Waar is de tijd gebleven? slot
Hun voetstappen weerkaatsen tegen de gewelven van de riool. Max Cosi moet alle zeilen bijzetten om z’n twee companen te kunnen volgen. Ge moet eens proberen uw zeilen bij te zetten in een rioolbuis. Niet te doen. Maar hij heeft geen keuze. Een vette bruine rat loopt voor z’n voeten. Menslief, wat een stank . Het beneemt hem z’n adem. Het ruikt naar een mengeling van rotte vis en even rotte eieren. Een beetje zoals de hedendaagse maatschappij, bedenkt hij zich. De bovenlaag die door en door rot is en de onderlaag die gratis de stank mag opsnuiven…
Max moet eventjes rust nemen, hij kan niet meer. Z’n hart klopt in z’n keel. Hij voelt zich draaierig worden. Gebrek aan zuurstof en propere lucht. Jeroen kijkt om en ziet het vertrokken gezicht van Max. Houdt z’n pas in, waarbij Sandy ( voorheen Hilde ) tegen hem opknalt.
“ Zie je me nog graag?”vraagt hij, terwijl haar stevige borsten zich in z’n zij boren.
“ Wat denk je?”is haar wedervraag.
“ ‘k Weet het niet…”antwoordt Jeroen naar waarheid.
“ ‘k Heb de indruk dat Max niet kan volgen…”zegt Sandy, bij het zien van Max die naar adem staat te happen.
“ Komaan Max, we zijn er bijna, nog eventjes op uw valse tanden bijten en de vrijheid lonkt ons…” probeert Jeroen Kruitnaegel Max wat op te monteren.
“ Jeroen, wil je voor één keer uwen humor achterwege laten? En daarbij, ’t is maar een half vals gebit hé? De onderste tanden zijn de mijne nog, voorlopig toch…”zegt Max hijgend.
“ Sorry hoor, allé, vooruit met de geit, nog vijftig meter ongeveer en we zijn bij de ladder. Gaat ge nog naar boven geraken?”
“ Wees nu verdomme eens vijf minuten stil, ik hoor voetstappen achter ons…”fluistert Sandy.
Ze spitsen allebei de oren. Ergens ver weg horen ze gestommel, de politie zit hen op de hielen. Ze horen het geblaf van een hond. Ook dat nog…
Jeroen heeft bang van honden, sedert hij als kleine knaap eens gebeten is door een Maltese herdershond heeft hij er een fobie aan overgehouden.
“ Opschieten, opschieten…”
Hetzelfde denkt de politie. “ Op schieten “ staat in hun handleiding. Wettige zelfverdediging is een rekbaar begrip.
Ze klimmen naar boven, naar beneden zou te gek zijn voor woorden en ’t zou ook niet kloppen. Jeroen duwt het riooldeksel opzij. Verdorie, dat weegt zwaarder dan hij gedacht had. Hij moet van de inspanning een scheet laten, probeert het nog tegen te houden want Sandy staat juist onder hem. Met een knal bevrijdt hij zich van de onverlaat die z’n darmen aan het teisteren is. ’t Is een hele opluchting, voor Sandy ietske minder. Bijna laat ze de ladder los, had ze dat op voorhand geweten, had ze een gasmasker meegenomen.
“ Zeg schijtlaars, ’t is nu het moment niet om mij te kakken te zetten hé? Hebt ge bonen gegeten ofzo?”
“ Sorry, maar hij had geen huishuur betaald, reden waarom hij eruit moest…”zegt Jeroen met een glimlachje.
Jeroen steekt voorzichtig z’n neus boven de rioolput. Niets te zien, niets te horen. Hij wurmt zich uit de rioolput, de twee volgen. Het riooldeksel wordt terug op z’n plaats geschoven. Ze sluipen in ganzenpas naar de klaarstaande wagen.
Boven op het platte dak ligt een scherpschutter, die hen in het vizier krijgt. Hij meldt het aan z’n overste, vraagt beleefd de toelating om hen overhoop te knallen. Het antwoord laat niet lang op zich wachten…
©GoNo
Max moet eventjes rust nemen, hij kan niet meer. Z’n hart klopt in z’n keel. Hij voelt zich draaierig worden. Gebrek aan zuurstof en propere lucht. Jeroen kijkt om en ziet het vertrokken gezicht van Max. Houdt z’n pas in, waarbij Sandy ( voorheen Hilde ) tegen hem opknalt.
“ Zie je me nog graag?”vraagt hij, terwijl haar stevige borsten zich in z’n zij boren.
“ Wat denk je?”is haar wedervraag.
“ ‘k Weet het niet…”antwoordt Jeroen naar waarheid.
“ ‘k Heb de indruk dat Max niet kan volgen…”zegt Sandy, bij het zien van Max die naar adem staat te happen.
“ Komaan Max, we zijn er bijna, nog eventjes op uw valse tanden bijten en de vrijheid lonkt ons…” probeert Jeroen Kruitnaegel Max wat op te monteren.
“ Jeroen, wil je voor één keer uwen humor achterwege laten? En daarbij, ’t is maar een half vals gebit hé? De onderste tanden zijn de mijne nog, voorlopig toch…”zegt Max hijgend.
“ Sorry hoor, allé, vooruit met de geit, nog vijftig meter ongeveer en we zijn bij de ladder. Gaat ge nog naar boven geraken?”
“ Wees nu verdomme eens vijf minuten stil, ik hoor voetstappen achter ons…”fluistert Sandy.
Ze spitsen allebei de oren. Ergens ver weg horen ze gestommel, de politie zit hen op de hielen. Ze horen het geblaf van een hond. Ook dat nog…
Jeroen heeft bang van honden, sedert hij als kleine knaap eens gebeten is door een Maltese herdershond heeft hij er een fobie aan overgehouden.
“ Opschieten, opschieten…”
Hetzelfde denkt de politie. “ Op schieten “ staat in hun handleiding. Wettige zelfverdediging is een rekbaar begrip.
Ze klimmen naar boven, naar beneden zou te gek zijn voor woorden en ’t zou ook niet kloppen. Jeroen duwt het riooldeksel opzij. Verdorie, dat weegt zwaarder dan hij gedacht had. Hij moet van de inspanning een scheet laten, probeert het nog tegen te houden want Sandy staat juist onder hem. Met een knal bevrijdt hij zich van de onverlaat die z’n darmen aan het teisteren is. ’t Is een hele opluchting, voor Sandy ietske minder. Bijna laat ze de ladder los, had ze dat op voorhand geweten, had ze een gasmasker meegenomen.
“ Zeg schijtlaars, ’t is nu het moment niet om mij te kakken te zetten hé? Hebt ge bonen gegeten ofzo?”
“ Sorry, maar hij had geen huishuur betaald, reden waarom hij eruit moest…”zegt Jeroen met een glimlachje.
Jeroen steekt voorzichtig z’n neus boven de rioolput. Niets te zien, niets te horen. Hij wurmt zich uit de rioolput, de twee volgen. Het riooldeksel wordt terug op z’n plaats geschoven. Ze sluipen in ganzenpas naar de klaarstaande wagen.
Boven op het platte dak ligt een scherpschutter, die hen in het vizier krijgt. Hij meldt het aan z’n overste, vraagt beleefd de toelating om hen overhoop te knallen. Het antwoord laat niet lang op zich wachten…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage