GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 6 november 2012

Vallende bladeren 5





Iedereen aanwezig op de sessie moet zich voorstellen. Bert luistert met een half oor. Het interesseert hem niet wat de anderen doorgemaakt hebben. Als Mark aan de beurt is, luistert hij wel. De manier waarop Mark zich voorstelt heeft zo te zien impact op de aanwezigen…
“ Hoi, ik ben Mark. Toen ik van m’n werk kwam, werd ik ’s avonds omvergereden door een dronken chauffeur, die door het rood licht gereden was. Ik was met de fiets en heb het niet zien aankomen. Het gebeurt alemaal zo rap hé? Ik ben terecht gekomen op de vangrail en m’n been werd letterlijk afgesneden. Ik voelde geen pijn, pas nadat de ambulanciers mij op de draagberrie legden voelde ik een hevige pijn. Ze hebben me morfine toegediend die de pijn wat draaglijker maakte. Op weg naar het ziekenhuis ben ik in coma geraakt. Vier maanden heeft dat geduurd. Ik werd wakker met maar één been. M’n wereld stortte in. Hoe moest het nu verder? Zou ik ooit nog kunnen lopen? Zouden m’n vrienden mij nog willen kennen? Ik zat met een heleboel vragen waarop ik geen antwoord wist. Ik ben nog jong en m’n leven leek al voorbij. Ik vervloekte de maatschappij die het toeliet dat zatte chauffeurs een mensenleven zomaar kunnen vernietigen. Chauffeurs die er vanaf komen met een rijverbod van enkele maanden. Mijn straf is veel zwaarder, ik moet zien te leven met m’n handicap. De eerste weken, na m’n ontwaken, zat ik in een serieuze depressie. Ik wilde niet verder leven. M’n werk bij Atlas Copco deed ik graag, maar welke firma wil er nu een gehandicapte in dienst houden als hij maar voor vijftig procent productief is? Maar na enige tijd kwam ik tot de conclusie dat zitten kniezen ook geen oplossing is. Ik begon in te zien, dat m’n leven niet gedaan was. Dat het mijn schuld niet was dat mij dit overkomen is. Ik nam mij voor om er het beste van te maken. De weg die ik afgelegd heb was er één van vallen en opstaan. Ik kan het aaantal keren dat ik gevallen ben tijdens de oefeningen niet meer tellen. Maar ik wilde dit gevecht winnen. M’n handicap zou me niet klein krijgen. Ik zou bewijzen dat ik wilskrachtig genoeg ben om te overwinnen. En daar ben ik nog alle dagen mee bezig…”

’t Is stil in het vergaderzaaltje. Bert kijkt met grote ogen naar z’n kamergenoot. Voelt zich schuldig omdat hij hem links liet liggen. Waar haalde die kerel de wilskracht vandaan om op te boksen tegen z’n noodlot? Waar zit het verschil tussen Mark en mij, vraagt hij zich af. Speel ik niet een beetje teveel het slachtoffer? Zou het niet beter zijn dat ik doe zoals Mark? Bewijzen dat m’n leven nog niet gedaan is? de psychologe zegt dat het de beurt is aan Bert om zich voor te stellen. Bert schraapt z’n keel. Na de speech van Mark weet hij niet goed hoe hij moet beginnen. Moet hij praten over z’n problemen of volstaat het om gewoon te zeggen wat er voorgevallen is? De aanwezigen wachten geduldig af. Bert schraapt voor de tweede keer z’n keel.
“ Ik ben Bert en heb een ongeval gehad met m’n moto…” De stem van Bert stokt, hij moet zoeken achter z’n woorden…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage