GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

maandag 8 oktober 2012

De Zwarte Ridder 4





Laten we even terug gaan in de tijd…

De Zwarte Ridder is geboren, allicht wel want anders was hij er niet, op een mooie zomerdag rond een uur of tien in de morgen. ’t Kan ook wat vroeger of later geweest zijn, de tijd stelde toen nog niet veel voor hé? Hij was een bastaardzoon van de toenmalige onderkoning van Casa Blanca, een kolonie van Spanje. Z’n moeder was naaister aan het hof van onderkoning Alfonso Canto a Galicia. Z’n moeder werd voor bewezen diensten in de adelstand verheven en laat zich nu Dona Margaritha de Pizza y Castagnetta heten. Z’n pleegvader vaart de hele wereld rond als galeislaaf, omdat hij weigerde z’n zoon te erkennen. De man treurt er niet om, want galeislaaf zijn is altijd een stukje reizen hé?

De Zwarte Ridder, die normaal Carlos Montagna heet, maar aan het hof roept iedereen Carlos Negro, omdat hij altijd zwart en vuil rondloopt, groeit op zoals iedere jongeling aan het Spaanse hof. Alfonso, de onderkoning, is streng maar rechtvaardig en maakt geen onderscheid tussen z’n twee wettelijke kinderen en de vijf bastaardzonen die hij bij z’n verscheidene dienstmaagden verwekt heeft. Hij maakt ze wijs dat ze allemaal vroeg of laat de troon zullen bestijgen. De één al wat rapper dan de andere. Ze zijn nog klein en ge kunt ze nog vanalles op de mouw spelden. Maar voor ze ooit de troon zullen bestijgen moeten ze een opleiding volgen tot ridder. Vooreerst moeten ze leren wat het verschil is tussen een ezel en een paard. Het lijkt gemakkelijk, maar de meesten weten het nu nog niet. ’t Is zo simpel als pompwater, een ezel balkt en een paard hinnikt. Als een ezel hinnikt en een paard balkt, zit ge met een probleem. Dan zit ge met beesten met een gespleten persoonlijkheid. Een beetje zoals de politici heden ten dage…

Carlos is nu zeven jaar en het wordt hoge tijd dat hij leert omgaan met zwaard en katapult. Een houten zwaard wordt op zijn maat gemaakt. Katapulten zijn standaard, die worden dus niet op maat gemaakt. Carlos is een vinnig baasje, die niet op z’n mondje gevallen is. Sorry, één keer is hij wel op z’n mondje gevallen. Dat was toen hij met z’n schommelpaard zodanig hard aan ’t wiebelen was, dat hij met z’n gezicht tegen de kasseien van de binnenkoer terecht kwam. Wat hem een gescheurde lip en bloedneus opleverde. Die gescheurde lip werd vakkundig door z’n mama genaaid. Ge zijt naaister of niet hé? ’t Moet zijn dat ze haren stiel goed verstond, want ge moet al goed kijken om er nog iets van te zien…
De eerste les zwaardvechten voor beginnelingen zal doorgaan in de ridderzaal wegens het slechte weer buiten. Alfonso is aanwezig, z’n gemalin niet want die is op vakantie Spanje. Meer bepaald aan de Costa del Luna, nu bekend als Costa del Sol. De maan kan men overal zien, de zon niet, zal men gedacht hebben. Aan de lange eikenhouten tafel zitten nog een stuk of twaalf ridders. De jury. Zij zullen de punten geven. Nu weet ge in één klap vanwaar die jury komt in ’t assissenhof. En Jezus had ook twaalf apostelen hé? Op een uurwerk staan twaalf cijfers. De Tien Geboden waren oorspronkelijk met twaalf.  Maar twee geboden zijn in de loop der tijden van de stenen tafels verdwenen. het Elfde Gebod: “ ge zult uw vrouw altijd gelijk geven” en het Twaalfde Gebod: “ ge zult uw eigen gouden lepeltje meebrengen als ge naar het Koninkrijk Gods komt”. Die laatste twee geboden waren gewoonweg niet in de praktijk om te zetten, dat zag God ook wel in.
Merkwaardig, al zeg ik het zelf…

Juan moet vechten tegen Guiseppe, die van Italiaanse afkomst is. ze groeten de tafel, zoals het hen geleerd is. De scheidsrechter staat in het midden en wacht tot ze hun plaats ingenomen hebben.
Hij roept hen naar zich toe.
“ We vechten op een faire manier. Steken onder de gordel is verboden. Een anus dient om te kakken en niet om een zwaard in te steken. Dat de beste moge winnen..”
Juan kijkt naar z’n tegenstander Guiseppe. Probeert z’n tegenstander in te schatten. Juan houdt niet van Guiseppe, die hij stiekem Seppe heet. Hij zal dat kereltje eens vlug leren hoe een zwaard gebruikt moet worden. Seppe, laten we hem zo maar heten, denkt dat hij die flapdrol wel de baas zal kunnen. Hij stamt toch af van de Romeinse veldheer Pius Sextus, die de legendarische veldslag gewonnen heeft tussen de heuvelen van Picardië. Tegen een overmacht van duizenden opstandelingen, die in opstand waren gekomen omdat ze niet mochten staken.
Juan haalt uit met z’n houten zwaard, plets, met de platte kant recht tegen de kaak van Seppe. Een goedkeurend gemompel bij de jury. Dat levert een punt op, zoveel is zeker.
Seppe voelt z’n kaak rood worden. Hij schudt even met het hoofd. Is dat alles, vraagt hij aan Juan. Terwijl Juan nog achter een antwoord aan ’t zoeken is, slaat Seppe met z’n zwaard tegen de mond van Juan. Plots ontbreken er twee melktanden in de eetkamer van Juan. De jury klapt in de handen, da’s zeker twee punten waard. De match wordt even stilgelegd om de schade op te meten. Daarvoor gebruiken ze een koord met knopen in. ’t Valt nog redelijk mee, is de beslissing van de barbier van Sevilla. Later hebben ze nog een opera over die man gemaakt, echt waar…

De tweede ronde, roept de scheidsrechter.

Juan valt als een razende leeuw de Seppe aan. Hij hakt, steekt en klopt met z’n zwaard waar hij hem ook maar raken kan. Seppe deinst achteruit onder zoveel geweld. Als de scheidsrechter niet ingrijpt wordt het een bloedbad. Seppe struikelt over z’n eigen voeten en valt neer op de grond. Juan kan z’n vaart niet meer stoppen en struikelt over Seppe. Juan komt met een harde bons op z’n hoofd terecht. Uitgeteld. Er zit niet anders op dan Seppe uit te roepen tot winnaar. Het reglement schrijft het voor. Wanneer één van de partijen niet meer is staat is om verder te vechten, wordt degene die wel nog in staat is, de winnaar.
Carlos heeft z’n ogen goed de kost gegeven en is op een plannetje aan ’t broeden…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage