Niky
Het is alsof ik al jaren bij haar over de vloer kom in haar brood-en banketwinkel. Als ik ergens in een winkel kom, doe ik altijd een test. Is de winkeldame (meestal is het een dame of juffrouw) goedlachs of staat ze daar maar omdat ze in haar onderhoud moet voorzien? In een grootwarenhuis ligt het wat moeilijker, meestal heeft men geen tijd om tot een gesprekje te komen. De mensen hebben en nemen geen tijd meer voor een alledaags gesprek. ’t Moet vooruit gaan hé?
Bij Niky ligt het anders. Als ik de zoveelste portie nonsens vertel, straalt ze. Ze lacht spontaan, niet omdat ik een klant ben maar om de manier waarop ik m’n verhaaltjes breng. Ik kan er niets aan doen, ’t is nu eenmaal m’n stijl om alle hedendaagse miserie met een vleugje ironie, sarcasme en humor te bedekken. Ik zou uren met haar willen praten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Gaande van pedofielen die kinderen misbruiken tot de herkomst van graancirkels. Graancirkels moeten haar zeker boeien, gezien het beroep dat ze uitoefent. Iemand die brood verkoopt zal toch wel interesse hebben hoe graancirkels ontstaan? Hoop ik toch?
Ze is altijd even vriendelijk, luistert met twinkellichtjes in haar ogen en daagt me constant uit. Wacht ik m’n beurt af in stilte, dan duurt het welgeteld vijf minuten of ze gooit een opmerking naar me toe. Ik probeer te doen alsof ik het niet gehoord heb. Maar ’t is straffer dan mezelf, ik antwoord altijd terug. Ik ga binnen voor een klein broodje en kom buiten met een halve charcuteriewinkel. Bij wijze van spreken hé? Gisteren was het weer prijs. ’t Is warm, er broeit iets in de lucht, onweer op komst. Niky gaat op de vensterbank zitten, in de zon. Ik nodig mezelf uit tot een gesprek. Er is toch niemand in de zaak. Inspiratie genoeg. Laten we het eens hebben over het paranormale. Geestige verschijningen die mensen zoals ik en u, de stuipen op het lijf jagen. Als zelfs de wetenschap er zich mee bezig houdt, moet er wel iets aan de hand zijn. Maar die pseudo-wetenschappelijke programma’s zijn met een flink korreltje zout te nemen. Het rare aan al die programma’s is dat ze steeds mensen vinden die iets bovennatuurlijks meegemaakt hebben. Het lijkt wel of de ganse wereld al ufo’s gezien heeft of paranormale toestanden meegemaakt heeft. Ik sta uren, zowel overdag als ’s nachts, op m’n balkon en denk je dat ik al ooit eens een vliegende schotel gezien heb? Of een geest die aan het wandelen is op het plat dak van de autoboxen? ’t Is niet weggelegd voor mij, ‘k zal als ik dood ben zelf moeten spoken. Ik spring van de hak op de tak, vind ik leuk en ’t maakt m’n uiteenzetting stukken boeiender. Niky komt niet bij van ’t lachen. Kijk, zo zouden ze les moeten geven. De schoolmoeheid zou rap opgelost zijn. Leren met een lach. Er blijft altijd wel iets van hangen, denk ik maar…
Ik stel Niky de vraag of zij al spoken gezien heeft. Of een vliegende schotel? Nee dus. Het bewijs dat ik niet alleen ben om niets te zien. Sterren heb ik al van dichtbij gezien, maar dat kwam grotendeels omdat ik niet gezien had dat er iemand een lantaarnpaal op m’n weg gezet had. Ik zag ze plots in alle kleuren. Grote en kleintjes. Kan gebeuren als je een Kriek of tien naar binnen giet. Ze zullen er wel zijn, die geesten, zeg ik tegen Niky. Maar wat ik niet snap, is dat de meesten ze horen en zien tijdens de dag. Een kleine minderheid ervaart ze ook ’s nachts. Als ik een geest zou zijn, zou ik me niet gebonden voelen aan de tijd. Tijd is een uitvinding van de mensen…
Waarom die onderzoekers er altijd ’s nachts op uit trekken is voor mij een raadsel. Als je weet, dat ze overdag gezien zijn, stel dan die verdomde camera overdag op hé? Maar ik verdenk er hen van, dat ze helemaal geen geest willen zien. Dat ze, als ze geconfronteerd worden met een geestesverschijning, ter plekke hun broek volschijten. Met veel kans dat zo’n geest er de brui aan geeft, wegens de overmatige luchtvervuiling die hen in de neusgaten prikkelt.
Er komt een klant binnen. M’n gesprek eindigt waar het begonnen is. Met een lach. M’n dag is goed begonnen, ik hoop voor Niky ook. Ik kijk al uit naar het volgende onderwerp. Hopelijk komen er dan niet om de haverklap klanten binnen, zodat ik mijn kijk op deze boeiende wereld niet vroegtijdig moet afbreken. Niets is dodelijker dan een verhalenverteller die z’n verhaal moet stoppen zonder dat er een einde is. Maar ’t heeft ook z’n voordelen, je kan er altijd een verhaaltje aan breien hé?
©GoNo
Bij Niky ligt het anders. Als ik de zoveelste portie nonsens vertel, straalt ze. Ze lacht spontaan, niet omdat ik een klant ben maar om de manier waarop ik m’n verhaaltjes breng. Ik kan er niets aan doen, ’t is nu eenmaal m’n stijl om alle hedendaagse miserie met een vleugje ironie, sarcasme en humor te bedekken. Ik zou uren met haar willen praten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Gaande van pedofielen die kinderen misbruiken tot de herkomst van graancirkels. Graancirkels moeten haar zeker boeien, gezien het beroep dat ze uitoefent. Iemand die brood verkoopt zal toch wel interesse hebben hoe graancirkels ontstaan? Hoop ik toch?
Ze is altijd even vriendelijk, luistert met twinkellichtjes in haar ogen en daagt me constant uit. Wacht ik m’n beurt af in stilte, dan duurt het welgeteld vijf minuten of ze gooit een opmerking naar me toe. Ik probeer te doen alsof ik het niet gehoord heb. Maar ’t is straffer dan mezelf, ik antwoord altijd terug. Ik ga binnen voor een klein broodje en kom buiten met een halve charcuteriewinkel. Bij wijze van spreken hé? Gisteren was het weer prijs. ’t Is warm, er broeit iets in de lucht, onweer op komst. Niky gaat op de vensterbank zitten, in de zon. Ik nodig mezelf uit tot een gesprek. Er is toch niemand in de zaak. Inspiratie genoeg. Laten we het eens hebben over het paranormale. Geestige verschijningen die mensen zoals ik en u, de stuipen op het lijf jagen. Als zelfs de wetenschap er zich mee bezig houdt, moet er wel iets aan de hand zijn. Maar die pseudo-wetenschappelijke programma’s zijn met een flink korreltje zout te nemen. Het rare aan al die programma’s is dat ze steeds mensen vinden die iets bovennatuurlijks meegemaakt hebben. Het lijkt wel of de ganse wereld al ufo’s gezien heeft of paranormale toestanden meegemaakt heeft. Ik sta uren, zowel overdag als ’s nachts, op m’n balkon en denk je dat ik al ooit eens een vliegende schotel gezien heb? Of een geest die aan het wandelen is op het plat dak van de autoboxen? ’t Is niet weggelegd voor mij, ‘k zal als ik dood ben zelf moeten spoken. Ik spring van de hak op de tak, vind ik leuk en ’t maakt m’n uiteenzetting stukken boeiender. Niky komt niet bij van ’t lachen. Kijk, zo zouden ze les moeten geven. De schoolmoeheid zou rap opgelost zijn. Leren met een lach. Er blijft altijd wel iets van hangen, denk ik maar…
Ik stel Niky de vraag of zij al spoken gezien heeft. Of een vliegende schotel? Nee dus. Het bewijs dat ik niet alleen ben om niets te zien. Sterren heb ik al van dichtbij gezien, maar dat kwam grotendeels omdat ik niet gezien had dat er iemand een lantaarnpaal op m’n weg gezet had. Ik zag ze plots in alle kleuren. Grote en kleintjes. Kan gebeuren als je een Kriek of tien naar binnen giet. Ze zullen er wel zijn, die geesten, zeg ik tegen Niky. Maar wat ik niet snap, is dat de meesten ze horen en zien tijdens de dag. Een kleine minderheid ervaart ze ook ’s nachts. Als ik een geest zou zijn, zou ik me niet gebonden voelen aan de tijd. Tijd is een uitvinding van de mensen…
Waarom die onderzoekers er altijd ’s nachts op uit trekken is voor mij een raadsel. Als je weet, dat ze overdag gezien zijn, stel dan die verdomde camera overdag op hé? Maar ik verdenk er hen van, dat ze helemaal geen geest willen zien. Dat ze, als ze geconfronteerd worden met een geestesverschijning, ter plekke hun broek volschijten. Met veel kans dat zo’n geest er de brui aan geeft, wegens de overmatige luchtvervuiling die hen in de neusgaten prikkelt.
Er komt een klant binnen. M’n gesprek eindigt waar het begonnen is. Met een lach. M’n dag is goed begonnen, ik hoop voor Niky ook. Ik kijk al uit naar het volgende onderwerp. Hopelijk komen er dan niet om de haverklap klanten binnen, zodat ik mijn kijk op deze boeiende wereld niet vroegtijdig moet afbreken. Niets is dodelijker dan een verhalenverteller die z’n verhaal moet stoppen zonder dat er een einde is. Maar ’t heeft ook z’n voordelen, je kan er altijd een verhaaltje aan breien hé?
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage