GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 26 april 2011

Het echte verhaal van het Laatste Avondmaal ( slot )

Het wordt donker buiten, de sterren staan flonkerend aan de hemel. Het is een zwoele nacht. Jezus besluit om de nacht door te brengen in de Hof van Getsemane, zogezegd om te mediteren. Hier is the place to be, hier zal het gebeuren. De verleiding is groot om er de brui aan te geven, twijfel sluipt in z’n hart. Is het wel nodig dat ik sterf? Vraagt hij zich af. Deze wereld van goddelozen verdient mij niet. Of ik nu hun zonden wegneem door te sterven, zonden zullen ze blijven begaan. Hij ziet de verschrikkingen die hem te wachten staan. Het angstzweet breekt uit, een jongeman die hij herkent als de duivel, treedt op hem toe.
“ Waarom wil je de wereld redden?”vraagt hij op lijzige toon.
“ Ik moet, ik kan niet anders…”zegt Jezus.
“ Je moet niets, je moet alleen maar adem halen. Het mensdom is een vogel voor de kat. Stuur je apostelen om hulp. Eén woord van jou en de revolutie breekt uit. Als je goddelijke Vader je zo lief heeft, waarom laat Hij je dan lijden?”
“ Om hun zonden weg te nemen, veronderstel ik…”zegt Jezus van z’n stuk gebracht.
“ Goed gek, zou ik zo zeggen, je weet toch wat er te gebeuren staat?”
“ Ja, ik zal bespot, vernedert en gekruisigd worden…”
“ Voor wie en voor wat?”
De duivel kijkt hem doordringend aan, begint een beetje medelijden te krijgen. Maar hij is Satan, heerser over de duisternis en moet hard zijn.
“ Je hebt de kans om het hier af te bollen, pak uwen ezel en zoek veilige oorden op…”
De duivel spreidt z’n armen, in de nevel die hij laat ontstaan ziet Jezus hoe hij gelukkig is met Maria Magdalena. In de tuin, een kopie van de Tuin van Eden, ziet hij z’n kroost ravotten. Tranen vloeien nu over z’n wangen. Moet hij dat allemaal missen omdat z’n Vader het hem bevolen heeft? Nee toch?
Petrus en Simon zien dat Jezus druk aan het gesticuleren is. Ze hebben niet veel tijd meer en schijnbaar slaan de stoppen door bij hun Messias.
“ We moeten ons plan uitvoeren, we moeten Hem helpen…”zegt Petrus tegen Simon.
“ Breng die simpele van geest, z’n tijd is gekomen…”beveelt Petrus.

Een man, die als twee druppels water op Jezus lijkt, verschijnt ten tonele.
“ Zijt ge nog altijd bereid om Jezus z’n plaats in te nemen?”vraagt Petrus.
“ Ja, ik ben bereid om voor m’n Heiland te sterven..als ik maar de garantie krijg dat ik in het Koninkrijk Gods zal komen…”
“ Ik zal het op papyrus zetten en vergeet niet dat ge de geschiedenis zult ingaan als redder van de mensheid. En dat, m’n beste vriend, kan niet iedereen zeggen hé?”
“ Dank u, duizendmaal dank u…”
“ Zalig de armen van geest want zij zullen het Rijk Gods als eerste betreden…”zegt Simon terwijl hij moeite moet doen om z’n lach in te houden.
Intussen voelt de duivel dat hij beet heeft.
“ Ga weg, gij vermaledijde, ga weg naar uw ondergrondse krochten, in de naam van de Vader beveel ik u om te verdwijnen…”zegt Jezus om de schijn nog even op te houden.
Satan verdwijnt, niet omdat Jezus het hem bevolen heeft, maar omdat hij dringend z’n behoefte moet gaan doen. Hij rept zich naar de bosjes en enkele ogenblikken later stinkt heel het park naar solfer en zwavel. Verdomme, denkt de duivel, dat ik net nu diarree moet krijgen. Da’s weer een smerige truuk van diene Heilige Vader.
“ En alles in orde?”vraagt Jezus aan z’n trouwe volgelingen.
Petrus en Simon knikken van ja.
“ Die gek denkt werkelijk dat hij de Messias is en wil in uw plaats sterven…”
“ Zoveel te beter, zoveel te beter, hij zal goed ontvangen worden door m’n Vader. Die ziet het verschil toch niet, gezien Hij zo bijziende is als een mol en wat zou het Hem kunnen schelen, de loop van de geschiedenis ligt toch al vast…”

De rest van het verhaal kent iedereen, de dubbelganger is een pijnlijke dood gestorven aan het kruis. Jezus vertrok naar het zuiden van Frankrijk, nadat hij drie dagen ondergedoken zat in een grot. Maria Magdalena speelde het spel mee, vertelde tegen de overgbleven apostelen dat zij Jezus gezien had. De grafkelder was inderdaad leeg toen ze de steen met vereende krachten wegrolden. Daar hadden Petrus en Simon voor gezorgd. Een mythe heeft z’n rechten hé? Jezus was uit de doden opgestaan. Jezus was werkelijk de Zoon van God.

Epiloog:

Jezus leefde al een tijdje in Frankrijk. Z’n moeder was ook overgekomen. Wat geweldig handig was voor de kinderen als ze een babysit nodig hadden. Als timmerman verdiende hij goed zijne kost, leverde zelfs aan de Romeinen, die maar al te graag hun villa’s uit lieten rusten met handgemaakte meubelen. Af en toe gaf hij nog een lezing over de bijbel, in de synagoge was hij een graaggeziene gastspreker. Hij deed nog altijd mirakels op bruiloften, maar meestal in ’t geniep. Een oude vos verliest z’n streken niet. Tot op een dag, een zwoele zomeravond ergens in juli, een oude man verscheen…
Jezus keek naar de man, wreef z’n ogen uit. Zag hij het goed? Was dat z’n Vader niet? Hij voelde de natte bui al hangen.
“ Awel hele nette, herken je me niet?”
“ Ja papa, ik herken je. Zet u neer en drink een beker wijn met mij…” zegt Jezus een beetje bedeesd.
“ Is het water of is het wijn?”vraagt z’n Vader op strenge toon.
“ ’t Is echte wijn, van de druiven uit m’n wijngaard…”
“ Manneke, als ik morgen koppijn heb, zal het uwen beste dag niet zijn…”
“ Waarom zijt Ge naar hier gekomen, als ik vragen mag…”vraagt Jezus.
“ Omdat ge uw deel van de weddenschap niet nagekomen bent. Of denk je dat ik seniel ben? Een dubbelganger sturen, ge moest beschaamd zijn…”
Daar heeft Jezus geen antwoord op.
“ Maar ik heb een jobke voor u, eentje die ge graag zult doen, ben ik zeker van…”
“ En wat mag dat jobke wel wezen? Ik heb al werk genoeg met m’n schrijnwerkerij. Betaalt het goed?”
“ Het betaalt geweldig goed en ge moet er niks voor kunnen…”zegt God de Vader op geslepen toon.
M’n Vader is nog de slechtste niet, denkt Jezus.
“ Wil je het doen voor uw teerbeminde Vader?”
“ Eerst zeggen wat die job inhoudt…”
“ Nee, eerst ja zeggen en dan het contract hé?”
“ ’t Is al goed, ik zal maar ja zeggen zeker?”
“ Ik wist dat ik op je kon rekenen…”
God de Vader klapt in Z’n handen en plots staat de tijd stil. De tijd draait nu vliegensvlug terug. God de Vader lacht zich een kriek en bijna een breuk.
In Bethlehem wordt er een Kindeken geboren, in een stal, tussen de os en de ezel. Maria ziet haar pasgeborene met liefdevolle ogen aan. Nog niet wetende dat Hij ooit aan een kruis zou sterven…z’n dubbelganger weet het ook nog niet…
De kleine baby zet z’n keel open en in z’n brabbeltaaltje zegt hij de wijze woorden die niemand begrijpt:
“ Jezus, Maria, Jozef, Hij heeft me weer goed liggen gehad…”
De os en de ezel knikken instemmend…

©GoNo

maandag 25 april 2011

Urbi et orbi…




Wat hang ik hier verdorie in godsnaam te hangen
’t uitzicht is wel ontzettend panoramisch schoon
de heuvels van Golgotha, in de avondgloed gevangen
voor die lieden aan m’n kruis is het heel gewoon

wat krijgen we nu, een witte duif aan m’n rechterkant
als dat geen teken van m’n goddelijke vader is
ik krijg een beetje kramp in m’n linker-en rechterhand
’t komt door die nagels, als ik me niet vergis

’t zijn dan nog verroeste nagels, andere hadden ze niet
maar die sakkerse Romeinen deden hun werk goed
ik vergeef het hen, ’t is voor hen dat ik een gebedje schiet
’t geeft me soelaas en ook een klein beetje moed

‘k wist niet dat sterven zo pijnlijk kon zijn op deze avonduren
die moordenaars naast mij zeggen ook al niet veel
aan een kruis genageld worden met twee voortreffelijke buren
beneden maken ze wat ruzie, wat een triestig toneel

ik kan hier schijnbaar niet eens in vrede en rustig sterven
m’n god, waar ben je, heb je me in de steek gelaten
gaan die Romeinen daar beneden de pret nog lang bederven
m’n Vader, uw goddelijke Zoon voelt zich verlaten

m’n lijdensweg duurt nu meer dan zes uren aan één stuk
er komt precies geen einde aan dit spektakel
miljaarde, wat hebben die groupies het toch weer druk
in de naam van God, stop toch dit gekakel

Vader, in uw handen beveel ik m’n hallucinerende geest
de zon schijnt pal in m’n ogen, ‘k zie verdomme geen steek
‘k heb er meer dan genoeg van, ’t is nu welletjes geweest
binnen drie dagen zal ik verrijzen, da’s in ’t midden van de week

ieder jaar zullen ze me vieren met Pasen, hou je maar vast
met een in soepkleed gestoken hitlerjugend-paus op kop
die dan ook nog eens z’n priesters hun zweetvoeten wast
urbi et orbi, en veel hallelujas, van de regen in de drop…

©GoNo

Het echte verhaal van het Laatste Avondmaal. 2

De gemoederen zijn een beetje bedaard. Jezus heeft z’n zegje gedaan, kijkt z’n vrienden één voor één met door-en indringende ogen aan. Hij roept Judas bij zich, neemt hem even apart.
“ Judas, vergeet niet wat ik je gezegd heb hé? Zie dat de timing een beetje klopt. Ik reken op jou, beste vriend…”
Judas kijkt z’n meester aan. Is die man echt de zoon van God of is die compleet krankjorum en tevens gaga? Hij opteert voor beiden, gezien de toestand waarin Palestina nu verkeert. Bezet door de Romeinen, een corrupte plaatselijke overheid en nog zo wat van die dingen waarover men later een boek zou schrijven, die voor sommige mensen heel gevoelig zou liggen. Want hun heer en meester mag niet bespot worden. Dat is alleen weggelegd voor hun geestelijke leiders, die mogen spotten met alles waarvoor Jezus stond. Jezus zei ooit:” Laat de kinderen tot mij komen…”
We hebben gezien tot wat dit geleid heeft…

“ Beste disgenoten en toekomstige verraders,
( eventjes een stilte inlassen, zodat het woordje ‘ verraders ‘ z’n effect niet kan missen ),

jullie zullen mij allemaal de rug toekeren, als men jullie zal vragen wie Jezus is, zullen jullie zeggen dat je die man nooit gekend hebt. Zelfs nog nooit van gehoord. Daarom zal ik een Verbond met jullie smeden. Een Heilig Verbond.”
Jezus neemt een stuk brood en breekt het in tweeën met de wijze woorden, waarvan niemand, behalve Maria Magdalena, de diepgang van deze woorden begrijpt…
“ Neem en eet dit brood, dit is mijn lichaam…er staat wat haar op, maar op mijn lichaam staat er ook haar hé?”
Hij geeft de twee stukken brood door, één stuk voor de linkerkant en één voor de rechterkant.
Nu neemt hij een beker en vult hem met wijn dat enige minuten geleden nog zuiver bronwater was. De ongelovige Thomas verstaat er de ballen van, hij doet het keer op keer, hoe doet hij het toch, vraagt hij zich af. Petrus kent de vingervlugheid van z’n meester, maar zwijgt als een graf. De mythe heeft z’n rechten, denkt hij. Het arme volk heeft een meester zoals Jezus nodig willen ze de loop van de geschiedenis wijzigen.
“ Neem en drink deze voortreffelijke wijn, want dit is m’n bloed dat voor u zal vergoten worden…”zegt hij met enige aandrang, want z’n disgenoten beginnen hun buik vol te hebben van al dat gezever. Ze wachten nu al lang genoeg op de schotel met heerlijke lamsboutjes, die gemarineerd zijn in olijfolie met kruidentuiltje.
Hij geeft de beker door aan Johannes. Die proeft een beetje, is niet zo zot van wijn. Voortreffelijk? Die wijn smaakt verdorie naar water. Hij besluit om wat water in z’n wijn te doen en zegt met overdreven geslijm dat het wijntje van een voortreffelijk jaar is. Mocht zelfs ietske langer gelegen hebben. Diezelfde wijn verkopen ze nu nog in de Aldi. Maar dat wist alleen Jezus op dat moment. Jezus kon, net als Nostradamus, in de toekomst kijken. Niet altijd handig als men z’n eigen dood kan zien, maar ’t helpt bij het stichten van een religie die de grondvesten van de beschaving zou doen beven en daveren.
“ Laat dit ons Verbond zijn en laat nu de lamsboutjes aanrukken, want ook een vleesgeworden God heeft al eens honger als een paard…”
Dit is het teken waar iedereen op gewacht heeft. Het afscheidsfeest kan beginnen. De meute buiten heeft op geen teken gewacht, de bbq draait op volle toeren. Het lijkt wel of half Jeruzalem hier aanwezig is.
De hogepriesters kijken het met lede ogen aan. Die Jezus begint deftig op hun zenuwen te werken. Wat denkt die kerel wel? Denkt die nu werkelijk dat hij boven de wet staat? De Messias? Godslastering, blasfemie, daar staat de doodstraf op. De Romeinen maken korte metten met oproerkraaiers. Meestal eindigen zulke lieden aan een kruis, met panorama op de omliggende keuterboeren. Judas doet wat Jezus aan hem gevraagd heeft. Hij rept zich naar Jozef Kajafas, de grote baas van de hogepriesters.
“ Wie ben jij?” vraagt Jozef Kajafas.
“ Ik ben Judas Iskariot, volgeling van Jezus de Messiah, voor dertig zilverlingen lever ik u Jezus uit…”
“ Wat moeten wij met uwen Jezus?”vraagt de hogepriester op geslepen toon.
“ Hem terdoodveroordelen, hem aan een kruis laten nagelen? ’t Is maar een suggestie hé?”zegt Judas welwetende dat hij daar een gevoelige snaar betokkelt.
“ Wij kunnen hem niet zomaar veroordelen, de Romeinen hebben ook nog iets in de pap te brokken…”is het antwoord van Jozef Kajafas.
“ En als ik zeg dat ik eigenhandig gehoord heb dat hij zich uitgeeft voor de Zoon van God? Is dat geen godslastering?”vraagt Judas op even geslepen toon.
“ Er valt iets over te zeggen, ’t zou een goeie reden kunnen zijn…”
“ Voilà, c’est ça, een betere reden kun je niet vinden en ge moet ook een beetje denken aan uw positie hé? Die zou wel eens in het gedrang kunnen komen als z’n Beweging ook nog een politeike vleugel krijgt. Ik weet uit goeie onvervalste bron dat er stemmen opgaan om in de politiek te stappen…”
Die is raak. Recht in de roos. Jezus z’n plannetje werkt zoals hij voorspelt heeft. Als hun positie in gevaar komt, spelen ze allemaal het spel mee.
“ ’t Is al goed, maar hoe herkennen we Jezus?”
“ Ik zal hem een kus geven, later zullen ze dat een verraderskus noemen, een Judaskus. Voor dertig zilverlingen en een vergunning voor een taxibedrijf kun je niet sukkelen hé?”zegt Judas, het ijzer smedende terwijl het nog warm is.
“ Roep de wachters, we gaan Jezus een bezoekje brengen dat hem nog lang zal heugen…”beveelt Jozef Kajafas.

Intussen is het feestje nog altijd aan de gang en bereidt Jezus z’n laatste speech voor…

Wordt vervolgd ( als ik niet in de ban wordt gedaan…)

©GoNo

zondag 24 april 2011

Het echte verhaal van het Laatste Avondmaal





Het is een drukte van jewelste aan de ingang van de kibboets. Maria, moeder Gods, staat als een volwaardige matrone, de gasten te verwelkomen. Ze zijn met twaalven, meer kunnen er niet binnen. De andere volgelingen- meelopers kunnen buiten genieten van een bbq met alles erop en eraan. Op hun borst plakt een papyrusblaadje met hun naam. Kwestie van te weten wie de trouwe volgelingen zijn van Jezus. Laten we ze voor ons gemak maar de twaalf apostelen heten. Petrus, de rots op wie men later de Kerk zou bouwen en die ook de eerste paus zou worden. Diezelfde persoon zou Jezus driemaal verraden, als de haan driemaal gekraaid zou hebben. Ze hebben eerst nog een haan moeten vinden die tot drie kon tellen. In het Aramees hé. Johannes, intieme vriend van de Messias, met z’n vrouwelijke trekjes, is ook aanwezig. Paulus, de voorloper van Paulus de boskabouter, ex- bevelhebber van een Romeins legioen, maar nu bekeerd tot volgeling van Jezus, heeft zoals gewoonlijk een ferm stuk in z’n kraag. Met een leermeester die constant water verandert in wijn, lijkt me dat niet zo moeilijk. Judas, de man die het kussen op de wang uitvondt, houdt zich een beetje afzijdig. Zit waarschijnlijk nu al te denken aan de dertig zilverlingen ( in die tijd een fortuin), die z’n verraad zullen opbrengen. Hij wil graag een taxibedrijfje oprichten, die zich uitsluitend richt op de begoede burgerij. Wat hem ook gelukt is. Die zogenaamde zelfmoord dienen we in het licht van recent wetenschappelijk onderzoek dus met een kilootje zout te nemen. Bewijs zou gevonden zijn in een graftombe, ergens in Jeruzalem. Op een papyrusrol staat de oprichting van Judas Taxi uitvoerig beschreven. Geloof het of niet, maar de oprichters dragen toevallig dezelfde naam als de twaalf apostelen. Dit ruikt naar een samenzwering op hoog niveau…
Ze zaten met twaalven achter de tafel. Jezus in het midden, met aan weerszijden elk zes apostelen. Als leermeester en Messias is dit de plaats waar hij recht op heeft. Van enige bescheidenheid gesproken, zou ik zo zeggen. Als het ware in ’t middelpunt zitten, is dat geen teken van hoogmoed? Maria Magdalena of is het Johannes, daar zijn de geleerden nog altijd niet uit, zit aan z’n rechterkant. Sommigen beweren dat Jezus een relatie heeft met Maria Magdalena. Maar buiten wat kussen op de mond en een tong draaien, zijn er weinig bewijzen te vinden over het seksleven van Jezus. Als er al sprake was van enige seks tussen die twee, zal het wel goddelijk geweest zijn. ’t Kan bijna niet anders of ze moet in de zevende hemel geweest zijn. Op haar hoogtepunt hoorde ze waarschijnlijk de klokken van Rome. Jezus goddelijke klepel zal er wel voor iets tussen gezeten hebben, vermoed ik. Maar ’t zijn maar vermoedens, niet meer en niet minder.
“ Beste vrienden apostelen, welkom op wat de geschiedenis zal ingaan als het Laatste Avondmaal. Ik ga geen namen noemen, maar iemand zal mij tot driemaal verloochenen. Als we een haan kunnen vinden die tot drie kan tellen, anders zal het voor een andere keer zijn…”zegt Jezus met vastberaden stem, die geen tegenspraak dulde.
Er is rumoer aan de tafel. Iedereen bekijkt iedereen. Het wantrouwen staat op hun gezichten te lezen. Wie zou de Messias verloochenen?
“ Stilte, ik ben nog niet uitgesproken. Iemand van jullie zal mij aan de Romeinen verraden. Voor dertig zilverlingen, indexaanpassing inbegrepen en vrij van belastingen…”
Nog meer rumoer, Judas zit op de hoek van de tafel en voelt zich geviseerd. Judas, samen met Thomas, zijn de enigen die Jezus heilige boodschap wel eens in twijfel durven trekken. Thomas is van nature uit ongelovig. Wil voor alles een tastbaar bewijs. Judas vindt geld het enige tastbare en om een taxibedrijfje op te richten heb je geld nodig. Een lening bij de Farizeeërs kan hij niet krijgen wegens nog openstaande schulden. Niets nieuw onder zon.
“ Stilte, stilte, zeg ik u…voorwaar ik zeg U, ik ben een beetje teleurgesteld. Teleurgesteld omdat jullie schijnbaar m’n boodschap niet begrepen hebben. Jaren hebben jullie mij gevolgd, jaren hebben jullie lief en leed met mij gedeeld. We hebben goede en slechte tijden gekend. Maar onze Beweging is uitgegroeid tot een massabeweging., die gebaseerd is op solidariteit, menslievendheid en kindvriendelijkheid. Voorwaar ik zeg u, er is een tijd van komen en gaan, nu is mijn tijd gekomen om te gaan. Vandaar dat ik dit Laatste Avondmaal opdraag aan zij die mij trouw tot in de dood zullen volgen…”
De apostelen spitsen de oren. Spreekt de Heiland over volgen tot in de dood? Petrus ziet dat niet onmiddellijk zitten. Hij heeft nog een heel leven voor zich. Is getrouwd en heeft schatjes van kleinkinderen. Om nu al een weduwe achter te laten, daar is het nog te vroeg voor. En wie zou er zijn visverwerkingsbedrijf runnen? Johannes? Die zegt dat vis stinkt. Paulus? Die zou graag terug het bevel voeren over een legioen, ergens in het zonnige zuiden van Galicia. Judas? Die denkt alleen maar aan geld. Maria Magdalena? Die zou het kunnen, maar de Joodse autoriteiten verlangen een attest van bedrijfsbeheer. Hij bedenkt zich dat hij beter een kippenfokkerij begonnen was. Kon hij alsnog de driemaal kraaiende haan leveren…

Wordt vervolgd

©GoNo

Veertigdagenreis (1) door ivo

veertigdagenreis


Vorige week was ik op facebook wat aan het chillen toen ik toevallig botste op een foto van een baby die in een ziekenhuisbed lag. Je kan je zo'n foto wel voorstellen. infusen, kabels en allerlei biepende toestellen en een laken dat niet meer op zijn plaats zit, waardoor de plastieke matras ook zichtbaar is.
Ik kon doen of mijn neus bloedde of ik kon ook een berichtje sturen en vragen wat er aan de hand was. Want de foto stond tussen de velen, zonder uitleg, gewoon een kiekje zoals je dat ook van een wandeling aan het strand of in een of ander pretpark kan tegenkomen.
Met de vraag wat er scheelde, kwam ik terecht in een heel verhaal. Eigenlijk een tragedie.

De baby heeft leukemie en heeft net een ruggenmergtransplantatie achter de rug. De alleenstaande mama was donor. Geen ouders, haast geen vrienden en dan dit ... pfff.
De berichtjes die ze me stuurde waren meestal twee zinnen lang, dus geen letterwaterval met allerlei kleuren van emoties en geen vraag naar wat dan ook, enkel een koel antwoord op wat ik vroeg.
Zo vertelde ze me dat ze spullen uit haar huis aan het verkopen is om de rekeningen te kunnen betalen (nadat ik haar vroeg hoe ze het allemaal financieel rondmaakte).

Het heeft me enkele nachten wakker gehouden. Zulke mensen halen het nieuws niet. Deze misserie komt niet op tv en wordt niet over geschreven. Anderzijds kan ik me voorstellen als dit gezinnetje media aandacht krijgt, heel het hebben en houden gewoon op straat wordt gegooid. Privacy en rust is dan ook wel voorbij.
Waarom moet een hulpaktie ook het gezicht dragen van het zielige kindje in het ziekenhuisbedje?

Alsof de mens enkel maar wil helpen als er ook een effectief gezicht gekleefd staat.

Het moet je maar overkomen, je zit al dik in de shit en daar wordt heel je verhaal in het lang en het breed in de pers uitgesmeerd, waardoor je de verwerking van wat is, nog moeilijker is. Je ziet je kindje voor je ogen sterven (ligt nu met hoge koorts in het ziekenhuis) en je kan niet eens meer met je eigen zelven het verdriet verwerken, want de helpende handen willen zonodig iets doen ...

Daarom ben ik een Facebookactie begonnen. Een veertigdagenreis gedichtenbundel. Ik nodig al mijn facebook adepten uit om mee te stappen met dit gezinnetje.

Veertig dagen lang elke dag een gedicht lezen ('s morgens of 's avonds wat maakt het uit) om toch even stil te kunnen staan met het leed dat dit gezinnetje treft. Ik vertel er niet bij over wie het gaat. Ik beloof enkel dat elke deelnemer van deze veertigdagen reis, achteraf als de actie is afgesloten een mooi overzichtje krijgt van wat die inspanning die ze mee leverde ook financieel heeft opgebracht.
Een dame (ook facebook adept) heeft een vzw en wil heel de administratie op poten zetten - nakijken van betalingen en verzenden van de bundels per post.

Ik ben naar een uitgever gaan zoeken, maar al snel bleek dat de opbrengst dan wel heel minimiem zou zijn. Slechts 15% royalties vind ik veel te weinig om dit gezinnetje wat financiële hulp te geven. Voor elke 1.000 euro verkocht zou er slechts 150 euro naar het gezinnetje gaan, dat was voor mij veel te weinig.
Dus dan maar in eigenbeheer een bundel uitgeven.

Een kunstenares die met bijenwas schilderijen maakt, heeft foto's van haar werk terbeschikking gesteld zodat de bundel niet enkel lettertjes maar ook mooie foto's bevat.
De bundel is 80 bladzijden dik in een mooie 100gr glossy uitgave.

Zodoende is de actie dan ook begonnen, gisteren waren er al 20 inschrijvingen, niet slecht.
De mensen willen graag meestappen in een veertigdagenreis, van aswoensdag tot pasen ... en het is vandaag pasen. Al een geluk dat bij het virtueel instappen in zo'n reis het elke dag aswoensdag en pasen kan zijn, waardoor het niet uitmaakt wanneer men mee instapt en men de veertigdagenreis aanvangt.

Ik had aan Writershistorie ook gevraagd naar de voorwaarden, maar ik vermoed dat Jan niet thuis is en het moest allemaal heel snel gaan, want het geld is er nu nodig, niet binnen enkele maanden.

De verkoopprijs van de bundel is op 18,5 euro gezet (excl. verzendkosten). Met de wetenschap dat 40% van de verkoopprijs naar het gezinnetje gaat, wil dit wel wat zeggen. In plaats van 150 euro per 1.000 euro omzet, er nu 400 euro naar het gezinnetje gaat (na aftrek van btw, drukker en een minimale administratieve kost).

De bundel zal een isbn nummer dragen en ik zal wel zien of het zal lopen.
Ik wou al lang een bundel maken, liefst met andere auteurs erbij, ooit had ik effectieve plannen, maar de drukte heeft me toen verhinderd dit te doen. Nu zag ik geen enkele reden om het uit te stellen, in tegendeel, de gedichten zijn deels een keuze uit mijn elke dag gemaakte gedichten, maar er zijn er zeker een tiental nieuwe bij.

Er is zelfs een heuse intekenactie gestart. Hiermee geven wij de facebookers de kans om op voorhand (nog voor het boek is gedrukt) in te tekenen. Hierdoor weet ik hoe groot ik de oplage moet maken. Want er is een verschil tussen een oplage van 100 of 200 bundels. De intekenactie maakt dat in Vlaanderen er een gratise thuisbezorging is van het boek (dus geen portokosten) voor Nederland een korting van 10% op het boek.
Vermits deze bundel ook voor het financiële gaat van het gezinnetje, kon er niet veel van de opbrengst afgepitst worden, omdat anders het doel wat verloren ging in de marketing.

Een boeiend spel tussen economie en altruïsme .. de opbrengst volledig afstaan aan iemand die je niet kent ... en ik ook niet wil leren kennen. Het anonieme heeft ook iets, dan hoeft degene die geholpen is, zich niet eeuwig dankbaar te voelen .. een gevoel dat ik niet wil overdragen door zo'n actie te starten.

Wie voor dit gezinnetje ook een mooie pasen wil geven, ook al zijn het dan vijgen na pasen, wat maakt het uit die moet maar eens op faceboek kijken naar veertigdagenreis .. een account die alles vertelt wat er tot op heden te vertellen is.
Het is administratief nog niet helemaal rond, maar de tijd is er niet om nog lang te wachten, dus ben ik maar alvast begonnen.

Bedankt alvast voor het lezen van deze informatie ...

ivo

zaterdag 23 april 2011

Een zonnige dag in Huize Krankenstein…

“ Zet toch die ouwe gek met rolstoel en al buiten…”zegt de verpleegster met opkomende snor tegen haar collega.
“ Hij wil niet, ’t is te warm, hij kan niet tegen die hitte…”antwoordt haar collega, niet goedwetende hoe ze hem kan overhalen om buiten te genieten van de zon.
“ Hij heeft niets te willen, laten we wel wezen, je moet tonen dat je de baas bent anders lopen ze zo over je heen…”
“ Ja maar, ik heb het hem al tien keer gevraagd en het enige antwoord was een klodder speeksel in m’n gezicht…”
“ Is ’t weer zover, dat doet die vetzak nu altijd als hij z’n goesting niet krijgt…”
“ Leuk is wat anders, als hij niet in m’n billen knijpt, dan spuugt hij naar mij…”
“ Kom maar mee, ‘k zal je laten zien hoe je zoiets moet aanpakken…”

Samen gaan ze naar de bejaarde man, die vastgesjord zit in z’n rolstoel. Hij kijkt hen aan met spleetoogjes, een grijns op z’n gezicht. Daar heb je ze weer, zie je hem denken. De pret kan beginnen. Het feest ook.
“ Volg mij…”zegt de halfbesnorde verpleegster.
In een boog gaat ze rond de bejaarde, zodat ze achter de rolstoel komt. De oude vent stribbelt pro forma tegen. Weet ook wel dat die verpleegster niet voor één gat te vangen is. ’t Is kwestie van afwachten en dan toe te slaan.
“ Gezien? Nu jij…”
De jonge verpleegster duwt de rolstoel naar buiten tot op het terras. De parasol wordt opengezet, de bejaarde aan het tafeltje geschoven.
“ Wat moet ik je brengen om te drinken?” vraagt de jonge verpleegster op korte afgemeten toon.
“ Een brobllwtr, aub…” zegt de ouwe vent onverstaanbaar.
“ Een watte?”
“ Een brobllwtr met veel brobberls…”
“ Ik begrijp er niets van, spreek eens wat duidelijker, maar doe eerst dat stukske sigaar uit uwen bebbel…”
“ Brobllwtr met veel brobberls, hoort gij niet goed of wat?”
Hij doet het overschotje van z’n dagelijkse sigaartje uit z’n mond. De verpleegster komt wat dichter in de hoop hem nu goed te kunnen verstaan.
Met haar oor bijna tegen z’n mond, vraagt ze nogmaals wat hij wil om te drinken.
Ze trappen er toch iedere keer weer in, denkt de geniepigaard, terwijl hij met z’n ene hand in haar borst knijpt en z’n kwijl in haar nek deponeert.
“ Melk met bubbels, melk met bubbels…ik wil melk met bubbels…” giert de man het uit.

De hand van de jonge verpleegster schiet uit, recht op de kaak van de oude man. Het geeft hem op slag een rood kleurtje.
“ Help, ik word aangevallen, ik word verkracht…”roept de ouwe vent.
“ Da’s nog maar een voorsmaakje, zie je die bezem daar staan? Die ram ik straks in je achterste, ge zult ervan genieten, neem dat van me aan…”zegt ze met overslaande stem.
“ Doe maar, geil wijveke, doe maar, daar wacht ik al zo lang op…”
Eventjes wil de jonge verpleegster de daad bij het woord voegen, maar de andere bejaarden kijken haar met kwade ogen aan.
“ Goed gedaan, goed gedaan…”zegt de opkomende snor-vrouw.” Zo moet ge ouwe viezerikken aanpakken…”
“ ‘k Heb in m’n broek geplast en ook gescheten…en ik heb gene pamper aan. Lekker stinken…”grinnikt de ouwe man.
“ Verdomme, zeg dat het niet waar is hé?
“ ’t Is wel waar, ’t is wel waar…”
De oudere verpleegster is nergens meer te bespeuren, de stank wel…

©GoNo

vrijdag 22 april 2011

BBQ in Zoersel

Bedankt Isabelle, Werner en kleinkinderen voor de heerlijke dag die je me geschonken hebt. De BBQ was op en top !

Daddy

donderdag 21 april 2011

Weer een jaartje bij…



Zesenvijftig jaar geleden, op 21 april 1955 dus, werd er op de planeet Aarde een pracht van een boeleke geboren. Een kindeke dat verwekt was tijdens het opperste genot van de zoveelste geslachtsgemeenschap tussen twee ontaarden. Hij lijkt een beetje op ’t Kindeke Jezus, zei de moeder. Hij lijkt meer op ’t achtereind van een varken, zei de vader. Hoe gaan we het heten? Heet hem Zwijntje, hij trekt er wat op, zei de vader geringschattend. Zijt ge daar weer, vraagt de moeder. Zwijg vrouw of ik ram m’n vuist in uw muil, sprak de vader op liefdevolle toon. Trek uwen plan, als het maar een Franse naam is…
Zodoende werd de kleine jongen met de naam Noël bedacht. Het was nu al voorzien dat de meeste mensen de puntjes op de ‘e’ zouden vergeten en z’n naam uit zouden spreken als NOEL. Computers kunnen bij wijze van spreken alles, maar ze kunnen geen twee puntjes op een letter in een mail weergeven. Of hebben ze dat intussen ook al opgelost? Raar maar waar…
’t Was een schoon kindeke, dat opgroeide voor galg en rad. Z’n liefhebbende vader sloeg hem bijna alle dagen verrot, maar dat was om hem te laten zien hoeveel hij van hem hield. Z’n moeder zag hem even graag, gezien ze bij iedere mishandeling lustig de andere kant opkeek. Wellustig, veronderstel ik. ’t Was een prachtkind en ’t waren prachtouders. De goeie oude tijd, toen alles nog kon en mocht. Toen de vader nog heer en meester was in huis en met z’n poten van z’n kinderen niet kon afblijven. Ge biecht uw zonden, krijgt de absolutie en ge kunt rustig verdergaan met het bepotelen van uw nageslacht.
Wat hebben die zesenvijftig jaren mij geleerd? Goeie vraag, weinig en toch heel veel…
Weinig omdat al wat ik geleerd heb op school ouderwets en voorbijgestreefd is. Buiten lezen en schrijven heeft m’n algemene kennis me weinig opgebracht. En nu in het internettijdperk lijken me leraars totaal overbodig, gewoon de lagere school laten doen tot ze kunnen lezen en schrijven. Daarna thuisleren met pc. Van bezuiniging gesproken. Niet meer leren wat de hoofdstad is van België. ’t Is toch Antwerpen en de rest is parking. Bij uitbreiding is zelfs de rest van Europa één grote parking. We gaan er op vooruit, als ik ze zo hier bezig hoor. Niet voor niets is ons Weverke in Deurne gaan wonen.
Bon, ik verjaar vandaag omdat ik op deze datum geboren ben. Verleden jaar was dat ook al het geval en de jaren voordien ook. Wat moet je daarvoor doen? Nikske. De eerste vereiste om je verjaardag te kunnen vieren is dat je geboren bent, niet meer en niet minder. De tweede vereiste is dat je lang genoeg blijft leven om ieder jaar je geboortedag te kunnen vieren. De derde vereiste is dat je je nog kunt herinneren dat je ooit geboren bent...
Straks ga ik bbq’en, de zon schijnt vollen bak op deze heug’lijke dag. M’n teerbeminde ouders draaien zich om in hun urne, want zoonlief mag gaan feesten. En als ik m’n Kriek ten hemel zal heffen, zal ik in gedachten een welgemeende “ klootzakken “ zeggen. Zodat ze op z’n minst weten dat ik hier nog altijd in dit tranendal vertoef. Amen.

©GoNo

dinsdag 19 april 2011

Ik weet het antwoord ook niet…

Ik vraag me soms af, hoe het toch komt dat schijnbaar gezonde mensen van de ene dag op de andere er het bijltje bij neerleggen. Mensen die aan sport doen omdat het zo gezond is, mensen van mijn leeftijd die NIET roken, NIET drinken en op hun lijn letten. Geen maaltijden overgoten met een dikke vette saus. Die alle dieetboeken die er zijn van buiten kennen. Ik hoorde zojuist het verhaal van een man die op achtenvijftig jaar het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft. Hij was nog maar enkele maanden op brugpensioen. Vanaf januari om juist te zijn. Vier maanden nadien is hij gestorven. Nee, geen ongeluk met z’n splinternieuwe fiets, gewoon tijdens z’n slaap.
Z’n vrouw heeft niets gemerkt, liet hem uitslapen, stond zoals gewoonlijk op om de hond buiten te laten. De hond jankte, bleef beneden aan de trap liggen en wou van geen wijken weten. Zelfs de kat was niet in haren gewone doen. ’t Is een jong, speels dier dat alleen maar leeft om de hond z’n leven zuur te maken. De hond was er eerst en het huis is zijn domein. Trekt de kat zich niets van aan…
De vrouw stapte dan maar over de hond heen. Vond haar man dood, met de ogen wijdopen. Kreeg bijna een hartinfarct. Je zou voor minder. Ze is naar beneden gelopen, recht naar de buren. Buren zijn meegekomen, buurman wilde alleen naar boven gaan. De hond, die hem toch goed kent, grolde en toonde z’n tanden. Geen doorkomen aan. Na lang aandringen van de vrouw des huizes kan men de hond in de tuin zetten. Intussen heeft de buurvrouw de huisdokter gebeld. De dokter, die maar enkele uren per week werkt, is er vlug. Gaat naar boven, alleen. Na enkele minuten komt hij terug. De uitslag weten ze al, hier moeten geen woorden aan vuil gemaakt worden. Het enige dat de dokter zegt is:” Innige deelneming…”
De vrouw zit wezenloos voor zich uit te staren. Begrijpt niet goed wat haar overkomen is. ’t Is stil in huis. De hond ligt met triestige ogen voor de achterdeur. Kijkt af en toe naar boven, alsof hij z’n baasje verwacht. De kat is spoorloos verdwenen of stiekem naar boven geslopen. Wie zal het zeggen hé?
Familieleden lopen af en aan. Proberen een troostend woordje te zeggen. Maar het dringt niet tot de vrouw door.

De begrafenisondernemer is langs gekomen. Ze hebben de man afgelegd, zoals ze dat noemen. Hij ligt erbij alsof hij nog slaapt. Er branden twee kandelaars die hem de weg moeten tonen naar het hiernamaals. Na twee dagen zijn ze hem weg komen halen, de kist staat opgesteld in het mortuarium. De begravenis was mooi en plechtig. Zegden de famlie en de vele buren. Hij is gecremeerd en z’n as is uitgestrooid op de weide. De wind heeft hem verpreid, vermengd met de as van andere overledenen. Da’s alles wat er rest van een gezonde persoon op brugpensioen.

De vrouw ligt in een wit ziekenhuisbed in het Jan Palfijnziekenhuis. Heeft een overdosis slaappillen genomen. Vecht voor haar leven, zeggen de dokters. Maar wie zegt dat ze nog wel wil leven? Misschien wil ze wel bij haar man zijn? Misschien heeft haar leven zonder haar man geen enkele zin meer? Uit het leven stappen, je eigen leven notabene, doe je zomaar niet. Da’s tegen de regels van ’t spel. Wij zullen wel beslissen waar en wanneer je tijd gekomen is. En daarbij, ze is nog te jong om nu al dood te gaan. Vijfenvijftig jaar, ze heeft nog een heel leven voor de boeg. Zeggen haar kinderen. Ze moet ook aan haar kleinkinderen denken.

Volgens de hooggeleerde dokters zal ze er doorkomen. Het grootste gevaar is geweken. De vraag die ze zich stellen is of ze alleen kan gelaten worden. Misschien is het beter haar te behandelen in de psychiatrie. Tot ze genezen is. Wat enige tijd kan duren, zeggen ze erbij. Met de nodige medicatie moet dat lukken. Maar er is geen garantie dat ze het niet opnieuw zal proberen.

Wat is uw gedacht hierover, vraagt men mij. Moet ik eerlijk antwoorden? Ja, liefst wel. Ik kan niet onder de schedelpan kijken van die vrouw, misschien zal ze achteraf spijt hebben dat ze die zelfmoordpoging ondernomen heeft. Misschien zal ze jullie verwijten dat je haar niet liet sterven. Misschien, vele misschiens waarop de vrouw alleen maar het antwoord weet…

©GoNo

maandag 18 april 2011

KOTSMISSELIJK



17/04 Het Canadese gerecht beschuldigt pater Eric Dejaeger van vijf nieuwe feiten van seksueel misbruik. Dat meldt een journalist van de Canadese televisie APTN.
Sinds 19 januari, toen België de pater uitleverde aan Canada, is het aantal dossiers tegen Dejaeger toegenomen. Dejaeger wordt nu beschuldigd van 28 seksuele misdrijven tegen vrouwen en inuit-kinderen tussen 1978 en 1982.

Ook wordt hij vervolgd voor zoöfilie - Dejaeger zou seksuele betrekkingen gehad hebben met een hond.

Dejaeger trok in de jaren 70 naar Canada en kreeg er de Canadese nationaliteit. De priester verliet Canada midden jaren 90 om zich te verschuilen in België, in Blanden bij Leuven. Zo wou hij een proces wegens seksueel misbruik ontlopen.

Interpol seinde Dejaeger voor het eerst in 2001, maar pas enkele maanden geleden kwam er plots schot in de zaak, toen bleek dat Dejaeger de Canadese nationaliteit had verworven. Dejaeger verbleef daardoor illegaal in België en moest het land uit.

Copyright HLN

Deze man behoorde tot m'n vriendenkring. Ik vraag vergiffenis in zijn plaats, want hij zal het niet doen. En voor degenen die hem blijven verdedigen, heb ik maar één woord: " medeplichtig aan het goed praten van deze misdaden..en beetje zoals Vangheluwe..."

GoNo

Voorwaar ik zeg u…

Laten we wel wezen, ik begin er mijn buik van vol te krijgen.
De oorlog in Libië, de natuurramp in Japan, de schandalen in de kerk, de uit de pan swingende prijzen voor water, gas & elektriciteit, om nog maar te zwijgen over de dagelijkse moeite die men moet doen om het hoofd enigszins boven water te houden. Om moedeloos van te worden. Ze sturen sondes de ruimte in om andere planeten te verkennen, terwijl ze hun eigen planeet naar de verdoemenis aan ’t helpen zijn.
De banken zijn failliet, moeten gered worden met overheidsgeld. Ons belastinggeld. Een jaar na datum geven diezelfde banken premies en bonussen alsof er niets gebeurd is. Graaicultuur van de bovenste plank. Ik noem dat een misdaad tegen de eigen bevolking. Wij moeten zien rond te komen, bezuinigen op alles en nog wat, zodat die mooie heertjes miljoenen kunnen binnenrijven. Miljoenen die ze al lang niet meer kunnen opkrijgen. Een appeltje voor de dorst? Wablief? Ze lachen ons vierkant uit. En wij slikken dat, laten het over ons heen gaan als een tsunami waar tegen niets te doen is. Miljoenen worden weggegeven aan het buitenland, terwijl dertig procent van de eigen bevolking in armoede leeft. Ze hebben meer oog voor de staat van de openbare wegen, dan dat ze inzitten met de staat van een modaal gezin. In plaats van altijd maar opnieuw belastingen uit te vinden, zouden ze er beter aan doen om eens in hun eigen rangen te bezuinigen. Een landje met elf miljoen inwoners heeft geen vier regeringen nodig. Daar hebben wij niet om gevraagd hé? Al die peperdure reisjes om die zogenaamde relaties te onderhouden dienen tot niets. Ze dienen alleen maar om hun eigen imago te strelen. Wat betekent een landje zoals België op de wereldkaart? Vijf keer niets. Je ziet het nog niet eens liggen…
Tijdens de opvoering van de “ Stomme van Portici “ brak een volksopstand uit bij de jawel, Franstalige burgerij. De onafhankelijkheid werd uitgeroepen en de Zuidelijke provincies scheurden zich af van Nederland. Sedertdien is het nooit meer goed gekomen. Dat was op 4 oktober 1830. Bijna tweehonderd jaar later hebben we nog altijd niet geleerd hoe we moeten omgaan met deze omwenteling. Misschien moeten we terug een revolutie ontketenen. Deze keer gedragen door de Vlamingen. En waarom zouden we ons niet laten aanhechten bij Nederland? Zijn we op slag met 25 miljoen die dezelfde taal spreken. Min of meer toch hé? Als ze een referendum moesten uitschrijven, zouden ze aardig verschieten hoeveel mensen dezelfde gedachte hebben. Vlamingen zijn van nature uit harde werkers, da’s wetenschappelijk bewezen. Maar ze willen ook iets over houden op ’t einde van de maand. Ze willen weten voor wie of wat ze werken. Niet voor een stelletje onbenullen die alleen maar hun eigen buitenlandse rekeningen in ’t oog houden. Op de kap leven van de gemeenschap zonder een tegenprestatie te moeten doen. Palaveren in één of ander halfrond kan iedereen. Nietszeggende woorden in het rond strooien, ’t is geen kunst. Begrijpbare taal spreken is een ander paar mouwen. Miljoenen spenderen om een oorlog te gaan voeren die de onze niet is. Hoeveel mensen zouden er niet mee kunnen geholpen worden? Hoeveel kleine pensioentjes zouden er niet kunnen opgetrokken worden naar een deftig inkomen, die de mensen in staat zouden stellen een menswaardig bestaan te leiden? Niet alle werklozen zijn profiteurs. De meesten hebben er zelf niet voor gekozen. De meesten willen maar één ding en da’s werken. Zij die werk hebben, kijken neer op degenen die het ongeluk gehad hebben om zonder werk te vallen. Tot het hun beurt is om te leven van een werkloosheidsvergoeding. Dan hoor je ze niet meer. Dan kennen ze opeens het woordje ‘ solidariteit ‘ terug. Want hun huis, tweede of derde wagen moet nog verder afbetaald worden. En de kinderen moeten verder kunnen studeren aan de universiteit. Ik ken kinderen die nooit de kans gekregen hebben universitaire studies te doen. Wegens geboren in armoede. Iedereen krijgt voldoende kansen, zegt men. Bulshit. Als men in de armoede zit, geraakt men er bijna niet meer uit. ’t Is verdomme een vicieuze cirkel. Een cirkel die instandgehouden wordt door bepaalde partijen. Denkt ge nu werkelijk dat die politiekers blij zijn dat iedereen kan schrijven en lezen? Ze hebben al veel spijt dat het zover gekomen is. Houdt de massa dom en onwetend, da’s hun parool. Hoe minder de massa weet, hoe beter het hen uitkomt. Maar het wordt moeilijker met de dag. De massa begint er genoeg van te krijgen, wil niet langer uitgemolken worden. Tot op een dag de jeugd hier ook in opstand zal komen. Maar ’t zal hen worst wezen, dan zitten ze al lang op een zonovergoten eiland te genieten van het ons ontstolen belastinggeld…

©GoNo

zaterdag 16 april 2011

Bruisende poetsenergie…

Ik zit me af te vragen wie er ooit op het idee gekomen is om vrijdag uit te roepen tot poetsdag. Dat men geen vlees mag eten op een vrijdag, daar kan ik nog inkomen. Hoewel, de meesten onder ons zullen zich al lang niet meer houden aan deze voorbijgestreefde maatregel van een even voorbijgestreefd instituut dat zich Kerk noemt.
Maar poetsen op een vrijdag, hoe komen ze er op? Ergens moet er toch iemand gezegd hebben, vrijdag visdag, vrijdag poetsdag? Het lijkt wel een collectieve dwangmaatregel. Een regel waarop vroeger de doodstraf stond. Het eigenaardige is dat ik hier ook aan meedoe. Dagelijks neem ik de stofzuiger ter hand, dagelijks doe ik het stof af. Geen beginnen aan. Een uurtje later ligt het stof mij al terug uit te dagen. Wie heeft feitelijk dat stof uitgevonden? De enige troost dat ik heb, is dat ik later deel zal uitmaken van de stofgemeenschap. Weet ge hoe stof aan seks doet? Nee, ik ook niet. Maar ik veronderstel dat het wel kort van stof zal wezen. Ik begin er nu al aan te denken wie ik zal verblijden met een dikke laag stof. Ik heb al een paar namen in gedachten…
De zon schijnt en ik voel de energie door m’n goddelijk rimpellijf bruisen. Emmertje water met Ajax klaargezet. Ajax met lavendelgeur. Zodat m’n kot ruikt naar de lavendel en ik me, voor eventjes toch, in Frankrijk waan. Als ik dan straks op m’n balkonnetje zit, met een heerlijk kopje koffie, zal ik wegdromen denkende aan vroeger, toen ik als jonge gast Frankrijk doorkruiste. Met m’n baas, God hebbe z’n ziel, Armando. In een Fiat Sport 124, decapotable. Daar pas begreep wat het betekende te leven als God in Frankrijk. We volgden de uitgestippelde route op een kaart van Michelin. Maar Armando leed aan hetzelfde syndroom als ik. Het “ Verlorenrijdensyndroom…” maar we spraken beiden vloeiend Frans, zeker na het drinken van vloeiende Franse wijn. De ene fles al wat beter dan de andere. Armando hield niet van Franse wijnen. Z’n voorliefde ging naar Italiaanse wijnen. Ergens in een ver verleden waren z’n voorouders nog wijnboeren geweest. In de tijd van Julius Caesar. Dezelfde die nog gevochten heeft tegen de Oude Belgen. Toen hadden onze voorouders nog haar op hun tanden. Er bestond nog geen tandpasta, denk ik. Alhoewel ik me altijd afvraag hoe ze er in slaagden om zo’n schitterend gebit te behouden. Kijk maar naar een film over de Romeinen of een ander volkske. Het doet pijn aan je ogen als je die hun gebit ziet…
M’n emmertje staat klaar. Zou ik de ruiten ook niet oppoetsen? Want er hangt weer een gratis logo van één of andere schijduif tegen m’n raam geplakt. Al goed dat ik draairamen heb. Baja, waarom niet, de dag is nog lang en er wacht nergens iemand op mij. Nog een emmertje bijhalen. Probleempje, ik heb maar ene emmer. Een teil zal de oplossing brengen. Bloempotten aan de kant, recht de douche in. Sproeier erop en ze blinken van contentement, ook een beetje van plezier en genot. ’t Is lente voor iedereen hé? De postbode, ook wel facteur genoemd in de volksmond, doet me teken dat hij een aangetekende brief voor me heeft. Ik haat aangetekende brieven, ze voorspellen meestal niets goed. En meestal is het om te betalen. En ik haat betalen, wie niet hé?
Ik roep naar hem dat ik niet naar beneden kan komen, dat ik m’n houten been niet vind. Ik zie de verbazing op z’n gezicht. Een houten been? Nog nooit van gehoord. Wat moet ik doen? Vraagt hij. Naar boven komen, misschien? Ijdele hoop, postbodes die ook facteur zijn, komen niet naar boven. Behalve bij de uitbetaling van pensioenen. Krijgen ze nog een fooi op de koop toe hé…
Steek het maar in de bus, ik zal het wel komen halen op het postkantoor. De halve Vietnamees, in de tijd geadopteerd door een Vlaamse familie, doet wat hij normaal ook zou gedaan hebben. Ik vraag me af hoe een postbode in Vietnam de brieven besteld. Rijdt die dan met z’n fietske door de rijstvelden? Een praatje makende met de rijstboeren over het weer? Zo van: “ Het water is weer geweldig nat vandaag…”
Of: “ Het water staat tot aan m’n kin, wilt ge aub eens tekenen?”
Er wordt op de deur geklopt, ik schrik. Door het schrikken, m’n geweten zal niet zo zuiver zijn, duw ik per ongeluk ( expres doe je zoiets niet ) de teil met water van de vensterbank. Klingelklangel, stroom, stroom, proficiat, ik heb een kleine tsunami gecreëerd. De helft van m’n kot onder water, de andere helft kan ik gebruiken als vluchteilandje. Moet ik nu huilen of lachen. Ik opteer voor het tweede. ’t Is maar water met zeepsop. Hé, ik kan misschien luchtbellen blazen, da’s geleden van in m’n kindertijd. ’t Is een meneer en mevrouw die vragen of het appartement van m’n buur nog te koop staat. Er hangt toch nog altijd “ Te Koop” aan z’n venster. Zodus…
Ze komen het bezichtigen, ze zijn gestuurd door het immokantoor. Zal mij worst wezen.Zou m’n onderbuur momenteel aan het genieten zijn van een gratis douche? ’t Is te hopen van niet. Neem me niet kwalijk, zeg ik fijntjes, maar ik ben aan het poetsen en m’n appartement is aan het onderlopen want de kraan is afgebroken. ’t Is dus dweilen met de kraan open. Ik ben blij dat ze me geloven en terug afdalen naar het gelijkvloers. Kunnen ook niet anders, willen ze buiten geraken hé? Ik overschouw de ravage, ’t valt al bij al nog mee. Ik begin spontaan het liedje van ‘twee emmertjes water dragen’ te zingen. Gevolgd door ‘alle eendjes zwemmen in het water’. Geheel toepasselijk. De ramen heb ik gelaten voor wat ze waren. Kijkvensters, niet meer en niet minder. Windows…
Er is water onder m’n laminaat gelopen, ik voorzie nu al problemen. Maar de zon schijnt en m’n lijf bruist van de energie. M’n darmen ook, maar da’s van een geheel andere orde…

©GoNo

vrijdag 15 april 2011

Hoe word ik schrijver?




Iemand vroeg aan mij hoe hij ook schrijver kan worden. Ik antwoordde in eer en geweten dat hij eerst de Witte Gids moest lezen. Kwestie van aan namen voor z’n toekomstige personages te geraken.
Hé, zei hij, da’s een goed idee.
Een kinderhand is rap gevuld, denk ik zo bij m’n eigen. Als je namen hebt, begin je met een verhaallijn uit te werken. Over wat wil je schrijven? Over koetjes en kalfjes? Dan raad ik u het maandblad “ Voor Boer & Tuinder “ aan. Wat zegt u? Over terroristen? Eén adres:” De enige echte biografie van Osama Bin Laden…” Er bestaat ook nog een paperback met als titel: “t Wordt tijd dat ze twee nieuwe torens bouwen in New York”. Of twee vliegen in één klap…” Ook niet te versmaden. Geschreven vanuit het oogpunt van de enige overlevende terrorist. Had z’n trein gemist richting vlieghaven…
Nee, zegt hij, ik zou een soort van politieke thriller willen maken waarin ook terroristen ten tonele gebracht worden. Heb je al een titel, vraag ik. Ja, zoiets als het “ NV-A Complot…”is z’n antwoord. Oppassen met zo’n titel, zeg ik, ge gaat een proces aan uw broek en aanverwante kledingstukken krijgen. Bart De Zever gaat er niet mee kunnen lachen. Moest ik van u zijn, maar ik ben u niet, ‘k zou er “ Het Vlaams Complot” van maken. De namen mogen lijken op bestaande politiekers, is altijd plezant voor de lezers hé?
Hé, zei hij, da’s weer een goed idee.
’t Is nikske, ik barst van de goede ideeën. En waar gaat zich dat afspelen? Toch niet op de zolder van uw grootmoeder, mag ik hopen? Ik zou het ten dele laten afspelen in de SM-club van monseigneur Van Gheluwe, ergens in een weggestoken klooster in ’t zuiden van Frankrijk. Die man is nog een beetje in de actualiteit, wat de verkoopcijfers alleen maar ten goede kunnen komen. De waarheid verweven met fictie, moet kunnen. Alhoewel in zijn geval…
Hé, zei hij, da’s al een derde goed idee.
U houdt de rekening goed bij, proficiat. En schrijf ook een beetje over die andere monseigneur, die met z’n dotatie van een slordige armzalige 330 000 €. Laat hem een beetje een scheve schaats rijden, tegen de kar van de regering rijden met z’n Ferrari, z’n huwelijk op de klippen lopen en last but not least, maak hem president van één of andere obscure geheime genootschap…
Hé, zei hij, da’s verdomd een vierde goed idee.
Ja, terwijl we toch bezig zijn, goede raad is niet duur tot ge de rekening krijgt. Oja, en leer ook de wet op het auteursrecht van buiten, ’t kan altijd van pas komen hé? Ik ga u een klein voorbeeldje geven. Jij schrijft een politieke thriller, ik lever de ideeën, wat dus wil zeggen dat ik feitelijk de auteur ben. En gezien ik lid ben van de Auteursvereniging van Sabam, zal het u een aardig centje kosten om zonder schriftelijke toelating mijnentwege gebruik te maken van mijn hersenspinsels.
Hé, zei hij, da’s geen goed idee.
Jawel, ’t is een goed idee, ik ga er subiet aan beginnen. Bedankt om mij op dit idee te brengen. Ik heb zelfs al een titel: “ Masturberen is toegelaten door de kerk, maar ’t mag niet uit de hand lopen…” Ge moet er maar opkomen hé? Of bestaat er al zulk boek met zo’n lumineuze titel? Eventjes navraag doen bij de boekenbank? Je weet maar nooit hé?

M’n kennis z’n aspiraties om een groot schrijver te worden, staan momenteel op een laag pitje. Ik denk dat hij nog altijd de Witte Gids aan het lezen is, kwestie van inspiratie op te doen. En ik ? Ik zit me te verdiepen in het alom geprezen boek “ Licht in de duisternis, haiku’s over het hedendaagse Japan…”van H. van Rompuy. Met een voorwoord van Electrabel. Daarna begin ik aan “ De gevaren van een kerncentrale in een overbevolkt gebied dat gelegen is op twee tectonische platen…” Een uitgave van Greenpeace op A4 formaat. Kwestie van m’n licht een beetje op te steken in deze toch wel bangelijke tijden…

©GoNo

donderdag 14 april 2011

Weetje...

Auteurs kunnen onmogelijk leven van hun schrijfsels alleen. Zelfs al heten ze P.Huysentruyt...


• De bestverkopende boeken in 2009 waren:

Fictie

1. Pieter Aspe, De cel, 3100 ex.
2. Tom Lanoye, Sprakeloos, 1065 ex.
3. Paolo Giordano, De eenzaamheid van de priemgetallen,
950 ex.

Non-fictie

1. Piet Huysentruyt, SOS Piet (1, 2 en 3 samen), 5010 ex.
2. Stef Adriaenssens, Religie & economische innovatie,
1972 ex.
3. Guinness Book of World Records, 912 ex.

Kinder- en jeugd

1. Geronimo Stilton, De grote invasie van Rokford, 1170 ex.
2. H.C. Andersen, De vlo en de professor, > 1000 ex.
3. Guido Van Genechten, Rikki helpt Sinterklaas, 800 ex.

Strips

1. Merho, Kiekeboe, 4700 ex.
2. Andy Riley, Zelfmoordkonijntjes, 500 ex.
3. Charel Chambré, Albert&co op reis naar Oostende
(deel 2), 450 ex

Bron.Boek.be

Verder, steeds maar verder

Wat is het leven waard
als men er niet van genieten mag
als men zich blind staart
op de futiliteiten van elke dag

de ruzies die men bij moet leggen
woorden uitgesproken heel gemeen
die men feitelijk niet wou zeggen
kwetsende woorden, eindigend in geween

spijt komt altijd te laat
men weet het, toch doet men voort
zeggen waar het op staat
’t is niet altijd evident, soms ongehoord

hoeveel water doet men in z’n wijn
wanneer houdt men beter z’n mond
zal de wijn dan nog drinkbaar zijn
of boor ik verder iemand in de grond?

©GoNo

woensdag 13 april 2011


Cartoon

God speelt graag spelletjes…

Je ziet ze regelmatig wandelen, hij altijd gekleed als een gentleman, zij ietsje frivoler. Hij doet ook denken aan een Engelsman, het enige dat ontbreekt is en bolhoed en een krant onder z’n arm. De paraplu heeft hij altijd bij. Goed of slecht weer. Het is ook een beetje z’n steun want hij is moeilijk te been. Hij leunt op haar arm en op z’n paraplu. Z’n rug is nog kaarsrecht, met z’n 1m80 valt hij direct op. Zij is amper 1m60, mijn grootte dus. En toch passen ze bij elkaar. ’t Is aangenaam vertoeven in hun gezelschap. Als het markt is, zitten ze aan een tafeltje op ’t terras. Ze hebben geen naam, maar dat hoeft ook niet. Ik zeg gewoon meneer en madame. Zij zeggen GoNo, hoe het komt weet ik al lang niet meer. Waarschijnlijk zal ik in een zotte bui mij voorgesteld hebben als GoNo. ’t Kan ook zijn dat de cafébaas, die ooit een boekje van mij gekocht heeft, m’n naam zo doorgegeven heeft. Een boekje waarvan hij zei dat het zelfs te dun was om z’n gat mee af te kuisen. En voor die prijs kon hij gemakkelijk een vat bier laten steken…
Maar zaterdag klopte er iets niet op het terrasje. Ze zit er moederziel alleen, haar kopje thee staat onaangeroerd op ’t tafeltje. Geen blonde Leffe, geen paraplu die aan de rugleuning van de stoel hangt. Ik weet niet goed wat ik moet doen, kan ik zomaar bijschuiven, vraag ik me af. Haar ogen zijn verborgen achter de donkere glazen van haar zonnebril. Ik zet mij achter haar, de enige plek die nog vrij is. Bestel een Kriek. Ze draait zich om, doet teken dat er nog plaats is aan haar tafeltje. Ik verhuis naar haar, plof mij neer.
“ Hallo..madame..”’
‘t Klinkt onnozel, nu haren man er niet bij is. Ik wil vragen hoe het komt dat meneer niet aanwezig is. Maar ik vraag niets. De cafébaas brengt m’n Kriek, zegt uit gewoonte “ Smakelijk..”Ik antwoord, ook uit gewoonte, of hij soms een stukske moet proeven. Waarop hij antwoord dat Kriek voor jeanetten is. Ook zoals gewoonlijk. Maar deze keer wordt er niet gelachen.
“ Tweeënvijftig jaar samen…”zegt ze met een snik in haar stem.
“ Da’s een hele tijd…”zeg ik om toch maar iets te zeggen.
“ Da’s inderdaad een hele tijd, maar wat is tijd?”spreekt ze meer tegen zichzelf dan tegen mij.
“ Tijd is relatief hé?”probeer ik m’n intelligentie te laten blijken.
“ Tijd? GoNo, tijd is niets, bestaat helemaal niet, hoeveel tijd steekt een mens in onbenullige dingen? Hoeveel keren maken we ruzie om een bagatel? Hoeveel energie steken we achteraf niet om het terug bij te leggen? “
Ik weet niet goed wat ik moet antwoorden, stof om over na te denken.
“ GoNo, neem me niet kwalijk, maar onze Paul is dood.”
Ik zit met m’n mond vol resterende tanden. Hoe kan dat nu? Verleden week zat hij hier gezellig z’n Leffe te drinken. Stikte bijna omdat ik voor de zoveelste keer flauwe kul aan ’t verkopen was.
“ Zeg dat het niet waar is hé?”
“ ’t Is wel waar, hij voelde zich ’s nachts niet goed. Dacht dat hij iets verkeerd gegeten had. Moest overgeven. Klaagde van pijn in z’n borst. De ambulance heeft hem meegenomen, maar toen ze aankwamen was hij al overleden. Hij hield m’n hand vast, keek dwars door me heen, kneep nog eens in m’n hand en dat was het…”
De tranen lopen nu over haar wangen. Ik weet me totaal geen raad. Wat moet een mens zeggen? Wat kan een mens zeggen op zulk moment? Ik wil haar troosten, maar de woorden komen niet. Een schrijvertje die geen woorden vindt.
“ Een hartinfarct, zeggen de dokters. Maar onzen Paul was zo gezond als een vis. Ik snap het niet. We hadden nog zoveel plannen. Waarom blijven al die criminelen leven tot ze doodgaan van ouderdom? Onzen Paul heeft nooit iemand kwaad gedaan, hielp overal waar hij kon, zou z’n laatste cent gegeven hebben om iemand uit de nood te helpen. Waarom juist hij? “
Ik heb er geen antwoord op.
Haar dochter komt aangelopen.
“ Kom Mams, we moeten naar meneer pastoor, hij verwacht ons om de begrafenis te regelen..”
Ze staat op, murmelt iets van een doodsbrief die ik zal krijgen en gaat, ondersteund door haar dochter, op weg naar haar afspraak. Eén brok ellende.
De cafébaas komt aangelopen.
“ Ze heeft verdomme niet betaald…”zegt hij kwaad.
“ Laat maar” zeg ik “ ik betaal wel, haar man is gisterennacht overleden…zomaar…”
“ Sorry, dat wist ik niet…”zegt de baas.
“ Ik ook niet, ik ook niet…”is m’n snikkend antwoord.
De begrafenis is zaterdag, ’t belooft een mooie lentedag te worden. Maar voor mij en haar familie zal het bewolkt zijn. Misschien moet ik in de kerk eens aan God vragen wanneer Hij gaat stoppen met z’n spelletjes te spelen?

©GoNo

maandag 11 april 2011

Bloedbad op een lentedag…



Het zal je maar overkomen. Je gaat blijgezind naar een shoppingcenter. De zon schijnt op je bolleke en je dag kan niet meer stuk. De kinderen zeuren om een ijsje en nog wat speelgoed dat ze achteraf bij de rest zullen gooien. Lijstje met de dringende boodschappen vergeten op de tafel in de keuken. Had je niet gevraagd om er aan herinnert te worden? Weeral eens gesproken voor dovemansoren…
Een jonge kerel van 25 jaar voelt zich een commando. Teveel spelletjes gespeeld op z’n pc. Wil eens zien wat hij allemaal kan aanrichten met een mitrailleur. Een echte, geen speelgoed waarmee hij op z’n pc-scherm schiet en een bonus krijgt bij de zoveelste afgeknalde. En waarom zou je lid zijn van een schietclub als je je kennis van wapens niet in de praktijk kunt omzetten?
Hoe gekker kan de wereld nog worden? Vraag ik me af.
De kerel begint in het wilde weg te schieten, zonder onderscheid van ras of stand. Hij lijkt wel een lid van de bende van Nijvel, maar het speelt zich af in Nederland. Hij maait ze neer, geeft zichzelve iedere keer een bonus. Er breekt paniek uit, volwassenen en kinderen lopen alle richtingen uit. Weg van deze levensbedreigende situatie. De jonge man neemt de tijd om z’n mitrailleur te herladen. Richt op de wriemelende massa shoppers. Op de grond blijven de doden achter, naast de gekwetsten. In een zee van bloed…
Z’n laatste kogel is voorbehouden voor hemzelf. Er zal geen proces komen. Nu niet, morgen niet, nooit niet. Het enige proces dat er zal zijn is een rouwproces. Zij die het overleven zullen zich afvragen waarom ze juist die dag in het shoppingcentrum waren. Het bloedbad is voor eeuwig op hun netvlies gebrand. Het zal waarschijnlijk jaren duren voor ze nog een voet in een shoppingcentrum zetten. De regering zal nieuwe maatregelen aankondigen, nog meer camera’s, nog meer controles. Maar ’t zal geen fluit helpen, een geweldloze beschaving bestaat al lang niet meer. Vandaag in Nederland, morgen hier bij ons. Het kan bijna niet anders. ’t Is een maatschappij geworden waarin alleen nog de taal van de wapens gesproken wordt. De onzinnige taal van het geweld…
Een losgeslagen maatschappij. Een maatschappij op drift, zonder houvast. Geen normen of waarden meer. Ieder voor zich en de rest kan stikken. Ach, ze zullen wel weer met hoogdravende verklaringen komen. Verklaringen waar niemand zit op te wachten, want die kunnen we wel zelf verzinnen. We moeten niet tot ons vijfenzestigste naar school geweest zijn om te zien wat er aan ’t gebeuren is. We zitten er elke dag middenin. We leven niet in ivoren torens, maar laag bij de grond. Sla er de krant maar op na, zet je tv maar aan, er gaat geen dag voorbij dat er iemand vermoord wordt. Elke dag, elke dag…
Het zal je maar overkomen hé? Er zijn geen middelen om het geweld te stoppen. Een gek of gekkin valt niet te stoppen. Een oud vrouwtje wordt in Mortsel zomaar in de rug gestoken door een psychiatrische patiente die al acht jaar onder toezicht staat van een ganse staf van deskundigen. Zij hebben beslist dat ze tweemaal per week naar buiten mocht als onderdeel van de therapie. Hoe kan zo’n psychiater verdomd weten wat er zich in het hoofd van een patient afspeelt? Het is allemaal natte vingerwerk. Een boer steekt z’n vinger in de lucht en die weet vanwaar de wind komt, die zogenaamde deskundigen weten zelfs niet vanwaar de wind uit hun gat komt. Maar de feiten zijn wat ze zijn. Een oud vrouwtje vecht voor haar leven…ze was op de verkeerd plaats. Als ze het overleeft, zal ze zich nog jaren afvragen:” Waarom?”
Da’s ook de vraag die ik mij stel. Waarom?
En het leven gaat verder z’n gangetje. Binnen een paar maanden zijn we het vergeten. Als we naar het jaaroverzicht kijken, zullen we ons afvragen of dat ook gebeurd is anno 2011. De overlevenden zullen opnieuw geconfronteerd worden met het zinloze geweld van deze losgeslagen maatschappij. Tot op de dag dat er een nieuw bloedbad zal aangericht worden…en wij opnieuw met de neus op de feiten gedrukt worden.

©GoNo

Waar is de tijd gebleven? slot

Hun voetstappen weerkaatsen tegen de gewelven van de riool. Max Cosi moet alle zeilen bijzetten om z’n twee companen te kunnen volgen. Ge moet eens proberen uw zeilen bij te zetten in een rioolbuis. Niet te doen. Maar hij heeft geen keuze. Een vette bruine rat loopt voor z’n voeten. Menslief, wat een stank . Het beneemt hem z’n adem. Het ruikt naar een mengeling van rotte vis en even rotte eieren. Een beetje zoals de hedendaagse maatschappij, bedenkt hij zich. De bovenlaag die door en door rot is en de onderlaag die gratis de stank mag opsnuiven…

Max moet eventjes rust nemen, hij kan niet meer. Z’n hart klopt in z’n keel. Hij voelt zich draaierig worden. Gebrek aan zuurstof en propere lucht. Jeroen kijkt om en ziet het vertrokken gezicht van Max. Houdt z’n pas in, waarbij Sandy ( voorheen Hilde ) tegen hem opknalt.
“ Zie je me nog graag?”vraagt hij, terwijl haar stevige borsten zich in z’n zij boren.
“ Wat denk je?”is haar wedervraag.
“ ‘k Weet het niet…”antwoordt Jeroen naar waarheid.
“ ‘k Heb de indruk dat Max niet kan volgen…”zegt Sandy, bij het zien van Max die naar adem staat te happen.
“ Komaan Max, we zijn er bijna, nog eventjes op uw valse tanden bijten en de vrijheid lonkt ons…” probeert Jeroen Kruitnaegel Max wat op te monteren.
“ Jeroen, wil je voor één keer uwen humor achterwege laten? En daarbij, ’t is maar een half vals gebit hé? De onderste tanden zijn de mijne nog, voorlopig toch…”zegt Max hijgend.
“ Sorry hoor, allé, vooruit met de geit, nog vijftig meter ongeveer en we zijn bij de ladder. Gaat ge nog naar boven geraken?”
“ Wees nu verdomme eens vijf minuten stil, ik hoor voetstappen achter ons…”fluistert Sandy.
Ze spitsen allebei de oren. Ergens ver weg horen ze gestommel, de politie zit hen op de hielen. Ze horen het geblaf van een hond. Ook dat nog…
Jeroen heeft bang van honden, sedert hij als kleine knaap eens gebeten is door een Maltese herdershond heeft hij er een fobie aan overgehouden.
“ Opschieten, opschieten…”
Hetzelfde denkt de politie. “ Op schieten “ staat in hun handleiding. Wettige zelfverdediging is een rekbaar begrip.

Ze klimmen naar boven, naar beneden zou te gek zijn voor woorden en ’t zou ook niet kloppen. Jeroen duwt het riooldeksel opzij. Verdorie, dat weegt zwaarder dan hij gedacht had. Hij moet van de inspanning een scheet laten, probeert het nog tegen te houden want Sandy staat juist onder hem. Met een knal bevrijdt hij zich van de onverlaat die z’n darmen aan het teisteren is. ’t Is een hele opluchting, voor Sandy ietske minder. Bijna laat ze de ladder los, had ze dat op voorhand geweten, had ze een gasmasker meegenomen.
“ Zeg schijtlaars, ’t is nu het moment niet om mij te kakken te zetten hé? Hebt ge bonen gegeten ofzo?”
“ Sorry, maar hij had geen huishuur betaald, reden waarom hij eruit moest…”zegt Jeroen met een glimlachje.

Jeroen steekt voorzichtig z’n neus boven de rioolput. Niets te zien, niets te horen. Hij wurmt zich uit de rioolput, de twee volgen. Het riooldeksel wordt terug op z’n plaats geschoven. Ze sluipen in ganzenpas naar de klaarstaande wagen.
Boven op het platte dak ligt een scherpschutter, die hen in het vizier krijgt. Hij meldt het aan z’n overste, vraagt beleefd de toelating om hen overhoop te knallen. Het antwoord laat niet lang op zich wachten…

©GoNo

Zing met me mee…

Refrein:
Klipperdeklapperdeklop
wat schijnt er op m’n kop
de zon, mevrouw, meneer
en ze doet m’n oogjes zeer


ze zendt haar warme stralen
een remedie voor m’n kwalen
‘k laad m’n lege batterijtje op
van je klipperdeklapperdeklop

refrein

oei, ‘k zie zo rood als een tomaat
‘k hoop dat die kleur nog weggaat
beetje gebakken door die hete zon
in slaap gesukkeld op m’n balkon

refrein

gestoken door een venijnige wesp
in m’n welgevormde rechterhesp
schep in ’t leven dan al wat vreugd
die eerste zonnestralen zijn een deugd…

©GoNo

Hierbij wil ik Ivo danken om er muziek op te zetten.

Zou het kunnen ?

Zou het kunnen
dat ik lang geleden
plots gestorven ben
terwijl ik aan het dromen was
hoe ik me in een andere wereld bevond
van waaruit ik niet kan ontsnappen
tot ik plots terug zal sterven
om verder te kunnen dromen
in m’n eigen gedachtenwereld
waar ik m’n stoffelijke lichaam
voorgoed achter mij zal laten…

zou het kunnen
dat ik lang geleden
plots gestorven ben ?

©GoNo

zondag 10 april 2011

Voetstappen…

Er zijn ontzettend veel mensen
m’n leven in- en uitgewandeld
maar er zijn er maar weinigen
die voetstappen achtergelaten hebben

van sommigen is geen spoor meer te bekennen
uitgewist door de tand des tijds
vervlogen op een wind van vergetelheid
een restje foto, maar van wie, weet ik niet meer

vandaag
is de eerste dag van wat mij nog rest van m’n bestaan
vandaag
kijk ik tegen het meedogenloze leven heel anders aan
vandaag
zet ik de geurende bloemetjes nog eens buiten
vandaag
zal ik voor één keer nog eens mee met de vogeltjes fluiten

want er zijn ontzettend veel mensen
m’n leven binnen –en buitengewandeld
maar er zijn er maar weinigen
die morgen voetstappen zullen nagelaten hebben…

©GoNo

zaterdag 9 april 2011

Vijf nieuwe regels voor een dwarsliggende prins…





“ Monseigneur, sta mij toe u hierbij de volgende nieuwe regels mede te delen…”
“ Allé, vooruit, daar gaan we weer…”
“ Monseigneur, de publieke opinie eist van ons dat we uw gedrag een beetje aan banden leggen. En met de verkiezingen in het vooruitzicht, ben ik als democratisch verkozen beleidsman verplicht om tegemoet te komen aan de verzuchtingen des volks…”
“ ’t Zal me worst wezen hé?”
“ Monseigneur, uit wiens hand men eet, wiens woord men spreekt…”
“ Is ’t nog voor vandaag? Ge moet niet zo rond de pot draaien, doe zoals de beer en steek uw muil in diene pot honing. Zo lang ge maar met uw poten van m’n dotatie blijft, ik ben te oud om ander werk te zoeken…”
“ Monseigneur, uw taalgebruik laat veel te wensen over, ik voel dat u in uw prinselijk gat gebeten bent. Neem mij niet kwalijk dat ik dit eventjes ten berde breng…”
“ Ik neem het u wel kwalijk, hebt ge nu echt niets anders te doen dan achter m’n vodden te zitten? En dat m’n taalgebruik te wensen over laat, komt doordat ik frans-en duitstalig opgevoed ben. Vlaams ligt me niet zo goed. Vraag maar aan m’n ( E )Claireke. Ge gaat toch voor zo’n bagatel de geldkraan niet dichtdraaien? Ge krijgt met kerstmis een milieuvriendelijke kerstboom en voor uw geiten geitenwollen sokken om de winter door te komen…”
“ Dank u, monseigneur, dank u, maar laten we even de regels doornemen, ’t duurt maar een kwartiertje…”
“ Moet dat nu gebeuren, ik heb nog een afspraak met de voltallige staf van de Libische ambassade…”

“ Dit zijn de 5 nieuwe regels:

De prins zal geen bilaterale gesprekken aanknopen met buitenlandse mogendheden.
De prins zal al z’n buitenlandse reizen eerst, met de nadruk op eerst, voorleggen aan de minister van Buitenlandse Zaken.
De prins zal zich onthouden van elk commentaar op de democratisch verkozen regering.
De prins zal een transparante boekhouding van zijn vzw’s voorleggen aan het Rekenhof.
De prins zal niet meer aan 200 km/u over de oprit van het Koninklijk Paleis vlammen.

Indien de prins zich niet houdt aan deze regels zal hij beboet worden met een geldboete die gaat van 100 € tot 500 €. Bij herhaling zal deze geldboete in mindering gebracht worden op z’n volgende dotatie…”

“ Is dat alles? Hebt ge daar twee weken moeten voor wakker liggen? Hier hebt ge al een voorschotje van 200 €, ik kan die receptie op de Libische ambassade toch niet afzeggen hé?”
“ Monseigneur, ik denk dat u het niet begrepen heeft???”
“ Beste ontslagnemende premier, met de nadruk op ontslagnemend, ik eis dat deze regels in de drie landstalen medegedeeld worden. Het Duits, het Frans en het Arabisch…”
“ U vergeet het Nederlands, monseigneur…”
“ Dan zijn er vier landstalen?”
“ Nee, drie want Arabisch is tot op heden nog geen erkende landstaal…”
“ ’t Is kwestie van tijd hé?”
“ Monseigneur, wilt u nu uw handtekening onder deze akte zetten?”
“ Natuurlijk, ik ken m’n plichten en m’n rechten als toegewijde inwoner van België…”

De prins zet z’n handtekening waarna hij een persconferentie geeft die gaat over het al dan niet dwingen van een prins om z’n handtekening te zetten. Een beambte van het Rekenhof staat erbij met rekenmachientje in de aanslag. Kassa, kassa…hoort men hem luidop denken.

©GoNo

Doel verdient een frietje



Dorpsfeest, zaterdag 23 april 2011


Doel won de frituurwedstrijd van Vandemoortele met maar liefst 3503 stemmen. Om dit te vieren is er een groot dorpsevenement gepland met gratis frieten en deels gratis of goedkope drank. Optredens voor groot en klein. Dus allen daarheen met heel de familie. Doel is vanaf die dag ook terug te bereiken met de veerboot vanuit Lillo.

Programma

Doorlopend straatanimatie door Theater aan de Stroom

14:00 Redactie Clint.be
14:00 Optreden "Knights of the Blues Table" + DorpsDichterDoel Hilde Van Cauteren! (park)
15:00 Figurentheater Vlinders & Co met Valentino (OC Hooghuisstraat)
15:30 Optreden Vincent Weynen Band (De Nieuwe Doelsong!) (park)
17:00 Intrede frietmobiel Vandemoortele in Doel, begeleid door wereldkampioen drumband De Koninklijke Fanfare Kempenbloei uit Achel
18:00-21:00: GRATIS FRIETENBAK VANDEMOORTELE
17:30 Verrassingsact Clint voor Doel: Johnny Dennis en enkele BV"s, GRATIS DRANK aan Clintstand
18:00 Figurentheater Vlinders & Co met Valentino (OC Hooghuisstraat)
19:00 Optreden Rockabillyband "Rocket 88" in het park
20:00 Optreden coverband Rock & Blues "Thatzit" in het park
21:00 Einde dorpsfeestprogramma

vrijdag 8 april 2011

Waar is de tijd gebleven? 7.

Er wordt een crisiscentrum opgericht. De pers heeft lucht gekregen van wat er zich af aan het spelen is in de studio. Een gijzeling en dat in prime time. Er worden barricades opgeworpen. Friese ruiters moeten de zone afbakenen. Tot daar en niet verder. Slachtofferhulp en verscheidene psychologen worden stand-by gehouden. Ziekenwagens staan verdekt opgesteld aan het gewezen fabrieksterrein. De minister van Binnenlandse Zaken komt persoonlijk poolshoogte nemen hoe de stand van zaken is. Z’n woordvoerder legt ronkende verklaringen af aan de pers. De schuldigen zullen zwaar gestraft worden. Hoeveel gijzelnemers er zijn? We schatten een vijftal, maar het kunnen er meer zijn. Een speciale eenheid van de anti-terreurbrigade is onderweg met zwaar materiaal. Maar laten we even meeluisteren naar de woordvoerder…
“ Meneer de woordvoerder, waarom legt de minister geen verklaring af?”vraagt Jean van De Vrije Pers.
“ Jean, de minister is nu in beraadslaging met de Generale Staf van de Federale Politie. Heeft mij opgedragen u te woord te staan. Da’s ook m’n job he?”
“ Meneer de woordvoerder van de minister van B.Z. , gaat het om terroristen?”vraagt Suzy van de commerciële zender VMT.
“ Voor zover we weten zou het om een groepering gaan die zich de “ Belgische Malcontenten” noemt. Ze zouden banden hebben met de Free Willy-groepering…”
“ Zijn er al eisen gesteld? Een vluchtwagen of losgeld…?”
“ Volgens een goedingelichte bron, die ik niet mag vernoemen, zouden ze alleen frisdrank, eten en sigaretten gevraagd hebben…”antwoordt de woordvoerder met uitgestreken gezicht.
“ Zijn jullie wel zeker dat het hier om een gijzeling gaat?”vraagt Jean van De Vrije Pers.
De woordvoerder slikt eventjes. Die Jean met z’n wantrouwen altijd, begint op z’n zenuwen te werken. Stelt zich nu pas ook deze vraag. Wie heeft er feitelijk besloten dat het hier om een gijzeling gaat?

Max kan alles volgen via het groot scherm in de studio. Wat een vertoning. Het zoveelste bewijs van de incompetentie van wat zich de bestuursorganen noemt. Hij barst in lachen uit. Jeroen voelt dat het uit de hand aan het lopen is. Hij staat recht en gaat naar Max. Fezelt iets in z’n oor. Max knikt. Legt het pistool op de tafel. Hilde van Boxtaele staat nu ook recht uit haar rolstoel, ontdoet zich van haar pruik, veegt de schmink weg. Het publiek blijft netjes zitten, ze wisten het wel, allemaal opgezet spel. Van een stunt gesproken.
“ Beste mensen hier aanwezig, gelieve u in ordentelijke rijen naar de uitgang te begeven. De show is over. Jullie waren een enthousiast publiek. Oja, bij het buitengaan, gelieve jullie handen in de lucht te steken. Dit om eventuele schietgrage agenten op andere gedachten te brengen…”zegt Max met een grijnslachje.
Bij het horen van “ schietgrage agenten “ breekt er paniek uit bij het publiek. Een kwartier geleden waren ze nog bereid om te stemmen wie er eerst afgeschoten zou moeten worden. Maar nu gaat het plots om hun eigen vel hé?
Gebruikmakende van de uitgebroken paniek verlaten Jeroen, Max en Hilde via de coulissen de studio. Alles lijkt wel voorzien.
“ Maken dat we hier weg komen, voor het hier nog verder escaleert…”zegt Max tegen z’n medevluchters.
“ De beste uitzending die ik ooit gemaakt heb, wat jij, Hilde of moet ik terug Sandy zeggen?”vraagt Jeroen Kruitnaegel.
“ Ze gaan er nog jaren over spreken…”antwoordt Max Cosi.

Ze zijn op weg naar de kelders. Een doolhof van gangen. Achter een verborgen deur zit de toegang tot het rioleerstelsel. Twee kilometer verder staat een wagen klaar om hen naar veilige oorden te brengen. Er is schijnbaar met alles rekening gehouden, behalve met…

©GoNo

donderdag 7 april 2011

Waar is de tijd gebleven? 6.

Max Cosi gaat terug zitten op z’n plaats. Hilde van Boxtaele zit zwaar te ademen in haar rolstoel. Jeroen Kruitnaegel kijkt angstvallig naar het pistool van Max. Of is het gespeelde angst? Maar dat angstzweet dan? Kan hij dat zomaar te voorschijn toveren? Misschien wel, misschien niet…
Max draait zich half om naar het achter hem zittende publiek.
“ Beste mensen, laten we een spelletje spelen. Onder jullie stoel bevindt zich een kastje. Daar staan twee knopjes op. Eéntje met een A en ééntje met een B. Jullie mogen nu kiezen wie er eerst doodgeschoten wordt. A is Jeroen, B is Hilde. In geval ex aequo schiet ik mezelf een kogel door de kop…de kijkers thuis kunnen meestemmen via sms-nummer 5253…”
Het publiek graait onder z’n stoelen en vindt de kastjes. Er klinkt rumoer onder het publiek. Niet iedereen is akkoord met de gang van zaken. Een spelletje spelen, tot daar aan toe, maar optreden als scherprechter is een beetje teveel van ’t goeie. En toch zijn dit dezelfde mensen die soms onschuldige mensen in assissenzaken voor de rest van hun leven laten opsluiten. Maar dit is een andere situatie. Hier zijn geen rechters om bij te sturen.
De regie zit er ademloos naar te kijken. Wat een schouwspel. In de huiskamers zijn er discussies over hoe ver men mag gaan met dat soort van televisie. Het begint klachten te regenen, de politieburo’s worden overstelpt met telefoontjes van mensen die het ergste vrezen. Ze proberen te bellen, maar ‘t is zoals de belspelletjes, geen enkele lijn open. Dan maar ter plaatse gaan, besluit de commissaris. Hij stuurt enkele patrouilles, die juist een frietje aan het eten waren, naar de commerciële omroep. Maar ze staan er voor nikske, want dit is geen live-uitzending vanuit het omroepgebouw. Dit programma is opgenomen op een andere locatie. Maar er klopt iets niet, hoe kunnen ze dan oproepen om thuis mee te stemmen? Dat gebeurt meer, beweert de nachtwaker van dienst. Niemand kan of wil controleren of je stem daadwerkelijk meegeteld is.

Na de kleine onderbreking gaan we verder, u moogt ook zappen, maar op eigen verantwoordelijkheid hé?

Jeroen Kruitnaegel is van de hand Gods geslagen. ’t Is al ver gekomen dat het publiek mag beslissen over leven en dood. Hij weet dat hij populair is, maar hij moet het opnemen tegen een oud menske dat in een rolstoel zit. Je zou er kunnen vanuit gaan dat het mens al in de tachtig is en sowieso al niet lang meer te leven heeft. Maar de publieke opinie kan soms rare bokkesprongen maken.
Jeroen kijkt naar het bleke gelaat van z’n grootmoeder. Ziet er niet gezond uit, is z’n conclusie. Misschien lost het probleem zich vanzelf op? Ze ademt nu met horten en stoten. Hoop doet altijd leven, Jeroen…

De politie is eindelijk te weten gekomen waar de show opgenomen is. Het is in een oude fabriekshal, die omgetoverd is tot studio. De Federale wordt opgetrommeld, misschien komen ze nog op tijd om te laat te komen? Een helicopter gaat alvast een kijkje nemen boven het gebouw. Met hun anfraroodcamera’s en hun warmtezoekers zien ze de contouren van mensen in de studio. Het lijkt wel of Max daar opgewacht heeft. Een smile verschijnt op z’n gelaat, z’n ogen spreken boekdelen. Hij schittert…

©GoNo

woensdag 6 april 2011

Waar is de tijd gebleven? 5.

Zo, dat reclameblok zit er weer op. ’t Is altijd leuk om te weten dat er een nieuw waspoeder bestaat dat nog beter is dan het vorige. En dat de inlegkruisjes een nog grotere absorbeervermogen hebben. Dat de vliegreizen naar Japan en Libië de helft in de prijs gedaald zijn. Hoe kun je een Japanner in Antwerpen herkennen? Aan z’n lichtgevend fototoestel…

Max Cosi twijfelt of hij z’n plan zal uitvoeren of niet. Hij is alles zo moe als koude pap. Met het ouder worden is ook z’n geweten beginnen knagen. Nee, hij is geen gelovig mens, maar toch, je weet maar nooit dat er inderdaad een Schepper bestaat. Die hem uiteindelijk verantwoording zal vragen over z’n tijdelijk leven hier op aarde.
Hij staat recht, grijpt naar z’n binnenzak en trekt het Lugerpistool . Le moment suprême. De ultieme rol, hij schittert, de camera’s zoemen. Het publiek klapt in de handen, denken dat het allemaal opgezet spel is. De kijkers thuis ook. Iedereen weet dat men alles op tv manipuleert. Maar ze zien het graag. De kranten en de boekskes zullen vol staan. En degenen die in de studio zaten, zullen aan hun kleinkinderen vertellen dat ze erbij waren…

“ Is dit een grap?”vraagt Jeroen Kruitnaegel, de eerste angstzweetdruppels trekken een spoor op z’n voorhoofd.
“ Heel het leven is één grote grap, Jeroen, vandaag leef je en morgen ben je dood hé?”
Hilde van Boxtaele zit lijkbleek naar Max te staren. Z’n ogen kijken haar koud aan. Dodemansogen. Dezelfde ogen die ze zoveel gezien heeft in het concentratiekamp. Ze begint te trillen, haar handen grijpen de leuning van haar rolstoel, ze wil zich oprichten maar heeft er de kracht niet voor. Het ziet eruit als een slecht geregisseerde film. Waar is die verdomde security? Tja, die zijn buiten een sigaretje aan het roken. Of ze zitten mee in het complot, wie zal het zeggen hé?
Max richt het pistool beurtelings op Jeroen en Hilde. Twee vliegen in één klap. Hij moet lachen, ze zien er uit als strontvliegen. Afgaande op de reuk hebben ze beiden in hun broek gedaan. Max geniet van de aanblik.
“ Doe geen ondoordachtte dingen, steek dat pistool terug weg, laten we als volwassenen verder praten…”zegt Jeroen met overslaande stem.
“ Ondoordachtte dingen? Denk je dat ik dit alles zomaar uit m’n mouw schud? Denk je dat je mensen kunt blijven beledigen? De alomgevierde interviewer, de grote Jeroen Kruitnaegel, zie hem hier zitten beven. Cameraman, zoom eens in op het gezicht van Jeroen, kunnen ze thuis wat beter meegenieten. In feite ben je geen haar beter dan ik. Hoeveel mensenlevens heb je al naar de kloten geholpen met je reality-programma? Weet je nog dat meisje dat op haar veertiende zwanger was? Ze heeft zelfmoord gepleegd omdat ze constant gepest werd op school, na haar verschijning in uw programma. Dat meisje was m’n kleinkind, onnozelaar. Je had je research wat beter moeten doen. Haar vriend werd veroordeeld. Vier jaar gevangenis. Drie mensenlevens kapotgemaakt op één uur tijd. En jij zou me les lezen? Sukkelaar…” Max Cosi begint zich kwaad te maken.
Hij gaat naar Jeroen, drukt het pistool tegen z’n slaap. Jeroens mond valt open, als een vis op het droge. Hij wil iets zeggen, maar kan alleen naar adem happen.
“ Hoe voelt het om als een lammetje naar de slachtbank geleid te worden?”sist Max hem toe.
Hilde van Boxtaele grijpt met beide handen naar haar borststreek.
“ Mevrouw van Boxtaele, ’t is nu niet het moment om dood te gaan hé? Een beetje geduld hé? Of wil je niet weten hoe het zal aflopen? Niet dat je nog lang te leven hebt, maar ik ook niet. Er is een tijd van komen en gaan, nu is de tijd gekomen om te gaan. Dus blijf rustig zitten in uwen rolstoel, ge zit op de ereplaats hé?” Hoe cynisch kan een mens wezen…
De regie brengt alles mooi in beeld, vergeten zelfs dat het derde reclameblok er tussen gegooid moet worden. Komt er dan niemand op het idee om de politie te bellen? Schijnbaar niet. Zal Max Cosi z’n plan nu werkelijk uitvoeren? Of maakt het allemaal deel uit van de show?

©GoNo

dinsdag 5 april 2011

Gesprek met een dwarsliggende prins…





“ Monseigneur, het is me een eer en genoegen om u een interview te mogen afnemen…”
“ Slijmbal, ge zijt geen haar beter dan de rest van die stomme persmuskieten…”zegt prins Laurent van Saksen Coburg en omliggende landerijen.
“ Monseigneur, ik ben al jaren fan van u. Uw gedrevenheid maken u tot voorbeeld voor de kleine gewone man en vrouw in de straat…”
“ Jaja, denkt ge dat ik nog in Sinterklaas geloof? M’n papa, uw teerbeminde vorst en koning, heeft me zojuist uit het paleis van Laken geschopt met een ferme stamp onder m’n prinselijke derrière. Stank voor dank noem ik dat en ik die zo milieubewust ben. Ik heb mij zelfs een Ferrari aangeschaft die op water rijdt. Met één jerrycan Spa Reine rijd ik van hier tot aan de villa van Kabila. En nu spreken ze ook al van m’n zuurverdiende dotatie af te nemen. M’n broer Philippe mag alles en ik niets. Altijd zo geweest, in iedere familie zit er wel ergens een zwart schaap. Over schapen gesproken, men moet het vel van de schaap niet verkopen alvorens hij geslacht is hé?”
“ Monseigneur, moet het niet het vel van de beer zijn?”
“ Leven er hier beren soms? In de zoo, maar in de Ardennen heb ik nog nooit een beer gezien. Kiekens genoeg, tot op hun vlaggen staan ze afgebeeld. ’t Is een beetje zoals diene Vlaamse Leeuw. Wat moet ik me daar bij voorstellen? Een Afrikaanse leeuw, ken ik, maar een Vlaamse? Allé, pas de zwans hé?”
“ Monseigneur, dat zijn toch maar symbolen?”
“ Symbolen? M’n reis naar onze gewezen kolonie was toch ook maar symbolisch bedoeld? Een symbolisch gebaar van goodwill om de natuur en het milieu te beschermen. Om die arme negerkes op weg te helpen. Om hen terug te leren wat proper water is en hun toekomstige auto’s op water te laten rijden. Een beetje zoals mijne Ferrari. Weet ge dat dat beestje gemakkelijk z’n 260 per uur haalt en dat op Spa Reine? Op Chaudfontaine amper 200 km/u. En op Vittel nog geen 150. Om maar te zeggen dat ge met een Ferrari nikske kunt doen in Congo. Maar in m’n kielzog zijn er een paar grote wegenbouwers meegegaan. De Chinezen zijn er niet graag bij. Maar als ik iets doe voor m’n vaderland is het altijd verkeerd. M’n broer de kroonprins die gaat naar Rusland om contracten af te sluiten. En de voltallige pers hemelt hem op en wie is de pineut. Juist, ikke…”
“ Maar monseigneur, had de regering en de koning u niet afgeraden om op eigen houtje naar Kabila te gaan?”
“ Ja en dan? Moet ik soms toelating vragen om naar de wc te mogen gaan? Nee toch? Da’s toch nog altijd geen reden om een schop onder m’n gat te geven? Weet ge wel hoe pijnlijk dat is?”
“ Kan ik me voorstellen, monseigneur, kan ik me voorstellen…”
“ Nee, dat kunt ge niet. Kom eens wat dichter en draai u om…”

Krijg ik me daar een schop onder m’n nooduitgang die m’n ballen tot tegen m’n navel terecht doen komen. Het ontlokt mij een zure glimlach…
“ Zo, nu weet ge hoe ik me voel…Met deze is ons gemoedelijk gesprek afgelopen. De rest zal ik wel lezen in de boekskes. Dag stomme persmuskiet…”

Ik draag de prins een klein beetje minder op handen, gezien de pijnlijke staat waarin m’n achterste momenteel verkeert. Ik denk er zelfs over om een venijnig artikel te schrijven. Er is altijd wel iets te vinden in dat koninklijk huishouden. Eens kijken of ik Wendy van Wanten niet zat kan maken, die loopt ook nog altijd met een groot geheim rond hé?

©GoNo

Waar is de tijd gebleven? 4.

“ Mag ik u voorstellen aan m’n grootmoeder, Hilde van Boxtaele?”vraagt Jeroen met uitgestreken gezicht.
“ U moogt dat, maar ik zie het nut er niet van in. Ken ik deze dame?”
“ Natuurlijk kent u deze dame, beste Max, u bent degene die haar verraden heeft aan de Duitsers. U wist dat zij en m’n grootvader Joden verborgen hielden. U was op de hoogte van die aanslag op de trein die vertrok uit Mechelen richting Auschwitz. U was lid van het Verzet maar tegelijkertijd spion voor uw vrienden de Duitsers. Nietwaar, beste Max?”
De stilte is om te snijden, de spanning ook.
Max Cosi ( artiestennaam voor Gilbert Krommehaes ) wil antwoorden, maar wordt de mond gesnoerd door Hilde.
“ Zo Max, dat we elkaar na al die jaren nog mogen tegen het lijf lopen. Die rolstoel is het resultaat van al die jaren concentratiekamp. De mooiste jaren van m’n leven zijn door u afgenomen. Ik ben gefolterd, verkracht en als proefkonijn gebruikt. U heeft tijdens en na de oorlog genoten van het leven, carrière gemaakt. En telkens als ik uw schijnheilige tronie op tv zag, kwamen de herinneringen terug. En wat heeft u gekregen om al die mensen te verraden? Vier maanden, die u wegens ziekte nog niet eens moest uitzitten. Daarna kon je gaan werken bij de in 1930 opgerichte staatsomroep. De NIR. En iedereen liet je gerust. Want Max Cosi kon zo goed revue’s in elkaar steken hé?”
“ En Max Cosi, hoe voelt het om als een lammetje naar de slachtbank geleid te worden?”vraagt Jeroen Kruitnaegel met van haat vervulde ogen.
“ Moet ik daar op antwoorden?”
“ Nee, de beelden spreken voor zich. Zie je die blauwe map? Die komt rechtstreeks uit het ITS oorlogsarchief van Bad Arolsen nabij Kassel. U welbekend, gezien u daar ook nog opgetreden bent…”
“ Iedereen kan een dossier maken, da’s totaal geen bewijs, hoeveel hebben ze u betaald om mij in diskrediet te brengen? Na meer dan zestig jaar zou men mogen verwachten dat de spons eindelijk geveegd wordt over een periode waarin iedereen wel iets verkeerd zal gedaan hebben. Ik heb m’n medewerking toegezegd aan dit programma omdat het ging over de geschiedenis van de musicals en revue’s doorheen de jaren. Niet om mij hier te laten beledigen door, wat mij lijkt, op een gefrustreerde familie. Maar ik heb ook nog een kleine verrassing…”
De kijkcijfers gaan met sprongen de hoogte in. Iedereen zit aan z’n beeldbuis gekluisterd. De commerciële zender scoort. Het publiek in de studio zit op het randje van de stoelen. Max Cosi die voor een verrassing gaat zorgen, wat kan die verrassing toch zijn. Vraagt iedereen zich af.

Maar we gaan er eventjes uit voor de reclame…

©GoNo

maandag 4 april 2011

Waar is de tijd gebleven? 3.

Max Cosi, de alom gevierde tenor en musicalacteur, voelt in z’n rechterbinnenzak. Het zit er nog, wat voor hem een hele geruststelling is. Hij heeft tot in de details z’n plannetje uitgewerkt. Nog éénmaal schitteren, de rol van z’n leven spelen en dan…

De reclameboodschappen zijn voorbij en het tweede deel gaat beginnen. Nee, hij heeft niet in de blauwe map gekeken. De verleiding was groot, maar dan kennen ze hem nog niet. Een streep door de rekening van Jeroen Kruitnaegel. Maar Jeroen is niet voor één gat te vangen. Jeroen neemt terug plaats aan de tafel, zet z’n ondervragersgezicht op. Heeft hij geleerd van Maurice De Wilde. Ettelijke uren heeft hij doorgebracht voor het scherm omzich de mimiek en de ondervragingstactieken van Maurice eigen te maken.
“ Kan ik een glas water krijgen?”vraagt Max beleefd.
“ Natuurlijk, maar zie dat je niet om de vijf minuten naar de wc moet lopen hé?”zegt Jeroen met een glimlach.
“ M’n blaas is even groot als uwen kop…”murmelt Max.
“ Wat zegt ge?”
“ Van teveel water krijgt ge een blaaskop…”zegt Max, terwijl hij hem uitdagend aankijkt.
“ Op wat slaat dat?”vraagt Jeroen, in z’n wiek geschoten.
“ Op niets, maar ’t klinkt goed hé?”

De toon is gezet, de muziek begint te spelen, het publiek klapt op commando in de kleffe handjes. Wat gepensioneerden allemaal niet doen voor twee koffiekoeken en een taske koffie.
“ Beste Max, we gaan verder waar we geëindigd zijn. Met een filmpje uit de oude doos…”zegt Jeroen.
“ Gaat het nog altijd over de oorlog?”vraagt Max.
“ Waarom, hebt ge soms iets te verbergen?”is de wedervraag van Jeroen.
“ Wat zou ik moeten verbergen? M’n leven is een open boek, gisteren, vandaag en morgen…”

Er wordt een filmpje getoond. Een excecutie, gefilmd door de filmdienst van de SS. Als afschrikking voor al degenen die verzet zouden willen plegen tegen de Duitsers.
“ Op zesentwintig maart werd Theofiel Kruitnaegel schuldig bevonden aan terroristische aanslagen op de Duitse instellingen. Theofiel Kruitnaegel heeft, tijdens z’n ondervraging bekend dat hij de leider en mededader is van deze aanslagen. De genaamde Theofiel Kruitnaegel wordt hiervoor ter dood veroordeeld. Dit vonnis zal uitgevoerd worden door middel van ophanging in het Fort van Breendonk, op een nog nader te bepalen datum…”zegt de nieuwslezer.

Max Cosi wordt bleek. Daar zijn ze weer met die oude historie. Kruitnaegel? Heet die Jeroen ook niet Kruitnaegel? Da’s ook toevallig. En ja, hij heeft een beetje meegeheuld met de Duitsers. Maar drie miljoen Vlamingen deden dat ook. Dezelfden die achteraf plots allemaal bij de Witte Brigade waren. En na de oorlog hun wraak bekoelden op weerloze vrouwen, door hen te scheren en een hakenkruis op het voorhoofd te schilderen. Vrouwen die alleen maar de misdaad begaan hadden om verliefd te worden op een Duitse soldaat. Of uit overlevingsdrang zich inlieten met de Duitse bezettingsmacht…

“ Laten we een oude vriendin er eens bijroepen. Iemand die al jaren iets wil zeggen tegen jou. Ze hoort niet goed meer, dus spreek alstublieft duidelijk en luid tegen haar…”zegt Jeroen, die amper z’n walging kan onderdrukken.
Max Cosi is benieuwd wie die oude vriendin wel mag wezen. Misschien een oude vlam? Maar ‘t zal waarschijnlijk wel een oude actrice zijn, denkt hij.
“ Dames en heren, een hartelijk applaus voor Hilde van Boxtaele, de vrouw van de laffelijk vermoordde Theofiel Kruitnaegel…”
Onder luid applaus wordt een oude dame in een rolstoel tegenover Max Cosi geplaatst. Hij herkent haar, knippert met z’n ogen. Dit kan niet. Die was toch dood? Gestorven in een concentratiekamp? Hebben ze ergens een dubbelgangster opgevist? De vrouw bekijkt hem met verachting…

©GoNo