De Zwarte Ridder 7
Met opgeheven zwaard stormt de Zwarte Ridder op de ezel af.
“ Ik maak gehakt en stoofvlees ‘ à la ezel’ als ge uw poten niet verzet,
koppige steenezel…”briest de ridder.
De ezel denkt er het zijne van. Veel geblaat en weinig wol is z’n
conclusie. De Zwarte Ridder gooit het over een andere boeg. Hij nadert de ezel
behoedzaam, fluistert in z’n oor. De ezel balkt en kijkt verschrikt naar de
knecht. Wat krijgen we nu, denkt de ezel, meent die gek het als hij zegt dat
hij m’n ballen gaat afsnijden en ze in m’n oren zal stoppen als oordopjes? De
ezel besluit om het zekere voor het onzekere te nemen. Hij stapt achter de
knecht aan. Wacht maar af, één dezer dagen stamp ik die zwarte ridderr in z’n
klokkenspel en ge moogt gerust zijn dat ze dan even zwart zullen zien als z’n
harnas. Met een grijnslach op z’n muil stapt hij traag verder…
De avond valt nu wel heel snel. De maan schijnt tussen de bomen, de wind
beweegt de takken. Het lijken wel armen met grijpgrage handen. De knecht doet
een schietgebedje, hij is nogal bijgelovig. Was dat geen zwarte kat die onder
die ladder liep? Hij vraagt het aan z’n meester.
“ Welke zwarte kat en welke ladder?”
“ Daar tussen de bomen…”
“ Waarom zou er een ladder tussen de bomen staan?”vraagt z’n meester.
“ Om peren of appels te plukken?”
“ In een kersenboom?”
“ Genetisch gemanipuleerd misschien?” De knecht is z’n tijd ver vooruit,
het moge gezegd.
“ Hebt ge het gehoord, zwarte ridder?”
“ Wat moet ik horen, blanke knecht?” De Zwarte Ridder is er nu toch ook
niet meer gerust in. Hij heeft vroeger verhalen gehoord over een spookbos,
ergens langs de kanten van Merelbeeck ( nu Merelbeke bij Gent ).
“ Ik hoor stemmen in het bos. Misschien zitten er heksen in een
heksenkring. Met een zwarte kat op hun schoot en een zwarte kraai op hun
schouder. In een pot soep te roeren gemaakt van paddenslijm en
hagedissenstaartjes…”zegt de knecht met overslaande stem.
“ Geef mijn part dan maar aan de hond hé? Maar zwijg nu even, ik hoor nu
ook stemmen…”
De ezel hoort het ook. Begint te luidruchtig te balken. I-A, I-A, I-A…
“ Verdomde ezel, stop met uw gebalk, straks zijn we verraden door uw
gezeik…”gromt de ridder.
“ Zwarte Ridder, er komt een oud vrouwtje uit het bos…”
“ Ziet ze er uit als een heks?”
“ Nee, ze ziet er uit als een gepensioneerde Poolse kuisvrouw…”
“ Wat moet ik me daarbij voorstellen?” vraagt de ridder.
“ Een Roma-zigeunerin uit Polen met een wasmand?” probeert de knecht.
De oude vrouw met wasmand is nu tot op enkele meters genaderd…
“ Stop, tot hier en niet verder, oud vrouwtje…” beveelt de dappere
ridder.
Het oude vrouwtje kijkt hem grijnlachend aan met ontblote afgebrokkelde
tanden. Dat komt ervan als ge uw tanden niet regelmatig poetst, denkt de
ridder.
“ Ten eerste; wie zijt ge en ten tweede, doe uw garagepoort dicht want
het trekt hier…” zegt de ridder op bevelende toon.
“ Ik ben een oud vrouwtje dat appelen verkoopt voor citroenen. En
garages zijn nog niet uitgevonden. Moet ge soms een appel die lijkt op een
citroen kopen?”
“ Laat eens zien?” De Zwarte Ridder is nieuwsgierig geworden. Appelen
die lijken op citroenen, dat heeft hij nog nooit gezien. Ik wel, ik had ooit
een appeltje voor de dorst, maar de fiscus heeft het uitgeperst als een
citroen…
Het oude vrouwtje toont een appel of is het een citroen? De ezel balkt
om te zeggen dat hij ook wel een appeltje lust.
“ Het zijn giftige citroenappels…”zegt het oude vrouwtje.
“ Wablief?” zegt de ridder.
“ Ze dienen om uw vijanden uit te schakelen, edele heer…”
“ Hoe weet ik zeker dat ze giftig zijn?” vraagt de Zwarte Ridder.
“ Ge krijgt er hallucinaties van, waandenkbeelden en nog zo wat van die
rare dingen…”
“ Ge kunt me veel wijsmaken hé? Maar bewijs het eens, als het klopt koop
ik de hele mand…”
“ Kijk edele heer, ik zal er zelf een hapje van nemen…” Hoe dom kan een
oude heks zijn hé?
Binnen de minuut verandert het oude vrouwtje in een knappe jongeling.
Niet te geloven, denkt de ridder. Dit verhaal raakt kant noch wal.
“ Dag schone ridder…ik heb altijd al gedroomd van een zwarte ridder op
een zwart paard. Mag ik een eindje met je meerijden, lieve schat?”
“ Madre de Dios, caramba en milledju de miljaarde, een homo achter m’n
vodden…” krijst de zwarte ridder, helemaal van z’n stuk gebracht.
De ezel ligt te rollebollen van het lachen, de knecht doet moeite om de
andere kant op te kijken.
“ Ga weg en blijf van m’n lijf, ge maakt strepen op m’n harnas…”
“ Maar schatje toch, komaan zwarte ridder, rijg me op uw zwaard.
Doorboor m’n achterste en laat me genieten van uw zwart gat…” Teveel is teveel,
denkt de ridder krijgshaftig, hij vraagt erom en hij zal het krijgen…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage