GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

woensdag 24 augustus 2011

Geheime meeting



“ We moeten NU ingrijpen, willen we onze belangen vrijwaren…”spreekt Max Goldfield op gedecideerde toon, die geen tegenspraak duldde.
“ We kunnen toch zomaar niet een land binnenvallen?”vraagt een jonge ondernemer.
Max kijkt hem aan met een grijnslachje op z’n gezicht.
“ Wat kunnen wij niet? Met de steun van de publieke opinie kunnen wij alles. We moeten alleen de massa warm maken, een beetje propaganda kan wonderen doen. Spiegelt ze een beter leven voor, sla ze met “ democratie” rond de oren en je zult versteld staan van de resultaten…”
Max Goldfield laat z’n woorden even bezinken. Hij voelt dat de twijfel over een eventuele inval in een olieland nog steeds aanwezig is. Verdomme, denkt hij, soms zou ik zelf een dictator willen zijn. Geen uitleg verschaffen, gewoon bevelen geven en ze laten uitvoeren. Al dat gepalaver over het “waarom” komen hem de strot uit.
“ En hoe wil je dat concreet uitvoeren?”vraagt generaal Whitehorse, bijgenaamd Geronimo.
“ Dat m’n beste Geronimo, laat ik over aan de wijsheid van uw departement, uw geheime dienst lijkt me perfect in staat om onze belangen te verdedigen…”
Geronimo trekt z’n uniform recht, voelt zich plots geweldig belangrijk in dit gezelschap. Maar deze keer moet het lijken of Europa het alleen zal doen. Een beetje ondersteuning vanuit de lucht en een paar VN-resoluties moeten volstaan. De oorlog zou niet langer mogen duren dan zes maanden. Gerinomo’s brein werkt razendsnel…
Max Goldfield is tevreden. De eerste zaadjes zijn geplant. De oogst zal rijkelijk zijn. Binnenkort zal de olieproductie weer stijgen. De woekerwinsten liggen voor ’t grijpen. De oliedollars zullen binnenstromen. En een land dat in puin ligt, moet vroeg of laat terug opgebouwd worden, is het niet?
Hij is nog altijd niet vergeten dat die maffe kolonel z’n vader de deur gewezen heeft, geen zaken met hem wilde doen omdat hij Israelische roots heeft. Het uur van de afrekening is nabij, denkt hij.
“ Jullie weten wat jullie te doen staat, een beetje lobbyen en binnen een maand staat gans de regio in vuur en vlam. ’t Is de enige mogelijkheid om van dat criminele individu af te geraken. In het belang van z’n eigen volk en in het belang van de internationale gemeenschap…”

Twee maanden later komen rebellen in opstand tegen het regime. Worden de havens geblokkeerd door een coalitie van buitenlandse mogendheden. Ze zijn er in het belang van het onderdrukte volk. Om het volk te beschermen tegen de laffe aanvallen van een mafkees van een dictator. De bombardementen nemen in aantal toe. De raffinaderijen worden als eerste beschermd. De rebellen sluiten een deal. Krijgen hun wapens waar ze om vragen. Als onderpand doen ze toezeggingen, de olie zal terug geleverd worden aan de Westerse landen, als bevoorrechte partner.
De rest is geschiedenis…

©GoNo

zondag 14 augustus 2011

Wat een zomer hé?


Wat een zomer hé? Gespreksonderwerp van de dag. De herfst begint nu al midden in wat de zomer moet voorstellen. Regen, regen en nog eens regen. Om te huilen, nietwaar? Ik draag de natuur op handen, maar alle dagen een gratis douche is teveel van ’t goeie. De bloemen, met veel liefde geplant in de hof van m’n dochter, verzuipen. Het vlijtig liesje is heel wat minder vlijtig, nu het water tot aan haar kelkje staat. ’t Is pompen of verzuipen, hoor ik haar zeggen tegen de mini-roosjes. De tomaatjes, eveneens mini, trekken er zich weinig van aan. Die hangen in trosjes bij elkaar. Een beetje zoals hangjongeren. Maar dan stilzwijgend, zonder veel lawaai. De petunia’s, geraniums en vergelijkbare bloemen met Latijnse namen, laten hun kopjes hangen. ’t Is triestig om ze zo te zien. Ze willen zon, veel zon, al was het maar voor één dag. Het gras is zompig. Bij iedere stap, die ik in de tuin zet, voel ik het water opborrelen. Dat heb je met een tuin die lager ligt dan bij de buren. Al het water vloeit naar één punt. De buren zijn slimmer geweest, die hebben hun tuin opgehoopt…
Ik kijk vanuit de deuropening naar de hof. ’t Is zes uur ’s ochtends. De vogels houden hun bekjes. Geen symfonisch gekwetter ter verwelkoming. Stilte. Alleen de regen zingt hier het hoogste lied. Met begeleiding van de wind, die de takken op en neer zwiept. Een slak laat een slijmerig spoor na. Ze zou beter schuilen in haar draagbaar huisje. Zou ik haar niet beter oppakken en op een drogere plaats zetten? Want nu gaat ze richting plas water. Ach, laat de natuur z’n gang maar gaan. Misschien is die slak wel zwemkampioene, heeft ze een brevet van slakkenredster en zwemt ze de honderd meter in twee dagen en drie nachten? Zelfs de spinnen laten het afweten. Schuilen onder de bladeren. Wachtend op een verdwaalde prooi die zich zal laten vangen in hun web. Stevige webben, niet kapot te krijgen door wind en regen. Een staaltje van vakmanschap.
Grijs, alles ziet grijs. Wat een zomer hé?

©GoNo

dinsdag 9 augustus 2011

Spiegels liegen niet…



Iedere dag verliest hij meer en meer haren. Geleidelijk aan begint z’n schedel kale plekken te vertonen. Moet hij z’n haren kammen zodat ze toch de indruk geven van een weelderige haarbos. Maar ’t is vechten tegen de bierkaai. Verdomme, denkt hij, ik takel zienderogen af. In z’n portefeuille zit nog een verkreukelde foto van toen hij vierentwintig was. Hij herkent bijna zichzelf niet meer. Is dit wel dezelfde persoon? De tijd gaat verdorie snel. Hoe ouder je wordt, hoe vlugger het gaat. Vandaag ben je jong, morgen zit je te kniezen omdat je haren uitvallen. Om nog maar van de rimpels te zwijgen. De jeugd heeft de toekomst, de toekomst slorpt je jeugd op. Langzaam maar zeker. Wat vandaag toekomst is, is morgen verleden.
Ze zeggen dat grijze haren en rimpels tekenen zijn van wijsheid en levenservaring. Hij vindt van niet. ’t Is veeleer een bewijs van vergankelijkheid. Vroeger was hij onsterfelijk. Hij zou iedereen overleven. Nu, in de herfst van z’n leven, denkt hij er anders over. Het maakt hem bang. Waarom weet hij niet. Als er niets na de dood is, wat was dan de zin van ’t leven? Een uit de handgelopen natuurexperimentje? Jamaar, zegt z’n buurman, je leeft verder in je kinderen. Wablief, is z’n antwoord. Dus leeft m’n vader verder in mij? God beware me. Als dat stuk sadist in mij leeft, hang ik mij op aan de eerste boom die ik tegenkom. Buurman weet geen antwoord op deze conclusie. Zit er over na te denken…
Ben ik dat werkelijk? De kam zit vol haren. Grijze haren. Zoals z’n baard, die eerst zwart met grijs was. Een beetje à la Sean Connery. ’t Had z’n charmes, beweerde men. Nu niet meer want compleet grijs. Hij wrijft over z’n baard. Kijkt recht voor zich uit en glimlacht. De spiegel glimlacht terug. Spiegels liegen niet…

©GoNo

Zo maken ze een toverfee...


Kyra, binnenkort bij Studio 100 ?

CARTOONS





zondag 7 augustus 2011

Labore suo vivens…

De man kijkt haar aan alsof hij het in Keulen hoort donderen. De vriendelijke onthaalbediende schuift de papieren wat verder naar hem toe. Legt een bic met het logo van de firma er naast.
“ Wilt u eventjes tekenen?”vraagt ze zachtjes.
Deze wereld is plots zijn wereld niet meer. Het levensgrote logo op de achtergrond lacht hem vierkant uit. De blauwe ‘L’ op witte achtergrond wordt beurtelings groter en kleiner. Wordt scherper en vervaagd dan weer. Zweetdruppels parelen op z’n voorhoofd. De juffrouw achter de balie is er niet gerust in. Wat een rotjob, denkt ze. Ze kijkt naar het bakje met de het stapeltje formulieren. Nog dertig te gaan. Dertig keer hetzelfde scenario.
“ Als u eventjes hier onderaan wil tekenen, daar waar het kruisje staat…”
Het dringt nauwelijks bij de man door. In een flits ziet hij de bijna vijfentwintig jaar dat hij hier werkt, aan z’n oog voorbijglijden. Hij weet dat er een grote reorganisatie op til is, maar dat het zo vlug zou gebeuren? Nee, daar heeft hij nooit bij stilgestaan. Zorgen voor later, zei hij tegen z’n werkmakkers. Iemand met zulke staat van dienst zou men niet vlug laten gaan. Z’n ervaring is goud waard. Hoeveel jonge kerels had hij hier al niet opgeleid? Honderden? Hij is de tel kwijtgeraakt. Als er afdankingen zouden gebeuren, dan zou men toch eerst de interims de laan uitsturen?
Er komen nog twee collega’s binnen. Gerard en de Polle. Ze zijn samen met hem begonnen. Ook bijna vijfentwintig jaar geleden. Vrienden geworden voor ’t leven. Worden de “ drie musketiers” geheten. Eén voor allen, allen voor één. Zouden ze ook hun ontslagbrief krijgen?
“ Als u getekend heeft, moogt u uw werkkledij- en schoenen binnenleveren in het magazijn. Uw badge brengt u naar hier. Alle benodigde papieren zullen klaar liggen om u in regel te stellen met de VDAB en RVA…”hoort hij haar zeggen.
Gerard en de Polle voelen de bui al hangen. Was dit de reden waarom ze zich eerst moesten melden bij de receptie? Geen woordje van dank van de baas voor al die jaren van opoffering, inlevering en tomeloze inzet om de firma groot te maken? Een baas die zich wegstopt achter een onthaalbediende. De man van de grote woorden. Waar is hij nu? In geen velden en wegen te bespeuren…

Het is hun laatste dag, beter gezegd, hun laatste uur op het domein van wat ‘hun’ firma was. Geen afscheid van de werkmakkers, geen fanfare laat staan bloemen. Met het inleveren van hun badges was het alsof ze hier nooit gewerkt hadden. De man die de slagbomen moet bedienen kijkt hen aan. De oude Fernand is vervangen door een nieuwe jonge gast. In blauw uniform. Security staat er op z’n mouw en boven z’n borstzakje. Het grote logo met de levensgrote ‘L’ lacht hen, vanop het stenen gebouwtje, vierkant uit. De ‘L’ van Labore suo vivens. Die zijn brood verdient door z’n werk. Cynischer kan haast niet…

©GoNo

zaterdag 6 augustus 2011

De grote leugen…

Met de komst van de euro zou alles goedkoper worden. Een ééngemaakt Europa zou niets dan voordelen opleveren voor haar burgers. Gedaan met de wisselkoersen, overal zouden we kunnen betalen met de euro. Op termijn zouden de prijzen in alle aangesloten landen op één lijn moeten liggen. Een wonder zou geschieden…
Inderdaad, een wonder is geschied. De prijzen voor olie en haar afgeleide producten rijzen de pan uit. De elektriciteitsfactuur is op een jaar tijd met 25% gestegen. De huurprijzen ook. Wil dus zeggen dat een modaal gezin een kwart meer moet betalen voor gas, elektriciteit, water en noem maar op. In dit apenland werken we nu al tot vier augustus voor de staat, de rest van ’t jaar voor ons eigen. De banken, notabene gered met onze zuurverdiende belastingcentjes, betalen zich terug torenhoge bonussen uit. De werkmens, zeg maar gerust slaaf, zal wel betalen. Honderdduizenden gezinnen kunnen met moeite de eindjes aan elkaar knopen. In Antwerpen alleen al staan er zesduizend gezinnen op de wachtlijst om een budgetmeter te laten plaatsen, omdat ze de prijs van de elektriciteit of gas niet meer kunnen betalen. Hetzelfde met het internet. Iedereen moet een pc hebben. Kwestie van mee te zijn met z’n tijd. En ook omdat men gedwongen wordt. Als men schoolgaande kinderen heeft kan men niet anders. Dus maken we de pc goedkoper. Prachtig initiatief, ware het niet dat men er vergeet bij te zeggen dat uw aansluiting voor internet op jaarbasis, een flinke hap uit uw budget zal vreten. Maak zelf eens het sommetje. Gemiddeld zo’n kleine 43€ x 12= 516 € x 40,3399= 20 815 oude Belgische franken. Voor een gezin met een vervangingsinkomen kan dit tellen he?
De kloof tussen arm en rijk wordt met de dag groter. We gaan met rasse schreden terug naar middeleeuwse toestanden. De grootverdieners kijken op ons neer alsof we hun lijfeigenen zijn. Ze regeren vanuit hun ivoren torens, hebben geen voeling meer met wat er leeft in de maatschappij. Stemmen wetten, leggen belastingen op en potverteren maar op onze kosten. Iedereen gelijk voor de wet? Vergeet het maar. Er is een duidelijk verschil tussen een arme en een rijke burger. De justitie is een klassejustitie. Hoe meer geld men heeft, hoe lichter de straf. Als men al veroordeeld wordt, want meestal trekken ze het zolang tot er verjaring kan ingeroepen worden. Witteboordcriminaliteit rendeert, naar het schijnt. Zolang men op vakantie kan gaan, is er niets aan de hand. Twee of drie weken de zorgen aan de kant moet kunnen. Om daarna thuis te komen en een propvolle brievenbus te vinden, die uitpuilt van de rekeningen. Waarna men bij de bank de zoveelste herschikking van de leningen vraagt. Kassa, kassa. In ’t beste geval komt de deurwaarder langs om de luxe vanonder uw gat te verkopen. Weg twee auto’s, weg flatscreen en pc; weg, alles is weg. Te voet of met de fiets naar het werk, indien men nog werk heeft. Te voet naar de bakker? Jawadde. Zo’n afstand is bijna niet te overbruggen. En het jaar erop zit men thuis te kniezen omdat men niet meer op vakantie kan gaan. Maar er is één troost. Op de externe harde schijf, die de deurwaarder uit medelijden niet wou meenemen, staan er duizenden foto’s van vervlogen vakanties…
Spijtig dat je een pc nodig hebt om ze te kunnen zien he?

©GoNo

vrijdag 5 augustus 2011

Steun eens een goed doel…

Ik vraag me soms af in wat voor een wereld wij leven. Toen ik m’n eerste schoolpasjes zette, vroeg meneer pastoor ( toen nog meneer hé?) om zilverpapier te verzamelen voor de arme negertjes in de Congo. Later kwamen daar nog kroonkurken bij. Wat ze ginder in het verre Congo er mee aanvingen, is me nog steeds een raadsel. De kroonkurken dienden om een rolstoel te verkrijgen. Dat snapte ik toen wel. Maar zilverpapier? Misschien bleef die rolstoel langer vers als hij verpakt werd in zilverpapier? Toen werd er nog geen houdbaarheidsdatum vermeld op rolstoelen. Meer dan vijftig jaar na datum krijg ik een mail met de vraag om een bescheiden geldsom te storten voor de arme kindjes in Afrika die aan het verhongeren zijn. Als troostprijs is m’n eventuele storting mits boven de dertig euro, aftrekbaar van de belastingen. Ik vraag me af wat ze al die jaren met onze centen gedaan hebben. In al die scholen hebben ze door de jaren heen, tonnen zilverpapier en kroonkurken opgehaald. De school die het meeste ophaalde, kreeg een eervolle vermelding in Kerk & Leven. Wij geloofden toen nog in een betere wereld, die er maar kon komen als we samen streden tegen de armoede. Fier als een gieter verzamelden we kroonkurken. Die we in een grote ton leegkieperden. Als dank voor onze tomeloze inzet kregen we goede punten en als klap op de vuurpijl een prentje van één of andere heilige. Om in onze catechismus te steken. Mooie prentjes die baadden in een aureool van heiligheid. Daar dienen heiligenprentjes nu eenmaal voor. Wie wil er als kind niet heilig zijn hé?
Maar kinderen worden groot, veranderen van school en komen met het verstrijken der jaren in een andere wereld terecht. De jaren zestig, het begin van de rock-& roll. Muziek des duivels. De pastoor ging te keer als een duivel in een wijwatervat. We gingen allemaal naar de hel. Met op kop onze teerbeminde ouders. M’n vader (?), rotzak eerste klas met grote onderscheiding, zal, naar ik mag hopen, zich er zeker thuis voelen. Maar dit geheel terzijde en buiten beschouwing gelaten. Er was maar één manier om de hel te vermijden. Centjes in de schaal gooien en de arme negertjes helpen. Meer moest dat niet zijn om ons terug op het rechte pad te brengen. De stoere vissers in Zeebrugge trokken een bedenkelijk gezicht, het socialisme begon de kop op te steken in het overwegende katholiek nest dat Zeebrugge toendertijd was. Ik had m’n geloof al lang verloren. Ik kon maar niet begrijpen dat die Lieve Heer niet tussenbeide kwam, als ik weer eens een pandoering kreeg van m’n zatte vader…
Ik verzamelde niets meer, mijn verzameling bestond uit de wonden in m’n kinderzieltje. Een verzameling die ik nog steeds meedraag en waarvoor ik geen koper vind. Nee, ik zal geen storting doen. Voor geen enkel goed doel. De enige goede doelen staan op een voetbalveld, nietwaar?

©GoNo