschoppen die op tv komen verklaren dat het allemaal zo erg niet is en dat de duivel aan het werk is om de kerk te beschadigen, mogen ze voor mijn part castreren en vierendelen. Ook op de Grote Markt. Ik zal op 't Schoon Verdiep toekijken en in m'n handen klappen.
Ik heb er genoeg van. Genoeg van hen die beweren dat er niets aan de hand is. Wablief? Aan iedere hand hangt er een misbruikt kind. Ik herinner me dat het internet des duivels was. Met alle moderne communicatievormen is het al wat moeilijker om alles onder de mantel der liefde te vegen hé? De mantel der liefde is in jullie geval wel heel rekbaar, moet ik zeggen.
Er zullen zeker en vast kruisjesdragers zijn die wel hun job au serieux nemen en doen waarvoor ze betaald worden namelijk geestelijke bijstand verlenen. Maar wie kan nu nog een geestelijke vertrouwen? Wie is er nu nog zeker van dat geestelijken de hen toevertrouwde kinderen niet misbruiken? Ik zou wel twee keer nadenken om m'n kinderen naar de cathechismusles te sturen, laat staan dat ze misdienaar mogen worden hé?
Er is maar één middel, beste paus, maak er een operatie " Propere Handen" van en gooi iedereen buiten die zich schuldig gemaakt heeft aan 't misbruik van onschuldige kinderen. U gelooft in een Opperwezen, een God? Hoe zal u zich verantwoorden voor uw daden? Wat zult U antwoorden op de vraag:" Waar was je toen dit allemaal gebeurde?" Of zal je zeggen zoals het een goede Duitser betaamt: " Ich habe es nicht gewüsst..."

©GoNo

ZIJN verhaal 16

Terroristje spelen, 't is een vak apart, denkt Philly...

Philly voelt in z'n rug de schappen van de provisiekast. Want daar is hij terechtgekomen, maar dat wist hij toen nog niet. Z'n hand glijdt langs de grote blikken conserven, hij voelt de koude van de metalen dozen. Verdorie, ik zit hier in 't hol van de leeuw, hier maken ze bommen. Het gegrom is nu zo dichtbij dat hij ook een hete adem kan waarnemen. Philly besluit z'n vel en z'n leven duur te verkopen. Graait een blik van het schap en gooit het met volle kracht in de richting van het beest. Een Koerdisch gegrom en gevloek vullen de enge ruimte.
Het licht gaat aan en naast de deur staat de cafébaas, overgoten met aardbeienconfituur. 't Is geen zicht, denkt Philly. De cafébaas wrijft de confituur uit z'n ogen en richt vervaarlijk z'n kalashnikov op Philly.
" Eruit, ik was hier eerst..."
" Smaakt het een beetje?"vraagt Philly schaapachtig.
De baas weet niet goed wat aan te vangen met Philly. Heeft veel zin om z'n lader leeg te schieten en die heidense hond naar z'n schepper te sturen. Philly moet op z'n tanden, die voor drievierden vals zijn, bijten om niet in een lach uit te barsten.
" Moest ik van u zijn, ik zou niet schieten, d'er staan nog armen der wet in 't café hé?"
" Allah, potvolkoffie, ik kan u ook nog wurgen of uwen kop inslaan..."spreekt de baas op zachte toon.
" Zouden we niet beter proberen hier weg te geraken? Ge kunt me achteraf nog altijd vermoorden hé?"
Tijd brengt raad, denkt Philly.
Er is een uitweg via een kast die in de hoek staat, maar dan moet de cafébaas z'n geheim delen met Philly. Waar hij weinig zin in heeft. Maar nood breekt wet en per slot van rekening kan hij toch niet blijven rondlopen met dat plakkerige goedje.
" Volg mij en glijdt niet uit, 't is hier nogal glibberig. En vraag me niet hoe dat komt."zegt de cafébaas gladjes.
" 'k Zou niet durven, 'k zou niet durven..."sprak Philly heel bedeesd.
Hij volgt de Koerdische cafébaas schoorvoetend. Hé, daar ligt een mes op het schap, kan van pas komen, ge weet maar nooit. Het mes verdwijnt in z'n binnenzak, 't geeft hem een geruststelling, hij begint zich weer meester van de situatie te voelen . De baas voelt met z'n hand achter de kast en plots draait de kast van de muur weg. De Koerd glipt achter de kast, op de voet gevolgd door Philly. 't Wordt hier hoe langer, hoe gekker. Denkt Philly. Het begint hier meer en meer te lijken op het Achterhuis van Anne Frank. Of is het Anne Euro? Een beetje respect Philly, een beetje respect hé?
De kast sluit zich achter de heren. Philly kijkt rond en ziet grote kisten staan. Eén kist staat open en laat de inhoud zien. Wapens. Genoeg om een staatsgreep te plegen. Er komt een man met een tulband binnen. Nu gaan we het krijgen, twee tegen één. Een ongelijke strijd.
" Ben jij die vrijwilliger om terroristische aanslagen te plegen?"vraagt de man.
Philly denkt: wat krijgen we nu? Schijnbaar is hier een misverstand of die man mist een beetje verstand. Hij ziet er toch niet uit als een moslim? En bruin is hij ook al niet.
" Euh, ja zeker? Allah is groot en z'n Profeet ietske kleiner..."
" Da's een goeie, da's een goeie..."Wie nu nog zegt dat moslims niet kunnen lachen, moeten ze de lucht inblazen. De confituurdruipende cafébaas is voorlopig verdwenen. Die zal verschieten als hij terug komt. Philly als terrorist, hoe een dubbeltje rollen kan. Maar Philly was vanaf z'n geboorte al voorbestemd om grootse daden te doen.
" Krijg ik ook zo'n kleren?"en hij wijst op het slaapkleed dat de man met tulband draagt.
" Natuurlijk, da's het uniform van de club hé, ge krijgt er twee, eentje voor in de week en eentje voor zondags. Maar laten we verder kennismaken bij een kopje thee. Ik wil ook weten wat uw verwachtingen zijn en hoe u aankijkt tegen het Hiernamaals..."
Voor het Hiernamaals heb ik nog tijd genoeg, denkt Philly. Hij volgt de baardman met tulband, nieuwe avonturen tegemoet...

©GoNo

woensdag 14 april 2010

Alles wordt zwart

'k Heb maar vijf minuten te gaan
dan zal ik voor m'n Schepper staan
'k voel me niet goed in m'n vel
't gaat me hier een beetje te snel

wat heb ik in al die jaren geleerd
wat heb ik op deze bol gepresteerd
kon ik nu maar alles eens overdoen
hé, de bomen en de planten zijn groen

dat dichten houdt ook niet veel in
wat had het allemaal toch voor zin
als schrijver stel ik ook al niets voor
te weinig publiek, te weinig gehoor

'k heb nog twee minuten te gaan
dan is het onherroepelijk gedaan
verdomme, 't leven is een grote klucht
hé, witte wolkjes drijvend in de lucht

'k heb nog één minuutje te gaan
'k wil dat vadertje tijd blijft stilstaan
er valt hier nog zoveel te beleven
hé, 'k begin lichtjes weg te zweven

'k heb nog één seconde te gaan
de kortste van m'n aards bestaan
'k hoor de laatste slagen van m'n gebroken hart
alles wordt nu donker en zwart, zwart, zwart....

©GoNo

dinsdag 13 april 2010

ZIJN verhaal 15.

Satan is ook maar een gevallen engel, bedenkt Philly zich...

Luttele seconden later stormen de Marokkaanse stoottroepen het café binnen. Als door een onzichtbare hand tegengehouden, houden ze in 't midden van 't café hun stormloop in. Ze kijken verbaasd naar de vlag die boven de toog hangt. Een Koerdische vlag. Verdomme, denken ze in 't Arabisch of is het Marokkaans, waar zijn we hier terechtgekomen? Allah mag dan wel groot wezen, maar op dit moment is de cafébaas ietske groter, gezien hij vervaarlijk staat te zwaaien met een kalashnikov. Een souvenir die hij van z'n thuisland meebracht , toen ene Saddam de helft van z'n dorp had vermoord en hij de gewapende strijd moest aangaan vanuit de omliggende bergen. Maar sedert de Turken ook hun zegje moesten hebben over hun deel van het gebied zat er niets anders op dan naar België uit te wijken. Met het weinige geld dat hij had, was hij dan maar een vzw'tje begonnen. Een koffiehuis waar men echte Koerdische thee kon drinken.
En het mag gezegd worden, het draaide goed gezien de toevloed van Koerdische Turken en Turkse Koerden, die allemaal op zoek waren naar hun eigenheid en roots. 't Waren brave mensen, maar ge moest ze niet uitdagen hé?

Philly van zijn kant heeft een barkruk genomen en houdt die als een volleerde leeuwentemmer voor zich uit. Als hij dan toch moest sterven zou het zijn als een gladiator in de arena. Weliswaar met minder publiek, maar men heeft niet altijd de keuze. Een boom van een Koerd gaat tussen Philly en de aanvallers staan. De Koerd neemt zoveel plaats in dat Philly z'n tegenstanders amper nog kan zien. Met één vlugge handbeweging ontwapent de reus van een knoert, pardon Koerd, de man met de baseballknuppel, die er plots bijstaat als een knuppel. Jarenlange ondergrondse training, gegeven door een Russische instructeur, die na de val van het communisme, toch iets moest doen met z'n vrije tijd, werpen nu hun vruchten af. De cafébaas is met z'n kalashnikov in de aanslag tot bij de bende nietsnutten gekomen.
" Er zijn twee mogelijkheden of jullie gaan hier horizontaal of jullie gaan hier verticaal naar buiten? Wat zal het zijn?"
Verbazingwekkend, die cafébaas spreekt perfect Vlaams met een Antwerps accent. Denkt Philly. Waar zo'n inburgeringscursus allemaal niet goed voor is. Zouden ze ook wortelstoemp met worst eten? 't Zal dan wel kippen-of lamsworst wezen. Waar een mens toch aan denkt in opperste nood hé?
De stoottroepen druipen af, alsof ze door Allah's hand geslagen zijn. Ze zijn nog geen twee minuten buiten of ze staan al terug binnen. Deze keer gevolgd door acht politiemannen en twee politievrouwen. Eentje meer en ze kunnen beginnen voetballen.
" Iedereen braaf langs de kant gaan staan en paske, arbeidskaart, trein-en busabonnement, gereed houden."
Dat laatste was om het ijs een beetje te breken. De politievrouwen gingen op zoek naar vrouwen om te fouilleren, maar buiten een Poolse kuisvrouw vonden ze voorlopig niemand. Philly houdt zich afzijdig en schuift langzaam maar zeker op richting keuken of wat er moet voor door gaan. De cafébaas is nergens meer te bespeuren, z'n kalashnikov ook niet. Philly neemt een asbak en gooit die achter de rug van z'n nieuwe vrienden tegen de grond. Een knal die een beetje lijkt op een bomaanslag, doet iedereen naar de grond duiken inclusief de bijna voltallige anti-terreurbrigade. Philly maakt van de gelegenheid gebruik om de keuken in te duiken. Hij ziet een deur, trekt die open en werkt zich vliegensvlug naar binnen. Het is er donker, hij ziet geen steek voor z'n ogen. Hoort hij daar geen ademhaling? Alsof er één of ander beest zit? Hij houdt z'n adem in en luistert met z'n grote oren, die elk geluidje hoe klein ook kunnen horen. Inderdaad, hier zit iets of iemand. Nu hoort hij het duidelijk, een soort van gegrom. Hij drukt zich tegen de muur, probeert zich zo klein mogelijk te maken. Het gegrom komt dichter en dichter..

©GoNo

maandag 12 april 2010

Nieuw virus opgedoken op Facebook


09/04 Er is een nieuw virus opgedoken op de sociale netwerksite Facebook. Het gaat om een virus dat schuilgaat in een erotisch videofilmpje.

Het nieuwe virus is een variant van de Koobface-worm en probeert toegang te krijgen tot de wachtwoorden en accountnamen van de getroffen Facebook-gebruiker. Die worden gebruikt om valse berichten naar diens contactpersonen te versturen.

Voor die contactpersonen lijkt het alsof iemand een videofilm met een erotische inhoud wil doorsturen. Degene die dat filmpje wil bekijken, moet speciale software installeren en haalt zo zelf het virus binnen, waarop het opnieuw verspreid wordt.

Wie een verdacht bericht binnenkrijgt, kan het best zo snel mogelijk wissen.

Bron: Gazet van Antwerpen

ZIJN verhaal 14.

Iedere oorlog vraagt slachtoffers, weet Philly.

Philly staat langzaam recht, maakt zich breder, z'n ogen schieten vuur, een grijnslach verschijnt op z'n gezicht. De praatjesverkopende bengel wil achteruit deinzen, maar te laat. Als een klauw schiet de Philly's hand naar de keel van 't manneke. Z'n hand is als een bankschroef, geen ontsnappen aan. Z'n vriendje roept om hulp, maar de andere reizigers schenken geen aandacht aan hem. Ze zijn dit al gewoon en ieder voor zich hé?
" Wat scheelt er m'n kleine vriend?"sist Philly.
Het manneke begint er uit te zien alsof hij de duivel in hoogsteigen persoon tegen gekomen is. Z'n broek, ter hoogte van z'n kruis, vertoont een natte plek. 't Is kwestie van enkele minuten eer hij ook nog in z'n broek zal schijten.
" Awel, ge zegt zo weinig?"
" Laat me...laat me...laat me los..."is alles wat het ventje kan stamelen.
" Moet ik je loslaten?"vraagt Philly, terwijl hij hem een halve meter van de grond tilt.
" Ja..ja.."
" 't Is maar een woord.."en hij laat de snotaap vallen, die midden de rugzakken terechtkomt.
" En nu maken dat ge van de bus zijt of ik gooi jullie beiden door het raam, begrepen?"
De bus stopte aan de halte, de twee uitdagers kunnen niet rap genoeg van de bus zijn.
" O ja, heel m'n familie heeft zo'n grote oren, 't is maar dat je het weet hé?"roept Philly vanuit het deurgat. De twee zijn al druk bezig te gsm'en naar hun grote broers die allemaal toevallig een dagje vrij hebben en als dusdanig niet moeten gaan werken. Achteraf zal men weer zeggen dat het werkloze allochtonen waren die keet geschopt hebben. Niets is minder waar, al gaat de waarheid nog zo snel, de leugen achterhaalt hem wel. Zou ik zo zeggen hé?

't Is verdacht stil op de bus, zelfs de buschauffeur is gestopt met bellen en concentreert zich nu op waarvoor hij betaald wordt. Namelijk passagiers vervoeren op een veilige manier. 't Zal hem worst wezen want binnen een half uurtje zit z'n shift erop. De stadswachten zijn druk in hun walkie talkie aan 't overleggen. Moeten ze nu optreden of niet? Moeten ze de politie erbij halen? Volgens de nieuwe Belg wel, want dit was toch duidelijk een geval van verbale en non-verbale agressie? Plus ook nog een geval van racisme. Philly hoorde het allemaal aan met een idiote grijns op z'n face. De volgende halte moest hij er toch af. De meerderheid van de stadswachters, de nieuwe Belg alleen dus, beslist om de politie op te roepen. Wat ook gebeurt. Da's democratie.

Philly stapt af, de stadswachters laten hem voorbij zonder een woord te zeggen. Nu pas ziet Philly dat hij een halte te vroeg afgestapt is. Hij hoort loeiende sirenes, nergens geen zijstraat te bespeuren. Hij weet ook wel dat die voor hem zijn, maar heeft totaal geen zin om met de arm der wet geconfronteerd te worden. Plots verschijnt er naast hem een zwarte BMW, waarin een viertal jongeren zitten die een dagje vrij hebben. Philly trekt z'n hoofd wat dieper achter z'n kraag. Ze rijden langzaam, zijn duidelijk op zoek naar iets of iemand. Ze rijden nu op ooghoogte van Philly. Philly herkent de twee schoelies, probeert z'n pas te versnellen, maar de auto heeft geen moeite hem bij te houden. Op de hoek snijden ze hem de pas af , twee van hen stappen uit met een baseballknuppel. Sportieve lui, zo te zien. Zijn waarschijnlijk de weg kwijt naar het stadion. Philly overlegt wat hij kan doen. Weglopen is geen optie. Tegen vier man plus twee kleine smeerlapjes vechten ook niet. De enige mogelijkheid is vluchten naar de overkant. Daar is een cafe dat al vroeg open is. Hij schat de afstand in, 't is te doen , maar het moet nu gebeuren. Hij zet het op een lopen,overbrugt de afstand in minder dan 10 seconden, een nieuw Belgisch record op de 100 meter. Hij trekt de deur open en werkt zich vliegensvlug naar binnen. Oef, gered, voorlopig toch.
" Salaam Alaikum..." zegt de cafebaas in 't Arabisch.
" Ook een salami..."antwoordt een verbouwereerde Philly. Komt dat tegen hé?

©GoNo

't Is lente ?

De grassprietjes zijn aan 't groeien
de lentebloemetjes aan 't bloeien
'k hoor vogeltjes kwetterend verhalen
dat ik een frisse neus moet gaan halen

'k jaag het winterstof uit mijn kleren
't is tijd om mijn matras om te keren
mijn donsdeken op 't balkon te hangen
de eerste straaltjes zon op te vangen

een lentebriesje waait door mijn haar
streelt mijn wangen, zachtjes schijnbaar
'k geniet met volle teugen en kracht
van een nieuwe ontluikende lentepracht

'k ga mijn stramme benen eventjes strekken
om de winter met lentebloesems te bedekken
de ijsheiligen stuur ik op onbetaald verlof
mijn zomerkledij haal ik vanonder het stof

de lentekoorts kriebelt in mijn bloed
verdomme, dat doet een mens zo goed
spijtig dat ik zo rond een uur of negen
kleddernat werd van de koude regen...

©GoNo

zaterdag 10 april 2010

De laatste pottekes aardbeien ...



“ Allee, mensen 't is nu het moment, 't is nu of nooit, één potteke aardbeien voor een prijs om uw vingers van af te likken."
Ik blijf staan, kijk met een half oog naar het potteke en vraag me af wat er zo speciaal kan zijn aan die aardbeien. De prijs in ieder geval al zeker. Het potteke kost 4,95€ ( bijna 200 oude frankskes ).
Ik heb nog steeds de gewoonte om alles om te rekenen in de valuta die ik op school geleerd heb. Verbazingwekkend hoe men de mensen probeert te overtuigen dat met het invoeren van de euro alles goedkoper geworden is. Vergeet het maar.
" Allee, mensen, de enige echte aardbeien, sappig, vol vitamientjes en voor die prijs kunt ge het niet laten hé?"
Voor die prijs kan ik het wel laten, als dit de enige echte aardbeien zijn, dan zijn die andere marktkramers allemaal oplichters. Waarschijnlijk krijg ik er nog een certificaat van echtheid bij, gecontroleerd door de enige echte deurwaarder die er nog rondloopt in deze contreien.
" Allee, meneer, niet treuzelen, ze zijn bijna op, 't zijn de laatste..."
Z'n camion stak een kwartier geleden nog bomvol met aardbeien. Een wonder is geschied, een mirakel ook. Die man heeft duizenden euro's verdiend op nog geen kwartier tijd, van een crisis is er hier geen sprake. Ik twijfel, ze zien er lekker uit, maar dat heb ik bij sommige vrouwen ook. 't Is niet omdat ze er lekker uitzien, dat ik er mag aankomen hé?
" Hebt ge kleinkinderen meneer?"
Ja, natuurlijk, maar dat gaat hem gene bal aan. Ik heb een hekel aan mensen die doen alsof ze belangstelling hebben voor m'n privé-leven. Die proberen in te spelen op m'n gevoelens met hun verkooppraatjes. Ik kan zo al raden wat zijn volgende vraag zal zijn. Of m'n kleinkinderen geen aardbeien lusten?
" Alle, meneerke, uw kleinkinderen lusten toch ook aardbeien? Met wat slagroom? Of suiker?"
" Meneerke de marktkramer, ten eerste wat m'n kleinkinderen lusten zijn mijn zaken en ten tweede 4,95€ voor een potteke is wel wat veel hé?"
De marktkramer z'n gezicht, dat toch al moeders mooiste niet was, maakt een grimas dat niet zou misstaan in een lowbudget horrorfilm. Met zo een gezicht deed ik m'n ouders een proces aan wegens het niet tijdig aanvragen van een renovatiepremie.
" Oei, oei, meneer is precies met het verkeerde been uit bed gestapt? Amai zulle, de zon schijnt voor iedereen hé?"
Weer zo'n cliché hé? Die verdomde zon schijnt niet voor iedereen. Vraag het maar eens aan de overlevenden van een Duits concentratiekamp. En ik ben niet met het verkeerde been uit bed gestapt, gezien ik al jaren in een doos van Bonitabananen slaap. Grapje! Maar dat had u al begrepen hé?
" Kunt ge uwen prijs niet wat laten zakken, het zijn toch de laatste en binnen een halfuurtje is de markt toch gedaan?"probeer ik.
" Meneer, als ik de prijs moet laten zakken, kan ik evengoed m'n broek ook laten zakken, want dan scheur ik er m'n broek aan..."
't Is te hopen dat hij een slipje aan heeft, bedenk ik mij, voor worst moet ik twee marktkramers verder zijn. En als z'n worst er uit ziet als z'n gezicht, zal het ook al niet veel soeps zijn. Wat perfect in z'n kraam zou passen, want 't is een groentenkraam.
" Als ge me twee pottekes voor vijf euro verkoopt, maakt ge mij en m'n eventuele kleinkinderen blij , gelukkig en zelfs tevreden..."
" Meneer is zeker de plezantste thuis?"
" Inderdaad, m'n vriend, in iedere familie hangt er wel iemand de plezantste uit hé?"verweer ik mij.
In zijn geval heb ik zo m'n twijfels. Misschien als de vuilbakken buiten staan?

Ik heb m'n aardbeien gekregen aan sterk verminderde prijs. Twee pottekes voor negen euro. Toch negentig eurocents afslag. Bijna een euro profijt. Met die bijna euro heb ik een komkommer gekocht, bij een ander kraam. M'n kleinzoontje is verzot op komkommer, ik ook. En die aardbeien? Die staan hier in m'n keuken te geilogen naar mij en vragen als het ware om liefdevol opgegeten te worden. Met slagroom of suiker? Da's nog de vraag hé?

©GoNo

vrijdag 9 april 2010

Het celibaat is toch zo zwaar...





Waarom huilen, kleine jongen
je initiatie op seksueel gebied
schijnbaar een christelijke deugd
voorbehouden aan de jeugd

het celibaat is zo ontzaglijk zwaar
daarom hebben ze een misdienaar

kom, kniel neer en geef je over
buig voor hun goddelijke straf
het zal hun geweten niet hinderen
't zijn toch maar onnozele kinderen

het celibaat is zo ontzaglijk zwaar
daarom gebruiken ze een misdienaar

kom, kleine vent, snotneus dat je bent
je wordt eens langs achteren verwend
't is een geheim tussen jou en de kerk
daar wordt je toch groot van en sterk

het celibaat is zo ontzaglijk zwaar
een beetje seks moet kunnen, nietwaar

het celibaat, 'k weet niet wat ik allemaal zie
tastende handen op de misdienaar z'n knie
waarom al dat kabaal en zoveel misbaar
hup met de geit, gebruik nog een misdienaar...

©GoNo

ZIJN verhaal 13

Overpeinzingen maken deel uit van het denkproces, aldus Philly.

Philly is op weg naar huis, broedend op een plan om Staartje een lesje te leren. De bus stopt aan iedere halte die er is, meer en meer schoolkinderen stappen op. 't Is er ook aan te horen. Philly haat autobussen. Was al zo van in de tijd toen hij zelf nog naar school ging. Die verdomde schoolreisjes, die telkens eindigden met schoenen vol braaksel. Hij verdacht er zijn mama van dat ze hem steevast een gewoon aspirientje gaf in plaats van een pilletje tegen de reisziekte.
Hij kijkt naar de losgeslagen jeugd, die geen greintje respect kunnen opbrengen voor hun medepassagiers.
Een lawaai alsof ze op de grote markt van Bagdad zitten. Rugzakken die her en der verspreid liggen, voeten die op de banken terechtkomen, lege blikjes die achteloos op de grond gesmeten worden. De deuren gaan open en een volgende golf van brave schoolkinderen wordt naar binnen gestuwd. 't Zijn nieuwe Belgen en ze zijn met veel. Om te gaan spijbelen in 't stad. Vandaag gaan ze, als onderdeel van hun culturele opvoeding, de Meir en omstreken veilig maken. De Vlaamse deernen er op wijzen dat een hoofddoek trendy is. Dat uw lichaam helemaal bedekken een vorm van kuisheid is. Er is nog veel werk aan de winkel. Maar hun nooit aflatende bemoeienissen beginnen stilaan vruchten af te werpen. Ze krijgen meer en meer volgelingen. Bedenkt Philly zich. Het internet en mobieltje is uitgevonden door Allah, zoveel is zeker. Nu nog luidsprekers op ieder moskee en de imam kan vijf keer per dag Allah's volgelingen oproepen tot gebed. Als de kerk haar klokken mag luiden, mag de moskee ook oproepen tot gebed hé? Voor wat, hoort wat. Per slot van rekening is dat een moment van bezinning, een verrijking van de geest. In deze woelige tijden een baken van vredevol omgaan met je medemens. Ook al trekt hun cultuur op niks. De Arabische cultuur is de beste, gezien de historische meerwaarde die ze aan ons dagelijks leven gegeven heeft en nog geeft. Ik lijk wel een professor in Filosofie & Ethische Kwesties, denkt Philly.
Maar nu moet hij zich concentreren op z'n plan. Zou hij haar gewoonweg vierendelen of radbraken zoals in de middeleeuwen? Dat vierendelen zou geen probleem opleveren, maar dat radbraken? Om te kunnen breken had hij een rad nodig en 't enige rad dat hij kende was 't Rad van Fortuin, ook al lang ter ziele gegaan. Dat heb je met die commerciële snertzenders. Twee kijkers minder en een programma wordt afgevoerd om plaats te maken voor een nog slechter programma. Om maar te zwijgen van al die feuilletons, die na vijf minuten al onderbroken worden door reclame. Philly's gedachtengang springt van de hak op de tak. Hij kan zich niet concentreren met al dat lawaai. Die rotverwende jeugd met hun Arabische muziek, die lak hebben aan boetes voor overlast. Ze worden toch niet uitgeschreven. De befaamde stadswachten zien de andere kant op, de buschauffeur is druk aan het telefoneren met een tramconductrice. Geen probleem, veiligheid staat hoog in hun vaandel. Als ze elkaar kruisen, stoppen ze om een deftig praatje te slaan. 't Zijn broer en zus, allebei uit een Nieuwe Belgengezinnetje. Moet kunnen, 't brengt de mensen dichter bij elkaar. En we hebben toch allemaal de mond vol van " onthaasting"? Of niet soms?
Philly begint het op z'n heupen en de rest van z'n lijf te krijgen. Een snotneus van pakweg een jaartje of acht, krijgt plots Philly in 't oog. Z'n bloemkooloren ook. Hij duwt tegen z'n vriendje en fluistert iets in z'n oor. Ze schuiven door het gangpad, richting Philly. Philly kijkt mistroostig naar buiten, herkent deze buurt niet. De grijze woonkazernes doen hem aan het Oostblok denken. Blokkendozen met honderden schotelantennes. Ghetto's, er ontbreekt alleen een poort. Overal hangt er aan de balkons was te drogen. Vrouwen in 't zwart met hoofddoek keuvelen gezellig met elkaar, daarbij hun kroost nauwlettend in het oog houdend. Eentje komt bijna onder een tram terecht, wat een tsunami van verontwaardiging uitlokt. Kan die racist niet uit z'n doppen zien? Een ander lief kindje heeft een dode duif gevonden en zit die vakkundig te pluimen. Later zal haar man wreed content zijn. Terwijl hij in de koffieshop thee zit thee te lurken en een kaartje legt, zal het eten op tijd klaar zijn. Waarna ze gezellig voor een nageslacht zullen zorgen, tot meerdere eer en glorie van Allah.
Die op hun beurt Zijn woord zullen verkondigen.

" Hey, meneer, die oren zijn die echt?"vraagt het jongetje.
Philly schrikt wakker uit z'n overpeinzingen, kijkt naar het manneke, die er met een grijnslachje bijstaat.
" Wablief?"
" Of die oren echt zijn en hebben je papa en mama ook zulke soepborden?"
Philly voelt de spanning stijgen, overweegt om die kleine een oorveeg te geven. Voelt in z'n zak naar z'n knipmes, maar het is er niet meer...

©GoNo

donderdag 8 april 2010

Vragen staat vrij

Vraag me niet waarom
de wereld altijd maar draait
waarom er sterren aan
de donkere hemel staan

vraag me niet waarom
de maan naar ons kijkt
wolven huilen bij volle maan
ebbe en vloed bestaan

vraag me niet waarom
bomen en planten groeien
de ene grasspriet groener dan de andere is
ik steeds achter de netten vis

vraag me niet waarom
ik de mens geschapen heb
't was maar half werk
'k moest voor 't zingen uit de kerk

vraag me eventjes gewoon
wie of wat ik ben, hoe ik leef
het antwoord zal onomwonden zijn:
“ In wezen ben ik jullie Oppergod
een beetje krankjorum en stapelzot!”

©GoNo

ZIJN verhaal 12

De jeugd van Philly loopt over rozen, spijtig dat doornen zo stekelig zijn...

Philly zit thuis aan de netjes opgeruimde tafel, overloopt de voorbije gebeurtenissen. 't Valt hem op dat z'n eeuwige zeurkous van een ma niet aanwezig is. Spoorloos verdwenen in de ijle lucht. Mooie titel voor een gedicht, maar ik ben geen dichter, bedenkt hij zich. Misschien moet ik hier wel een verhaal over schrijven, eentje dat eindigt met een open einde. Waar de lezers op hun honger gelaten worden. Da's ook een vorm van sadisme, geestelijk dan. Wie zou er nu niet willen weten wat hij met al z'n slachtoffers uitgestoken heeft. Of wat hij van plan was met Staartje?
Z'n ogen fonkelen als brandende antraciet, de duivel zelf zou gaan lopen bij zoveel hitte. Ik ben geen mens, ik ben een verworpene der aarde, een mislukking van de natuur. Philly wentelt zich in zelfbeklag, wetende dat het niet mag van z'n ma, maar die is in geen velden of wegen te bespeuren. Juist nu hij haar het meeste nodig heeft. Ze zijn verbonden met elkaar, voor eeuwig en altijd. Dat zei ze toch steeds opnieuw en opnieuw. Hij geloofde haar, ze was doordrongen van godvruchtigheid. Hij geloofde haar toen ze zei dat het Gods wil was dat hij z'n vader moest vermoorden. Hoe oud was hij toen? Veertien? Of was het jonger? 't Doet er niet toe, 't was al zo lang geleden. Dat z'n moeder een vette overlijdenspremie opstreek, wist hij maar jaren nadien. Z'n pa meende het wel goed, was in zekere mate fier op z'n spruit. Z'n cijfers voor biologie en het menselijk lichaam waren uitstekend. Papa droomde al dat z'n zoontje een beroemde chirurg of in 't slechtste geval huisarts zou worden. Met het oog op de latere kwaaltjes inherent aan het ouder worden, een meevallertje hé?
Philly deed z'n best, zag z'n toekomst als medicijnman al zitten. Ware het niet dat met het ouder worden z'n oren bleven groeien tot buitengewone proporties. Als ze samen in een roeibootje zaten hadden ze de wind in de zeilen...
Z'n ma maakte van hem een godsvruchtig kind, zo braaf dat hij bij nonkel Theofiel, die tevens een pater was in de Congo, op z'n schoot mocht gaan zitten. Met alle gevolgen vandien. 't Rare was dat hij het nog lekker vond ook. Die strelende handen op z'n kruis deden hem blozen. Van 't één kwam 't andere. Op een zomerse dag, ergens in mei, nam pater Theofiel hem mee naar 't klooster. Hij was onder de indruk van de hemelse sfeer die er hing. De kaarsen, de wierook in de kapel bedwelmden hem. De paters waren uitermate vriendelijk tegen hem, een misdienaar kon men altijd gebruiken en misbruiken. 't Is maar vanuit welk standpunt je het beziet, zei pater Theofiel nadat het gerecht hem opgepakt had. Na een klacht van een dwalende ziel, die in de knoop zat met z'n geloof.
Maar bij Philly lag het enigszins anders. Hij leerde van de paters dat liefde goed en mooi was. Dat God de mens geschapen had om lief te hebben. Dat pedofilie niet bestond want een uitvinding van de mens. Philly geloofde het, liet zich de liefde van meerdere paters welgevallen. Overdag en ook 's nachts. De paters waanden zich in de zevende hemel. De hemel moest je op aarde verdienen. En daar waren ze goed in.
Ze vertelden hem verhalen over hun tijd in Congo. Hoe ze die arme negerkes bekeerden tot het enige Ware Geloof. Hoe ze, als ze hen op diefstal betrapten, met hun handen vastnagelden aan een boom. Hoe ze de kwade geesten uit jonge maagdelijke inboorlingen verdreven door gebruik te maken van hun goddelijke staf. Die ouders geloofden het. Want die blanke missionarissen spraken altijd de waarheid. Philly z'n besluit stond vast, hij zou later als chirurg ook naar de Congo gaan. Z'n vader was er vierkant tegen en tekende hiermee z'n eigen doodvonnis. Mama, die haar zoontje aanbad alsof het de toekomstige paus zou worden, moest hem helpen om een manier te vinden hem van die lastpost van een papa te ontdoen. Toen papa, die avond, weer een paar debiele schampere opmerkingen maakte, was de maat vol.
Tijdens de afwas, terwijl papa een dutje aan 't doen was, werden door moeder en zoontje moordplannen gesmeed. De ene al gekker dan de andere. Ze waren goed bezig, 't was kwestie van enkele dagen tijd en van papa zou er geen sprake meer zijn. Een voetnoot in de geschiedenis...

©GoNo

woensdag 7 april 2010

Heksenkringende heks





Ze speelde met passie en vol vuur
vergat de tijd van komen en gaan
liefkoosde zichzelf bij volle maan
alvorens in de heksenkring te staan

haar ogen weerkaatsen 't maanlicht
lippen in verzuchtende smeekbede:
waar ben je, kom tot mij, neem me dan
zoals geen enkele andere man het kan

de duivel daalde door solferstank omgeven
de stank van brandend vlees in 't hellevuur
dragend als een zwarte cape om zijn lijf
lacht, danst met dat domme behekste wijf

ze laat hem nu toe haar vurig te beminnen
de duivel geraakt compleet buiten z'n zinnen
hij wurgt haar terstond met zijn harige staart
ziezo, weer een verdorven zieltje vergaard

men heeft haar 's morgensvroeg gevonden
de pastoor sprak een klare taal, onomwonden:
" wie de duivel aanbidt, ik zeg het u voorwaar
zal eeuwig branden in de hel, da's toch zonneklaar..."

©GoNo

dinsdag 6 april 2010

Eenvoudig gedichtje




Zing vogeltje
zing alleen voor mij
want 'k ben triestig vandaag
de hemel is grijs en 't regent weer
m'n humeur gaat op en neer

kom vogeltje
kom alleen naar mij
't brood is wel oudbakken
maar dat hoort er nu eenmaal bij
je hoeft niet bang te zijn
'k weet het, jij bent zo klein

vlieg nu niet weg
blijf nog even dicht bij mij
'k wil je nog zoveel vertellen
over m'n verdriet en pijn
een luisterend oortje
meer moet dat niet zijn

dag lief vogeltje
't was zeer aangenaam
'k hoop je morgen terug te zien
de kruimeltjes zullen klaarstaan
of krijg je ze liever bij 't licht der maan?

©GoNo

zondag 4 april 2010

ZIJN verhaal 11

Staartje keek met enige walging naar de blauwe kop van Philly. Hoe durfde hij het aan om het tijdelijke met het eeuwige te ruilen, zonder ook maar een beetje rekening met haar gevoelens te houden? Mannen, om van te kotsen, liepen ze hun pik niet achterna dan stierven ze tussen haar dijen. Ge moet maar durven. Verdorie, dacht ze, hij lijkt een beetje op een smurf. Ze begon zachtjes het Smurfenlied te zingen, als eerbetoon aan een kortstondige liefde. Die niet gebracht had wat ze ervan verwachtte.
" Staartje?"hoorde ze een fluisterende stem.
Staartje hoorde het in Keulen en omstreken donderen. Vroeg zich af of ze aan het flippen was.
" Staartje, kijk achter je, ik was bijna je toekomstige schoonmoeder en ik heb de indruk dat we het goed met elkaar zullen vinden..."
Ze wierp een blik in de achteruitkijkspiegel. Was me dat verschieten. Van waar kwam dat vrouwmens? Rechtstreeks uit de hel? En dan die oren, het evenbeeld van wijlen Philly?
" Staartje, je moet Philly dumpen. Geen betere plaats dan hier op de parking van 't ziekenhuis. Of zet hem anders tegen die verkeerspaal, ze willen toch meer blauw op straat hé?"
't Wordt hier hoe langer hoe zotter. Dacht Staartje. Ben ik nu volslagen gek aan 't worden? De vraag stellen was zo goed als ze beantwoorden.
" Doe wat ik je zeg..."siste Philly's mama.
" Een beetje op je gemak hé, oude taart, ge zijt hier niet bezig met je zoontje..."
" 't Is voor uw eigen goed, dat ik het zeg, als die flikken in de gaten krijgen dat jullie die gezochte daders zijn, dan zit het spel op de wagen." Daar had ze een punt, dacht Staartje.
" 't Is al goed, maar ge moet me niet te veel commanderen, ik haat bazige mensen."
Staartje duwde Philly van zich af. Z'n hoofd begon paars te worden, z'n oren ook. 't Was verbazingwekkend hoe sterk Staartje wel was. Ze zette hem in het bushokje, fatsoeneerde z'n kledij een beetje. 't Zag er goed uit. Hij had wel geen gezond kleurtje, maar zo lopen er veel rond. Ze moest maken dat ze weg was, want de eerste ziekenhuiswerknemers kwamen er aan. Met fiets en bus, zoals het hoort, kwestie van een gezonde geest in een gezond lichaam. Ze zette zich achter het stuur en stak een sigaret op. Ze inhalleerde heel diep, liet de rook in kringetjes uit haar mond komen. 't Was me het nachtje wel...
Ze startte de wagen met naast haar de treurende moeder van Philly.
" 'k Snap er de ballen van, wie sterft er nu tussen de benen van een vrouw? Wat een looser toch..."sprak ze meer tot zichzelve dan tot Staartje.
" Wat wil je daar mee zeggen?"vroeg Staartje.
" Dat jij z'n plaats zal moeten innemen, God heeft je uitverkoren om Z'n hemels werk te voleindigen."
" God kan de pot op en jij ook, 'k heb wel wat anders te doen dan zieltjes te winnen."sprak Staartje een beetje geïrriteerd.
" Maar nee, 't is boeiend werk, ge zult er plezier aan beleven, ge moogt beslissen over leven en dood. Vaste job met toekomstperspectief en ge moogt zelf uw uren kiezen hé?"fleemde Philly's mama.
" 'k Zal er over nadenken, maar eerst moet ik een verkwikkend bad nemen. M'n hoofd is gelijk een jukebox, alleen draaien alle plaatjes door elkaar."

