Ik ben God niet...
Soms wil ik 's nachts de
sterren uit de hemel plukken. De maan in m'n kamer hangen als m'n persoonlijk
bezit.Soms wil ik dat ik m'n licht kan laten schijnen
over zij die het goed menen maar nooit de kans zullen krijgen om hun stem te
laten horen. Ik zou, met één vingerknip, al die gewetenloze moordenaars voor
eeuwig naar de hel willen sturen. Branden in de eeuwige verdoemenis. Maar ik
ben God niet...
Soms wil ik dat ik niet
geboren ben. Vraag ik me af wat deze wereld mij nog te bieden heeft. Niets dan
oorlog, verkrachting en moorden om me heen. Iedere dag opnieuw en opnieuw. Het
houdt nooit op. Het maakt me misselijk. Waarom stopt de wereld niet met z'n
rondjes te draaien? Soms zou ik de wereld willen stoppen, de tijd laten
stilstaan. Al die schijnheiligen een stamp onder hun broek geven. Al die
hypocrieten die zich verrijken op de kap van de gewone man hun geld afnemen en
verdelen onder de arme mensen. Maar ik ben God niet...
Soms droom ik van een betere
wereld, waar iedereen gelijke rechten heeft ongeacht z'n huidskleur of overtuiging.
Dromen van een wereld waar de mens terug respect heeft voor de natuur en de
dieren. Van een wereld waar stropers voor het geldgewin geen weerloze dieren
meer afknallen. Waar babyolifantjes niet meer moeten zoeken achter hun vader en
moeder, die omwille van hun ivoren tanden de dood gevonden hebben. Maar ik ben
God niet...
Soms vraag ik me 's nachts af
waar God gebleven is. 't Is moeilijk te geloven dat God bestaat als men ziet
dat kinderen en onschuldige mensen ten prooi vallen aan gewetenloze
moordenaars, die in zijn naam oorlog
voeren. Martin Luther King had ooit ook een droom. Zie wat er in de zogenaamde
democratische USA gebeurt. Alle dagen wordt er een zwarte afgemaakt door
politiekogels. De Amerikanen stellen wel orde op zaken in het buitenland, maar in
hun eigen staten telt het recht van de sterkste. Ik zou willen dat het ophoudt,
dat iedereen in vrede kan leven. Maar ik ben God niet...
De eeuwige jacht naar geld is
de doodsteek voor het mensdom. Zij, die er in overvloed hebben, willen steeds
meer. Zij, die er geen hebben, krijgen een aalmoes toegestopt. Juist genoeg om
te overleven. Miljoenen mensen op de vlucht voor oorlogen. Ontheemde mensen die
als ze geluk hebben mogen overleven in tentenkampen. Vijfenzeventig jaar
geleden was de helft van België ook op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Wij,
de gewone burgers, hadden die oorlog ook niet gewild. Waar de politiek ophoudt
te praten, wordt alleen nog de stem van de wapens gehoord. Wat houdt de burgers
tegen om die oproerkraaiers tegen een muur te zetten? Nog voor ze de zoveelste
oorlog kunnen beginnen? Het zou een pak ellende en rampspoed schelen, denk ik
dan. Maar ik ben God niet hé?
Ik wil blijven dromen van een
betere wereld, maar ik geloof er niet meer in. Naar de hel zal ik niet meer
gaan, ik heb hem hier al meegemaakt. Ik heb gezien wat het mensdom met deze
planeet uitgevreten heeft. We gaan binnenkort naar de maan en naar Mars, zodat
we het daar ook naar de teelballen kunnen helpen. M'n kleinkinderen zullen
waarschijnlijk op vakantie gaan naar Mars. Tot er daar ook een oorlog zal
beginnen, want van wie is de maan en Mars?
M'n God, soms zou ik God
willen zijn...
©GoNo