GoNo's Gedichten & Verhalenhoek
De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.
vrijdag 14 juni 2013
zondag 9 juni 2013
Revolutie…
Bij het lezen van de digitale krant viel het me op hoeveel paniek er is
bij de overheid in verband met de Belgen die gaan strijden zijn tegen de
Syrische dictatuur. Als het waar is dat er Belgen betrokken zijn bij
oorlogsmisdaden, dan heeft men het recht en de plicht om op te treden. Maar dient
daar niet het Oorlogstribunaal in Den Haag voor? Het afsnijden van iemand z’n
hoofd is een oorlogsmisdaad. Een soldaat dient behandeld te worden als een krijgsgevangene
volgens de Conventie van Geneve. Maar die regels lappen alle partijen aan hun
laarsen. Het slechte in een mens komt boven in oorlogssituaties. Wat geeft er
meer een kick dan te kunnen beslissen over leven en dood hé? Mensen die zich
verlagen tot beestigheden, tot barbaarse praktijken horen niet thuis in een
Westerse maatschappij. Er lopen hier al gekken genoeg rond…
Wat kan een kerel die gevochten heeft in één van die Arabische landen
hier nog komen doen? Een revolutie ontketenen? Een Westerse lente? De laatste
revolutie was in 1830, als ik me niet vergis? Toen gooiden we de Hollanders
buiten, nu gooien de Hollanders ons buiten, bij wijze van spreken. De Fransen
en de Duitsers hebben het hier voor het zeggen. Maar met een Franse president
die een halve Hollander is, de naam alleen al zegt genoeg, ik kijk er niet van
op…
Ik heb z’n verklaring gehoord en gezien over de crisis die voorbij zou
zijn. Europa hamert voortdurend erop dat de crisis niet voorbij is en we nog
meer moeten besparen. Nog een miljardje meer, het kan niet op. De Belgen
besparen nu ook al op hun vakantie. Wie had dat ooit kunnen denken? De dokters
klagen steen en been dat ze minder en minder patienten over de vloer krijgen. Hoe
zou dat toch komen hé? Langs de andere kant weigeren de heren senatoren om vijf
procent van hun riante wedde in te leveren. Van hoog tot laag moet iedereen z’n
steentje bijdragen verkondigen ze met enthousiasme, het land moet in tijden van
nood en crisis solidair zijn. Zij niet, ze voelen zich verheven boven de massa.
De senaat, een in mijn ogen, totaal overbodige instelling levert niet in. De laatste
keer was er welgeteld zeven man aanwezig in hun halfrond. Er liepen meer bodes
rond dan senatoren. Uit verveling zijn ze beginnen te kaarten. Bertje Anciaux
stelde voor om een potje strip-poker te spelen, de bodes moesten eens goed
lachen. Waarna ons Bertje de tranen in
de ogen kreeg…
Prins Philippe van België, keerde een dag vroeger terug uit Disneyland. Hij
werd met koninklijke eer ontvangen door Mickey Mouse. Na een rondleiding door
de koninklijke paleizen van Doornroosje, Sneeuwwitje en andere sprookjesfiguren
is de kroonprins er rotsvast van overtuigd dat er nog wel degelijk een bestaansreden
is voor die koninklijke poppenkast. Toekomstige koningin Mathilde moet nu het
ledikant delen met Philippe en een pluchen Mickey Mouse. Waarom de prins
vroegtijdig uit Disneyland vertrokken is? Hij kreeg een mail waarin stond dat
zijne koninklijke papa een stap terug zou zetten. ’t Is nu of ’t is nooit moet
hij gedacht hebben. Eindelijk word ik koning. Willem- Alexander zal niet
blijven lachen, hoorde je hem denken. Maar tot zijn en Mathilde haar verbazing
wist papa Koning van toeten noch blazen. Papa Koning keek monkelend naar mama
Koningin. We hebben hem weer goed liggen gehad, spraken z’n ogen. Koningin
Fabiola spreekt helemaal niet meer. Ze is kwaad op de voltallige regering, die
haar dotatie gesnoeid heeft. Prins Laurent is al even kwaad. Wie kan er nu in
godsnaam toekomen met een luttele 5 000 € in de maand? Moet ik daarvoor in een
koninklijke wieg geboren zijn? Hij denkt erover na om een bijpassing te vragen
aan het OCMW, iemand moet toch opdraaien voor m’n levensstijl eigen aan het
prins zijn. 5 000 € per maand, da’s de prijs van de benzine in m’n Ferrari, BMW
en andere bolides…
’t Worden harde tijden, zegt prinses Claire, de mensen hebben geen
respect meer voor het koninklijk bloed. Maar kom, al goed dat we aanspraak
kunnen maken op kindergeld. Een revolutie zou er moeten komen, om de adel terug
in het zadel te krijgen, zegt de voltallige koninklijke familie. Fabiola
mompelt dat het met Boudewijn zo niet zou gelopen zijn. I ‘ll be back, zou die
gezegd hebben en Hasta la vista, baby. Boudewijn was een geweldige fan van de
Terminator. Er was zelfs een moment dat hij hem wilde inzetten in Zaire. Waarschijnlijk
de reden waarom ene Mobutu op de vlucht geslagen was naar Marokko. Of was het
een ander dictatorgezinde natie?
Zo zie je maar. Ik begin met Belgen die strijden aan de zijde van de
Syrische rebellen en zich te buiten gaan aan oorlogsmisdaden, om te eindigen
met een koninklijke familie die een revolutie willen ontketenen omdat er
gesnoeid wordt in hun dotaties. Waarin een klein landje toch groot kan zijn hé?
©GoNo
zaterdag 8 juni 2013
vrijdag 7 juni 2013
BBQ....
BBQ…
Zoals ondertussen de helft van Vlaanderen weet, woon ik drie-hoog. Een appartement
met een balkonnetje van een paar vierkante meters. Waar ik probeer om de
illusie te wekken dat ik over een volwaardige tuin beschik door ze vol te
zetten met bloemen in hangbakken. Op het gelijkvloers hebben ze een tuin. En zoals
ieder jaar, als de zon van de partij is, doen ze beneden een BBQ. Als ik over m’n
ballustrade kijk, zie ik ribbetjes, hamburgers, kippenboutjes en worstjes
lustig liggen te braden op de houtskool.
Verdomd, de zever loopt uit m’n mond. Musti, m’n onovertroffen kattekop,
snuift de geuren ook op. En het ruikt heerlijk, moet ik toegeven…
Ik roep naar beneden, naar boven roepen zou onnozel zijn want op het
plat dak wonen alleen een paar vogels die een nest gebouwd hebben in de
schoorsteen, of ik mee mag aanschuiven. Ik zal m’n bord en bestek wel zelf
meebrengen. Jurgen, een Duitser, kijkt me niet begrijpend aan. De rest van de
familie ook. Hij glimlacht. Is hij nu akkoord of niet? Ze drinken witte wijn en
Jupiler. Die witte wijn lust ik wel, maar Jupiler drink ik al jaren niet meer. Ik
houd het bij Kriek, daar krijg ik tenminste geen koppijn van. Voorlopig althans
niet…
Wat moet het toch heerlijk zijn om een BBQ te kunnen doen met mensen die
je graag hebt, hé? Genieten van de zon, de drank en een eetfestijn, meer moet
dat niet zijn in tijden van crisis, denk ik dan. Hoe lang is het al geleden dat
ik nog eens uitgenodigd ben op een BBQ? Ik weet het niet meer, te lang om goed
te zijn. Vroeger ja, maar vroeger is voorbij, komt nooit meer terug. De vrienden
van vroeger zijn allemaal spoorloos verdwenen, wat rest zijn alleen maar
herinneringen toen alles te mooi leek om waar te zijn. Wat naderhand ook zo
was. Hoe ouder men wordt, hoe meer men teruggrijpt naar herinneringen. Tot ook
deze vervaagd zullen zijn in de loop der tijden. Ik herinner me m’n tijd bij
Wereldmissiehulp, ook al vijf jaar geleden. Daar deden ze ook een BBQ ten huize
Signum. Met alles erop en eraan. Heerlijk om tussen mensen te vertoeven die mij
genegen en lief waren. Hoe zou het met hen zijn? Wie leeft er nog, wie heeft
deze aardbol al verlaten? Denken ze nog wel eens aan mij? Maar uit het oog, is
uit het hart hé? De geuren van de BBQ bij de onderbuur doen herinneringen
opflakkeren…
Alles gaat voorbij en de geuren zijn ’s anderendaags ook verdwenen. Maar
ik heb toch enkele uren genoten, wat al veel is in m’n leeg bestaan. Musti zegt
dat ik weer aan ’t zagen ben. Ze heeft nog gelijk ook…
©GoNo
dinsdag 4 juni 2013
Genieten…
Eindelijk is de zon van de partij. Ik geniet ervan. M’n onovertroffen kat
ook, die ligt languit op het balkontafeltje. Met één oog open, mij aanstarend
alsof ze mij niet vertrouwt. Ge zult maar een kat hebben, ‘k had beter een
kater gehad, dat gaat met een beetje geluk nog over…
Maar kom, laten we voor één keer niet klagen, de temperatuur is gestegen
tot om en bij de 28° graden. Ik voel de hitte en ben aan het verbranden. Weer een
reden om te klagen? Ik ben ingesmeerd met Zwitsal baby-zonnecrème,
achtergelaten door één van m’n dochters. Vraag me niet dewelke…
Ik ga naar de Colruyt, m’n kat heeft geen eten meer en ik ook niet. Een massa
volk, de vakantie is in aantocht, frisdrank, water en andere zoetmakers vliegen
met karrevrachten de deur uit. Vierhonderd tweeënvijftig euro, hoor ik zeggen
aan de kassa. De nieuwe Belg betaalt zonder verpinken. Beetje winst maken in z’n
thuisland, zit er dik in. Of hij is eigenaar van een Marokkaans theehuisje, dat
kan ook hé?
M’n overbuurvrouw vraagt of ze m’n karretje mag hebben. Wat geeft ge
ervoor, is m’n wedervraag. Euh, nikske, nada, rien de knots. Verkocht, zeg ik. We
doen een praatje. Dat hoort erbij, om de vrede in de straat te bewaren. Ik zou
graag terug een poes hebben, zegt ze. Heb ik dat goed begrepen? Ik wist niet
eens dat ze van geslacht veranderd was. Ja, zo’n operatie kruipt niet in je
kouwe kleren, zeg ik glimlachend. Ze kijkt me aan alsof het in Keulen en
omstreken aan het donderen is. Als dat maar niet tot overstroming leidt, denk
ik.
Ik heb een kat gehad, maar die is gaan lopen, die kon het niet gewoon
worden op ’t appartement. De deur eventjes open en ze was ribbedebie. ‘k Heb ze
nooit meer terug gezien. Verdomme, ‘k zat er weer eens naast met m’n fantasie. Ze
heeft het over een echte poes. Zeg dan kat hé? Hoe gaat het met jouw poes,
vraagt ze. Wat een vraag, denk ik. Ik voel stiekem of ik nog een man ben. Oef,
alles hangt er nog. Een beetje scheef, maar ’t zal me worst wezen…
U bedoelt m’n kat, vraag ik met een smile om u tegen te zeggen. Ja, wat
anders, is haar antwoord en tevens vraag. Och, die geniet van de zon en haar
kattenleven. Vreet als een paard en kakt evenveel als een volwassen koe. Soms is
ze kwaad omdat ze haar goesting niet direct krijgt. Madame la comtesse moet op
haar wenken bediend worden hé? Maar ‘k mag niet klagen, ze is een appartement
gewoon, verder dan de deur gaat ze niet. Alhoewel, ik zou er m’n hand niet voor
in het vuur durven steken hé? Waarbij ik me plots afvraag wie er zo stom kan
zijn om z’n hand in een vuur te steken. Je vraagt je soms af welke debiel die
spreekwoorden uitgevonden heeft. Oost west, thuis best. Zeg dat eens tegen die
asielzoekers hé? Wie het potje breekt, moet het betalen. Al eens geprobeerd om
een kookpot te breken? Of een pispot? Die zijn meestal van plastic, dus begin
er maar aan. Maar ik dwaal af. We spreken nog wat over koetjes en kalfjes. Weer
zo’n stom gezegde. De boeren misschien wel, maar een stadsmens spreekt alleen
over het weer en da’s al erg genoeg. Of over De Wever en de GAS-boetes. En over
den Beerschot, die failliet gegaan is. Wat kan mij dat schelen? Ik lig er niet
van wakker…
Hier neem m’n karretje voor ik het verkoop aan iemand anders, zeg ik. Doe
uw boodschappen tot meerdere eer en glorie van het vaderland. Ondersteun de
slabakkende economie, God zal het u lonen met sperziebonen. Weer kijkt ze me
niet begrijpend aan. M’n straat wordt bewoond door super-intelligente mensen
schijnbaar. Ik wens haar nog een prettige dag en maak dat ik wegkom. Ik praat
graag met buren allerhande, maar ze moeten me wel begrijpen. Ik sleur m’n
koopwaren de trappen op. Musti, zit al te wachten. Ik vraag een kusje en krijg
het. Ze zou haar ziel verkopen voor eten, denk ik. Je krijgt subiet, onmiddellijk
binnen enkele ogenblikken. Ik geef haar americain puur. Ze slokt het binnen,
waarschijnlijk afgekeken van een hond. Rustig, kattekop, ’t is nog geen oorlog
hé?
’t Is stil, ik zit op ’t balkon en Musti ligt in de schaduw aan m’n
voeten. Ik geniet, geniet, geniet….
©GoNo