GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

woensdag 22 augustus 2012

De nieuwe scooter…




Kamiel heeft z’n Vespa gekocht op het adres dat ik hem gegeven heb. Den Danny heeft zowaar nog afgepingeld op de prijs. Ik ben een beetje jaloers op dat ventje van niks, maar ‘k moet eerlijk toegeven dat hij het goed gedaan heeft. Ik vraag hem niet naar de prijs, om de eenvoudige reden dat hij zal zeggen dat het m’n zaken niet zijn. Vergetende dat ik de prijs in amper dertig seconden te weten kan komen via internet. Hij vraagt me of ik in de namiddag thuis ben. Hij zal een kriekske meebrengen, want dat moet gevierd worden. Normaal ben ik niet thuis, maar voor een kriekske wil ik wel even tijd maken. Om hoe laat mag ik komen, vraagt hij. Van Borsbeek naar Hoboken is niet zo ver. Toch niet met een splinternieuwe scooter. Pak rond een uur of twee en claxoneer een paar keer, want die rotbel doet het weer niet. Die rotbel doet het wel, maar ik moet de batterijen vervangen. ’t Zijn oplaadbare die zogezegd duizend keer kunnen opgeladen worden. Wie gaat er zich bezighouden met te tellen of dat wel klopt? Het kan evengoed zijn dat ze na tweehonderd keer er de brui al aan geven. Reclamejongens en politiekers, de enigen die van liegen een volwaardig beroep gemaakt hebben. Gaan nooit in de hemel komen want ge moogt niet liegen en bedriegen. Dat staat officieel in de Tien Geboden. Zwart op wit gebeiteld. Je zit gebeiteld als je die Tien Geboden letterlijk volgt. Maar reclamejongens hebben een streepje voor bij onze Schepper. Wie gaat er anders z’n public-relations verzorgen hé? Op die oude vent, die daar ergens in Rome zit te apegapen moet hij niet al teveel rekenen…

’t Is halftwee, ik hoor een claxon. Eenmaal, tweemaal, driemaal. Ik kijk door het raam. Kamiel is een half uur te vroeg. Jawadde, hoe gaan we dat schrijven? Een blij kind met een nieuwe scooter? Ik gun het hem, ’t is niet omdat we veelvuldig ruzie maken dat we geen vrienden zijn. Ik roep dat ik naar beneden kom, stom feitelijk, naar boven zou ik op het plat dak staan. Ik ga de drie verdiepingen op m’n gemakske naar beneden. Volgens Weight Watchers ben ik nu een pak caloriëen kwijt, simpel door een paar keer per dag de trap te nemen. Maar dit terzijde en totaal irrelevant…
Kamiel is schijnbaar ongeduldig, want ik hoor z’n claxon terug. Tuut, tuut…tuut tuut..
Waarom denk ik plots aan tuut, tuut zei de trein en het station reed weg? Ik loop, beter gezegd, ik ga naar buiten.
“ Awel, wat vindt ge ervan?”vraagt Kamiel met onverholen trots.
“ Schoon machien, heel schoon, schoner dan Germaine, eerlijk gezegd en gezwegen…”
“ En hij haalt bijna zestig, ’t is een plezier om ermee te rijden…”zegt Kamiel nog trotser.
“ Een kameel haalt dat ook, weliswaar bergaf, maar da’s maar een detail hé?” Ik moet toch iets zeggen, nietwaar?
“ Hoe rap ging uwen scooter?”
“ Mijne scooter ging niet, die reed. Maar die reed gemakkelijk 65 & 70 km per uur. Wettelijk niet volledig in orde, maar ge moet alleen maar zien dat ge niet gepakt wordt hé?”bluf ik tegen Kamiel. M’n scooter, een Keeway Flash haalde exact 54 km per uur. Maar dat zeg ik hem niet, anders mag ik de rest van m’n leven horen dat ik een janettenscooter had…
“ Zeg Kamiel, die helm is toch niet nieuw?”
“ Die helm komt uit de kringloopwinkel, gekocht voor 15€. Ik ga er nog een koffertje laten opzetten en dan kan ik de wijde wereld intrekken. Een thermoske koffie, een boterhammetje en een radiootje om naar de koers of de voetbal te luisteren, wat moet een mens nog meer hebben om gelukkig te zijn?”
Ik wilde bijna zeggen, een mooie vrouw en veel geld op de bank, maar ik zwijg omdat ik aan het nadenken ben hoe ik hem er kan doorsleuren.
“ Zeg, gaan we hier de hele middag staan om die Vespa te bewonderen? En hoe zit het met die Kriek? Belofte maakt schuld hé?”
“ Die Kriek ga ik gaan halen in de Colruyt, als ge twee minuten geduld hebt…”
“ Met diene Vespa zijt ge er op tien seconden, ik laat de deur open, ge weet de weg hé?”

Ik wacht een kwartier, een half uur. Geen Kamiel te zien of te horen. Er zal veel volk zijn in de Colruyt. Ik kijk door het raam, is dat Kamiel niet die daar te voet afkomt met z’n nieuwe scooter aan de hand. Voorwaar, een mooi koppel, is m’n bedenking. Kamiel is buiten adem, z’n kop heeft een rood kleurtje en da’s niet van de zon. Hij heeft bijna een kwarier nodig om boven te geraken. Een vent van bijna zeventig, die z’n tweede jeugd aan ’t zoeken is. Een afterlive-crisis…
“ Ga zitten Kamiel, pak een stoel en blijf staan…”zeg ik met medelijden in m’n stem.
Kamiel zet zes blikjes Kriek op tafel. Ik vergeef het hem dat hij er zo afgepeigerd uitziet.
“ Zeg Kamiel, een scooter dient om op te rijden, als ge ernaast loopt kunt ge evengoed te voet gaan hé?”
“ Verdomme, GoNo, houd toch die domme muil eens twee minuten dicht…”zegt Kamiel, hijgend als een pasgeboren kalf.
Straf, denk ik, ik moet nu al zwijgen in m’n eigen kot, de wereld gaat er op vooruit met zulke vrienden. Maar allé, de Kriek zal het leed verzachten en ’t is een kosteloze remedie.
“ Hier Kamiel, pak een sigaretje en ‘k zal je een koffietje maken. Met twee lepeltjes suiker en een literke melk…” Een sigaretje geven , terwijl de arme Kamiel zit te hijgen en naar z’n adem aan het zoeken is. Hoe kom er toch op hé?
Na een tiental minuten gaat het al wat beter, zeg nu nog dat ik geen koffie kan zetten hé?
“ Zijt ge in panne gevallen met uw moordmachien?”vraag ik uit beleefdheid.
“ Nee, zonder naft, dat kieken van een garagist heeft mij niet gezegd hoeveel naft er in zat…”
“ Kamiel, er staat metertjes op je stuur, eentje voor de naft en eentje voor de olie…”
“ Ja zeg, als een mens dat allemaal in de gaten moet houden, ‘k heb al problemen om niet tegen die snotneuzen met hun fietsen te rijden…”
“ En wat gaat ge nu doen? Uwen Vespa tot in Borsbeek duwen? Of gaat ge hem meepakken op de tram? Niet vergeten over te stappen op de bus hé? En koop een ticketje voor de Vespa, dan kan de controleur niks zeggen…” Ik kan het niet laten hé?
“ Ik kan toch niet met mijne scooter op den tram? Ze gaan denken dat ik zot ben…”
“ Zot zijn doet geen pijn, het kietelt alleen maar een beetje…” Kamiel zit te denken hoe hij het kan oplossen. Ik krijg zowaar medelijden met hem. Waarschijnlijk heeft de Kriek er iets mee te maken.
“ Weet ge, ik heb hier nog een bidonnetje naft in de kelder staan, misschien genoeg om tot aan het tankstation te rijden. Daar tankt ge loodvrije benzine 98, geen diesel hé. “
“ Als ge dat voor mij wilt doen, dan nodig ik je uit op de bbq van de kantklossersgroep…”
Ik verdenk Kamiel ervan dat hij niet graag alleen zit tussen al die onbekenden. Ik heb de benzine in z’n tank gedaan, hij wist zelfs de benzinedop niet zitten. Heeft die garagist, zoals hij hem noemt, dan geen uitleg gegeven?
“ Voilà, Kamiel, ge zijt gesteld, ge kunt vertrekken en vergeet niet te tanken, super 98 loodvrij, geen diesel. Kunt ge dat onthouden of moet ik het op een briefje schrijven? Maar ik ben niet zo goed in ‘t schrijven hé?”zeg ik met een monkellachje.
“ ’t Is al goed, ’t is al goed, bedankt en ik bel je nog wel…”
“ Ja, doe dat, ik zal er speciaal voor thuis blijen…”
Kamiel vertrekt als een volleerde racer. Chapeau voor die vent, denk ik, bijna zeventig en met een Vespa rijden. Ik moet hem dringend wijsmaken dat die helm niet bij z’n scooter past. Maar eesrt ga ik nog een Kriek drinken op onze vriendschap…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage