GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

maandag 29 november 2010

Compliment

ooit zal ik het leren
wanneer je spreekt met mij
er geen antwoord komt
tot aan het oog
gevuld

niets
mijn zwijgen in nevel neerslaat
of vogels, onhandig
rond mijn mond

houden van zal zich dierbaar draaien
als een woord onder
een woord

een landschap in volle zon
waarop ik mijn handen
leggen kan

misschien ben ik bang
dat je weg zult gaan, je niet meer komt
tot waar ik ben

aangestaard door het verbloemen
- je bent geen waarheid, nooit herkend -

© kerima_ellouise

zaterdag 27 november 2010

Loslaten

het werd stil, het werd anders
het werd ook veel meer dan
onvervangbaar of een lang verhaal

beelden mompelden over troost
alsof de dans van chrysanten hen verwarde
in eigen, uitgesneden armen

de wereld was ook niet groter dan de aders
van steen, uit het zaad gegroeid

dan de zekerheid van de aarden weg
tot het verlangen naar jou
bij jou

het was stil, het was anders
tot jij sprak, terugstroomde
in mij

ik je vinden kon

©kerima_ellouise

Traditiegetrouw bid ik tot U…

Binnenkort is het weer zover
de Heiland wordt opnieuw geboren
in een kribbeke stro zo pover
zelfs de herderkes lopen verloren

naast Jozef den os en den ezel
weinig verschil tussen hen onderling
Maria staat erbij als een kwezel
na tweeduizendentien jaar ondervinding

kijk, de sterre blijft stille staan
recht boven die bouwvallige hut
reclame van Coca Cola gaat nu aan
ter bescherming van ’t openbaar nut

Jezuuke ligt te kirren in z’n stro
geniet met teugen van moeders borst
vraagt aan de kerstman een velo
en voor papa Jozef een salamiworst

kom, Geestige Heilige, verlicht onze geesten
traditiegetrouw zullen wij aanbidden en feesten
en een weekje later, zowat met het nieuwe jaar
schieten wij heel deftig met kanonnen op elkaar…

©GoNo

vrijdag 26 november 2010

Tradities

“ Heb je al een briefje geschreven voor Sinterklaas?”vraagt mama aan haar oudste dochter.
“ Mams, ik ben twaalf, ik geloof al lang niet meer in die goedheilige man …”
“ Jamaar, doe het dan voor uw broertje, die gelooft er wel nog in…”
“ Denk je dat Dirk nog in Sinterklaas geloofd?”
“ Tineke, de jongen is nog maar zeven, waarom zou hij er niet in geloven?”
“ Omdat ze op school zeggen dat Sinterklaas de patroonheilige is van de pedofielen…”
“ Zeggen ze dat?”
“ Ja en nog veel meer…”

Stilte.
M’n dochter wordt groot, denkt ze.

“ Tineke, laat ons afspreken dat dit het laatste jaar is dat je nog een briefje moet schrijven, oké?”
“ Mams, dat zei je verleden jaar ook al…en het jaar daarvoor ook…”
“ Jamaar, nu meen ik het; we kunnen die traditie toch niet zomaar overboord gooien?”snikt ze bijna.
“ Mams, kerstmis mag voor mijn part ook overboord gegooid worden. Ieder jaar dat fake-gedoe, terwijl er duizenden mensen van oorlog en miserie doodgaan. En wij maar zingen en bidden alsof er niets aan de hand is…”

Stilte.
M’n dochter wordt groot, denkt ze.

“ Tineke, als er geen tradities meer zijn, wat zijn wij dan?”
“ Mensen, we zijn altijd mensen geweest, zullen het altijd blijven, met of zonder tradities, mama…”
“ Maar tradities geven toch een meerwaarde aan het leven?”probeert mams nog eens. Haar eigen ouders zeiden dat ook altijd.
“ Mams, zijn we aan ’t lachen, ja? Welke meerwaarde? De meerwaarde die de ouders eraan geven? Maar later moeten we ons eigen leven invullen en dan tellen er alleen de waarden die dan goed in de markt liggen. Dan is de kerk die leeg staat al lang een boetiek geworden. Maak van al die leegstaande kerken appartementen of sociale woningen. Da’s pas een meerwaarde…”

Stilte.
M’n dochter wordt niet groot, maar is het al, denkt ze.

“ Zullen we dit jaar nog één keer de tradities in ere houden?”vraagt ze met smekende stem.
“ Ja, maar ik ga niet mee naar de middernachtsmis en Dirk heeft ook geen goesting. Ik zal aan Sinterklaas vragen of hij geen nieuwe papa kan brengen. Eentje met veel geld, kunnen we in de wintermaanden lekker op vakantie gaan. Is dat geen goed gedacht, mams?”
“ Ja, kunnen we Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en Pinksteren in het buitenland vieren hé?”

Stilte.
M’n moeder is seniel, denkt Tineke.

©GoNo

donderdag 25 november 2010

Bomen van Dichters

Bert sprak zichzelf een lus toe
hij ging op zoek naar een boom
een mooie boom
en de dingen die hij kwijt was

onderweg verkleinde hij
liefde tot woord, tot eisprong
ongewenst, donkerzwart

zoals de houten vloer
en de harde kneepjes in zijn
moederloze wangen

Bert stapte in de lus
boog het hoofd en het verschil

hij werd dichter van duizend
doden, zonder onderbreken

© kerima_ellouise

(n.a.v. Cabaret meets Poetry te Chaam)
21 nov 2010

woensdag 24 november 2010

Dichterlijke vrijheden

Ik verzin halve waarheden
als oude koeien in een gracht
die spijkers op laag water zoeken
met als enige troostrijke gedachte:
al is de waarheid nog zo snel
de leugen achterhaalt hem wel…

©GoNo

donderdag 18 november 2010

Wat is een mensenleven nog waard?

“ Wat is een mensenleven waard?”vraagt de kapper, terwijl hij naarstig de natte haren van z’n client knipt. Maurice kijkt naar hem in de spiegel, wat geweldig handig is als men in een kapperszaak vertoeft. Ge hoeft geen rechtstreeks oogcontact te maken, laat staan te antwoorden op de stomme vragen van een kapper. Het lijkt wel of men verplicht is om een praatje te maken. In de zomer over de hittegolf en in de winter over de koudegolf. En dan hebt ge nog de golven die over de muur geslagen zijn, de golven van immigranten en een nieuwe belastinggolf die zich eerstdaags zal aandienen. Ik verdenk de kapper ervan dat hij met een Golf rijdt. ‘k Ga er wat golven inbrengen, doe maar zegt Maurice. Met een zijstreep? Nee, doe maar een middenstreep hé, ’t is weer eens iets anders. Op z’n vraag wat een mensenleven waard is, krijgt hij voorlopig geen antwoord…
“ Moet ik je ineens tegelijk scheren? Nu ik toch bezig ben en voor die paar euro’s dat het meer kost…”
“ Die paar euro’s kunnen het verschil maken tussen leven en dood. Wat is een mensenleven nog waard de dag van vandaag?”
Die vraag klinkt bekend in de oren van de kapper, waar heeft hij die nog gehoord?
“ Niet veel meer. Ze schieten u wat kogels door de kop en finito la fiësta. En dat allemaal voor een blikken doos op wielen. Maar er klopt iets niet in dat verhaal. Eerst zeiden ze dat zijn verloofde een Turkse was. Twee uren later was er al geen sprake meer van. Plots zaten ze daar met een identiteitscrisis van jewelste. Naar het schijnt, maar ik heb het maar van horen zeggen, stond de Turkse Gemeenschap al op haar achterste poten. En met het Offerfeest op je achterste poten staan lijkt me voor een schaap toch niet evident…”
Maurice antwoordt niet, is al blij dat hij de bal netjes teruggekaatst heeft. Wat dat schaap erbij komt doen, is voor hem een raadsel, maar z’n kapper heeft wel meer van die hakketakbedenksels.
“ Drie mensen die koelbloedig vermoord worden en allemaal overwegend in hun kop geschoten? Dat lijkt meer op een afrekening dan op een uit de hand gelopen autodeal, vindt je ook niet?”
“ Ik weet het niet, ik was er niet bij. Niet dat het veel verschil zou gemaakt hebben moest ik erbij geweest zijn hé? Misschien lag ik nu ook al met m’n poten omhoog en was de begrafenisondernemer me aan het mooi maken. Wat zegt ge? Scheren? Doe wat ge niet laten kunt, we leven maar één keer…”
“ Wat is een leven van een mens nog waard hé?”
“ Tja, ik denk niet veel, misschien de prijs van een tweedhands BMW of Mercedes? Het eigenaardige is dat die vader een advocaat is. Wie zegt dat hij niet in een louche zaakje zat? Wie zegt dat het geen bloedwraak is? Turks meisje wou niet trouwen met geïmporteerde echtgenoot uit Turkije, stoppen slaan door in de familie, bruidschat is al uitgegeven vandaar hé, meisje wil niet plooien, zegt dat ze die gekke Belg met z’n BMW graag ziet. Om alle verder problemen te vermijden, besluit vriendje z’n BMW van de hand te doen. Met dat geld kunnen ze een reis doen naar Ankara. Wie schetst hun verbazing dat het de familie is van de bedrogen toekomstige echtgenoot, die op zoek zijn naar een BMW om het aangedane leed wat te verzachten? ’t Moet lukken hé? “
Maurice kijkt naar de kapper in de spiegel. Z’n kapper lost hier de zaak op in enkele minuten. Losjes uit het vuistje. Sherlock Holmes is er niets tegen, Watson nog minder.
“ Awel, wat denkt ge? Heb ik gelijk of heb ik geen ongelijk? ’t Zou best kunnen hé?”vraagt z’n kapper met een voldane blik.
“ Ja, ’t zou kunnen. Maar stel nu eens dat het Turks meisje mee in het complot zit? En dat die Turkse familie helemaal niet wilden betalen voor die BMW? En het wapen, hoor ik je al vragen? Lag er al, was van de heer des huizes. Is lid van de Wemmelse Schuttersclub. Al jaren. Ik denk dat het meisje moet opgepakt worden. En veroordeeld moet worden op vermoedens. Levenslang met een beetje verzachtende omstandigheden. Enfin, na een goeie tien jaar is ze vrij en kan ze een liefdesnestje bouwen met haar schat uit Turkije..”
De kapper kijkt naar Maurice in de spiegel. Die redenatie kan natuurlijk ook kloppen. De twijfel maakt zich meester van allebei. De postbode heeft alles gehoord. Steekt een sigaretje op, blaast een kringetje.
“ Awel facteur, wat denkt ge?”vraagt de kapper.
“ De butler. De butler heeft het gedaan. de butler is al ruim een week niet meer gezien, de dienstmeid ook niet. Oja, ik weet niet of je het al weet, maar de Dender is buiten z’n oevers getreden, ’t is kwestie van enkel uren en uwen barbiershop staat onder water. Wash & Go hé? “
“ De butler, hoe ik daar niet eerder opgekomen ben…”zegt de kapper.
Maurice ziet in de spiegel de eerste watergolfjes binnensijpelen. ’t Zal hem worst wezen wie er vermoord is. Hij moet dringend zandzakjes gaan leggen of z’n kiekens verzuipen op hun stok. Hij springt recht, loopt met een halfgeschoren baard de deur uit en de straat op. Wordt op het nippertje ontweken door een BMW. Die z’n middelvinger opsteekt. Om vervolgens de groene vuilcontainer omver te rijden. Wat is een vuilcontainer nog waard de dag van vandaag, vraagt Maurice zich af…

©GoNo

dinsdag 16 november 2010

Staken…

“ Waarom staakt ge?”hoor ik de postbode vragen aan de vakbondsdelegatie, die al twee weken voor de poort van hun bedrijf kou staan te lijden.
“ Als wij het niet doen, wie dan wel?”is het antwoord.
“ Jamaar, haalt het ook iets uit?”vraagt de postbode, grijs geworden in weer en wind.
“ Welnee, maar zolang er camera’s aanwezig zijn doen we voort hé? Anders zeggen ze weer dat we niets doen voor het klootjesvolk…”
“ Maar zeg nu eens eerlijk, tegen die Amerikaanse bedrijven kun je toch niet op hé? Die doen toch wat ze willen?”
“ Natuurlijk doen die wat ze willen, en ’t is nog niet gedaan hé, al die Amerikaanse concerns vertrekken uit ons gezegend landje. Waarom zouden ze hier nog investeren? ’t Is hier de ene staking na de andere. Soms staken we gewoon uit verveling, een mens moet toch iets doen met z’n tijd, zeg ik altijd. Nietwaar collega’s?”
De collega’s gaan eerst in beraad en beslissen dan unaniem dat hun collega van de andere vakbond gelijk heeft. Intussen is de pers bijna voltallig, komt het vrouwelijk personeel aangedraafd met verse koffie en boterhammen met kaas & hesp. Daar kikkert een mens van op. De koffie mag er zijn, Sylvie van ’t Onthaal ook. Ze is solidair want haar man werkt hier al 25 jaar en net nu ze aan ’t verbouwen zijn wil de firma de boeken neerleggen. De kinderen studeren aan de unief wat ook stukken van een mens kost. Gezien hun inkomen te hoog is, kunnen ze geen aanspraak maken op een studiebeurs. Alleen gaan wonen en via het OCMW een studiebeurs aanvragen. Wat hen ook gelukt is. Maar er zijn altijd onvoorziene uitgaven en ge wilt toch wat meer voor je kinderen dan hetgeen jezelf gehad hebt hé? Die rijke smeerlappen hoeven zich geen zorgen te maken. Die pluimen eerst de werkman, dan de bediende, om uiteindelijk de firma leeg te zuigen en te vertrekken naar betere oorden waar meer winst gemaakt kan worden. Nooit genoeg is hun motto.
De regisseur van dienst vraagt om stilte want ze gaan live op antenne. De verslaggeefster legt nog eventjes haar wenkbrauwen goed, vraagt of haar boezem goed in beeld is want die correctie gratis gedaan door de Welnesskliniek mag gezien worden. Dat haar neus zo scheef staat als de toren van Pisa laten we buiten beschouwing. Een man kijkt eerst naar de borsten en dan pas naar het gezicht. Da’s wetenschappelijk proefondervinderlijk bewezen. De ganse wet van de zwaartekracht is erop gebaseerd.
Het begint te regenen, de nieuwscrew houdt niet van regen. Ze willen wel filmen in de regen maar dan vanuit de auto. De vakbonden vragen of een grote paraplu hen van enig nut kan zijn. Voor wie? Vraagt de regisseur met snijdende en scherpe stem. Wacht even, eventjes bellen naar Apeldoorn, grapje… de regisseur belt naar z’n vakbond. We komen er onmiddellijk aan. Een staking bij de nieuwsdienst is al een hele tijd geleden. Ze zijn al lang dat paraplusysteem zat. ’t Wordt tijd dat iemand z’n verantwoordelijkheid opneemt. Met gierende banden vertrekken ze met in hun kielzog een cameraploeg van de Vlaamse TV. Een primeur in Medialand. Het regent nog harder en de rivieren zijn opgezwollen door het teveel aan water dat vanuit Wallonië komt. Die Walen willen ons verzuipen want ze hebben al hun sluizen opengezet. Een nieuwe communautaire rel is in de maak. ’t Gaat er stuiven in ’t Federaal Parlement, zoveel is zeker. De verstandhouding staat nu helemaal op een laag pitje, wat zeg ik, de verstandhouding is uitgedoofd. De koning wordt erbij geroepen. Kan dit zomaar, sire? Hier in dit apenland kan alles, zegt de sire wijs en verstandig. Het water vloeit nu éénmaal naar het laagste punt en juridische is het wettelijk in orde. De sluizen bevinden zich op Waals grondgebied en zijn als dusdanig onderhevig aan de besluitvorming van het Waalse Parlement. Als die de kraan opendraaien, kunnen wij alleen maar met de natte vinger wijzen en dweilen met de kraan open. Zegt sire de koning. Voorwaar een staaltje van staatmanschap. Sire heeft het gemakkelijk want z’n paleis is gebouwd op een heuvel in Brussel. Het water stroomt daar al eeuwen naar de Zenne. De doorluchtige uitwerpselen van koninklijk allooi ook.
Het regent nu al vier dagen aan één stuk, heel Vlaanderen staat onder water. Een eenzame postbode probeert zich een weg te ploeteren naar het industriepark. De symbolen van een staking drijven op ’t water, samen met de lege blikjes en plastic boterhamzakjes. De postbode vraagt aan de achtergebleven portier waar iedereen is. Ze zijn naar Brussel om te gaan staken voor de poorten van de Vlaamse Zender, ’t schijnt dat het daar een pak droger is dan hier en de rechtstreekse verbinding is veel goedkoper hé? Zegt de portier met een grijnslach. De postbode schudt z’n natte hoofd. Staken? Voor wie of wat? Hij zet z’n fiets tegen de poort, rolt een sigaretje en maakt een cirkeltje. België is een schoon land, maar ’t moest overdekt zijn…stond er ooit op een bierkaartje.

©GoNo

maandag 15 november 2010

Voor de zoveelste keer…

Het regent harde pijpenstelen
de wind raast door de bomen
de vogels gestopt met kwelen
lijken van de lente te dromen

zwiepende takken als grijpgrage handen
langsheen de oude kerkhofmuur
schaduwspel dat me besluipt langs alle kanten
zelfs de kat is levensgroot op dit uur

de gierende wind doet m’n oren pijn
regen geselt m’n onbeschermde hoofd
de duivel zal vannacht niet alleen zijn
als m’n lichtend kaarsje wordt gedoofd

’t is donker, en ‘k ben bang van de nacht
bang om in een donker gat te verdwijnen
ik wil hier weg, ver weg, zeg ik heel zacht
naar een oord waar de zon altijd zal schijnen

ik ben reddeloos verloren gelopen
‘k voel de duivel zuchten in m’n nek
hij zegt:”heb je het nog niet gesnopen
je bent het spek voor mijne bek…”

het regent harde pijpenstelen
maar ik voel het bijna niet meer
wat kan het mij nog schelen
ik ben dood voor de zoveelste keer…

©GoNo

vrijdag 12 november 2010

Sprookjesbos

Een verjaardag in het bos,
tussen de paddenstoelen en het groene mos
Een meisje met de leeftijd van tien,
heeft in de gewone wereld al alles gezien
Achter de bomen, zit diep verscholen
Het monster van je stoutste dromen.
De taart staat klaar, slingers paraat,
Het monster wacht af, voor zijn finale slag.
Het feest begint, hiep hiep hoera
Gegil, geroep, hij is daar!!!
Met een harde brul is het plotseling stil
Er weerklinkt een laatste afgrijselijke gil.
Een verjaardag in het bos
Tussen de paddenstoelen en het groene mos
Alles gekleurd in het rood,
Het feest geëindigd met … de dood.

©IsabelleWillem

donderdag 11 november 2010

Geluk...

Geluk is maar een woord,
Een doel voor je leven
Geluk wordt zo snel verstoord
De wereld kan je nooit genoeg geven.
Het zit in die kleine dingen, die je niet zomaar ziet
Samen luisteren naar een lied,
Je ogen sluiten en genieten van de zonnestralen op je gezicht.
Wegdromen over dingen die je hoopt mee te maken.
Genieten van de lach van een kind.
Een kus, een streel, het beminnen van elkaar.
Geluk is maar een woord,
Niemand die je het kan geven,
Geluk moet je niet zoeken
Het kom naar jou, op momenten dat je het niet verwacht.
Dus wees geduldig en wacht.

©IsabelleWillem

het heeft niets met november te maken

het heeft niets met november te maken

"dat we elkaar nooit meer zullen weerzien
is geen antwoord
maar een vraag, onbegaanbaar
in dit oude licht"


*het denken aan mijn grootmoeder
doordat haar zwijgen
een grote ernst was

op het land, in de koeienstal
tijdens de zoektocht in het kellekamertje
naar confituur

sluiers van spinrag
en rabarber, haar hand bewoog
tot aan het einde toe
ik voel het, zo breekbaar
de lange bogen van haar leven
hoe ver ze reiken, in een nog grotere boog
als in regen

© kerima_ellouise

woensdag 10 november 2010

Gek op jou

Iedereen zegt dat ik gek ben,
Maar ben ik gek om je graag te zien.
Ik wil voor jou alles zijn dat iemand maar wensen kan.
Ik wil de opkomende maan zijn na een ondergaande zon
Ik wil een heldere hemel zijn na het ochtendgrijs.
Ik wil alles zijn voor jou
Omdat ik van je hou.
Ik wil het water in de woestijn zijn,
Zodat je altijd water bij je hebt
Ik wil bij jou zijn zodat ik een betere vrouw kan zijn.
Ik wil alles zijn voor jou
Omdat ik van je hou.
Iedereen zegt dat ik gek ben,
Maar ben ik zo gek om je graag te zien
Ik zou over water lopen om je te laten weten hoe graag ik je wel zie.
Zie je het dan niet,
Ik ben gek om van jou te houden

©IsabelleWillem

dinsdag 9 november 2010

Lieve mama,

Dit gedichtje schreef ik speciaal voor jou
Omdat ik zoveel van je hou
Je hebt zo veel voor me gedaan,
En je voelt me zo goed aan
Bij jou kan ik mijn hartje luchten
En nooit zal ik je hierbij horen zuchten
Ik zal er steeds voor jou zijn
Ook al ben ik nu niet meer klein
Weet je wat ik vind,
Je ben niet alleen mijn mama,
Je bent ook mijn beste vriend

©IsabelleWillem

maandag 8 november 2010

Ik mis je....nog steeds



Molly

Verdriet slijt niet met de jaren,
Het vermindert niet met de dag
Elke uur, elke minuut wordt je herinnert aan het gemis.
Je zoekt antwoorden die er niet zijn,
Je verdrinkt in je eigen schuldgevoel
Er zijn maar weinig mensen die begrijpen wat ik bedoel.
Ik zag je graag, wilde je nog niet kwijt.
Ik heb enorm veel spijt!
De tranen komen op momenten die ik niet wil,
De pijn bijt zich recht tot in mijn ziel.
Ik hou zo veel van je, het is bijna niet te beschrijven
Het gevoel zit zo diep, dat mijn verdriet aan het oppervlak blijft drijven.
Woorden komen tekort om te zeggen wat ik voel.
Maar ik denk aan je ,
Elke minuut, elk uur, elke dag
Ik hoop dat je ooit terug in mijn armen mag.

Molly ( vervolg)

Graag zien betekent ook loslaten,
Dus ik laat je gaan.
Ik hoop dat je geen pijn meer hebt.
Sorry dat ik er niet was.
Ik hou zo veel van je,
En ik zal je missen , elke dag
En ik hoop ,
Dat met elke minuut
De pijn verminderen mag.
Graag zien betekent herinneren,
Je pootje op mijn arm,
Je snoetje tegen mijn neus.
Lekker dicht bij een in bed,
Ik ga het missen, je geronk in mijn oor
Je gemiauw aan de tafel.
Geen zondagse stukjes kippewit,
Geen geflodder op de zetel.
Ik hou van je Molly,
En ik hoop dat je me kan vergeven,
Het spijt me dat ik er niet was.
Graag zien,
Ik zag je veel te graag
En mijn hart voelt leeg zonder jou!

©IsabelleWillem

Chrysanten zingen niet…

Wie kent me nog, vraagt de bejaarde zanger zich af. Waar is de tijd gebleven van den Ancien Belgique? De grote revues met hun bijna naakte dames en hun pluimveren gat? Hier waren ze preuts, maar in Parijs. Olalala, c’est magnifique!! En die Maurice Chevalier kende er wat van. Van katjes in ’t donker nijpen en knijpen. Ik ben oud en versleten, denkt hij. Wie wil er verdomme nu 100 jaar worden? Maar de tijd gaat voorbij en hij is er nog altijd. Hij doet wel alsof hij niet goed hoort, maar z’n hersenen zijn bijlange nog niet afgestorven. ’t Heeft soms z’n voordelen, ’t geeft hem de tijd om na te denken. Zoals die schepen die hem vraagt wat je moet doen om zo oud te worden. Hij doet teken dat ze wat dichter moet komen, wat ze ook doet. Haar oor plakt bijna tegen z’n tandloze mond. Vergeten z’n vals gebit in te doen. ’t Kan ook uit pure dwarsliggerij zijn. Wat zeg je? Wilt u de vraag herhalen? Camera loopt, huize Avondrood heeft een honderdjarige, hiep hiep hoera. De hele gemeenteraad is aanwezig, de burgervader komt iets later want moet nog een beker schenken aan de Keizer van het Gansenrijden. Maar ’t speelt geen rol, ’t is toch maar algemene repetitie…
Verzorgingstehuis Avondrood heeft ervoor gezorgd dat dit heuglijke feit niet zomaar voorbij zal gaan. Iemand die honderd jaar geworden is, mag al eens in de bloemetjes gezet worden. Op de vraag wat z’n lievelingsbloemen waren, antwoordde de honderjarige: “chrysanten”. En het was geen grapje hé..maar niemand had zin om de zaal te versieren met chrysanten. Dus staan er overal rozen, tulpen en andere snijbloemen uit de hof. De wanden zijn versierd met slingers uit de tijd dat carnaval nog uitbundig gevierd werd. Er hangen zelfs kerstslingers tussen, geen mens die het verschil ziet. Maar ’t is gezellig, zegt de directrice, de eeuweling is wreed content. Nietwaar, Mauriceke? Maurice denkt er het zijne van, wat zegt ge? Dat ge content zijt hé? Incontinent? Zie naar uw eigen hé?
Zie hoe ze zich wentelen in het aanschijn van de camera. Zie hoe belangrijk ze wel zijn, de natie zal tenondergaan als zij er niet meer zijn. De andere oudjes worden netjes de les gespeld, mooi blijven zitten en vals gebit inhouden. Meezingen mag alleen als de animatrice het zegt. Anders wordt het een bende hé? Maurice wil je dat liedje van uw naamgenoot zingen? Van wie? Van uw naamgenoot Maurice Chevalier? Ik ken geen Maurice Canapé. Chevalier, Chevalier…ma pomme of zoiets…
Ma pomme, ma pomme, c’est moi
Ma pomme,
C'est moi...
J'suis aimé comme un roi
Je n'me fais jamais d'mousse.
Sans s'cousse,
Je m'pousse.

De rest weet Maurice niet meer, de andere oudjes evenmin. Maar de orgelist van dienst heeft nog een ganse repertoire gaande van Edith Piaf tot Gilbert Bécaud. Allemaal dood en begraven. Maar hun muziek blijft eeuwig leven, zeggen ze althans. Niemand kan het controleren hé? Maurice is in slaap gesukkeld, droomt van andere en betere tijden. Toen hij succes na succes oogstte. Geld verdiende als slijk. De mooiste vrouwen aan z’n voeten lagen. Toen hij als jonge knaap in 1925 z’n eerste pasjes zette op het podium. Vijftien jaar was hij toen. Hij was zo stuntelig dat het publiek dacht dat het bij de act hoorde. Toen hij de tekst kwijt was, imiteerde hij op goed geluk Maurice Chevalier. Niet wetende dat de grootmeester himself in de zaal zat. Ze werden vrienden en zaten achter dezelfde vrouwen aan. De twee Mauricen, werden ze in de Moulin Rouge genoemd…
Hé, wat krijgen we nu? Slaapt Maurice? Zeg, maak die eens wakker, zonder de eeuweling hebben we geen programma. Maurice, Maurice, wakker worden, slapen moet ge na uw feest doen hé? Wilt ge m’n gerimpelde kloten eens kussen? Vraagt Maurice op beleefde en deftige toon. Wat zegt hij? Iets over gerimpelde poten, zal waarschijnlijk z’n handen bedoelen. Wat is er met je handen, Maurice? Doen ze pijn? De directrice neemt beide handen in haar handen, ze voelen koud aan. En ze zijn inderdaad gerimpeld. De directrice bekijkt ze, vraagt zich af hoeveel vrouwen hij met die handen gestreeld heeft? Tien, twintig, duizend? Ze krijgt het warm. Maurice ook. Kreunt opzettelijk. Geef hem wat frisse lucht, ge ziet toch dat hij naar adem snakt. Maurice wordt eventjes in de gang gezet. In de frisse lucht. Hé, daar is z’n vriend Maurice Chevalier. Met aan z’n arm Edith Piaf. De gluiperd heeft haar dan toch kunnen strikken? Kom, zegt Chevalier, laat ons wat pommes rapen, ma pomme, ma pomme…
’t Is welletjes geweest, niemand kent me nog, wacht Maurice, ik ga mee. Hoe meer zielen in de revue, hoe meer vreugde hé? De burgemeester staat geschrokken te kijken naar Maurice, een pot chrysanten ligt in scherven troosteloos te wezen…

©GoNo

maandag 1 november 2010

Voorbestemd

de weg beweegt, kruist
bomen aan, kruinen die in mist
blijven hangen

zich nooit voltooid hebben
en nu
bladerloos zijn

misschien waren we vrienden
langzaam
in een wandeling door herfst

in het oude, vertrouwd zoals de ochtend
die nesten bouwt
op schouders van het ronde zwijgen

verstaanbaar en gehuld
in handen

ook al boog de vijver zich bleek
rond mijn lichaam, schuifelden banken
de zon omlaag

wij bewogen, hielden ons vast
aan weerszijden van de weg, stilte als vergeten vruchten

misschien vertelt het oude iets nieuws
wanneer een vogel tegen het blauwe
dit gedicht zal openen

met daarachter, huiswaarts
een roepende, hoorbare gloed

© kerima_ellouise

Wachttijden…

“ Hallo, ben ik verbonden met het ministerie van Openbaar Nut?
“ Daar bent u mee verbonden…”
“ Kunt u mij doorverbinden met de dienst Wachttijden?”
“ Eventjes geduld, er zijn nog twintig wachtenden voor u…”
Na welgeteld een uurtje word ik doorverbonden.
“ Hallo, met de dienst Wachttijden, hoe kan ik u helpen aub?”
Vriendelijk zijn ze wel, moet ik zeggen.
“ Ik zou mijn beklag willen doen aangaande de wachttijden bij bus en tram…”
“ Een minuutje, meneer, ik zal zien of m’n collega aanwezig is. Dit is hier namelijk de dienst Wachttijden Treinen…”
“ Hoezo?”
“ U moet weten dat de dienst Wachttijden opgesplitst is in verschillende departementen. Zoals daar zijn: de dienst Wachttijden voor gepensioneerden, die de wachttijden van tram en bus willen weten. Die houden we aan ’t Lijntje, hebt u hem? Er is ook nog de dienst Wachttijden voor Burgers die wachttijden willen weten. Bent u toevallig gepensioneerde?
“ Nee, mevrouw, spijtig genoeg niet, want dan was ik nu al geholpen zeker?”
“ Inderdaad, waarom hebt u niet gewoon gezegd dat u op pensioen was? Ik ga dat niet controleren hé?”
“ Oké, ik ben op pensioen, kunt u me doorverbinden met de Wachttijdendienst van Tram & Bus?”
“ Nee, kan ik niet, ik ben verplicht te controleren of u wel degelijk gepensioneerde bent…”
“ En u zegt juist dat ik moet doen alsof ik op pensioen ben?”
“ Nee hoor, dat heb ik niet gezegd, nu ik weet dat u het niet bent, moet ik wel controleren hé? Verstaat u mij?”
“ Voor mij niet gelaten, verbind me dan maar door met uw collega…”
“ Eventjes geduld, er zijn nog tien wachtenden voor u…”

“ Hallo, met de dienst Wachttijden voor Burgers die graag de Wachttijden weten…”
“ Hallo, u spreekt met een ontevreden klant van de Lijn, de wachttijden worden minder en minder opgevolgd. Ik vraag me af waarom ze die wachttijden uithangen?”
“ Pardon, meneer, ik zal u doorverbinden met de dienst Ontevreden Klanten van Wachttijden van de Lijn…”
“ Doet u maar, ik wacht wel even …”
“ Hallo, met de dienst Ontevreden Klanten van de Lijn? Met wat kan ik u van dienst zijn?”
“ Ik ben ontevreden omdat de wachttijden langer en langer duren alvorens er een bus of tram komt…”
“ Meneer, ik heb uw klacht genoteerd, u kan ervan op aan dat er gevolg zal gegeven worden. Mag ik vragen of u tevreden bent met mijn antwoord?”
“ Heel tevreden, heel tevreden, ’t is een hele opluchting…”
“ Meneer, ik zal u eventjes doorverbinden naar de dienst Evaluaties van Tevreden Klanten van de Lijn, een ogenblikje geduld hé?”

Een half uurtje later wordt de lijn verbroken, net nu ik aan het wegdoezelen was op de tonen van de Vier Jaargetijden…

©GoNo