Alles is veranderd…...ik ook!
Ik ben nog eens terug geweest naar m’n oude plekje aan de boord van de Schelde. Vroeger, kon ik daar uren vertoeven, starend naar het kabbelen van het water en het klotsen van de golven die gebroken werden door een golfbreker van hout. De meeuwen waren meestal m’n enige gezelschap. Ik voederde ze met graagte m’n broodje. Ze vonden het nog lekker ook. Een broodje met kip curry of eentje met préparé, het maakte hen niets uit. Die beesten vreten alles. En bang waren ze ook niet. Ze kwamen tot bij het bankje. Mijn bankje. Gooide ik een stukje, dan begonnen ze te vechten…
Ik zat er graag, zowel in de zomer als in de winter. De mensen die vanop hun boten naar me zwaaiden. De windmolens die me met draaiende wieken een groet brachten. Af en toe passeerde er een fietser, die meestal met verbazing stopte omdat men van hieruit een panoramisch zicht had op de machtige Schelde. Ver weg van al dat drukke gedoe in de stad. Hier heerst de rust, een tijdloos bestaan. Ik droomde meestal zachtjes weg, gevangen in m’n herinneringen…
Mijn bankje staat er niet meer. Een paar verroeste afgezaagde bouten zijn het enige bewijs dat het er ooit was. En een groene plastic vuilbak die tussen de struiken ligt. Hij moet er al lang liggen, want er groeien planten op. De natuur recycleert zelf wel, als het moet. Ik kijk rondom mij, zoek de boom waar een vogelnestje aanhing. Zo’n vogelnestje dat men voor een paar euro’s kan kopen. De boom is ook weg…
Maar één ding is er niet veranderd. De Schelde met haar golven, die mij als het ware uitnodigen om hen te omarmen. Verraderlijk, want ik kan niet zwemmen. De meeuwen zijn er ook nog. Ze zijn precies nog dikker dan vroeger. Zouden ze mij nog herkennen, vraag ik me af? Hoe oud wordt een meeuw feitelijk? Geen idee. Misschien heb ik hun ouders nog gekend?
Ik wil niet wachten tot de zon ondergaat, ’t heeft geen zin. Het prachtige schouwspel van een zonsondergang boven de Schelde, laat ik aan mij voorbijgaan. Een groepje jongeren met opgefokte brommers gebruiken het jaagpad als racecircuit. Met ouder te worden ga ik zoveel mogelijk een confrontatie uit de weg. Zeker als ze rakelings langs je scheren en hun gezicht boekdelen spreekt. ’t Is hier ook nogal verlaten, hulp moet ik niet verwachten in geval van nood. Ik stap terug op de brommer die ik in bruikleen heb. Vaarwel, Schelde en meeuwen. Ze rijden achter mij, ik begin het op m’n zenuwen te krijgen. Ach, denk ik, negeer die paljassen toch, vroeg of laat valt er eentje met z’n smikkel tegen het asfalt. Ik kijk in m’n achteruitkijkspiegel. Een meeuw scheert rakelings over het hoofd van één van die gastjes. Het kereltje wijkt uit en knalt tegen z’n kompaan. Twee voor de prijs van ene, denk ik. Ik lach, voel me vrij als de meeuwen. De meeuwen die ik eten gaf, zomer en winter, kennen mij nog. Ze beschermen me ook. Alles is veranderd, behalve de meeuwen. Ik beloof plechtig dat ik de volgende keer een broodje zal meebrengen. Met kip curry of préparé…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage