GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zaterdag 10 november 2012

Vallende bladeren 7





Sedert hij z’n elektrische rolstoel heeft en nu ook af en toe zonder begeleiding het dorp en omgeving mag verkennen, gaat het de goede richting uit met Bert. Hij doet mee aan alle oefeningen en therapeutische sessies. Z’n ouders zijn tevreden, de staf van RC “ Amadeus” ook. Z’n woedeuitbarstingen zijn fel verminderd moet iedereen toegeven. Maar op de vraag wat z’n toekomstplannen zijn wil of kan hij geen antwoord geven. Stephanie, de jonge verpleegster, is nog altijd even begaan met hem. Stukje bij beetje leert ze hem minder afhankelijk te zijn. ’t Is zaterdag en zoals gewoonlijk trekt Bert erop uit in de namiddag. Een uurtje in de vrijheid van de natuur doen wonderen bij hem. Z’n ouders komen om 14:00 op bezoek. Ze zijn volop bezig om met de verbouwing van z’n gelijkvloerse appartement. De aanpassingen schieten aardig op. Ze hebben zelfs een vrijwilliger gevonden om Bert voorlopig gezelschap te houden. Maar het hangt volledig van Bert af of het zal klikken tussen beiden…

Bert staat aan de overweg te wachten tot de slagbomen terug opengaan. De enige klokvaste trein die om 11:05 voorbij het stationnetje van Boechout flitst is in aantocht. Bert ziet hem aankomen en schiet plots als een raket tussen de slagbomen door. Rijdt zich vast in de rails. De trein kan onmogelijk stoppen…

Vader en moeder Coppieters zijn op weg naar het Shoppingcentrum als ze plots het nieuws horen op de radio. In Boechout zou een jongeman met een rolstoel tussen de slagbomen door gereden zijn. De jongeman waas op slag dood. Het treinverkeer tussen Antwerpen en Lier ligt om deze reden lam. Er zijn bussen ingezet om de gestrandde reizeigers naar hun bestemming te brengen. Vader kijkt naar moeder, hebben ze dit wel goed gehoord? We moeten naar Boechout rijden, zegt moeder Coppieters. Nu, onmiddellijk…

Aan de spoorweg is er geen doorkomen aan. De politie laat niemand door. Iedereen wordt afgeleid naar de naburige straten. Vader Coppieters parkeert z’n wagen en stapt samen met z’n vrouw naar een agent. De man kan hem ook niet helpen, hij weet alleen dat er een jongeman onder de trein terechtgekomen is…

Rust, rust, eindelijk rust, denkt Bert terwijl hij het monster op hem af ziet stormen. De klap is enorm, maar hij voelt niets…

Vader heeft een hartinfarct gekregen. Ligt nu op dezelfde afdeling waar Bert ook gelegen heeft. Het gaat niet goed met hem, de dokter zegt dat het lijkt alsof hij niet verder wil leven. De moeder van Bert zit thuis voor haar raam, spreekt met niemand meer. Stephanie komt haar bijna elke dag bezoeken. Stephanie is haar goedlachse humeur kwijt. Vraagt zich af waarom ze niets gezegd heeft over de zelfmoordplannen van Bert. Ik ben niet geschikt voor deze job, besluit ze…
Vader Coppieters is niet meer. Overleden in z’n slaap om 03:00. Hij wordt samen met z’n zoon Bert begraven. Moeder Coppieters heeft een zenuwinzinking gekregen na de begrafenis en is opgenomen op de psychiatrische afdeling van het UZ in Edegem. Ze is totaal apathisch geworden voor alles wat zich afspeelt rondom haar. Ze ligt vastgebonden op haar bed en murmelt telkens weer: “ Bert, Bert…” Eten krijgt ze via een sonde. Het verplegend personeel hebben er geen goed oog in. Een vogel voor de kat, fluisteren ze…

Epiloog:

Moeder Coppieters heeft nog bijna een jaar geleefd. Ze is gestorven aan longkanker, zo leert ons de autopsie. Ze heeft nooit gerookt. Volgens de verpleging is ze gestorven aan een gebroken hart. Maar zoiets is moeilijk wetenschappelijk te bewijzen…

Einde.

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage