GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zondag 4 november 2012

Vallende bladeren 3





Drie maanden verder…

De operatie, waarbij Bert z’n hand en been verloor, is goed verlopen. Even werd er gevreesd voor complicaties, maar uiteindelijk deed de natuur haar werk. Bert heeft alleen veel last van fantoompijn.  Z’n verloofde Angelique heeft het uitgemaakt. Naar eigen zeggen wilde ze niet leven met een gehandicapte, die continue verzorging nodig heeft. Bert is serieus aangeslagen door de beslissing van Angelique. Z’n ouders proberen hem zo goed mogelijk te troosten, maar kunnen er weinig aan doen…
Het parket onderzoekt de omstandigheden waarin het ongeval zich afgespeeld heeft. Er is een getuige opgedoken die alles vanuit z’n vrachtwagencabine gezien heeft. Volgens de man in kwestie zou Bert aan een overdreven snelheid de parking van de Lunch Garden afgereden zijn. De tegenligger kon hem onmogelijk ontwijken en raakte hem aan de rechterkant. Bert werd gekatapulteerd en schoof onder een reclamewagentje van de verkiezingen. De verzekering heeft al laten weten niet te zullen betalen, gezien Bert over de ganse lijn in fout is. de ouders van Bert hebben hem nog niets verteld over deze gang van zaken. Volgens de psycholoog die Bert begeleidt is het beter om hem zo weinig mogelijk te belasten. Tijd brengt raad, zegt hij…

Bert kan zich weinig herinneren van het ongeval. Het laatste wat hij zich herinnert is een bord met “ De Verandering Begint Nu !!”. De revalidatie weegt zwaar op hem. Hij heeft er geen zin in, waarom zou ik nog verder moeten leven, vraagt hij zich af. Voor wie of wat? Om de rest van z’n leven door te brengen in een rolstoel? Afhankelijk zijn van iedereen? De psycholoog heeft goed praten, hij is niet gehandicapt hé? Misschien moet ik er een einde aan maken, bedenkt hij zich. Hoe lang lig ik hier al? Hij weet het niet, z’n geheugen laat hem in de steek. Ze hebben het hem al verscheidene keren gezegd, maar hij vergeet het telkens weer. Da’s normaal, zegt de psycholoog, het geheugen verdringt de feiten en laat niet toe dat bepaalde gebeurtenissen boven water komen…
Bert wil naar huis, zo vlug mogelijk. Beter thuis sterven dan hier. Ze moeten me gerust laten, ik wil rust, rust, rust, verdomme nog aan toe. Stop met dat gepamper, ik ben geen klein kind meer. Ik ben minder dan een klein kind, een kind kan meestal al lopen en ik niet, denkt hij cynisch. Straks gaan ze hem weer voederen zoals de dieren in de dierentuin. Mondje open, een lepeltje voor mama en een lepeltje voor papa. Flink zo, je hebt alles opgegeten. Wil je wat tv kijken? Tot ze je komen halen? Nee, ik wil dat je me gerust laat en uw kinderlijke praat voor uw eigen houdt, denkt Bert…

De staf vergadert over het geval Bert Coppieters.

De hoofdverpleegster is niet te spreken over Bert, die zich weinig of geen moeite getroost om mee te werken. De psycholoog zegt dat ze Bert de tijd moeten geven om alles te verwerken. De chirurg die Bert geopereerd heeft is het eens met de psycholoog, bij de ene gaat het al wat vlugger dan bij de andere. De hoofdverpleegster knikt, maar is niet helemaal overtuigd. Na drie maanden zouden er toch al tekenen moeten zijn van aanvaarding, zegt ze. De kinesist zegt dat Bert soms gewoonweg weigert de oefeningen te doen. Bert laat uitschijnen dat het totaal geen zin heeft. Z’n leven is verwoest en hij kan niet begrijpen waarom dit hem moest overkomen. Er lopen grotere klootzakken op deze bol rond, zegt hij. Heeft hij al gesproken over eventuele zelfmoordplannen, vraagt de psycholoog. Nee, maar aanwijzingen in die richting zijn er wel. Misschien moeten we hem naar een gespecialiseerde inrichting verplaatsen  zegt de chirurg. Het zou toch al te gek zijn dat een patiënt zelfmoord pleegt op deze afdeling? Ik zal morgen met z’n ouders spreken. Zijn jullie akkoord? Of moeten we nog even afwachten?

De ouders verdelen hun tijd tussen hun zoon en thuis. Hun leven zal nooit meer zijn wat het was. Morgen hebben ze een gesprek met de chirurg. Zouden er dan toch nog complicaties zijn na drie maanden? De hoofdverpleegster wilde niets zeggen, de chirurg zal het wel allemaal uitleggen. Als er complicaties zijn, willen we het nu weten, zegt vader Coppieters. Voor klachten is er een ombudsdienst, zegt de hoofdverpleegster. En daarmee is de kous af. Vader en moeder Coppieters kijken haar beteuterd na…
Ze gaan binnen in de kamer van Bert. Bert ligt naar buiten te staren. Een mus kijkt naar hem met kleine oogjes vanop het balkon. Waar blijven m’n kruimeltjes brood, lijkt het vogeltje te vragen. Op de andere kamers krijg ik meestal brood. Ik zou willen wegvliegen, denkt Bert. Ver weg van hier, naar een eiland waar het rustig is…
“ Dag Bert, we hebben druiven meegebracht, zonder pitjes…”zegt z’n moeder.
Bert kijkt haar aan, glimlacht.
“ Ik heb maar één hand, mama en in m’n arm zit een baxter. Ik kan m’n arm bijna niet bewegen, hoe zou ik dan druiven moeten eten?”
“ Wil ik je helpen?”vraagt z’n moeder bezorgd.
“ Wil je ook nog m’n gat afkuisen? En mij een andere pamper aandoen? En mij wassen en m’n haartjes kammen?” zegt Bert op scherpe toon.
Z’n vader kijkt hem aan, wil zeggen dat hij een beetje respect moet hebben voor z’n moeder. Maar hij zwijgt…
Er vloeit een traan over mama haar gezicht. Een traan die alles zegt wat niet geschreven kan worden. Waarom is Bert toch zo hatelijk geworden, vraagt de moeder zich af. ’t Is misschien niet gemakkelijk voor hem, maar voor ons ook niet, denkt ze.

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage