GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 8 april 2010

ZIJN verhaal 12

De jeugd van Philly loopt over rozen, spijtig dat doornen zo stekelig zijn...

Philly zit thuis aan de netjes opgeruimde tafel, overloopt de voorbije gebeurtenissen. 't Valt hem op dat z'n eeuwige zeurkous van een ma niet aanwezig is. Spoorloos verdwenen in de ijle lucht. Mooie titel voor een gedicht, maar ik ben geen dichter, bedenkt hij zich. Misschien moet ik hier wel een verhaal over schrijven, eentje dat eindigt met een open einde. Waar de lezers op hun honger gelaten worden. Da's ook een vorm van sadisme, geestelijk dan. Wie zou er nu niet willen weten wat hij met al z'n slachtoffers uitgestoken heeft. Of wat hij van plan was met Staartje?
Z'n ogen fonkelen als brandende antraciet, de duivel zelf zou gaan lopen bij zoveel hitte. Ik ben geen mens, ik ben een verworpene der aarde, een mislukking van de natuur. Philly wentelt zich in zelfbeklag, wetende dat het niet mag van z'n ma, maar die is in geen velden of wegen te bespeuren. Juist nu hij haar het meeste nodig heeft. Ze zijn verbonden met elkaar, voor eeuwig en altijd. Dat zei ze toch steeds opnieuw en opnieuw. Hij geloofde haar, ze was doordrongen van godvruchtigheid. Hij geloofde haar toen ze zei dat het Gods wil was dat hij z'n vader moest vermoorden. Hoe oud was hij toen? Veertien? Of was het jonger? 't Doet er niet toe, 't was al zo lang geleden. Dat z'n moeder een vette overlijdenspremie opstreek, wist hij maar jaren nadien. Z'n pa meende het wel goed, was in zekere mate fier op z'n spruit. Z'n cijfers voor biologie en het menselijk lichaam waren uitstekend. Papa droomde al dat z'n zoontje een beroemde chirurg of in 't slechtste geval huisarts zou worden. Met het oog op de latere kwaaltjes inherent aan het ouder worden, een meevallertje hé?
Philly deed z'n best, zag z'n toekomst als medicijnman al zitten. Ware het niet dat met het ouder worden z'n oren bleven groeien tot buitengewone proporties. Als ze samen in een roeibootje zaten hadden ze de wind in de zeilen...
Z'n ma maakte van hem een godsvruchtig kind, zo braaf dat hij bij nonkel Theofiel, die tevens een pater was in de Congo, op z'n schoot mocht gaan zitten. Met alle gevolgen vandien. 't Rare was dat hij het nog lekker vond ook. Die strelende handen op z'n kruis deden hem blozen. Van 't één kwam 't andere. Op een zomerse dag, ergens in mei, nam pater Theofiel hem mee naar 't klooster. Hij was onder de indruk van de hemelse sfeer die er hing. De kaarsen, de wierook in de kapel bedwelmden hem. De paters waren uitermate vriendelijk tegen hem, een misdienaar kon men altijd gebruiken en misbruiken. 't Is maar vanuit welk standpunt je het beziet, zei pater Theofiel nadat het gerecht hem opgepakt had. Na een klacht van een dwalende ziel, die in de knoop zat met z'n geloof.
Maar bij Philly lag het enigszins anders. Hij leerde van de paters dat liefde goed en mooi was. Dat God de mens geschapen had om lief te hebben. Dat pedofilie niet bestond want een uitvinding van de mens. Philly geloofde het, liet zich de liefde van meerdere paters welgevallen. Overdag en ook 's nachts. De paters waanden zich in de zevende hemel. De hemel moest je op aarde verdienen. En daar waren ze goed in.
Ze vertelden hem verhalen over hun tijd in Congo. Hoe ze die arme negerkes bekeerden tot het enige Ware Geloof. Hoe ze, als ze hen op diefstal betrapten, met hun handen vastnagelden aan een boom. Hoe ze de kwade geesten uit jonge maagdelijke inboorlingen verdreven door gebruik te maken van hun goddelijke staf. Die ouders geloofden het. Want die blanke missionarissen spraken altijd de waarheid. Philly z'n besluit stond vast, hij zou later als chirurg ook naar de Congo gaan. Z'n vader was er vierkant tegen en tekende hiermee z'n eigen doodvonnis. Mama, die haar zoontje aanbad alsof het de toekomstige paus zou worden, moest hem helpen om een manier te vinden hem van die lastpost van een papa te ontdoen. Toen papa, die avond, weer een paar debiele schampere opmerkingen maakte, was de maat vol.
Tijdens de afwas, terwijl papa een dutje aan 't doen was, werden door moeder en zoontje moordplannen gesmeed. De ene al gekker dan de andere. Ze waren goed bezig, 't was kwestie van enkele dagen tijd en van papa zou er geen sprake meer zijn. Een voetnoot in de geschiedenis...

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage