GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

maandag 3 februari 2014

De geboorte van een bestseller..




“ Nee, het zegt me niks, nada, rien du tout, ’t is m’n ding niet hé…”zeg ik tegen Maurice.

Maurice heeft zich voorgenomen om broodschrijver te worden, hij is er heilig van overtuigd dat een bestseller schrijven niet zo moeilijk kan zijn. Als een receptenboekje een hit kan worden, waarom dan ook niet zijn toekomstige roman? Ik gun het hem van harte, maar ik vrees dat hij met z’n kop tegen een muur zal lopen…

“ En waarom zegt het je niets?”vraagt Maurice op haast smekende toon.
“ Het onderwerp, wie zit er nu te wachten op een roman die zich afspeelt op Mars? Een liefdeshistorie tussen een Marsmannetje en een aardse vrouwelijke astronaut? “zeg ik overtuigd van m’n gelijk.
“ Jamaar, ’t is een sf-roman, binnen dertig jaar gaan we daar op vakantie. En op de maan gaan we frieten met stoofvlees eten, let op m’n woorden…”

Wat moet ik doen, denk ik. Misschien moet ik hem wel helpen, mijn inzichten zijn van die aard dat z’n roman waarschijnlijk recht de vuilbak in zal gaan bij de één of andere uitgever.
Maurice is een brave jongen. Te braaf, naar m’n goesting. Een beetje een moederskindje, gelooft nog in het goede en heeft geen oog voor het kwade rond hem. Drie jaar nadat hij de school verlaten heeft, is hij nog steeds werkloos. Degenen die hem constant gepest hebben op school, werken bijna allemaal of volgen een opleiding. Maurice met z’n diploma in de Letteren & Wijsbegeerte, zo noem ik het, staat aan de kant. De zoveelste desillussie in z’n nog relatief jong bestaan. Wat moet ik met hem aanvangen? Een zondagnamiddag m’n tijd opofferen en het werelkampioenschap veldrijden missen? Missen hoe Sven Nys de crossers op een schroothoop rijdt? Ik zeg hem dat ik erover zou nadenken, ik laat je wel iets weten. Ik voel me een beetje zoals bij m’n sollicitaties. De heren werkgevers zullen altijd iets laten weten, alleen weten ze het zelf nog niet…

Maurice staat voor m’n deur, op zondagnamiddag nog wel. Verdomme, ik was hem vergeten. Zou ik opendoen of  doe ik alsof ik niet thuis ben? M’n zondag is heilig, de andere dagen ook. Ach, denk ik, ‘k laat hem binnen, zo lang zal hij toch niet blijven, mag niet van z’n mama. Tweeëntwintig jaar en nog aan moeders rokken hangen. Op die leeftijd zat ik ergens in Frankrijk bij een wijnboer druiven te plukken en buikkrampen te vergaren. Van rode wijn heb ik meer dan m’n buikje vol gehad. Toen was het nog een heel avontuur, nu is diezelfde streek een toeristische attractie, ze werken nu niet meer met halve hippie’s, maar met Polen, Roemenen, Bulgaren en Sikhs. Zoals de fruitboeren hier…
Ik laat hem binnen, benieuwd wat z’n nieuw project nu weer zal zijn. Want projecten heeft hij genoeg op stapel staan, hij moet dringend in de politiek gaan. Die kennen ook alles van projecten, denk ik dan…

Maurice klopt op m’n deur. Ik klop terug op de binnenkant van de deur. Ik lijk wel een klopgeest. Tok, tok, klinkt het nu ietsje harder. Gaan we even lachen? Ik geef een serieuze bonk op m’n deur en trek de deur vliegensvlug open. Maurice bekijkt me alsof er een spook voor hem staat. Ziet een beetje bleek rond z’n neus. Ik had dat niet mogen doen, straks zit ik hier met een lijk op m’n trapzaal.
“ Kom binnen, “zeg ik, proberend m’n lach te verbergen wat mij maar ten dele lukt.
“ Ge hebt me goed laten verschieten, al goed dat ik het niet aan m’n hart heb of ik was steendood gevallen…”zegt Maurice enigszins bekomen.
“ Dat begrijp ik niet goed. Steendood? Bij mijn weten is een steen zo goed als dood of zijn er levende stenen? O ja, de bouwstenen van het leven…” ’t Is gemakkelijk als je zelf het antwoord kunt geven op een gestelde vraag, denk ik dan…
“ Goeie muziek hé?”zegt Maurice omdat hij toch iets moet zeggen.
“ Ja, Classic FM, de beste in z’n soort. ’t Geeft me innerlijke rust en m’n kat valt ervan in slaap. Alhoewel, die valt altijd in slaap, ook als ik tegen haar zaag. Een beetje zoals m’n ex-vrouw. Die sliep ook altijd als ik probeerde uit te leggen hoe ene Albert Einstein de relativiteitstheorie ontwikkeld heeft. Op den duur kon ik zelf niet meer volgen, maar daar ben je niet voor gekomen, denk en mag ik hopen?”
“ Nee, ik kwam raad vragen voor m’n nieuw project…”
“ Haha, een nieuw project?”
Waarom herhaalt een mens toch altijd de woorden van een ander? Alsof een mens doof is en de bevestiging vraagt of hij wel goed gehoord heeft.
“ Ja, weet je nog dat we gesproken hebben over een boek schrijven?”
Ik doe of m’n neus bloedt, ik herinner me iets vaag. Maar dat woordje ‘wij’ zit me een beetje dwars. Waarom zou ik een boek mee-schrijven? Ik schrijf al jaren geen boeken meer, ’t brengt niets op en een tweede Brusselmans ( hoewel die tegenwoordig ook op niks meer lijkt, maar da’s mijn mening ) word ik toch niet. Ik zeg dat natuurlijk niet aan Maurice. Een beetje ijdelheid is mij niet vreemd, zullen we maar zeggen hé?
“ Ja, ik herinner me iets, wacht even, het ging over een Marsmannetje die verliefd werd op een lichtekooi die op Venus woonde. Of ze er nog woont, weet ik niet. En dat Marsmannetje zag groen van jaloezie, toen hij ontdekte dat het gras veel groener was aan de overkant. De reden waarom men die scharminkels niet kan zien als ze tussen het gras lopen, ze zijn verdomme zo groen als het gras. Ze zijn zo klein dat de smurfen reuzen lijken. Ik weet nog altijd niet wat die Venusiaanse madam in hem gezien heeft. Maar ’t is uw story hé?”
Zo te zien is Maurice van de kaart. Weggeveegd door m’n verbaal geweld. Dat doe je niet met een vriend, denk ik plots met enige medelijden die mij toch een zekere voldoening geeft. ’t Is de aard van ’t beestje, zei m’n opa zaliger altijd, terwijl hij de mug die hem gestoken had doodsloeg…
“ Wil je een glas water? Je kunt kiezen…uit de kraan of uit de wc. ’t Is allebei water, maar ’t ene smaakt anders dan het andere.”vraag ik langs m’n neus weg.
“ Hebt ge niks anders?”
Maurice is voor een keer in z’n leven wantrouwig. M’n invloed begint vruchten af te werpen.
“ Ik heb nog één Kriekske, maar die krijgt ge niet, zelfgemaakte limonade en cola, die er al een paar weken staat. De Joden drinken die graag zonder gas, heb ik me laten wijsmaken. Hoe zou dat toch komen vraag ik me nog altijd af. Water met gas en zonder gas, je zegt het maar…”
“ Heb je geen biertje?”
“ Ja, dat heb ik, maar jij niet hé?
“ Kan ik een biertje krijgen?”
“ Jazeker, heb je geld bij?”
“ Moet ik betalen voor een blikje bier?”
“ Niet voor het bier, maar wel voor het blikje hé?”
“ Dat meen je niet?”
De vertwijfeling slaat toe, Maurice krijgt kop noch staart aan mij. Hij begint zich af te vragen of hij in een gekkenhuis belandt is. ’t Scheelt toch niet veel, wil ik hem zeggen…
“ Nee, Maurice, ’t is een grapje dat ik alleen kan smaken…”
Ik geef hem z’n biertje, na er eerst ferm mee geschud te hebben in m’n keuken. Dat wordt lachen geblazen, ik doe al op voorhand in m’n broek als ik denk aan het gezicht dat hij zal trekken.
“ Hebt ge geen glas?”
“ Wat zit er in m’n raam? Glas hé? En kunt ge daar bier inschenken? Nee, dat gaat niet, en hoe komt dat? In ’t ene glas kunt ge bier schenken en in ’t andere niet. De wereld zit raar in elkaar hé?”
Ik haal een glas en macht der gewoonte, doe ik het blikje open. Totaal vergeten dat ik de clown van dienst niet ben. Een bierfontein dat mij en m’n vertrouwde omgeving doet stinken naar de drank. Ik, die al jaren geen fluitjesbier meer drink, sta hier verzopen als een oude koe die op eigen kracht uit de gracht gekropen is. Ze zal gedacht hebben, op diene boer wacht ik niet…
Maurice lacht zich te barsten. Goedzo, denk ik, de kruik gaat zo lang te water tot ze barst.
“ Ik denk dat ge teveel geschud hebt met dat blikje…”zegt Maurice.
“ Ik denk het ook, ik heb het gisteren gekocht in de Colruyt…”lieg ik erop los.
Liegen is een kunst, schrijvers doen niets anders. Reclamemakers ook, politiekers nog meer. Alleen bij schrijvers en dichters wordt het dichterlijk en schrijverlijke vrijheid genoemd…
“ Ik trek even andere kleren aan, ga maar zelf een biertje halen. Je weet de weg…en er staan glazen in de tweede kast boven de spoelbak…”
Bier kan stinken, zoveel is zeker.
Maurice heeft zich geïnstalleerd met pintje en een sigaret die verdacht veel lijkt op een sigaret die ik zelf gemaakt heb. Brave jongen, leert al doende. Voor zich ligt een pak papier, netjes geniet. De blauwdruk van z’n toekomstige bestseller, denk ik . wat ook zou blijken. Ik zet me aan tafel, na eerst m’n laatste Kriek gehaald te hebben, zonder schudden.
“ Wat is dat?”vraag ik wel wetende wat het is.
“ Het eerste deel van m’n trilogie…”
“ Een trilogie?”
Daar gaan we weer, in het herhalen van woorden ben ik ontzettend goed.
“ Wil je het lezen en verbeteren? “
Ik zie dat het met de hand geschreven is, chapeau, denk ik dan. In de 24ste eeuw nog met de hand schrijven, je moet het maar doen hé?
“ Zeg Maurice, op een pc staat er een programma dat Word noemt. Met een automatische verbeteraar…”probeer ik hem behulpzaam te zijn.
“ Ik schrijf ’s nachts, meestal toch en ons ma wil niet dat ik ’s nachts op de pc zit…”zegt Maurice, mij aankijkend alsof hij een groot geheim prijsgeeft.
“ Uw mama is er nog één van de oude stempel, zo te horen? Ge moet haar wijsmaken dat er ’s nachts geesten rondlopen en dat ge er ene gezien hebt aan haar kamerdeur. Wedden dat ze niet meer uit haar kamer wil komen? En dan kunt gij ’s nachts de pc gebruiken en surfen naar seks-sites. Daar kunt ge inspiratie opdoen om te verwerken in uwen roman…”
Een kinderhand is gauw gevuld, denk ik altijd.
Maurice kijkt plots op z’n horloge. Verschiet voor de tweede maal, ’t begint verdorie een gewoonte te worden.
“ Oei, ik moet weg, ik moet nog brood en pistolets gaan halen…”
Eén ferme slok en z’n glas is leeg.
“ Lees het en weet me te zeggen of ge het goed vindt…”
Weg is Maurice, mij achterlatend met z’n manuscript en een halve kriek. Maar ’t winkeltje op de hoek is open, geen nood dus. Zes Kriekjes en m’n dag kan niet meer stuk. Ik ga vannacht in m’n bed z’n poging tot boekschrijven evalueren. Samen met m’n kat, die waarschijnlijk in slaap zal vallen als ik passages zal voorlezen. Maar die kat slaapt altijd, zelfs als ik niets voorlees. Maar eerst ga ik proberen een deftig verhaaltje te schrijven over deze toch wel unieke gebeurtenis in m’n leven. De geboorte van een bestseller maak je niet alle dagen mee hé?

Verdomme, ik heb het Wereldkampioenschap Veldrijden gemist, kom dat tegen hé?


©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage