GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 3 augustus 2012

Kraslotje en vuilnisbak…

Er staat een man aan de ingang van de Delhaize. Een vreemdeling. Hij staat er iedere zomer de daklozenkrant te verkopen. Hij schudt met z’n bekertje en zegt tegen iedereen goeiendag. Waarschijnlijk het enige woord dat hij kent. Ik ken hem. Deze man staat tijdens de week in Mortsel aan de GB. In ’t weekend in Hoboken. Als het ware een fulltime job. Zo te zien verdient hij hier niet veel, de meesten lopen hem straal voorbij. Sommigen gooien er nog een venijnige opmerking tegenaan. Ga werken, keer terug vanwaar ge gekomen bent. En nog zo van die liefdevolle opmerkingen…
Ik heb medelijden met hem, maar ben een keer teveel bedrogen uitgekomen. Schijn kan bedriegen, zeg ik altijd. Heb je al gegeten, vraag ik hem. Hij kijkt me niet-begrijpend aan. Ik breng m’n hand naar m’n mond en smak met m’n lippen. Manger, eten, food. Hij snapt het. Schudt met z’n hoofd van ‘nee’. Hij steekt de daklozenkrant onder m’n neus. Kopen? Nee, beste vriend, die krant interesseert me geen zier. De dag dat ik dakloos ben, zullen ze er niet over schrijven in de krant. Hij haalt z’n schouders op, ’t kan hem waarschijnlijk geen moer schelen wat ik sta uit te kramen. Ik koop niets, dus draait hij zich om. Ik ben lucht voor hem.
Ik doe m’n boodschappen, koop twee broodjes Smos. De man staat er nog steeds. Vastgeroest op z’n plekkie. Ik wil hem een broodje geven, maar hij duwt m’n hand krachtig weg. Als ik nog niet gegeten had, zou ik blij zijn met een gratis broodje. Misschien lust hij geen broodjes? Misschien moet ik bij de Italiaan op de hoek een volledig diner gaan halen? Of moet ik hem meenemen naar “ Comme chez soi”? Maar ik denk niet dat hij daar binnen mag. Trouwens ik ook niet…
Wacht, ik weet het, ik geef hem die vijf euro die ik gewonnen heb met een kraslotje. Ik steek ze in z’n plastic bekertje. Nu lacht hij. Eindelijk, denk ik. Ik had anders een nieuw kraslot gekocht, in de hoop om die 25 000€ te winnen. Ik zeg hem goeiendag en verdwijn met een gelukkig hart naar huis. Vijftig meter verder kom tot de conclusie dat ik tabak vergeten ben. Dan maar terug gaan zeker? Wat ik ook doe…
Er rijdt een witte Mercedes langs mij. Mooie wagen, denk ik. Dure wagen ook. De wagen stopt voor de ingang. En wie stapt in die dure wagen? Juist, de arme vreemdeling die geen broodjes lust. Ik maak mij de bedenking dat er met de verkoop van daklozenkrantjes veel geld te verdienen valt. Het geeft me een wrang gevoel dat ik hem die vijf euro gegeven heb. Ik kijk op m’n klok en zie dat het 18:00 is. Z’n dagtaak zal er op zitten, vermoed ik…
Ik ben weer eens belazerd en bedonderd. Ik leer het nooit. Een ezel stampt nooit geen twee keer tegen dezelfde steen, maar ik ben een steenezel. Geld, alles draait om geld. Geld is de nieuwe God. Ze kreperen van de honger en toch hebben ze liever geld. Met broodjes koop je geen nieuwe Mercedes. Met euro’s wel. Laat ons veronderstellen dat die arme vreemdeling tien klanten aan vijf euro heeft, dan verdient hij vijftig euro per dag. Wat meer is dan de gemiddelde arbeider op een dag verdient. Wat hem het niet onaardige sommetje oplevert van 15 600€ per jaar. Belastingvrij. Ik ga morgen een krantje maken van vier bladzijden. De Gedichten-en Verhalenkrant. Te koop voor één euro. En ik ga niet staan schudden met een bekertje. Nee, ik ga er staan met een groene vuilbak van een paar honderd liter. Als die vol is, moet ik geen kraslotje meer kopen…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage