GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 31 januari 2014

De bazin in huis…




Ze droomt
klagend geluid
lang uitgestrekt
op de sofa, als ik me niet vergis
die nu haar eigendom is…

‘k vraag me af
 over wie of wat
ze ligt te dromen
over eten en bakje water
of een macho-kater…

misschien over haar moeder
die ze nooit goed heeft gekend
broers en zusjes al evenmin
weggerukt van een nest van vier
belanden in een vreemde wereld hier…

ze kijkt me aan
met één oog
te lui om beiden open te doen
rekt zich nog eens goed uit
’t interesseert haar allemaal geen fluit…

je ligt op m’n plaats
zeg ik een beetje kwaad
ze antwoordt in algemene kattentaal:
kruip achter die rot-pc
en schrijf over je kat haar wel en wee…

o kattekop, soms ben je zo ontzettend lief
zelfs al steel je m’n eten als een volleerde dief
maar er zijn regels in dit verdomde huis
vooruit, schuif nu toch op
en kijk me niet zo aan met je dwaze kop…

©GoNo




zaterdag 25 januari 2014

Wat gebeurt er met een hersendood lichaam?






Da’s de kop van een artikel in de krant “ Het Laatste Nieuws”. Een goeie vraag, ik zou het ook wel eens willen weten…

Dokters verklaren een patiënt hersendood wanneer er geen neurologische activiteit meer de bespeuren valt in het brein of de hersenstam. Dit wil zeggen dat alle elektrische impulsen tussen hersencellen verdwenen zijn. Om de diagnose te stellen, worden een aantal testen uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is kijken of de patiënt in staat is zelfstandig te ademen, aangezien dit een primitieve reflex is die uitgevoerd wordt door de hersenstam…

Tot zover de mening van de heren hooggeleerde dokters. Ik ben van mening dat mensen die hersendood zijn ergens naar een geheim labaratorium worden gebracht. Waar ze van hen een soort Robocops maken. Uit goeie welgeïnformeerde betrouwbare bron, waarvan ik alleen maar mag zeggen dat er een departement bestaat bij het Ministerie van Landsverdediging dat onderzoek doet naar hersendode mensen. Dit departement staat onder leiding van de befaamde professor D.Eath Junior. Deze professor wordt algemeen aanzien als een grote autoriteit in z’n vakgebied. Hij heeft baanbrekend werk verricht in het opzoeken en bezoeken van hersendode mensen. Z’n vader, die toevallig ook D.Eath heet, ging hem voor en behaalde wonderbaarlijke resultaten tijdens de wereldoorlog in nazi-Duitsland. In zoverre dat hij er een leerstoel aan overhield aan de Freie Universitat Berlin…
De bewering dat heel Duitsland hersendood was kon hij aantonen met dagelijkse voorbeelden. Z’n zoon Junior ging nog een stapje verder, geheime proeven die nu pas bekend geworden zijn, tonen aan dat hersendode mensen het militaire apparaat van de naties in leven houden. Hersendode mensen krijgen als het ware een nieuw leven als politieker. Ze worden vanop afstand bestuurd, hebben geen eigen mening en moeten ja-knikken als het hen gezegd wordt. Ze denken dat ze leven, maar zijn zo dood als een gebraden kip aan ’t spit. Die weet ook niet waarom hij zoveel rondjes moet draaien…
Ze staan voortdurend in contact met hun broodheren, getuige hiervan hun ook voortdurende getokkel op laptop, gsm en andere mobiele vensters op de wereld. Af en toe faalt er ene z’n of haar hart, die worden dan terug opgelapt in het geheim lab. De Wever hebben ze ook zo gerepareerd. Eerst hebben ze hem een nieuw lijf gegeven, want het vorige was tot op de draad versleten. Z’n hart is vervangen door een motortje, aangedreven door een batterij van Duracell. Die gaan, da’s algemeen geweten, langer mee…
Maar bij De Wever hebben ze een foutje gemaakt. Bartje was niet helemaal hersendood, dertig procent van z’n hersenen toonden nog enige activiteit. En zeker als hij een frituur passeerde. De reuk van een frietkot deden elektrische impulsen ontstaan, zo hevig dat er rook uit z’n oren kwam. Of het waar is, weet ik niet, maar er bestaan foto’s van. De volgende die aan de beurt is, is ene Maggy De Block, staatssecretaris van Vreemdelingenzaken. Dokteres van beroep en tevens van opleiding, zal ze er zeker geen bezwaar tegen hebben om het lichaam van een Miss België te krijgen. Ik gun het haar van harte, gedaan met het lachen met dat beetje overgewicht. Moet ze eindelijk niet meer de lift alleen nemen. Ten dele omdat er, als zij er staat, geen ruimte meer is, maar ook ten dele omdat de meeste verkozenen bang zijn dat de lift zal blijven hangen. Wat dan weer tot gevolg zou hebben dat de geheime centrale van het labo overstelpt zou worden door de noodkreten van hun plots onbestuurbare bestuurders…
Ik heb de debatten gevolgd op Canvas. Villa Politica noemt dat programma. Je gelooft het nooit maar het gaat over politiek. Ik dacht eerst dat het een ouder-namiddag was van een kleuterschool. Maar bij nader toezien, ging het wel degelijk over democratische besluitvorming. De vraag die gesteld werd of die drie directeurs van Dexia een loonsopslag moesten krijgen en dit terwijl de Dexia-bank met belastinggeld wordt overeind gehouden. Een goeie vraag vond ik, nu nog een goed antwoord en ik kan met een gerust hart gaan slapen. M’n middagdutje, bedoel ik…
De nieuwe minister van Financiën wrong zich in bochten die zelfs een slang hem niet na kan doen. Hij verdedigde de CEO van Dexia met hand en tand. Een traan blonk in z’n ogen toen hij zei dat hij de CEO van Dexia nodig had. Die man was z’n geld waard en die drie directeurs ook. Hij zou hem niet in de steek laten, ze kennen elkaar al jaren. Ze zijn samen groot geworden in het bankwezen. Zoveel trouwheid en vriendschap deden bij mij ook tranen vloeien. Waar vindt ge dat nog tegenwoordig, denk ik dan. Op de achtergrond hoorde ik het liedje van: “ We zijn twee vrienden, jij en ik, hoebahoebahop.” Eerst dacht dat het voltallige parlement aan het Schlagerfestival bezig was, maar ’t was op de radio. Geheel toevallig, maar uitermate toepasselijk. Een duidelijk antwoord hebben ik en zijn collega’s niet gekregen. De nieuwe minister is een expert in het rond de pot draaien. Da’s waarschijnlijk de reden dat hij bij de tjeven zit, denk ik. Hij zal, in samenspraak met z’n CEO, de enige vriend die hij heeft me dunkt, de loonsverhoging onderzoeken. Tja, denk ik dan, had dat van de eerste keer al gedaan, dan was al die heisa niet nodig geweest. De mensen pikken het niet langer, de media voert een geheime oorlog tegen de politici. Ook gesteund door een andere geheim labo. Verdeel en heers, ’t is van alle tijden hé? En geloof het of niet, vanavond kwam de heer minister zeggen dat de loonsverhoging niet doorging. Hé, denk ik dan, die hebben een achterpoortje gevonden en zullen hun opslag wel op een andere manier binnenrijven…
Na de verkiezingen zullen er nieuwe gezichten in het halfrond zitten. Met een beter programma, een betere harde schijf in hun kop en een noodknop om hen vanop afstand af te zetten. In slaapmodus, als het ware. Mensen die hersendood zijn, wie zijn ze, wat doen ze en vooral waar komen ze vandaan, zou Paul Jambers zeggen…


©GoNo

woensdag 22 januari 2014

Vroeger….enzovoort 3.





Adam & Eva waren gemaakt om onsterfelijk te wezen. God zag hen graag, ze moesten alleen maar een beetje luisteren, dat was toch niet teveel gevraagd, hoopte hij. Dat hij soms een zagevent was, moesten ze er maar bijnemen. Dat was z’n goddelijk voorrecht. Het probleem met God de Almachtige was dat hij een verregaande vorm van Alzheimer had. Hij vergat nogal gemakkelijk wat hij voordien gezegd had. Maar van zijne appelenboom moesten ze afblijven. Zet de kat bij de melk, maar kom nadien niet klagen dat diezelfde kat ze opgedronken heeft hé?
De engel Lucifer had er een handje en ook andere lichaamsdelen van weg om de boel op stelten te zetten. Hij liep niet hoog op met de schepping van zijne heer en meester. Vindt hem een oude psychopaat met een duidelijke vernietigingsdrang. Voer voor de psychiaters en bij uitbreiding de psychologen. Maar God ziet en hoort alles, dus moest Lucifer oppassen dat hij niet betrapt wordt terwijl hij de andere engelen tot rebellie probeerde over te halen. De engelenschare was intussen flink aangegroeid, ze waren nu met een honderdtal om de Heer te dienen…
Daarom belegde Lucifer een vergadering op het hoogste niveau. De hemel is het hoogste, hoger kan niet, denk ik dan…
“ Beste vrienden, we zijn hier samen om de Heer te dienen en dit tot het einde der dagen. Zoals iedereen hier weet of toch zou moeten weten, is dat verrekt nog lang. Het kan toch niet zijn dat we steeds moeten opdraven om de Heer ter wille te zijn, waar is onze privacy, vraag ik jullie? Twee weken jaarlijks verlof en vijftig weken werken, ’t zijn verdorie middeleeuwse praktijken. En de middeleeuwen zijn nog veraf, om maar een voorbeeld te geven…”
De engelen moeten, bij nader inzien, Lucifer gelijk geven. Die kerel slaat nagels met koppen. Gabriel en Michael, de eerste engelen, kijken elkaar aan en voelen de bui al hangen. Dit loopt verkeerd af, dachten ze. God, de Almachtige, zou z’n toorn over hen laten nederdalen. Maar een geluk dat God zit te slapen en in z’n dromen de wereld aan het verbeteren was…
“ Vrienden, vertel me eens waarom de Schepper van hemel, aarde en nog wat van die dingen waar geen kat, laat staan wij, om gevraagd heeft, meer met de mensen bezig is dan met ons? Er zijn er nu nog maar twee, maar ik heb vernomen uit goeie en betrouwbare bron, dat het er vlug meer zullen zijn. Ze gaan daar beneden kweken als konijnen, let op m’n woorden. Als iedere mens dan nog ook eens een engelbewaarder nodig heeft, zal het hier rap en tevens snel overbevolkt geraken. Ja, ik weet het, het heelal is oneindig, maar aan alles is er een eind. Behalve aan sigaren, daar zijn twee eindjes aan hé?...”
Zo, denkt Lucifer, de lachers heb ik al op m’n hand, nu nog de pessimisten en de hemel zal er binnenkort helemaal anders uitzien…
God is wakker geworden, waar is iedereen, vraagt hij zich af. Even de benen strekken, een wandelingetje kan bij een God op leeftijd wonderen doen. Hij slaat de weg in naar de berg Olympus, waarvan er op aarde een kopie staat. Wat niemand weet is dat het Aards Paradijs in feite een complete kopie is van het Hemelrijk. ’t Is een parallelle wereld of beter gezegd universum. Dit om aan te tonen dat de schrijver dezes er wel kaas van gegeten heeft…Wat niets ter zake doet, maar ’t klinkt goed hé?
Hij draait de hoek om en wat ziet hij? Ja, vraag ik me ook af, wat ziet hij? God ziet immers alles, die heeft zoals ik gene bril nodig, denk ik dan. Of hij moet contactlenzen gedragen hebben. Zou kunnen hé? God ziet een menigte engelen aan de voet van de Olympus. Eigenaardig, denkt God, zouden de Olympische Spelen al begonnen zijn? Ze zijn er vroeg bij, gezien ze nog niet uitgevonden zijn. Maar da’s maar een detail. Plots krijgt hij Lucifer in het oog of beter gezegd in beide ogen. Eventjes meeluisteren wat die doorn in m’n ogen te vertellen heeft, denkt God…
Lucifer is zich van geen kwaad bewust, dat is normaal als je zelf het Kwaad bent hé?
“ Beste vrienden, ik wil een partij oprichten. Een nationaal socialistische partij. Een partij die onze belangen behartigt, een partij, die als volwaardig gesprekspartner aan tafel kan gaan zitten met de Heer. We willen de Heer wel dienen maar daar moet een billijke vergoeding tegenover staan. Geen rijstepap met kandijsuiker of tomatensoep met balletjes. Nee, beste vrienden, een zevengangenmenu, klaargemaakt door de persoonlijke chef van de Almachtige. Is dat soms teveel gevraagd? Ik denk het niet…”zegt Lucifer met overtuiging.
Wat krijgen we nu, denkt God. Is dat kalf van een Lucifer nu helemaal gek geworden? Een zevengangenmenu? Het moet niet veel gekker meer worden. Twee weken verlof, is dat nog niet genoeg?
God maakt zich kwaad, in een flits en een donderslag staat hij plots naast Lucifer. De engelen kijken verbaasd toe. Voor een oude God is hij toch nog redelijk snel, vinden ze. God kijkt Lucifer met een vernietigende blik aan en buldert:
“ Lucifer, ge zijt de verpersoonlijking van het Kwaad! Ge zijt een slechte engel. Wat zeg ik? Een doorslechte engel, ik heb spijt dat ik je gemaakt heb. Normaal zou ik je hier ter plekke moeten vernietigen, maar ik kan het niet want dat zou betekenen dat ik een fout gemaakt heb. En zoals iedereen weet is God onfeilbaar, ik kan dus geen fouten maken. Wat een kloteboel hé? God zijn is geen gemakkelijke job, ’t is een knelpuntenberoep…
Ik ga je verbannen, uit m’n hemelrijk gooien. Verbannen naar de catacomben van de Hel. Ge kunt daar bezinnen. Maar eerst ga ik je bokkenpoten, een staart en hoorns geven, je zult Duivel heten, zodat iedereen je kan herkennen en ook een beetje opdat ze later toch iets op hun schilderijen moeten kunnen zetten…”
God heft z’n hand op en voorwaar ik zeg u, Lucifer veranderde in een Duivel. ’t Kon Lucifer weinig of niets schelen. ’t Paste goed in z’n kraam, één van de hoofdrollen in God z’n poppenkast was mooi meegenomen. God heeft blijkbaar vergeten om mij de hoedanigheid af te nemen om mezelf te veranderen in wat ik maar wil, denkt Lucifer. Seniele en demente gek, mompelt Lucifer terwijl hij onder begeleiding van Gabriel en Michael op weg is naar de Hel.
“ Lucifer, hoe kan je zo achterlijk zijn? Je ziet er niet uit. We gaan een boek moeten schrijven met daarin de Gevallen Engelen. Er zullen er nog volgen, God zal het hierbij niet laten, zoveel is zeker. Ge zult niet lang alleen zijn in de hel, neem dat van ons aan…” zeggen beide engelen. Ze spreken verdomd in stereo, denkt Lucifer…

©GoNo


woensdag 15 januari 2014

Vroeger,…. enzovoort 2



Een vrouw in ’t spel, dan weet je het wel…

God zit op z’n troon, die op een wolk staat. Je vraagt je af hoe het komt dat die niet met z’n hele hebben en houden door die wolk zakt. Hij keek naar beneden, naar boven kijken had geen zin, want daar waren alleen maar sterren. En als ge er ene gezien hebt, hebt ge ze allemaal gezien. God tokkelde met z’n knokige vingers op de leuning van z’n troon. Hij, de schepper van alles en nog wat, voelde zich een beetje eenzaam. Z’n engelen waren op jaarlijks verlof, ergens op één of andere verre planeet in wording. ’t Was stil op die goddelijke wolk. Te stil naar God z’n goesting. Laat ik eens gaan wandelen in m’n Aards Paradijs, dacht God, eens kijken wie er thuis is…
En alzo daalde God neder op aarde. Omgeven door donder en bliksem, kwestie van z’n aankomst met het nodige vertoon van Almachtigheid aan te kondigen. De apen en de enige mens op aarde lagen er niet meer van wakker. Ze tikten eens tegen hun voorhoofd met de woorden: “ daar heb je hem weer…” ’t Zonnetje scheen volle bak en ieder schepsel lag te luilakken, want werken was nog niet uitgevonden. Zelfs de aap-vuilnisman vond het te warm om op te ruimen. Ja, maar die aap werkte dan toch, zul je zeggen. Nee, ’t was meer een tijdverdrijf, een hobby als het ware en voor een kilo bananen doet een aap veel hé?
Jezus Christus, de ontvangst laat wel veel te wensen over, mompelde God. Jezus Christus zou later de zoon van God worden. Zo weet je meteen hoe die kerel aan z’n naam gekomen is. Gewoon toevallig. Maar alle grote uitvindingen gebeuren meestal toevallig, denk ik dan…
Adam, waar zit ge, roept God met donderende stem. Hij hoort geritsel in het struikgewas; wat ruist er nu weer, vraagt hij zich af. Zeg, Almachtige, mag een mens soms niet gaan kakken, antwoordt Adam, terwijl hij z’n vijgenblad terug aantrekt. Kakkerlakken, moet ik ook nog maken, denkt God. Puur om de toekomstige mensheid te koeioneren. Die beestjes maak ik zo sterk dat ze zelfs een atoomoorlog zullen kunnen overleven. Dat wordt nog lachen geblazen. Adam, ik heb een vraagje voor jou, zijt ge niet een beetje eenzaam met alleen maar apen en een zonsondergang waar ge alleen moet naar kijken, vraagt God. Adam schudt z’n hoofd, wat is dat nu weer voor een vraag? Ik ga een vrouwtje maken, iemand waar ge lief en leed kunt mee delen in alle eeuwigheid, amen.
Een vrouwtje? M’n geiten zullen jaloers zijn, denkt Adam…
Leg u neder, zodat ik een rib uit uwen borstkas kan halen want zo staat het in de handleiding. Adam heeft er niet veel zin in, een rib uit z’n borstkas? God heeft toch altijd van die lumineuze ideeën, denkt hij. Ge moet er maar opkomen, denk ik dan. Adam, dit is een bevel en bevelen dienen opgevolgd te worden anders breng ik u voor de krijgsraad, zegt God het wachten meer dan moe. Waar heb ik dat nog gehoord hé? En zo geschiede, Gods wil is wet. God schept een vrouw uit een kromme rib. De eerste vrouw had meer weg van een platvis, maar al doende leert men. Als ik ze nu eens borsten gaf, zodat Adam iets heeft om mee te spelen? Doe ik, besluit God in al z’n wijsheid. Hij bekeek haar eens goed, er mankeerde nog vanalles aan. ’t Is een zoogdier, dus moet ze kunnen voortplanten. Ik geef ze ook nog een vagina, hij wou bijna zeggen een “kut” maar vindt dat woordje nogal vulgair. Ze moet er uitzien als een toekomstig cola-flesje. En ja hoor, ze zag er uit om op te eten. Geslaagd, volkomen geslaagd, roept God in opperste verrukking. Adam, wat vindt ge ervan, vraagt God. Ze heeft geen haar en haar voeten zijn te groot, zegt Adam met enige kennis van zaken. Zeurkous, ik maak haar voeten kleiner, zo goed? En ik maak er een brunette van…Ja, da’s al stukken beter, maar haar ene borst is groter dan de andere. Nee, haar ene borst is kleiner dan de andere.God heeft altijd gelijk hé? Da’s een detail, daar let niemand op en daarbij, ge zijt maar voorlopig met twee hé, zegt God een beetje boos omdat Adam z’n kritiek hem raakt…
Er mankeert ook een stukje vanonder, zegt Adam. Onnozelaar, dat is haar vagina en ge zult daar nog veel plezier aan beleven, voorwaar ik zeg u. ge moet hetzelfde doen als met uw geiten, zo moeilijk is dat nu ook weer niet, veronderstel ik, zegt God met een monkellach. God weet alles, als hij het niet vergeet, denk ik dan…
Bon, ik heb genoeg gewerkt vandaag, trek er uwen plan mee en zorgt dat ge elkaar een beetje verstaat, zegt God terwijl hij aanstalten maakt om op z’n wolk te kruipen. Wacht even, m’n heer en meester, zegt Adam, er zit weinig leven in, volgens mij. Vergeten er leven in te blazen, kan gebeuren hé? God blaast leven in de mond van de vrouw, die toen nog geen naam had. Ze knippert met haar ogen, slaakt een zucht en haar eerste woorden waren: “ Verdomme, uwen adem stinkt…” God kreeg al direct de neiging om haar te vernietigen, maar ’t zou zonde zijn van het werk dat hij erin gestoken had. Maken dat ik hier weg ben, Adam is nog niet thuis met z’n patatjes, denkt de Heer…
We zijn een kleine honderd jaar verder en ’t gaat goed met Adam en z’n vrouwtje. Zeg, vrouwtje, ’t wordt tijd dat ge een naam hebt hé, zegt Adam terwijl ze samen naar de zonsondergang kijken. Wat vindt ge van Eva, vraagt Adam. Eva? Ja, Eva Braun want je haren zijn bruin. Laten we het maar op Eva houden, die achternaam zal later slechte herinneringen oproepen. Waarom, vraag ik me af hé?
Zeg Evaatje, wanneer gaan we ons nu eindelijk eens voortplanten, vraagt Adam heel lief. Voortplanten, echoot Eva. Ja, we moeten toch voor een nageslacht zorgen, alleen met ons tweetjes gaan we het niet redden, denk ik. Vandaag niet, zegt Eva, ‘k heb koppijn en m’n maandstonden. Ge zoudt beter wat nieuwe vijgenbladeren afsnijden, ze zijn bijna op.
Adam voelde een erectie in z’n middelste vinger. Fuck you, mompelde hij, ’t is altijd iets met dat vrouwtje. Eva keek naar haar ventje, sjonge, sjonge, z’n verstand zit in z’n fluitje, denkt ze…

Wat komen gaat…

Lucifer wordt uit de hemel geknikkerd en neemt wraak…
De uitvinding van appelmoes is een feit…
Adam & Eva worden sterfelijk…

©GoNo



dinsdag 14 januari 2014

Vroeger, in den beginne was er…



Soms zit ik te denken hoe het vroeger moet geweest zijn. Met vroeger bedoel ik dan toen de eerste mensen aan hun verkenningstocht begonnen. De eerste mensen? Maar wat met de allereerste? Hoe zag die de wereld die voor hem lag? Ze zeggen altijd dat Adam de eerste man op aarde was en God, de Schepper, schiep toen Eva uit een rib van diezelfde Adam. Maar stel je eens voor dat Adam een homo was? En Eva een lesbische? Dan hadden ze beiden serieuze problemen, denk ik dan. Ze waren maar met twee hé? Of zou God ze aan hun trekken laten komen? ’t Blijft een open vraag. ’t Zou kunnen, gezien de staat waarin z’n Aards Paradijs momenteel verkeerd. Maar dan begrijp ik weer niet waarom hij een vrouw geschapen heeft. Hij had evengoed een man kunnen scheppen. Was hij waarschijnlijk wel van plan, maar ze moesten zich ook nog kunnen voortplanten. Had ze dan eieren laten leggen, denk ik dan…
Eieren leggen, hoor ik jullie al vragen? Maar er moet toch altijd eerst een bevruchting plaats vinden? Ja, da’s waar, wie zegt dat Adam geen betrekkingen onderhouden heeft met een kip? Volgens geleerden stammen wij af van de vogels die op hun beurt afstammen van de dinosaurussen. Moet er nog zand zijn, vroeg de Arabier zich af in de Sahara. Één van z’n dertig vrouwen raadde hem aan een stofzuiger te kopen…
Maar laten we ons bij het Scheppingsverhaal houden. God zag dat het goed was, zo kennen we hem. De hemel zag blauw, de wolkjes waren wit en de aarde was bedekt met bomen en planten. De Groenen zouden zich hier thuis gevoeld hebben. Maar er ontbrak iets. God pijnigde z’n hersens, liet een wind en zie, bomen en planten deinden mee op z’n Goddelijke scheet. Da’s al stukken beter, dacht God. Ik ga een dutje doen van een paar eeuwen en dan zien we wel verder…
Na vierhonderd jaar, hij had zich overslapen, werd hij wakker. Ik moet iets doen, maar ‘k weet niet meer wat. Waar is m’n agenda? Ha, hier heb ik hem. Opstaan, gaan kakken en vlechtjes in uwen baard leggen. Zo stond het er. Hij kon zich niet herinneren dat hij dat geschreven had. Waar is m’n secretaresse, riep hij luidop. Meestal als men roept is het al luid hé? Anders zou hij gefluisterd hebben, denk ik dan. Z’n secretaresse kwam niet, om de eenvoudige reden dat hij die nog niet gemaakt had. Hoe dom kan een God zijn  hé? Moet ik hier alles zelf doen, riep hij in staat van razernij. Geen antwoord, de stilte was oorverdovend…
God nam een pilletje tegen de koppijn. Hoe hij eraan kwam is heden ten dage nog steeds een Goddelijk mysterie. Een beetje zoals “ Gods wegen zijn ondoorgrondelijk..”
Ik vraag me af, toen God de wereld schiep, of hij ook autostrades geschapen heeft. Die moeten er al geweest zijn, anders heeft die spreuk geen reden van bestaan. Of die spreuk van “ Oost west, thuis best” . Als men nooit verder geraakt is dan z’n voordeur, slaat dat ook op niets hé?
God keek naar beneden en zag dus dat het nog niet goed genoeg was. Er mankeerde nog iets aan z’n schepping. Er zijn geen dieren, dat is het. Tevreden dat hij zo vlug tot die conclusie gekomen was, zette hij zich aan het werk. ‘k Heb alle tijd van de wereld, dacht hij. Op een paar uur steekt het niet. Tijd is relatief, dat zullen ze later wel merken. Hij boetseerde van klei het ene dier na het andere. Het ene ook al gekker dan het andere. Tot hij aan de apen kwam. De eerste aap was een complete mislukking. Iedere keer als hij hem recht zette, viel hij omver. God, gekend om z’n nogal wisselvallig humeur, schoot in een Vlaamse colère, ofschoon er toen van de Vlamingen nog geen sprake was, maar ’t is bij wijze van spreken hé? Hij pakte de hamer, die hij stiekem geleend had van Thor en sloeg de aap zo plat als een vijg. Een vijg uit Palestina, later zouden we er nog van horen. Samen met een braambos, dat op onverklaarbare wijze in de fik vloog. Net toen ene Abraham zijne zoon wou offeren aan diezelfde God. Maar da’s voor later hé? Het geduld van God kent grenzen, mompelde hij en streek in z’n baard met vlechtjes. Hij boetseerde de stukken zo goed en zo kwaad als het ging terug aan elkaar. Waar zijn z’n handen gebleven, vroeg hij zich af. De handen van de aap stonden daar waar normaal z’n voeten horen te staan. En kijk, geloof het of niet, de aap bleef rechtstaan. Zo houden, denkt God, kan niet beter, ik geef hem vier handen. Da’s gemakkelijk om het vuile werk op te knappen. M’n Aards Paradijs moet toch af en toe eens opgeruimd worden. De eerste vuilnisman was dus feitelijk een aap. De afstammelingen van deze aap komen me nu nog lastig vallen om hun nieuwjaar te krijgen. Foutje in de genen, denk ik dan…
Toen hij zo z’n werk eens bekeek, kreeg hij weer het gevoel dat het nog niet af was. Z’n oog viel op z’n laatste creatie. Hé, als ik nu eens iets maak dat op die aap lijkt? Ik zal het ‘ mens ‘ heten. Maar die krijgen wel voeten, hoe kan ik anders met hun voeten spelen? Bij die gedachte alleen al, schoten er sterretjes en vonken uit z’n ogen van toekomstig plezier en leute. Voilà, de sterren waren nu ook geschapen, zonder veel moeite. Hij keek, in al z’n Alwetendheid, naar de hemel. Kan er iemand het licht doven, roept hij, ik zie m’n sterren niet. ’t Wordt tijd dat ik personeel ga scheppen, ik ben het beu om alles zelf te moeten doen. ’ s Anderendaags heeft hij de engelen geschapen, maar na een week waren die God al kotsbeu. ’t Is een dictator, zei de engel Lucifer, een psychopaat met sadistische neigingen. Wedden als het misloopt met z’n schepping, hij alles op ons gaat steken? Ik heb gehoord dat hij van plan is om een zoon te maken. Dat belooft hé? Zo de vader, zo de zoon…
God heeft een mens geschapen, naar z’n evenbeeld. In plaats van vlechtjes in z’n baard, kreeg hij vlechtjes in z’n haar. Ge staat er niet slecht mee, ge lijkt een beetje op Pipi Langkous, die nog uitgevonden moet worden, zegt God, tevreden over z’n werk. Ik ga u Amsterdam heten, ze zullen het later toch afkorten tot A’dam. De Hollanders hebben feitelijk die naam gepikt van de Heer, dat staat vast. Ik zal je in m’n paradijs plaatsen, je zult er in harmonie leven met bomen, planten en alle diersoorten en zeker met de apen want die staan het dichtste bij jou., zegt God op gebiedende toon. Adam ziet het wel zitten ofschoon hij rechtstond in het aanschijn des Heer. Je mag alles wat er groeit gebruiken, maar van één ding moet je afblijven, hebt ge me verstaan, vraagt God. Jaja, je moet zo niet roepen, ik ben niet doof, zegt Adam. Ik roep niet, ik spreek alleen een beetje hard, is het antwoord van de Heer. Zou u de vraag even willen herhalen? Vraagt Adam met een lachje rond z’n lippen. Welke vraag, vraagt God die het stilaan op z’n goddelijke heupen begint te krijgen. Die van “ of ge mij verstaan hebt …” en waarop ik geantwoord heb dat ge zo niet moest roepen omdat ik niet doof ben, zegt Adam. De engel Lucifer ligt zich een breuk te lachen in het struikgewas. Hé, denkt God, wat ruist er door het struikgewas? Later ook weer gebruikt door een Hollander, zoals iedereen weet…
Ge moet van m’n appels afblijven. Er zijn appelbomen genoeg, maar van die appelboom met een aura rond, blijft ge af. Deze appels bevatten alles wat een mens niet hoeft te weten. Ze zijn het leven en de dood, de onsterfelijkheid en ze bevatten ook nog vitaminen. Als ge ze perst en aan het sap koolzuur toevoegt, krijgt ge cider of appelwijn. Klopt dat een beetje, Lucifer? Lucifer, verdomme, waar zit ge nu weer? Gabriel, Michael, en de rest van m’n engelen, waar zitten jullie? Engelen hebben vleugels omdat ze dan sneller hun meester kunnen bedienen. In hun geval dienden die vleugels om zich alleen maar sneller uit de voeten te kunnen maken als God weer eens z’n litanie afsteekt. ’t Ging redelijk goed in God z’n huishouden, Adam bleef van de appelboom. Hij keek er wel heimelijk naar, maar God was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Zouden ze in die tijd al handschoenen gehad hebben, vraag ik me af. Als er handschoenen bestaan, waarom dan geen voetschoenen? Misschien dat de eerste mensen op hun handen liepen? En een aap, draagt die twee paar handschoenen of twee paar schoenen? Ik ben er nog niet uit…

Als ik dit verhaal overlees, valt het me op dat God toch wel een verduivelde slimme geest had. Ge moet maar op ’t gedacht komen om zoiets als de schepping in mekaar te steken. Ik krijg zelfs met een bouwplan een Ikea-meubeltje niet in elkaar. Als ik het in elkaar gezet heb, lijkt het helemaal niet op wat in hun catalogus staat. Die gaatjes die voorgeboord zijn, stemmen nooit overeen met waar ze moeten voor dienen. Ik heb altijd gaten over. M’n brein zal waarschijnlijk gemaakt zijn van kaas met gaten, denk ik dan…
Zo, beste lezers, dit was het eerste deel van de wonderbaarlijke schepping. Als er een vervolg moet komen, gelieve het mij te laten weten, via de geijkte kanalen. Zo niet, schrijf ik wel andere onzin, de wereld hangt aanéén van verhalen, zeg ik altijd. Als ze nog niet moesten bestaan, ik zou ze uitvinden hé?

©GoNo




zaterdag 11 januari 2014

De kleren van de kiezer…




Wat is dat toch met al die zoontjes/ dochtertjes van die politici? Ze willen allemaal in de politiek gaan. Uit puur idealisme. Om onze Vlaamse en bij uitbreiding Belgische wereld te verbeteren. Er zijn mensen die beweren dat ze het uit pure geldzucht doen, maar da’s ferm overdreven. Er zijn er ook die beweren dat ze nog gene stamp onder hun kont waard zijn, maar da’s nog meer bij de haren getrokken. Wat is er verkeerd aan om in de voetsporen van hun vaders en moeders te treden?
Dat ze nog niets bewezen hebben? Ja, denk ik dan, je moet ze wel de kans geven hé? Onze huidige koning Philippe van Saksen-Coburg en nog wat landerijen heeft al die jaren moeten horen dat hij niet deugde om koning te worden. En kijk waar hij nu staat of zit. Met een loon dat nauwelijks meer is dan de eerste beste CEO van een staatsbedrijf. Hij is, op papier althans, de grote baas van een bedrijf met bijna twaalf miljoen werknemers. Het grootste bedrijf in België. Hij is perfect viertalig, kent de economie op z’n duimpje. Kent ook de meeste politici, de hele adel en clerus. Die man kunnen ze niet genoeg betalen, vind ik…
Hier in België is het bijna een traditie dat de zonen/ dochters hun vaders opvolgen in de politiek. Marc Eyskens volgde Gaston Eyskens op, Antoinette Spaak haar vader Paul-Henri Spaak, maar dat liep een beetje spaak. Freya Vandenbossche, Tom Dehaene, Jean J. Vandergucht, Matthias Declercq, Bruno Tobback, en binnenkort de kinderen Dewever, Somers, Verhofstadt en consoorten. Eerlijk gezegd en gezwegen, al die kroonprinsen en- prinsessen staan te dringen om verkozen te worden. Ze hengelen naar uw en mijn stem. Ze sleuren er op hun partijdagen zelfs gebarentolken bij. Er zit dan welgeteld één slechthorende in de zaal en eentje in een rolstoel. Kwestie van te laten zien hoe medelevend ze zijn met het plebs. Als de camera’s weg zijn worden die beleefd gevraagd om op te hoepelen. De receptie is voor de echte leden hé?
De verkiezingen zijn pas in mei 2014 en we worden nu al overspoeld door hun propaganda. Er gaat geen dag voorbij of ze komen met ronkende verklaringen af. De ene al debieler dan de andere. De ene partij wil van het pensioenstelsel af, de andere wil het hervormen. De ene partij zegt dat we minder moeten werken, de andere zegt dat we meer moeten werken. De ene belooft meer welvaart, de andere ook maar ’t mag niets kosten. En ga zo maar door, je wordt er zo zot van als een dolgedraaide paardenmolen. Wanneer komt er hier eindelijk eens een grote schoonmaak, vraag ik me af. Wanneer gaat de voltallige bevolking eens de straat op om te eisen waar we recht op hebben? Recht op werk, op een loon waar we kunnen mee leven, op belastingen die dienen waarvoor ze uitgevonden zijn. Geen fils-à-papa of fille-à-papa, die zelfs zonder verkozen te zijn in het parlement zitten. Kinderen die alleen de naam van hun ouders dragen en daarmee is de kous af. Die elke maand een riante vergoeding opstrijken zonder te weten wat een doordeweeks brood kost. Die denken dat de nulmeridiaan door hun gat loopt. Maar kan je die kinderen ongelijk geven? Ik weet het niet, als de jobs zo dun gezaaid zijn, is het toch doodnormaal dat een vader en/of moeder aan de toekomst van zijn of haar kinderen denkt. Maar het begint wel op te vallen hé? De burgers slikken het niet meer, zijn mondiger geworden. Ik denk dat er velen terug met de voetjes op aarde zullen staan, na de verkiezingen. Er zou wel eens een serieuze omwenteling kunnen zijn. De mensen zijn niet meer geneigd alles met de mantel der liefde te bedekken. Het veelvuldig gegraai en de onstopbare geldzucht van al die hooggeplaatste dames en heren politici en hun benoemde politieke vertrouwelingen, loopt de spuigaten uit. Ze hebben een plafond ingesteld voor hun CEO’s. 650 000€ mogen die nu nog verdienen per jaar. In Belgische franken een slordige 26 000 000. Dat zeggen ze er niet bij hé? Iemand die gaat doppen, krijgt na verloop van tijd een vergoeding van +/- 933€ per maand. Of  11196€ per jaar. Dat komt neer op een kleine  451 645 oude Belgische franken. Als je de optelsom maakt, zijn we dus maar  1/60ste waard van een CEO in overheidsdienst. Die dan nog betaald wordt met ons belastinggeld.  We zijn de aandeelhouders en hebben niets in de pap te brokken. We laten het toe, doen niks en klagen achteraf. Na de stembusgang zullen we ons weer afvragen hoe het in godsnaam mogelijk is dat we opgescheept zitten met een stelletje nietsnutten die amper kunnen lezen of schrijven….die meer met hun laptop of i-pad bezig zijn dan met hun parlementair werk.
Zijn we niet allemaal CEO’s van ons eigen leven? Wij moeten ook beslissingen nemen die risico-gebonden zijn. Maar bij ons, is een verkeerde beslissing nefast voor ons verdere leven. Wij kunnen niet terugvallen op een uittredingspremie, een oprotpremie of een andere rijkelijk betaald jobke. Bij ons is het linea recta naar de bedelstaf. Ik kan er van mee spreken en met mij nog vele anderen. Na vier jaar aan de dop, zijn m’n weinige spaarcentjes verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik moet goed uit m’n doppen kijken of ik haal het eind van de maand niet eens. Koken doe ik alleen nog als ik echt zin heb, de tering naar de nering zetten, noemen ze dat. Ik verslijt de klederen die ik heb tot ze op de draad versleten zijn. Vroeger gooide ik een broek met een gat erin, gewoon weg. Nu vind ik het modern en een luchtgat bevordert de hygiëne, denk ik dan. Schoenen koop ik voorlopig niet. Als het regent staat er water in m’n schoenen, maar da’s dan weer een meevaller. M’n voeten zijn gratis gewassen, wat weer een stukje scheelt op m’n waterrekening. Ik scheer me om de drie maanden, ik doe gemakkelijk twee jaar met één scheercrème-spuitbus. Ik bezuinig op alles en nog wat. Moest ik kunnen, ik zou bezuinigen op de verhalen die ik schrijf. Geld maakt niet gelukkig, zeggen ze. Wat een klote-gezegde hé? Uitgevonden door iemand die teveel geld had, waarschijnlijk. Geld maakt verdorie wel gelukkig. En ’t is nog gezond ook. M’n gezondheid gaat achteruit omdat ik een doktersbezoek zo lang mogelijk uitstel. Wat achteraf nog meer kosten met zich meebrengt, gezien ik dan weer meer medicamenten nodig heb. Maar kom, we mogen niet klagen. Of je nu arm of rijk bent, sterven doen we allemaal hé? Ik hoop alleen maar dat ze aan die befaamde hemelpoort geen entreegeld vragen of ik ben weer gezien…


©GoNo

zondag 5 januari 2014

Zwanger van een banaan?



Ik hang door m’n raam, een sigaret rokende en een kopje Senseo op de vensterbank. De frisse lucht doet me goed, ik adem diep in, vul m’n longen met Vlaamse lucht. Met een ferme hoestbui als gevolg. Zou het dan toch waar zijn van die fijne stofdeeltjes? Of ligt het aan m’n sigaret? Ik opteer voor het eerste…
De flikkerlichtjes aan de overkant gaan aan en uit. De kerstman hangt nog altijd aan het raam. Flikker toch op, man, denk ik. En inderdaad, hij begint te flikkeren als een overjaarse strand-homo. Waarschijnlijk werkt hij op zonne-energie, gezien de zonnepanelen op het dak. Sedert ze aan de overkant die panelen gelegd hebben, brandt er daar dag en nacht licht. Ik heb al gevraagd om een kabeltje te leggen naar m’n woonst, maar ze willen niet. Egoïsten, denk ik dan. Een kabeltje aansluiten kan toch zo moeilijk niet zijn?
Buiten een kat die zit te mauwen omdat ze niet binnen kan, is er weinig of niets te zien. Dan maar een beetje binnen loeren bij de overburen. De neger, een woord dat men niet meer mag gebruiken, is bezig met de afwas. Z’n blanke vrouw staat naast hem met een fles. Moet die zwarte medemens de afwas doen onder dwang, vraag ik me af. ’t Is een fles cola want ik zie geen verschil tussen de neger en de fles. Als het een plastic fles is, heeft hij geluk. Dat komt minder hard aan dan een glazen fles hé? Denk ik toch. Ik dacht dat de slavernij afgeschaft was, maar waarschijnlijk is het de dochter van een koloniale plantage-eigenaar. Iemand die z’n geld nog steeds verdiend met rubber. In de Republic Democratique du Congo gebruiken ze nog echte rubberen condooms. Die zijn onverslijtbaar, je moet ze gewoon eens goed uitwassen met Dreft en klaar is terug Kees. Geloof me of juist niet, ze hebben ze in verschillende kleuren en smaken. Zwart en bananensmaak verkopen ze het meest. In de krant “ La voix du Congo” stond er onlangs te lezen dat er een vrouw zwanger geraakt was van een banaan. Dat moest ik even uitpluizen hé?
Mathilde Kuntaké beweerde bij hoog en bij laag, dat haar man alle voorzorgen genomen had. Ze deed zelfs wat de kerk haar opgelegd had. Periodieke onthouding en zo van die dingen waar paters en nonnen alles over weten. Tot ze een foldertje kregen van de Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Welzijn en Andere Zaken. Wat die andere zaken zijn, zijn m’n zaken niet. In dat foldertje, in zwart-wit, stond te lezen dat men gratis condooms kon krijgen bij de plaatselijke medicijnman. Hij had er ook tweedehands, maar die lagen niet zo goed in de eveneens plaatselijke markt. Mathilde Kuntaké zei het tegen haar echtgenoot, verwees hem naar het foldertje, maar de arme man kon lezen noch schrijven. Had dan je schoolgeld op tijd betaald, denk ik dan. In plaats van in de lokale kroeg rond te hangen die tien kilometer verder was. Want daar moest men het water gaan halen. Van water krijg je dorst, was de slogan van Desiré Kuntaké. De neger, oei weer dat woord, die de barak daar openhield, had gestudeerd in Louvain-la- Neuve. Economie-en handelswetenschappen. Met een lening die hij bij de Dexiabank gekregen had heeft hij een een zaakje opgezet. Voor een deel van de winst, mocht hij sterke- en andere dranken verkopen aan de waterpomp van de Jezuieten. Het leverde hen allebei een aardige duit op. Belastingen werden er niet betaald, want z’n zaakje viel onder de noemer van religieuze werken. Hier in België moeten ze ook geen btw betalen op hun verzendingen naar de Afrikaanse landen. Raar hé? Iedereen moet btw betalen, de kerk niet. Daar is met al die bezuining nog niemand over gevallen…
Hij aanvaardde zelfs euro’s, roebels en dollars. Die hij met grote winst omruilde bij de paters. Na aftrek van de kosten van de gebruikelijke zegen, hield hij er nog genoeg aan over om z’n buitenverblijf in België verder af te betalen. Z’n winkeltje in de Matonge-wijk was al lang betaald en diende om dat klein beetje dat hij bijverdiende wit te wassen. Wat voor een zwarte een zekere weerstand oproept. ’t Zal hem aan de kleur liggen, denk ik dan.
“ Doe je nog aan periodieke onthouding, Desiréé?” vraagt pater Pierre op een toon die een duidelijke interesse vertoont in het wel en wee van z’n onderdanen.
“ Comment?”antwoordt Desiréé, die er de ballen van verstaat, wegens gebrek aan educatie.
“ Of je nog steeds kuis bent in het doen en laten…”
“ En Français, svp ende astublieft? Je ne comprends pas…”
Zelfs in het Frans zou hij er nog niets van verstaan, mompelt pater Pierre. God in de hemel en ik op aarde, waarom moet ik zo lijden? Vraagt pater Pierre zich af. Een donderslag als antwoord moest volstaan en om alle zonden uit te wissen, begon het nog overvloedig te regenen ook.
Ze gingen onder het afdak staan. Een dak dat helemaal niet af was, gezien het lekte langs alle kanten. De heilige pater heeft natuurlijk de beste plek, die word maar half zo nat als de zwarte. Desiréé voelde een opkomende woede in zich opborrelen. ’t Kan ook zijn dat de sterke drank aan het gisten was in z’n verzopen maag. Ik hak subiet diene pater in mootjes met m’n machete. Borrelmootjes als het ware. Maar zover kwam het niet, de regen verdween even plotseling als ze gekomen was. Een stralende zon brak door het wolkendek. Hoe mooier moet en kan ik het nog schrijven?
Desiréé neemt z’n gammele fiets, gemaakt uit verschillende onderdelen van fietsen die men hier opgevist heeft uit de Schelde. Maar hij rijdt en da’s ’t voornaamste. Hij zet z’n halve met water gevulde bidon op bagagedrager en verdwijnt op het uitgehakte pad in de brousse. Die onbeleefderik moesten ze z’n handen afkappen, denkt pater Pierre. Dat waren nog eens tijden, toen luisterden die zwartjes wel. Ze hadden nooit moeten toestemmen met die onafhankelijkheid, gewoon een beetje autonomie geven was ruim voldoende geweest…
Ja, zal je zeggen, maar wat heeft dat allemaal te maken met die zwangerschap door een banaan? Weet ik veel, maar anders krijg ik m’n blad niet vol. Nee, ik weet het wel, ’t was maar een grapje, zei ene Herman Goering in het Neurenbergtribunaal. Ge moet dat allemaal zo zwaar niet oppakken, wij hebben ervoor gezorgd dat er meer plaats is voor onze nakomelingen. Het scheelde niet veel of hij was bijna vrijgesproken, de leukerd. Maar dit buiten beschouwing en geheel terzijde…
Mathilde Kuntaké had ook haar gevoelens, die onthouding zei haar niets. Haar geheugen liet haar af en toe in de steek, zeker als haar lustgevoelens de bovenhand namen. Dan keek ze romantisch naar de maan en de sterren. Zich afvragende hoe ver België verwijderd was van haar dierbaar Congo. Hoe meer ze erover dacht, hoe romantischer ze ervan werd. De pot op met die onthoudingen, ik wil mijne vent voelen, hij moet maar een banaan gebruiken. Is evengoed als een condoom en ge kunt hem achteraf nog opeten ook.
Desiréé, zei ze, pak een banaan en pers er uwen piemel in, we gaan seks hebben met bananensmaak. Desiréé, blij dat hij eens een ander kleurtje mocht gebruiken, deed wat van hem gevraagd werd. Als een goede toekomstige huisvader. Maar dat wist hij toen nog niet. Z’n piemel paste in de banaan, ’t zat als gegoten. ’t Voelde zelfs heerlijk en ’t rook inderdaad naar banaan. Meestal is dat wel zo of die banaan moet er al een paar weken liggen hé? Hij pompte zoals hij de dagelijkse hoeveelheid water oppompte bij de paters. Maar bij de zaadlozing ging het plots mis. De banaan vloog met een luide knal uitéén. Bananenmilkshake, dacht Desiréé. Gratis en voor niks. Z’n vrouw kon er niet om lachen, hoe zou jezelf zijn als je op het bijna hoogtepunt vol met bananensmurrie komt te liggen?
In het dorp kwam iedereen al vlug te weten hoe de ware toedracht was. Mathilde beweerde dat ze zwanger was van een banaan. Ze had believers en non-believers. Die in nonnen geloofden, namen het met een korreltje zout van een kilo of twee. De believers plukten alle bananen van de bomen in de wijde omtrek, wat dan weer een schaarste tot gevolg had. Ze moesten op den duur bananen importeren uit Brazilië en andere Zuid-Amerikaanse contreien. Daarom en alleen daarom, zijn Afrikaanse bananan zo duur. De Oxfam-winkels kunnen ervan meespreken. Naar het schijnt kan pater Pierre geen bananen meer horen of zien. In z’n wekelijkse preek verwijst hij naar de gevaren van oneigenlijk gebruik van een banaan :
“ Jezus heeft gezegd:” Ga, vermenigvuldig u en laat daarna de kindertjes tot mij komen. Voorwaar, ik zeg u. Geef ze bananenmoes, zo die al voorhanden is, daar worden ze sterk van. Kijk maar naar de apen, uw dichtsbijstaande soortgenoten…”
De zwarte gemeenschap moest hier even nadenken. Gedaan met onze piemels in bananen te persen, riepen ze met een ferme halleluja er bovenop. De meeste vrouwen waren het eens met hun mannen. Ze hadden al last genoeg van al die vliegen die er op afkwamen. En ge krijgt die geur zo moeilijk weg hé?
Maar voor Mathilde Kuntaké veranderde niets. Negen maanden later werd er een schoon zwart kindeke geboren, met van dat kroeshaar. Een zoontje. Het geel van z’n oogjes leek op dat van een banaan, maar dat zal wel toeval wezen, denk ik dan…


©GoNo

zaterdag 4 januari 2014

Geschiedenis tot kunst verheven…



Het gaat goed in ons landje, volgens Di Poepo. Allééss kaat koet, zegt hij keer op keer. De crisis ligt bijna achter de rug. Ik heb eens over m’n schouders gekeken en ja  hoor, ik zag ze liggen. Of toch bijna. Volgens Muyters, minister van Geen-Tewerkstelling, is de werkloosheid gestegen met 9,3%. Verwaarloosbaar, nietwaar? 9,3% is nog altijd beter dan pakweg 10%. Als ik Muyters bezig hoor, heb ik de neiging om spontaan te gaan muiten. Da’s de man die niet kan optellen, laat staan dat hij kan lezen. Die moet eerst Suske & Wiske lezen om te weten wat hij moet zeggen in het Vlaams Parlement…
Waar vallen de klappen? Bij de hooggeschoolden. Waarschijnlijk zijn er geen laaggeschoolden meer om af te danken, ieder op z’n beurt is niet teveel, denk ik dan. We moeten met z’n allen in de politiek gaan, de enige plek waar er nog een beetje werk is. Voor de verloning moeten we het niet doen, ge verdient er amper het zout op uw patatten, laat staan op uw frieten met stoofvlees. Nee, we doen het puur uit sociale bewogenheid, medeleven met onze medeburgers die het moeilijk hebben. Uit solidariteit, zeg maar. Wij zullen niet met de vinger wijzen naar die zogenaamde profiteurs die aan de dop staan. Nee, dat doen wij niet want wij weten wat het is om plots toe te moeten komen met een habbekrats. De eerste wet die wij zullen stemmen is het optrekken van alle vergoedingen naar een aanvaardbaar Europees gemiddelde. Om te beginnen 1200€, lijkt me voldoende om iets ruimer te kunnen leven. Met eindejaarspremie en een korting op de nutsvoorzieningen. Mensen die meer dan 20 jaar aan de dop staan, krijgen een opzegvergoeding:- de zogenaamde oprotpremie- gelijkgesteld aan het aantal dagen dat men gedopt heeft. Daarna zijn ze verplicht zich in te laten schrijven bij het OCMW. Daar kunnen ze een inburgeringscursus volgen…
De laaggeschoolden zijn hiervan vrijgesteld want ze begrijpen er toch niets van. Ik heb zelfs gehoord dat er mensen met een unief-diploma solliciteren bij de vuilnisophaling. De weinige jobs die er nog overblijven voor de laaggeschoolden worden nu ook ingepalmd door hoger- opgeleiden. Afwassers in restaurants worden nu al vervangen door mensen met een diploma in de kunstwetenschappen. Het staat goed om te kunnen zeggen dat er iemand de afwas doet, die het verschil weet tussen een werk van Rembrandt, Vermeer en een Rubens. Of iemand die weet dat Pieter Breugel de Oude feitelijk de dochter is van Breugel de Jongere. Dat hebt ge als ge met uw piemel tussen de spaken van een boerenkar terechtkomt. Moet een pijnlijk geval geweest zijn. Ge staat daar gezellig te plassen terwijl men alles op een doek aan het vereeuwigen is en ineens rijdt diene boerenkinkel weg met z’n kar. Op het schilderij zie je dat z’n madam met een deegrol staat te zwaaien. In de verte, bijna niet te zien. En zo werd Pieter Breugel de Oude nooit meer de oude…door die onvrijwillige castratie. Van bariton naar sopraan, een hele verbetering zeiden ze in het schildersatelier. Hij staat en zingt nu een trapje hoger…
Rubens schilderde altijd vrouwen met een beetje volume. Nee, niet van die magere pannenlatten, die als er wat veel wind staat meestal in de dakgoot belanden. Nee, van die goed in het vleeszittende vrouwen met boezems waar ge verloren in loopt. Maggie De Block zou zeker niet misstaan op één van z’n schilderijen, denk ik dan. De Wever daarentegen komt zelfs niet meer in aanmerking om op de Nachtwacht te gaan staan. Of hij zou moeten dienst doen als wiek in een olielamp. Maar ik heb horen zeggen dat hij nogal een kort lontje heeft, een beetje rap in z’n wiek geschoten…
Je moet je eens voorstellen dat al die politieke kwasten in de middeleeuwen zouden geleefd hebben. Denk je dat die gewonnen zouden hebben tegen de Fransoozen? De slag van de Guldensporen zou er wel iets anders uitgezien hebben, vermoed ik. Ik kan me onmogelijk voorstellen dat een Di Poepo de heldhaftige Franse ridders zou aanvoeren. Alléss kaat koet, mes amis, we kaan ze hakken in die pan. Vive le roi et la reine de Spa. Aan de overkant staat Bartholomeus De Wever te wachten op wat komen gaat. Die ridder met z’n roze harnas is voor mij, zegt hij tegen Elizabeth Hofmans, toen nog voorzitter van de vrijwillige brandweer in Moerzeke. Als we winnen maak ik u voorzitter van het Maegdenhuis in Antwerpen, heeft De Wever beloofd. Het belooft een harde strijd te worden. De Wever, voorzitter van het Weversgilde en Koning van de Boogschieters op de liggende wip, begint er al over na te denken een compromis te sluiten. Wat hem sterk afgeraden wordt door ene De Winter & Annemans van het DW&A Consultatiebureau, gespecialiseerd in Vlaamse Onafhankelijkheidsmaterie & Vreemdelingenzaken. Geen compro-missen of het moeten Vlaamse missen zijn, verkozen door Ignace Crombé. We hakken ze in de pan en bij uitbreiding in de casserolle…zegt uiteindelijk De Wever, z’n imago alle eer aandoende. Laat ons om te beginnen hard roepen, dat kunnen de Vlamingen het beste, onze voorvaderen hebben zo de Noormannen ook weggejaagd. Zet een andere ploat op, eentje met de Vlaamse Leeuw. Zegt De Wever. Niemand begreep hem…
Ella Di Poepo zit hoog op z’n paard in z’n roze harnas te zweten als een Italiaan die het steungeld van de maffia niet kan betalen. Wat een lawaai maken die Vlamingen toch, denkt hij. Barbaren zijn het, niet meer en niet minder. Zulk volk verdient het om uitgezogen te worden. Uitgezogen, bij het denken aan dat woord gaan ze oogjes glinsteren. Chevaliers de la Table Ronde, zegt hij met overslaande stem, wacht om aan te vallen tot ze wat dichterbij zijn. Anders is er veel kans dat we met z’n allen verzuipen in het moeras dat Vlaanderen noemt. Er is geen gevecht gekomen, toch niet op 6 juli 1302. Een week later was het wel prijs, maar da’s een ander verhaal…
Hoe het komt dat er geen gevecht was, buiten een paar schermutselingen met Arabieren die een paar huifkarren in brand staken? Er verscheen ene Hermanus Decroo-kodil op het strijdtoneel. Zeg tegen de koning van Frankrijk dat er hier niets te rapen valt, we zijn virtueel failliet. De Banken zijn met al ons geld weg, ’t is crisis en om de bevolking wat te sussen gaan we zogezegd verkiezingen houden. Uwen koning kan zich kandidaat stellen om op onze blauwe lijst te staan. Blauw is toch de kleur van de Franse koning, neem ik aan?
Daar moest Di Poepo even over nadenken. Blauw ? Waarom niet roze? Philippe de Zoveelste zou zeker niet misstaan in het roze. Een Pink Lady avant la lettre…
Zevenhonderd jaar na datum, zijn we nog altijd bezig met onze ontvoogdingsstrijd. De nazaten doen er alles aan om ons aan het spreekwoordelijke lijntje te houden. ze hebben zelfs een vervoersmaatschappij opgericht die ze “ De Lijn” noemen. Barthelomeus heet nu kortweg Bart. Ella heet nu Elio. En Hermanus Decroo-kodil, vraag je? Die heet nu Herman de Oude Croo-kodil. Die afwasser met z’n diploma Kunstwetenschappen weet het verschil, denk ik dan…


©GoNo