De chauffeur van de bus vond het raar dat die ineengezakte man geen aanstalte maakte om op z'n bus te stappen. Hij stapte uit en liep naar de man. Dit zag er niet goed uit, dat blauw kleurtje voorspelde niet veel goeds. Hij schudde hem een beetje en geloof het of niet, er vloog een haarbal uit Philly's mond. Een diepe zucht ontsnapte aan de lippen van Philly, hij opende z'n ogen.
" Gaat het?"vroeg de buschauffeur.
" Waar is dat rotwijf, dat klerewijf, die hoer, die..."waren de enige woorden die uit Philly's mond kwamen." " 'k Zou het niet weten, 'k vraag het me ook af, drie jaar geleden is ze sigaretten gaan halen en sedertdien is ze nog altijd niet terug...maar wat was de vraag ook alweer?"zei de chauffeur in een poging om de leukste uit hangen.
Philly stond recht, drukte z'n hoofd diep in z'n jas, nam zich voor om iets aan die oren te laten doen. Stapte op de bus en vol wraakgevoelens ging het richting stad. Hij wist veel van Staartje, heel veel...

©GoNo

vrijdag 2 april 2010

Waar moet dit eindigen?








Hoe lang moeten we dit nog slikken
moeten we dit nog lang pikken
monden worden gesnoerd in Allah's naam
vrije meningsuiting past niet in hun kraam

't geduld bij de mensen geraakt op
de maatschappij krijgt op z'n kop
van al die domme, gekke fanatiekelingen
die om een moslimrevolutie staan te springen

verdraagzaamheid kent ook grenzen
waar en wanneer begint het verwensen
maar doe uw muil niet open of ge zijt racist
zegt degene die zelf naast het potje pist

kom niet aandraven met een ocharme
dat ik mij aan hun cultuur moet verwarmen
dat ik hun moslimgeloof moet omarmen
'k krijg er krampen van in m'n darmen...

hier legt men de schrijvers niet aan banden
men draagt ze hier in Europa op handen
niemand heeft het recht om iemand te doen zwijgen
respect moet je verdienen alvorens je het kunt krijgen.

©GoNo

Naar aanleiding van het belemmeren van de vrije meningsuiting.

De (k)leuterkous

Trap hem onder z'n gat
geen knip voor z'n neus waard
't is toch zo'n lieve schat
met witte snor en dito baard

z'n zielige en droevige verhalen
doen me meer en meer balen
z'n geëerd publiek van zielenpoten
maken m'n droomwereld naar de kloten

'k wil hem niet als vriend aan de toog
daarvoor is z'n pedofielgehalte te hoog
en de onzin uit z'n eeuwige gore bek
doen me denken aan stinkende koeiendrek

na een uurtje of twee aan de toog
zag ik alle kleuren van de regenboog
'k had de neiging hem te wurgen met beide handen
'k heb het gelaten bij een asbak tegen z'n rotte tanden

't is voorwaar m'n beste vriend
waar heb ik dat toch verdiend
hier drink er nog ene, onnozele kloot
doe me een lol,val voor m'n part dood...

©GoNo

donderdag 1 april 2010

Geen woorden meer...

M'n vriend, je bent er niet meer
de weinige vrienden die je nog had
treuren omdat je zelfmoord pleegde
ik denk dat je bang was van de leegte

die alleen maar opgevuld kon worden
met pijnstillers en overmatig drankgebruik
ik heb je zien lijden, ik zweeg telkens weer
maakte me er vanaf met een kwinkslag, min of meer

m'n vriend, dat je deze stap zou zetten
had ik nooit verwacht, je wist dat het dodelijk was
straks, om halfdrie, wordt je begraven
op kosten van het OCMW
en achter je kist lopen maar enkele vrienden mee...

©GoNo

Opgedragen aan Eddy Verhoeven†