Bezinning...
Af en toe moet ik aan herbronning,
als het ware in retraite gaan, om alles wat op mij afkomt te kunnen plaatsen.
Zo zit ik al geruime tijd met de vraag of ik nu wel dan niet moet verder gaan
met schrijven. Na talloze slapeloze nachten weet ik het nog altijd niet. Daarom
heb ik besloten om ten rade te gaan bij m'n vriend Robbie, die toevallig ook
nog psychiater is in de gerenommeerde psychiatrische instelling van de Broeders van Liefde.
' Wel, wel, wie we daar
hebben? Leeft gij nog? '
' Robbie, ik zit met een
probleem...'
' Wie niet hé? Wie niet hé?
Heel de wereld heeft problemen, daarom dat ik voor dit beroep gekozen heb, hé?'
' Robbie, proficiat dat ge
nog niet werkloos zijt, maar m'n probleem is niet opgelost met een nietszeggend
antwoord dat meer weg heeft van een vraag...'
' GoNo, we kennen elkaar al
van bij 't leger, da's zo'n kleine 42 jaar geleden en je bent nog geen sikkepit
veranderd. Rad van tong en altijd overtuigd van je grote gelijk, moet er nog
zand zijn?'
' Ik sta weer te roepen in de
woestijn, me dunkt. Ik dacht dat je me kon helpen, maar ik heb al spijt dat ik
beroep gedaan heb op uw doordachte analyse van m'n gemoedstoestand. Kunt ge
niet eerst vragen wat m'n probleem is? Of is dat te veel gevraagd?'
' Allé, vooruit met de geit,
wat is uw probleem? Uw tijd gaat nu in...grapje, we mogen toch nog wel eens
lachen hé? '
' Robbie, gaat gij zo met uw patiënten
om? Prettig gestoord zeker? Of is het een zekere vorm van beroepsmisvorming?'
' Oei, oei, gaan we geleerd
doen? Leg uw geval eens op tafel...'
Als ik m'n broek wil afsteken
om m'n geval bloot te leggen, waarbij ik op de stoel moet staan, anders kan ik
het niet op de tafel leggen. Waarbij ik me afvraag wat in mijn geval m'n geval
hier mee te maken heeft. Maar kom, hij is de psychiater, heeft er jarenlang
voor gestudeerd en wie ben ik hé?
' GoNo, ik bedoelde niet uw
edele delen, ik bedoelde dat je uw geval eens moet uitleggen..'
' Robbie, spreek dan
tenminste duidelijke taal hé? Dus, zoals ik al zei, zit ik met een probleem.
Een groot probleem. Voor mij toch. Ik weet niet meer of ik moet stoppen met
schrijven of juist niet. Ik breek mij het hoofd over de zin van het schrijven
van verhaaltjes. Soms neemt de realiteit het over van de fictie en andersom
ook. Soms denk ik wie zit er in godsnaam te wachten op m'n verhalen. Daarom heb
ik een bezinningsperiode ingelast van twee maanden. Twee maanden geen enkel
verhaal geschreven. In het begin viel het me zwaar, dat geef ik eerlijk toe,
maar na een tijd treed er een gewenning op. 't Is een beetje zoals de liefde,
als je alle dagen seks hebt vindt je er na verloop van tijd ook niets meer aan.
Dan telt alleen nog maar klaarkomen en
voor de rest slaapwel hé?'
' GoNo, ik ben geen
sekstherapeut, ieder het zijne en ik het mijne. Als ik het goed begrijp is uw
probleem van die aard dat ge niet meer weet of je wel of niet moet doorgaan met
schrijven. Tja, jongen, da's een groot probleem hé?'
Hij zegt het op een manier
alsof het helemaal geen probleem is. Van uw vrienden moet ge 't hebben, denk ik
altijd...
' Robbie, zit ge met mij te
lachen, mislukt zielenknijper?'
' GoNo, 'k zou niet durven,
ik probeer me in te leven in uw schrijnende en tevens hopeloze gemoedstoestand.
Voorwaar geen gemakkelijke oefening. Maar ik zal erover nadenken en dan laat ik
je iets weten via mail. Ik moet nu dringend naar m'n werk voor een receptie van
een collega die op pensioen gaat. Weet ge wat? Schrijf je bezoekje aan mij eens
op. Als je de drang plots krijgt om over te geven, ben je goed
bezig...grapje...we mogen in 't leven toch nog eens lachen hé?'
En zo komt het dat ik dit
verhaaltje, na enige bezinning, zit te schrijven. Mij afvragende wie er in
godsnaam zit te wachten op dat relaas...
©GoNo