GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zaterdag 22 februari 2014

Mens, erger je niet?



De rust in Kiev is min of meer teruggekeerd, alleen de fascistische bendes proberen nog wat keet te schoppen. De president is hals over kop gevlucht naar betere oorden. Hij hoeft toch niet te vluchten, denk ik dan, want hij is toch democratisch verkozen? En die honderden mensen zijn toch legaal omgebracht? Of mag dat tegenwoordig ook al niet meer? Eens kijken wat er hier zou gebeuren als men bij wijze van spreken het parlement zou aanvallen. Met de kans dat de helft van de aanwezigen gelyncht worden, zo ze al aanwezig zijn hé? Ik denk dat er velen op slag hun vakantiedagen zouden opnemen. Richting buitenland. Ik zag ene Verhofstadt op het podium staan in Kiev. M’n eerste gedachte was dat hij verkozen was tot de nieuwe president van Oekraïne, in plaats van Europa. Maar dat geluk gunnen ze ons niet. Later bleek dat hij uitgenodigd was om in de jury te zetelen van het Eurovisie-Songfestival. Ze zoeken daar iemand die het Engels op z’n Vlaams uitspreekt, kwestie van een beetje folklore in de brouwerij te brengen…
Hij kreeg een staande ovatie, wat niet zo moeilijk was, gezien iedereen toch al recht stond. De Oekraïners waren blij dat er eens een stand-up comedian een gratis voorstelling kwam geven. Hij mag van geluk spreken dat de sluipschutter van dienst op dat moment te kampen had met hevige buikkrampen…
Hier in Antwerpen hebben ze het warm water uitgevonden. Tegen 2024 zullen we ons afval zelf naar de container moeten brengen. Plichtbewust als de Antwerpenaren zijn, voorzie ik geen echte moeilijkheden. Dat de vergrijzende bevolking moet sleuren met zakken van zeven kilo is totaal geen probleem. Ze moeten maar van die kleine zakjes kopen. En ’t is wetenschappelijk bewezen dat oudere mensen minder afval hebben. Een studie van enkele miljoenen heeft dat bewezen. Sluikstorten? Welnee, da’s maar een gedacht, de mensen weten toch dat daar serieuze boetes op staan? Sorteerstraatjes noemen ze dat. Eens benieuwd wat dat aan ongedierte en andere nevenverschijnselen zal teweeg brengen als we een hittegolf krijgen. We betalen al voor de vuilnisophaling via de gemeentebelasting, moeten we nu ook nog betalen om zelf ons vuil weg te brengen? En wie gaat dat sluikstorten controleren? Gaan ze bij iedere Sorteerstraat een stadswacht zetten? Je moet maar eens gaan kijken aan zo’n glascontainer, het meeste glas ligt er naast en niet erin. Wegens volle ondergrondse containers. Er ligt niet alleen glas, maar ook huishoudelijk meubilair, kapotte tv’s en andere rommel die deel uitgemaakt hebben van onze consumptiemaatschappij…
Straks zullen we ons eigen nog moeten begraven, gewoon de dag uitkiezen wanneer je wilt doodgaan en een dag op voorhand in je kist kruipen, die al in de open put ligt. De familie sluit eigenhandig de kist, gooit er de aarde op en klaar is Kees. Ben je nog maar half dood, dan heb je maar eventjes pech. Wegens zuurstofgebrek komt dat wel in orde…
Waarom vragen ze geen entreegeld om op het kerkhof te komen? Dat ze daar nog niet opgekomen zijn. Een nieuwe bron van inkomsten die aangeboord kan worden. Kinderen onder de meter mogen gratis binnen. Zet op enige afstand van elkaar, een frietkraam en hamburgertent. Altijd prijs. Met Halloween een attractie op zich, zo’n kerkhof.
Alles moet tegenwoordig geld opbrengen, hoe meer men uit de zakken van de goegemeente kan kloppen, hoe beter. ’t Is bijna een Olympische sport geworden. Op alles worden we belast. Als ik een scheet laat, krijg ik ’s anderendaags een betaalformulier van de Stedelijke Milieudienst, met de aanmaning om binnen de vijftien dagen 25€ te betalen, zo niet zal een incassobureau mijn wc-pot komen ophalen. Het wordt gekker met de dag. Een buurman kreeg een gasboete omdat hij een sigaret op de grond gooide. Buurman zei dat die grond wel zijn eigendom was waar hij nieuwe aanplantingen aan het doen was. De ambtenaar van dienst had er geen oren naar, beweerde dat de wind die sigaret mee kan voeren tot op de openbare weg. Dus is het sluikstorten. De wet is de wet. Buurman wilde eens kijken hoe hard die ambtenaar z’n schedel was, na enkele tikken met z’n spade. Al goed dat z’n vrouw juist terugkwam van de Aldi. Te gek om los te lopen, denk ik dan. Hoe verzinnen ze het? Buurman weigert om te betalen, zal dus een staartje krijgen voor ’t gerecht. ’t Zal me benieuwen wat die rechter z’n vonnis zal zijn…
Ze hebben de mond vol van de verzuring van de steden. Ze willen jonge mensen aantrekken om in de steden te komen wonen. Liefst met kinderen. Maar kinderen mogen helemaal geen kind meer zijn, die moeten net als de volwassenen in ’t gareel lopen. Liefst met oogkleppen op. Overlast door kinderen op de speelpleinen, aan de scholen. Bij de scouts, de chiro en noem maar op. De overlast die er is, komt meestal uit dezelfde hoek, dat weten we allemaal. Wie heeft er in z’n kindertijd nooit geen belletje-trek gedaan? En andere kattenkwaad? Als ze bij mij aan de bel hangen, ben ik ook kwaad. Maar liever die snotneuzen dan een deurwaarder, denk ik dan…

Er zou een nieuwe wind waaien door Antwerpen en omstreken. Ik zie alleen maar dat er op alles en nog wat een boete staat. Een wildgroei aan de meest onnozele boetes die ze maar kunnen uitvinden. Maar dat koning auto geparkeerd staat op het voetpad en we als voetganger verplicht zijn om de openbare weg te gebruiken, met het risico omver gereden te worden door een gek die aan 60 km/u door de straat scheurt, zien ze niet. Het is zo’n beetje als de hondenpoep. Ze hebben een zakje bij, maar als niemand het ziet laten ze de drol gewoon liggen. Als je dan door het raam roept dat je het gezien hebt, steken ze hun middenvinger op…
Mens erger je niet, er zijn ergere dingen op de wereld. Zoals het internet dat plotseling uitvalt, de tv-uitzending die constant onderbroken wordt door reclame. De gsm waarvan de batterij weer eens plat is. De Senseo waar ik vergeten ben een tas onder te zetten, met alle gevolgen vandien. M’n kat die een halve dag opgesloten zit op ’t balkon en van m’n bloembakken een kattenbak gemaakt heeft. Een lekkende kraan, die na m’n reparatie nu nog meer lekt dan voordien. Neonbuizen in de keuken die aan ’t flikkeren zijn als een overjaarse homo op de dansvloer in een aftandse discotheek. Dat zijn pas dingen waar een mens zich kan aan ergeren hé?

©GoNo



maandag 17 februari 2014

Geef ons heden ons dagelijks brood?




Op Prosieben, één van de vele Duitse zenders, gaven ze een documentaire over voedselverspilling in onze westerse maatschappij. Een kok, bekend van radio en tv in Duitsland, trok er ’s nachts op uit, samen met een cameraploeg en bodyguards.
Menslief, ik schrok me te pletter wat die kerel allemaal meemaakt in die grootsteden. Hoeveel mensen er geen dak boven hun hoofd hebben en dat in de 21ste eeuw. Hoe mensen leven in rioolbuizen, tussen de ratten en andere ongedierte. Kruipen ze samen aan de ingang van een station, worden ze op de kortste keren weggejaagd door de politie of zogenaamde buurtwachten. Dezelfde buurtwachten die homo’s in elkaar slaan. Die niet beschaamd zijn om de nazi-groet te brengen terwijl ze aan ’t filmen zijn. Ik moest er van walgen, de opgetrommelde politie stond erbij en keek er naar. Deden niets tegen die buurtwachten met hun zwarte Gestapo-jassen. Sommeerden de asielzoekers vriendelijk op te krassen. Ik denk dat het een schijnvertoning was omdat er een camera aan ’t filmen was. Maar het ging hem over de voedselverspilling in een grootstad zoals Keulen…

De bekende kok had zich uitgedost als een landloper. De camera was nu een verborgen camera geworden. De eerste halte was een groot winkelcentrum, waar ook een grootwarenhuis gevestigd was. Ze zochten naar de vuilnisbakken, na eventjes zoeken vonden ze die aan de achterkant van het magazijn. Ze stonden, veilig afgeschermd achter een hoge omheining. Voor de kok geen bezwaar, hij kroop erover. De verborgen camera registreerde alles haarfijn. Bij de eerste vuilnisbak die hij openmaakte was het al prijs. Kilo’s eten, gaande van hele trossen bananen tot zakken ajuin en aardappelen, appelen, peren enfin alle soorten fruit die maar denkbaar zijn. Weggegooid omdat er een rottend plekje opzat. Omdat er één stukje fruit een bruin plekje vertoont, wordt de hele zak weggegooid. Met de rest van de groenten idem dito. Ik zat met verbazing te kijken hoe decadent onze westerse maatschappij wel is. De kok nam alles mee naar z’n restaurant. Waste alles af en sorteerde het fruit en de groenten. Wat rot was, vloog in de vuilniszak, wat nog eetbaar was ging de koelkamer in…
De volgende dag ging hij op pad met de mannen van de vuilniskar. Gekleed als vuilnisophaler hielp hij mee de vuilbakken op te halen in een poepchique buurt. Jongens, wat daar weggegooid werd, niet te geloven. Hele zakken met cadeau’s gekregen met nieuwjaar, tot nog ingepakte eendenlever waarvan de datum nog niet eens verlopen was. Moeten die dieren daar voor zo lijden, vroeg ik me af…
De kok belde naar de grootwarenhuizen. Vroeg hen waarom al dat voedsel weggrgooid werd. Waarom niet hetgeen rot was eruit gehaald? Opnieuw verpakken kan toch zo moeilijk niet zijn? Opnieuw verpakken kost te duur, was het antwoord. Dan moeten we meer personeel in dienst nemen en die moeten ook betaald worden. U weet toch dat u een inbraak gepleegd heeft, zei de verantwoordelijke spreekbuis van het grootwarenhuis. Breng me maar voor de rechtbank, antwoordde de kok. Voor advocaten is er blijkbaar wel geld, zo te horen? De verantwoordelijke hing op…Hier in België zou de tv-kok vijftig jaar dwangarbeid krijgen, vijftig jaar aan één stuk patatten jassen voor het gevangeniswezen…

De kok ging weer met een rijke buit naar z’n restaurant. Niet alleen aan eten, maar ook nog aan cadeau’s. De kledingstukken zou hij wegschenken aan een instelling. Met al het weggeworpen voedsel zou hij een gratis maal bereiden voor de buurt waar zijn restaurant gelegen was. Hij kende z’n stiel, ’t zag er verdomd lekker uit…

De gasten kwamen binnen, er stond een groot scherm opgesteld voor de feestdis. De mensen, opgedirkt alsof ze naar een receptie gingen, namen plaats aan de lange tafel. De obers brachten de spijzen en je zag aan die mensen hun ogen dat ze er wel pap van lustten. Maar ze moesten wachten tot de chef kwam…

Voor je begint met het voorgerecht, wil ik eerst iets laten zien, zei de chef. Hij liet zien waar hij het eten vandaan gehaald had. Mensen, ik zag al die opgedirkten bleek om de neus worden. Ze keken naar hun bord alsof er plots koeienvlaaien op lagen. Dat eet ik niet op, zei een dame, dat zit vol met microben. Ze kokhalsde. De kok zei, terwijl hij de bewijzen toonde, dat het allemaal nog ingepakt voedsel was waarvan de datum niet eens overschreden was. Eén man heeft ervan geproefd en zei dat het lekker was. Ik weet nog altijd niet of die klanten geen acteurs waren. Ik kan me bijna niet voorstellen dat die kok zulke risico’s genomen heeft om iets aan de kaak te stellen. Niemand zal toch nog bij hem willen gaan eten? Die gaat z’n eten uit de vuikbakken halen, goedkoper kan niet hé? Terwijl het hem uitsluitend ging over de verkwisting van voedsel, maar dat snapten de mensen niet…
Hier werd er ooit eentje gedagvaard wegens diefstal omdat hij een paar koffiekoeken uit de vuilnisbak van de Carrefour gehaald had. Diefstal, de Carrefour stond op z’n kop. Die kerel moest op z’n minst vijf jaar gevangenis krijgen en nog tien jaar ter beschikking van de regering. ’t Is verdomme al ver gekomen als men zomaar weggesmeten koffiekoeken uit een vuilbak mag stelen, zei de gerant van de Carrefour. Het is tot een rechtszaak gekomen, de man werd vrijgesproken, maar moest wel een boete betalen. Only in Belgium hé?

Er zijn mensen die creperen van de honger, die uit pure noodzaak gaan stelen. Er zijn ook een pak profiteurs, dat weet ik uit ondervinding. Maar als ik zie hoe men hier in ons ééngemaakte Europa omgaat met voedsel, dan krijg ik de neiging om te kotsen en te wenen. En dan durven ze ons nog wijsmaken dat er een crisis is…Begrijpe wie kan hé?


©GoNo

donderdag 13 februari 2014

Vandaag in de krant…2



Griep is officieel in het land…

“ Beste vrienden kijkers en luisteraars, ik sta hier aan het Centraal Station te wachten op de aankomst van meneer Griep, die elk moment kan aankomen. De trein heeft een lichte vertraging van enkele uren wegens een eveneens lichte verkoudheid van de conducteur. De arme man had beter geluisterd naar de kranten, die van oordeel zijn dat je bij een verkoudheid, die waarschijnlijk het gevolg is van een grieptoestand, je drie dagen thuis moet blijven…
Maar er zijn zo te zien en te horen nog mensen met enige beroepsernst, die aan hun plicht niet verzaken. Het plein, beter gekend als het Astridplein, begint nu stilaan vol te lopen met fans van meneer Griep. Ze willen allemaal koortsachtig hun idool verwelkomen. Meneer Griep zal tevreden zijn dat er zoveel mensen aangestoken zijn door dit toch wel merkwaardig virus. Ik kijk even op de stationsklok, de grote wijzer staat op twaalf en de kleine wijzer op drie, wat dus wil zeggen dat het nu drie uur is. Om de tijd te doden en ook omdat het te lang duurt, ga ik enkele vragen stellen aan voorbijgangers…”

“ Mevrouw, mag ik u een vraag stellen?”

“ Ja hoor, doet u maar. Kom ik op tv? Ja? Wacht even, ik ga eerst m’n haar kammen, wat schmink op m’n gezicht smeren en mijne kleine de borst geven…”
“ Dat laatste kunt u misschien doen uit het zicht van de camera? U moet rekening houden dat borst-geven bij sommige kijkers nogal gevoelig ligt hé?”
“ Die zullen waarschijnlijk nooit aan de borst van hun moeder gelegen hebben. Maar kom, stel uw vraag maar, ’t zal me benieuwen…”
“ Mevrouw, wat vindt u van de blijde intrede van meneer Griep?”
“ ’t Is een jaarlijks verschijnsel dat een traditie geworden is hé? De commercie is erop gesprongen als een bok op een geit. Ge kunt u niet draaien of keren of ze staan daar met hun hoestsiroop, vitamine C , kruidenthee, en niet te vergeten digitale koortsmeters. ’t Is echt aanstekelijk geworden, u moet er eens opletten. Als er ene begint te hoesten, hoesten ze allemaal. Ik doe daar niet aan mee, ik hoest pas als ik echt ziek ben…”

“ Meneer, wat vindt u van deze vertoning, ’t is toch echt geen zicht al deze snotneuzen?”

“ Luister meneer van de tv, die snotneuzen moeten normaal op school zitten en hier niet staan zwaaien met tricolore vlaggetjes. Die met hun leeuwenvlaggetjes zullen er wel zijn van de NVA of het Vlaams Behang. Bart ’t Weverke zou hier ook moeten zijn, maar naar het schijnt heeft hij last van z’n luchtwegen. Zal teveel in z’n frituur zitten, denk ik. De lucht is daar bezoedeld door fijne oliedeeltjes en dat slaat op de longen hé? Wat ik vind van deze vertoning? Het orkest speelt vals en de majorettes lopen niet in de pas. Ze zouden beter bij de Duitsers in de leer gaan. Die weten wat marcheren is…”

“ Aandacht, aandacht, hier volgt een mededeling van de NMBS…

De trein met meneer Griep heeft een vertraging van enkele uren. Hoeveel juist weten we nog niet. Ten gevolge van de diefstal van de complete bovenleiding tussen Gent St-Pieters en Antwerpen. We doen er alles aan om deze lichte vertraging ongedaan te maken en hopen op een beetje begrip. Indien u dit niet kan begrijpen, gelieve dan uw plaats af te staan aan zij die het wel begrijpen. Klachten tegen deze gang van zaken zullen zoals gewoonlijk geseponeerd worden, we hebben wel wat anders te doen…”

“ Beste vrienden, kijkers en luisteraars, zoals u gehoord heeft, heeft meneer Griep af te rekenen met vandalisme. Wat zeg ik, met zuivere diefstal van ons belastinggeld. Die bovenlijnen zijn er nodig anders rijdt er verdorie geen enkele trein meer. Je vraagt je af hoe zo iets mogelijk is op klaarlichte dag. Hebben ze bij de NMBS dan allemaal wateroogjes? Of hebben ze last van hooikoorts? Ik ben geen dokter, maar normaal is het niet. Maar ik moet zeggen dat met al die vertragingen de kraampjes hier gouden zaken doen. Eens mijn licht opsteken bij de uitbater van de hamburgertent…”

“ Meneer de uitbater van de hamburgertent, loopt de verkoop een beetje?”

“ Meneer, ziet ge niet dat ik aan ’t werken ben? Of hebt ge last van sneeuwblindheid? Er valt toch geen sneeuw? Er valt een lichte regen, maar da’s goed voor de commercie. Wij verkopen naast onze voortreffelijke hamburgers ook paraplu’s. Met doorkijkvenster. Een uitvinding van ons Camilla, die tevens de kamillethee uitgevonden heeft. In handige verpakking van tien stuks in een doosje. Maar ik mag geen reclame maken zeker?”

“ Feitelijk niet. We zijn een commerciële zender en hebben onze eigen reclame. We gaan er nu eventjes uit voor een boodschap van algemeen nut, voor de reclame dus…tot binnen een kwartiertje…”

“ Aandacht, aandacht, dit is een mededeling van de NMBS…

Meneer Griep zal opgehaald worden door een helicopter. Hij zal landen op spoor zeven. Hopelijk raakt hij de bovenleiding niet, want wegens een wilde staking van het onderhoudspersoneel, kunnen we de stroom niet afzetten. Morgen zullen de treinen met grote vertraging rijden, de treinbestuurders en controleurs sluiten zich aan bij de staking. Ze willen een uitziekvergoeding, gekoppeld aan de index…wij hopen nogmaals op uw begrip, maar het zal wel ijdele hoop blijven, denken we…”

“ Lieve mensen, hier is uw reporter ter plaatse weer. Jaja, ik ben er nog. Ik moet wel want m’n contract loopt nog tot aan de verkiezingen. Ik kan hier over de koppen lopen, de massa is uitgegroeid tot een nog grotere massa. Het lijkt wel een gay-parade. Hoe die mensen het geduld kunnen opbrengen om hier in regen en wind te staan wachten, het is me een raadsel. Maar als Sinterklaas naar Antwerpen komt, zien we een soortgelijk  verschijnsel. Bij koning Philippe is het ietsje minder, maar dat zal er wel tijdens het journaal uitgeknipt worden, vermoed ik. Ik ga nu even naar de stand van het Rode Kruis…”

“ Dag dames en heren van het Rode Kruis. Hebben jullie al veel socialisten gezien? Die komen toch naar alles wat rood ziet hé? Grapje, een mens mag al eens lachen of niet soms? De vraag was feitelijk of jullie al veel in actie moeten komen hebben?”

“ Meneer is waarschijnlijk de plezantste thuis? Of is het voor ‘ Tegen de Sterren op ‘? We staan stand-by ingeval er epidemie uitbreekt. Een verkoudheid kan grote proporties aannemen, maar we zijn op alles voorbereid. Hebt ge dit jaar al bloed gegeven? Of zijt ge er zo ene die flauw valt als hij wat bloed ziet? Kom hier, flauwe plezante, dat ik wat bloed aftap, journalistenbloed verkoopt goed en de beenhouwer maakt er verse beuling van. Voor de buitenlanders bloedworst dus. Ge moet niet gaan lopen, ’t was ook maar een grapje…of niet soms?”

De blijde intrede van meneer Griep is uiteindelijk nog goed gekomen. De helft van de Antwerpenaren liggen allemaal in bed, aangestoken door de griep. De andere helft zit ergens in Benidorm, te genieten van winterse buien en overstromingen. Maar ’t is ook een traditie en die gooit men niet zomaar overboord hé?

©GoNo



dinsdag 11 februari 2014

Vandaag in de krant.





Trainer van zelfmoordterroristen blaast zichzelf en de klas op.

Te gek om los te lopen. Terrorist wordt stilaan een knelpuntenberoep, me dunkt. Er zullen nog weinig kandidaten overblijven. De vraag is natuurlijk wanneer je geslaagd ben? Krijg je na afloop van de cursus een diploma? Moet je een praktijkproef afleggen? Zo ja, waar wordt die afgelegd? Volgens mij in de klas, volgens de trainer ook…

“ Achmed, goed luisteren hé? Dat hier is een bommengordel, met de nadruk op bommen. ’t Kan me niet bommen dat je zoiets nog nooit gezien hebt. Je moet dat om je midden binden. Zie je die rode draden? Ja? En die blauwe? Ja? En dat rood knoppeke? Die staven in diene gordel zijn van hoogwaardige dynamiet. De rode draden zijn verbonden met een batterij van Duracell, die gaan langer mee. Achmed, ge luistert weer niet hé? Hoe wilt ge nu vooruit geraken in ’t leven als ge nooit oplet in de klas? Spelen moet ge op de speelplaats doen. Daar moogt ge met granaten werpen in de zandbak. Oefening baart kunst, zeg ik altijd. Ge weet toch dat ge allemaal van Allah zeven maagden krijgt hé? Vroeger waren het er meer, maar ’t is overal crisis. Dat komt door die vuile kapitalisten. Mohamed, Allah is groot, hebt ge nu nog niet die draden verbonden? Moet ik hier alles zelf doen? Rood verbindt ge met de batterij, kijk, ik zal het nog eens tonen…”

Mouktar, de alom geprezen instructeur, neemt een bommengordel en toont hoe het moet. De leerlingen kijken hem vol ontzag aan. Je moet het maar kunnen, denken ze…

“ Meester, Allah Akbar, maar die batterij is niet verbonden met de rode knop…”zegt Achmed, die wil laten zien dat hij goed opgelet heeft.
“ Juist, Achmed, heel goed gezien en weet je ook waarom?”vraagt Mouktar op gebiedende toon.
“ Nee, misschien is de batterij leeg? “
“ Nee Achmed, we verbinden die pas als we op weg zijn naar ons doelwit…lijkt me logisch hé?”zegt Mouktar kwaad om zoveel debiliteit.
“ Maar meester, Allah zij geloofd en geprezen, hoe weten we dat die batterijen niet plat zijn?”
“ Jezus was een profeet, Mohammed ook, moesten we bij de katholieken zitten, ik zou zeggen dat jullie ongelovige Thomassen zijn. Maar we zijn moslims en die hebben het strafste geloof. Maar om jullie gerust te stellen zal ik het bewijzen. Achteraf niet komen klagen hé?”

Mouktar, verbindt opnieuw alle draden, ook de draad naar de rode knop. Voldaan over z’n ingespannen uitgevoerde werk, kijkt hij naar z’n klas. Ga daar mee naar de oorlog, denkt hij. Twijfel besluipt hem, zou het wel werken? Stel dat die batterijen wel degelijk plat zijn? Ge staat daar terrorist te wezen en uwen bommengordel sputtert langs alle kanten. Ge kunt moeilijk aan een chauffeur vragen om eventjes contact te leggen met z’n autobatterij. Alhoewel, die Amerikanen zouden nog zo stom zijn om het te doen, alleen al voor de fun…
Druk ik of druk ik niet? Ik moet en zal het weten, denkt Mouktar. Zijn ze leeg, dan kunnen ze me nieuwe geven bij den Brico. En ze mogen dan al blij zijn dat ik hun magazijn niet opblaas. Mouktar drukt op de rode knop…

Een harde knal die horen en zien doet vergaan. De hele klas weggevaagd in een paar seconden. Een kettingreactie met al die bommengordels. Allah bonheur…
Mouktar ligt te zieltogen, ik mankeer precies een paar stukken aan m’n lijf, denkt hij. Die verdomde batterijen waren dus niet leeg, wat op zich een hele geruststelling is…

“ Jongens, de les is gedaan, ge moogt allemaal naar huis gaan en wees voorzichtig in het verkeer…” waren de laatste wijze woorden die hij sprak.
Z’n tweeëntwintig leerlingen hielden voor een keer hun grote mond, ze lagen er sprakeloos bij…

Allah kijkt vanop z’n wolk naar het tafereel. Wat een bende idioten, denkt hij en wrijft over z’n lange witte baard. Zeven maagden? Ze mogen het vergeten, nog geen oude maagd van tweeënnegentig krijgen ze. Die zijn nog in staat om heel mijnen hemel op te blazen. Ik stuur ze naar Lucifer, kan die nog wat lachen. En zo komt het dat de hel volzit met terroristen, die alle dagen tot in de eeuwigheid zichzelf en hun soortgenoten opblazen. Lucifer geniet alle dagen en nachten van hun vuurwerk. Werkloosheid kennen ze daar niet. De koning van de Duisternis heeft zelfs een speciale kuisploeg aangesteld. Geleidt door een SS-er. Een Sondercommando, noemen ze dat daar. Klinkt me bekend in de oren. Er loopt daar ook een manneke rond met sluikhaar en een snorretje dat verdacht veel lijkt op dat van ene Dolf H. ’t Is daar alle dagen ambras tussen Saddam, Kadhafi en Hitler. Stalin houdt zich gedeisd, mijn tijd komt nog wel, denkt hij. ’t Wordt tijd dat er nieuw volk komt, zegt Kadhafi, altijd dezelfde smoelen, ik word er onnozel van. Ge zijt een onnozelaar, zegt Hitler, ik laat je straks fusilleren. Sieg Heil en ook Heil Hitler. Lucifer roept of hij moet komen helpen. Stalin fluistert in Saddam z’n oor dat hij van plan is om een staatsgreep te plegen. Saddam ziet het wel zitten maar wil eerst naar de kinesist want hij heeft geweldig veel pijn aan z’n nekwervels. ’ t Lijkt wel of m’n nek gebroken is, zegt hij. Hitler steekt een vinger in het gat in z’n kop. Tochtig, wreed tochtig, is z’n conclusie. Kadhafi zegt dat z’n gat groter is. Hoe bedoel je, vraagt Hitler. Het gat in mijne kop hé, apenjong, zegt Kadhafi op kwade toon. Die heidenen, ze moesten ze allemaal opknopen en vierendelen en als er nog tijd over is, hun kop eraf hakken. Ja, zeggen ze unaniem, dat waren nog eens tijden hé?

©GoNo


maandag 3 februari 2014

De geboorte van een bestseller..




“ Nee, het zegt me niks, nada, rien du tout, ’t is m’n ding niet hé…”zeg ik tegen Maurice.

Maurice heeft zich voorgenomen om broodschrijver te worden, hij is er heilig van overtuigd dat een bestseller schrijven niet zo moeilijk kan zijn. Als een receptenboekje een hit kan worden, waarom dan ook niet zijn toekomstige roman? Ik gun het hem van harte, maar ik vrees dat hij met z’n kop tegen een muur zal lopen…

“ En waarom zegt het je niets?”vraagt Maurice op haast smekende toon.
“ Het onderwerp, wie zit er nu te wachten op een roman die zich afspeelt op Mars? Een liefdeshistorie tussen een Marsmannetje en een aardse vrouwelijke astronaut? “zeg ik overtuigd van m’n gelijk.
“ Jamaar, ’t is een sf-roman, binnen dertig jaar gaan we daar op vakantie. En op de maan gaan we frieten met stoofvlees eten, let op m’n woorden…”

Wat moet ik doen, denk ik. Misschien moet ik hem wel helpen, mijn inzichten zijn van die aard dat z’n roman waarschijnlijk recht de vuilbak in zal gaan bij de één of andere uitgever.
Maurice is een brave jongen. Te braaf, naar m’n goesting. Een beetje een moederskindje, gelooft nog in het goede en heeft geen oog voor het kwade rond hem. Drie jaar nadat hij de school verlaten heeft, is hij nog steeds werkloos. Degenen die hem constant gepest hebben op school, werken bijna allemaal of volgen een opleiding. Maurice met z’n diploma in de Letteren & Wijsbegeerte, zo noem ik het, staat aan de kant. De zoveelste desillussie in z’n nog relatief jong bestaan. Wat moet ik met hem aanvangen? Een zondagnamiddag m’n tijd opofferen en het werelkampioenschap veldrijden missen? Missen hoe Sven Nys de crossers op een schroothoop rijdt? Ik zeg hem dat ik erover zou nadenken, ik laat je wel iets weten. Ik voel me een beetje zoals bij m’n sollicitaties. De heren werkgevers zullen altijd iets laten weten, alleen weten ze het zelf nog niet…

Maurice staat voor m’n deur, op zondagnamiddag nog wel. Verdomme, ik was hem vergeten. Zou ik opendoen of  doe ik alsof ik niet thuis ben? M’n zondag is heilig, de andere dagen ook. Ach, denk ik, ‘k laat hem binnen, zo lang zal hij toch niet blijven, mag niet van z’n mama. Tweeëntwintig jaar en nog aan moeders rokken hangen. Op die leeftijd zat ik ergens in Frankrijk bij een wijnboer druiven te plukken en buikkrampen te vergaren. Van rode wijn heb ik meer dan m’n buikje vol gehad. Toen was het nog een heel avontuur, nu is diezelfde streek een toeristische attractie, ze werken nu niet meer met halve hippie’s, maar met Polen, Roemenen, Bulgaren en Sikhs. Zoals de fruitboeren hier…
Ik laat hem binnen, benieuwd wat z’n nieuw project nu weer zal zijn. Want projecten heeft hij genoeg op stapel staan, hij moet dringend in de politiek gaan. Die kennen ook alles van projecten, denk ik dan…

Maurice klopt op m’n deur. Ik klop terug op de binnenkant van de deur. Ik lijk wel een klopgeest. Tok, tok, klinkt het nu ietsje harder. Gaan we even lachen? Ik geef een serieuze bonk op m’n deur en trek de deur vliegensvlug open. Maurice bekijkt me alsof er een spook voor hem staat. Ziet een beetje bleek rond z’n neus. Ik had dat niet mogen doen, straks zit ik hier met een lijk op m’n trapzaal.
“ Kom binnen, “zeg ik, proberend m’n lach te verbergen wat mij maar ten dele lukt.
“ Ge hebt me goed laten verschieten, al goed dat ik het niet aan m’n hart heb of ik was steendood gevallen…”zegt Maurice enigszins bekomen.
“ Dat begrijp ik niet goed. Steendood? Bij mijn weten is een steen zo goed als dood of zijn er levende stenen? O ja, de bouwstenen van het leven…” ’t Is gemakkelijk als je zelf het antwoord kunt geven op een gestelde vraag, denk ik dan…
“ Goeie muziek hé?”zegt Maurice omdat hij toch iets moet zeggen.
“ Ja, Classic FM, de beste in z’n soort. ’t Geeft me innerlijke rust en m’n kat valt ervan in slaap. Alhoewel, die valt altijd in slaap, ook als ik tegen haar zaag. Een beetje zoals m’n ex-vrouw. Die sliep ook altijd als ik probeerde uit te leggen hoe ene Albert Einstein de relativiteitstheorie ontwikkeld heeft. Op den duur kon ik zelf niet meer volgen, maar daar ben je niet voor gekomen, denk en mag ik hopen?”
“ Nee, ik kwam raad vragen voor m’n nieuw project…”
“ Haha, een nieuw project?”
Waarom herhaalt een mens toch altijd de woorden van een ander? Alsof een mens doof is en de bevestiging vraagt of hij wel goed gehoord heeft.
“ Ja, weet je nog dat we gesproken hebben over een boek schrijven?”
Ik doe of m’n neus bloedt, ik herinner me iets vaag. Maar dat woordje ‘wij’ zit me een beetje dwars. Waarom zou ik een boek mee-schrijven? Ik schrijf al jaren geen boeken meer, ’t brengt niets op en een tweede Brusselmans ( hoewel die tegenwoordig ook op niks meer lijkt, maar da’s mijn mening ) word ik toch niet. Ik zeg dat natuurlijk niet aan Maurice. Een beetje ijdelheid is mij niet vreemd, zullen we maar zeggen hé?
“ Ja, ik herinner me iets, wacht even, het ging over een Marsmannetje die verliefd werd op een lichtekooi die op Venus woonde. Of ze er nog woont, weet ik niet. En dat Marsmannetje zag groen van jaloezie, toen hij ontdekte dat het gras veel groener was aan de overkant. De reden waarom men die scharminkels niet kan zien als ze tussen het gras lopen, ze zijn verdomme zo groen als het gras. Ze zijn zo klein dat de smurfen reuzen lijken. Ik weet nog altijd niet wat die Venusiaanse madam in hem gezien heeft. Maar ’t is uw story hé?”
Zo te zien is Maurice van de kaart. Weggeveegd door m’n verbaal geweld. Dat doe je niet met een vriend, denk ik plots met enige medelijden die mij toch een zekere voldoening geeft. ’t Is de aard van ’t beestje, zei m’n opa zaliger altijd, terwijl hij de mug die hem gestoken had doodsloeg…
“ Wil je een glas water? Je kunt kiezen…uit de kraan of uit de wc. ’t Is allebei water, maar ’t ene smaakt anders dan het andere.”vraag ik langs m’n neus weg.
“ Hebt ge niks anders?”
Maurice is voor een keer in z’n leven wantrouwig. M’n invloed begint vruchten af te werpen.
“ Ik heb nog één Kriekske, maar die krijgt ge niet, zelfgemaakte limonade en cola, die er al een paar weken staat. De Joden drinken die graag zonder gas, heb ik me laten wijsmaken. Hoe zou dat toch komen vraag ik me nog altijd af. Water met gas en zonder gas, je zegt het maar…”
“ Heb je geen biertje?”
“ Ja, dat heb ik, maar jij niet hé?
“ Kan ik een biertje krijgen?”
“ Jazeker, heb je geld bij?”
“ Moet ik betalen voor een blikje bier?”
“ Niet voor het bier, maar wel voor het blikje hé?”
“ Dat meen je niet?”
De vertwijfeling slaat toe, Maurice krijgt kop noch staart aan mij. Hij begint zich af te vragen of hij in een gekkenhuis belandt is. ’t Scheelt toch niet veel, wil ik hem zeggen…
“ Nee, Maurice, ’t is een grapje dat ik alleen kan smaken…”
Ik geef hem z’n biertje, na er eerst ferm mee geschud te hebben in m’n keuken. Dat wordt lachen geblazen, ik doe al op voorhand in m’n broek als ik denk aan het gezicht dat hij zal trekken.
“ Hebt ge geen glas?”
“ Wat zit er in m’n raam? Glas hé? En kunt ge daar bier inschenken? Nee, dat gaat niet, en hoe komt dat? In ’t ene glas kunt ge bier schenken en in ’t andere niet. De wereld zit raar in elkaar hé?”
Ik haal een glas en macht der gewoonte, doe ik het blikje open. Totaal vergeten dat ik de clown van dienst niet ben. Een bierfontein dat mij en m’n vertrouwde omgeving doet stinken naar de drank. Ik, die al jaren geen fluitjesbier meer drink, sta hier verzopen als een oude koe die op eigen kracht uit de gracht gekropen is. Ze zal gedacht hebben, op diene boer wacht ik niet…
Maurice lacht zich te barsten. Goedzo, denk ik, de kruik gaat zo lang te water tot ze barst.
“ Ik denk dat ge teveel geschud hebt met dat blikje…”zegt Maurice.
“ Ik denk het ook, ik heb het gisteren gekocht in de Colruyt…”lieg ik erop los.
Liegen is een kunst, schrijvers doen niets anders. Reclamemakers ook, politiekers nog meer. Alleen bij schrijvers en dichters wordt het dichterlijk en schrijverlijke vrijheid genoemd…
“ Ik trek even andere kleren aan, ga maar zelf een biertje halen. Je weet de weg…en er staan glazen in de tweede kast boven de spoelbak…”
Bier kan stinken, zoveel is zeker.
Maurice heeft zich geïnstalleerd met pintje en een sigaret die verdacht veel lijkt op een sigaret die ik zelf gemaakt heb. Brave jongen, leert al doende. Voor zich ligt een pak papier, netjes geniet. De blauwdruk van z’n toekomstige bestseller, denk ik . wat ook zou blijken. Ik zet me aan tafel, na eerst m’n laatste Kriek gehaald te hebben, zonder schudden.
“ Wat is dat?”vraag ik wel wetende wat het is.
“ Het eerste deel van m’n trilogie…”
“ Een trilogie?”
Daar gaan we weer, in het herhalen van woorden ben ik ontzettend goed.
“ Wil je het lezen en verbeteren? “
Ik zie dat het met de hand geschreven is, chapeau, denk ik dan. In de 24ste eeuw nog met de hand schrijven, je moet het maar doen hé?
“ Zeg Maurice, op een pc staat er een programma dat Word noemt. Met een automatische verbeteraar…”probeer ik hem behulpzaam te zijn.
“ Ik schrijf ’s nachts, meestal toch en ons ma wil niet dat ik ’s nachts op de pc zit…”zegt Maurice, mij aankijkend alsof hij een groot geheim prijsgeeft.
“ Uw mama is er nog één van de oude stempel, zo te horen? Ge moet haar wijsmaken dat er ’s nachts geesten rondlopen en dat ge er ene gezien hebt aan haar kamerdeur. Wedden dat ze niet meer uit haar kamer wil komen? En dan kunt gij ’s nachts de pc gebruiken en surfen naar seks-sites. Daar kunt ge inspiratie opdoen om te verwerken in uwen roman…”
Een kinderhand is gauw gevuld, denk ik altijd.
Maurice kijkt plots op z’n horloge. Verschiet voor de tweede maal, ’t begint verdorie een gewoonte te worden.
“ Oei, ik moet weg, ik moet nog brood en pistolets gaan halen…”
Eén ferme slok en z’n glas is leeg.
“ Lees het en weet me te zeggen of ge het goed vindt…”
Weg is Maurice, mij achterlatend met z’n manuscript en een halve kriek. Maar ’t winkeltje op de hoek is open, geen nood dus. Zes Kriekjes en m’n dag kan niet meer stuk. Ik ga vannacht in m’n bed z’n poging tot boekschrijven evalueren. Samen met m’n kat, die waarschijnlijk in slaap zal vallen als ik passages zal voorlezen. Maar die kat slaapt altijd, zelfs als ik niets voorlees. Maar eerst ga ik proberen een deftig verhaaltje te schrijven over deze toch wel unieke gebeurtenis in m’n leven. De geboorte van een bestseller maak je niet alle dagen mee hé?

Verdomme, ik heb het Wereldkampioenschap Veldrijden gemist, kom dat tegen hé?


©GoNo