“ Zeg schat, wat gaan we eten vanavond ?”
“ 'k Zou 't niet weten en daarbij, 't is nog gene avond hé ?”
“ Jamaar, vanavond komen de kinderen langs, 't is vrijdag.....”
“ Hoedat, komen die nu elke vrijdagavond langs ?”
“ Ja schat, dat was toch zo afgesproken of niet ?”
“ Amai, ge kunt zien dat het crisis is, we zullen wij wel betalen hé ?”
Diene vent begint op m'n zenuwen te werken, wat een hartvreter zeg. Heeft al zes keer een pakske gehakt genomen en het al zes keer terug gelegd.
“ Zeg schat, als we nu eens spaghetti maken, 't gehakt staat in reclame.....”
“ Noemt ge dat reclame ? Afzetters, oplichters noem ik dat....”
“ Maar allé, op een ander staat dat gehakt twee keer zo duur...”
“ Oja, zijt ge dan al op ander gaan zien ?”
“ Schat, ik vergelijk de reclameblaadjes en ik koop alleen wat in reclame staat.”
“ 't Is toch raar, dat mijne toebak en m'n pintje nooit in reclame staat hé ?”
Man, man, man, kan die een stukske zagen, zijt daar mee getrouwd......
“ Dus, we eten spaghetti, de gasten eten dat graag en 't is al lang geleden....”
“ 't Kan niet op, 'k heb heel m'n leven gewerkt om als ik op pensioen ben m'n kinderen te onderhouden. Maar ze rijden wel met twee auto's, hebben een eigen huis en twee pree's.”
“ Zeg schat, is dat nu zo erg dat ons kinderen en kleinkinderen komen eten ?”
“ Erg ? En als wij niet toekomen, bij wie moeten wij gaan klagen ?”
“ Zeg, stopt nu eens met uw gezaag, wat moet diene mens wel denken ?”
Met diene mens bedoelde ze mij, want er liep niemand anders in hun voetsporen. Ik bekeek hem eens goed en voor ik het wist, knipoogde ik naar hem. Waarschijnlijk voelde hij zich daardoor gesterkt in z'n opvattingen, want een flauw lachje verscheen om z'n lippen.
“ Hebt gij ook kinderen die alle weken bij u komen eten ?” vroeg hij mij.
“ Euh, ja, ik heb twaalf kinderen en die komen twee keer per week mijne frigo leegmaken....”
“ Wablief ?”
“ Ja meneer, 't is godgeklaagd en ge moet weten dat ik van een klein dopke leef.....”
“ En gij vindt dat normaal ?”
“ Normaal, wat is den dag van vandaag nog normaal hé ?”
“ Ze zouden bij mij nogal ne gang gaan, twee keer per week, amai, al goed dat het mijn kinderen niet zijn.”
Zijn madam had al lang door dat ik hem er aan 't doorsleuren was. Haren hartvreter natuurlijk niet.
“ En vanavond komen ze allemaal eten en ik weet niet wat ik moet maken, want spaghetti lusten ze niet.”
Een leugentje op tijd en stond, god vergeve het me, kan geen kwaad hé ?
“ Ik zou spaghetti maken en als ze het niet lusten, dat ze er hunne kop bij neerleggen...”
“ Awel meneer, ge hebt gelijk, 'k ga dat doen, da's nu eens de beste raad die ik gekregen heb, ge zijt bedankt, meneer..”
Ik draaide m'n karreke om, maakte dat ik weg was. 'k Sta aan de kassa aan te schuiven en wie staat er achter mij ? Juist, meneer en madam Spaghetti. Hij bekijkt me en ziet dat er geen gehakt in m'n karreke ligt.
“ Gaat ge nu toch gene spaghetti maken ?” vraagt hij.
“ Nee, 'k ga ze geld geven om op restaurant te gaan eten, dan blijft m'n kot proper en dan heb ik ook gene afwas hé ?”
Volgens mij hoorde hij het in Keulen donderen.......
©GoNo