GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 6 september 2012

Als stenen konden praten 5.




“ Wacht eens even, was die middeleeuwse deerne kwaad omdat ze beter dichteres geworden was? Misschien kon ze wel helemaal niet schrijven hé? Moest ze overal een kruisje zetten? Of had ze een dichtbundel uitgegeven in Gotische letters, die 99% van de toenmailige bevolking niet kon lezen? Omdat toen het analfabetisme bij de bevolking een must was? Hoe dommer het plebs, hoe meer het opbracht hé? Maar vertel rustig verder…”
“ Ze was zo kwaad dat ze de brandende toorts in de brandstapel gooide. Haar vader had altijd gezegd dat je met vuur niet moet spelen. Een hoge steekvlam aangewakkerd door de wind schoot uit de brandstapel. Ze schrok, wilde weglopen, maar haar kleed zat vast aan een uitstekende tak. Een tak dus van goede kwaliteit. Voor ze het goed en wel besefte stond ze mee in lichterlaaie. Clothilde schaterde het uit. Dat die dame nog kon lachen onder zulke omstandigheden was een wonder. Wat toch wel een bewijs was dat ze een echte heks was, concludeerden de heren van de vierschaar…”
Kamiel en Germaine keken er met wijdopen ogen naar. Sorry, verkeerd verhaal. M’n personages nemen een loopje met mij…
“ En zo ben ik geheel toevallig aan m’n einde gekomen, zei de deerne tegen mij. Maar ik moet nu verdwijnen, dat staat zo in m’n contract. En wist je dat kabouters zich kunnen transformeren in gelijk welke persoon? Dus als je je overleden schoonmoeder aan je bedsponde ziet verschijnen kan het evengoed een kabouter zijn. Denk daar maar eens over na, ja? En floep, ze was weg…”
“ Meneer de gids, neem me niet kwalijk, maar ik geloof er de ballen van. Je moest schrijver geworden zijn. Er is veel vraag naar zulke verhaaltjes. Ik denk dat je een beetje teveel tekenfilms van Walt Disney gezien hebt. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik op sommige momenten er bijna ingetrapt was…”
“ Je gelooft me dus niet?” vraagt de gids, duidelijk in z’n kruis getast.
“ Nee, ik geloof je niet, ’t is bij de haren getrokken en wetenschappelijk onbewezen…”
“ Zalig de armen van geest, want zij zullen het Rijk Gods betreden hé?”
“ Wat heeft dat ermee te maken?”
“ Niets, helemaal niets…”zegt de gids grijnlachend.
“ Maar je hebt me al bij al een onvergetelijke dag bezorgd, waarvoor m’n innige deelneming en volstrekt nutteloze dank…” zeg ik tegen hem om het een beetje goed te maken.

Ik verdwijn langs het pad dat bezaaid is met doornen en netels. Er waren ook nog valkuilen en schietgeweren, maar die kon ik behendig ontwijken. Ik draai me nog eenmaal om en verdomd, ik mag doodvallen als het niet waar is…tegen de muur staat een kabouter met naast zich iets dat vrouwelijke contouren heeft. Ik knipper met m’n ogen, kijk naar de muur……..er is niets te zien. Als ik de trein neem in het aftandse stationnetje, voel ik me opgelucht. Weg van hier, zo ver mogelijk. Ik installeer me op de houten bank van de boemeltrein. Verdiep me in m’n notities. Ik werp een laatste blik door het raam en kijk pal in twee vuurrode ogen…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage