Jan & Ludo
Schrijnwerker Jan was bezig spijkers met koppen te slaan, toen hij een telefoontje kreeg van Ludo, schoenmaker bij de gratie Gods. Jan en Ludo waren al vanaf hun veertiende verliefd op elkaar. Een geheime liefde, die begonnen was als een spelletje. De eerste verkenning van hun lichaam was er gekomen na de zwemles. Toen ze beiden onder de douche stonden. Jan keek naar het lichaam van Ludo, voelde het plots tintelen in z’n onderbuik. Ludo zag het, voor hij goed en wel besefte wat er gaande was, kreeg hij een erectie. Jan bloosde, Ludo ook. Maar in een katholieke school is de herenliefde alleen weggelegd voor de clerus die er de plak zwaaide. De weinige ogenblikken dat ze alleen waren, zochten ze elkaar op. En van het één kwam het ander. Ze beloofden elkaar eeuwige trouw. Beloofden elkaar om nooit naar de meisjes te kijken. Ook niet naar andere jongens. Jan volgde de opleiding schrijnwerkerij, Ludo die van schoenmaker…
De vader van Ludo is een gerenommeerde tandarts, die z’n zoon liever als opvolger gezien had. Jan zijn vader is een gerespecteerde notaris. Die had z’n zoon ook liever in z’n voetsporen zien treden. Beide vaders zijn lid van de kerkfabriek en gedegen christenen. Om maar te zeggen dat homofilie niet in hun bijbel staat.
Jan en Ludo zijn afgestudeerd. Ze zijn allebei de beste van hun klas. Achttien jaar en meerderjarig dus. Hun vaders kunnen het niet verkroppen. Werken met je handen, da’s voor het gewone volk. In heel de geschiedenis van de tandarts en de notaris is er niemand die ooit met z’n handen gewerkt heeft. Met wat een tandarts dan wel werkt, zal mij een vraag wezen…
“ En? Heb je het aan je vader vertelt?”vraagt Jan op nieuwsgierige toon.
“ Ja, ’t is te zeggen, ik heb het geprobeerd…En jij?”
“ Ons pa had het te druk, ik denk dat ik het beter aan ons ma vertel. Die kan het pad effenen, dat hoop ik toch…”
“ Da’s een goed idee, misschien moet ik wel hetzelfde doen hé?”
“ Zien we elkaar vanavond?”
“ Ja, rond een uur of negen? Gaat dat?”
“ Ik zal er zijn, ik moet je nog iets zeggen…”
“ Oh ja? En wat moet je zeggen?”
“ Ik ben zwanger van jou…”
“ Onnozelaar, hier een kusje, je weet wel waar…”
“ Waar, zeg het me, please?”
“ Op je eikel, eikel!!”
Het is kwart na zes, Jan, z’n jongere zusje Veronique en z’n ouders zitten aan tafel. Het is de gewoonte om na het eten een gebedje te doen en nadien te vertellen over wat ze vandaag allemaal gedaan of meegemaakt hebben. Veronique zegt dat ze haar vrijer betrapt heeft met haar beste vriendin. Ze heeft het op staande voet uitgemaakt. Met beiden. Maar ze heeft al een nieuw vriendje. Kristof. Die ken je toch? Kristof, de zoon van die autohandelaar op de Hoevelei? Allé, papa, toen die vrolijke weduwe stierf, erfde de zoon alles. Jij hebt nog die erfenis geregeld, weet je nog? En met die z’n zoon heb ik nu verkering. Veronique is zestien jaar en heeft al zoveel liefjes gehad, dat haar notitieboekje te klein geworden is. Papa en mama kijken er niet meer van op. Kalverliefde, niet meer en niet minder…
“ En jij, Janneman? Wat heb jij vandaag gedaan? Buiten wat nagels in een plank slaan?” Papa vraagt het met een zekere woede in z’n stem. De spanning aan tafel is plots te snijden. Janneman. Wat haat hij die naam. Ik ben verdomme Jan, zo staat het op m’n paspoort. Jan wordt rood. Wanneer ga ik nu eindelijk het lef hebben om m’n vader van antwoord te dienen? Vraagt hij zich af. Mama kijkt hem vertederend aan, knipoogt alsof ze wil zeggen: laat hem toch, hij weet niet beter…
“ Ik heb vandaag over m’n toekomst nagedacht. Ik zou graag designmeubelen maken. Een eigen zaak beginnen. Ik wil ook nog een cursus binnenhuisarchitect volgen…”
“ Ach zo, en met welk geld wil je dat doen? Je hebt geen nagel om aan je gat te krabben. Een schrijnwerker die geen nagel heeft, hoe kom ik er op hé?” Papa moet lachen om z’n eigen spitsvondigheid. Veronique lacht ook, maar weet niet eens waarom.
“ Eén dezer dagen sta je met je mond vol tanden. Een tandarts met een mond vol tanden, hoe kom ik er op hé?”zegt Jan op vijandige toon.
De spanning stijgt nog meer. Mama voelt de bui al hangen. Er moet iets gebeurd zijn. Het is niet de gewoonte van Jan om tegen z’n vader in te gaan.
Maar mama zwijgt om de lieve vrede te bewaren. Een vrede die er al lang niet meer is. Ze wil het niet zien, dat vader en zoon uit elkaar gegroeid zijn. Voor haar is alles nog zoals het was toen de kinderen klein waren. Maar kinderen blijven niet klein. Er komt een moment dat ze hun geheimen voor zich houden. Hun problemen ook. Papa staat recht, discussie gesloten. Trekt zich terug in z’n bureel. “ Ik wens niet gestoord te worden..”bromt hij.
Veronique en Jan doen samen de afwas. Da’s ook een gewoonte. Een afwasmachine zou wonderen doen, maar de heer des huizes vindt dat een overbodige luxe. Zo lang de kinderen thuis wonen, komt zo’n ding niet in huis.
“ En Veronique, hoe staat het met je studies?”vraagt Jan.
“ Goed zeker? Maar ik begin er stilletjesaan genoeg van te krijgen. Economie studeren is maar een saaie bedoening. Ik zou liever iets anders doen, maar ik weet niet wat…”
“ Misschien sekstherapeute? Al die venten met frustraties komen dan op consultatie, is dat niets voor jou?”
“ Zotteke. Maar je zegt zo al iets? Dan kan jij een sofa maken, aan een schappelijk prijsje…”lacht Veronique. Mama vraagt of ze mee mag lachen. Papa komt naar de keuken om een sigaartje te roken en een koffietje te drinken.
“ Zeg mams, heb je dat ook gelezen? Van die homo die vermoord is in de Walen? “
“ Nee, wanneer dat?”
“ Naar het schijnt zou dat de eerste homofobe moord zijn. Iemand die vermoord wordt om z’n geaardheid. Da’s de straf van God. Ze moesten die kerel een standbeeld geven…”
“ Wie, die homo of die moordenaar?”vraagt Jan bloedrood.
“ Die moordenaar, verdomme, wie anders? In Iran hangen ze homo’s op aan een kraan. Hier krijgen ze een parade. Hier mogen ze zelfs trouwen. Moest Adolf terug komen, hij zou nogal z’n werk hebben…”zegt papa op kwade toon.
Jan kan niet vatten wat hij hoort. Is dat z’n vader die zo spreekt of is het pure provocatie?
“ En jij, m’n dierbare zoon, wat denk jij van al dat lesbisch en homogedoe?”
Veronique trekt zich niets van het gebakkelei aan, droogt rustig verder af. Staat te dromen van haar nieuwe aanwinst Kristof. Jan zoekt een uitweg, maar z’n vader kennende zal het toch niet lukken. Hem gelijk geven voor de zoveelste keer? Nee, deze keer niet. Nu niet en nooit meer.
“ En wat zou je zeggen moest uw bloedeigen zoon een homo zijn?”
Vader kijkt naar z’n zoon, schiet in een lach, z’n buikje schudt van het lachen.
“ Ik zou zeggen dat je als schrijnwerker je eigen doodskist kunt maken. En maak ineens ook een plakkaatje met het opschrift: “ Hier ligt een homo die in een zwart gat terechtgekomen is…ik zou het nog moeten gaan geloven want ik heb je nog nooit met een meisje gezien…” Papa neemt z’n kopje en verdwijnt al lachend naar z’n bureel.
Mama heeft de conversatie gevolgd. Iets in de stem van haar zoon zegt haar dat er meer achter steekt. Ik moet uitvissen wat er op Jan z’n lever ligt. Papa heeft gelijk, nu ze erover nadenkt. Jan is nog nooit gezien met een meisje. ’t Zal toch niet waar zijn? Nee, dat kan niet. Een stevige vent als Jan is geen mietje. Vertwijfeld zoekt ze naar de ware reden van Jan z’n rebellie. Achttien jaar is geen pubertijd meer. Jan trekt zich terug op z’n kamer. Om half negen staat hij terug beneden.
“ Ik ga naar Ludo, we hebben afgesproken…je moet niet wakker blijven…”
Ludo, altijd Ludo. Hij heeft maar één vriend en dat is Ludo.
“ Misschien is Ludo wel z’n minnaar, mams…”zegt Veronique grijnslachend.
“ Misschien is dat wel zo en wat dan nog?”kaatst Jan de bal terug.
Papa heeft alles gehoord. Telt één plus één op. In tellen zijn notarissen goed. Hij moet er het fijne van weten. Morgen ga ik met m’n zoon praten. Van man tot man. Of beter gezegd van man tot mietje. Hij grinnikt. M’n zoon een homo? Ik sla hem dood met een vibrator. Ik onterf hem, en als ik te weten kom wie z’n vriendje is, kraak ik die ook. Of nee, want die zou het misschien nog graag hebben dat ik aan z’n lijf zit…
©GoNo