Met een kat op schoot…
Ik heb terug een kat, meer bepaald een kattin. Gekregen voor mijn verjaardag van m’n dochter Isabel. Een zwarte kat. Die horen normaal bij heksen en andere toverkollen. Dus ze past perfect bij mij. Ik ga me nu een grote pot aanschaffen, kwestie dat het beestje zich een beetje thuis voelt. Om middernacht, klokslag 24:00 en geen minuut later, ga ik dan m’n brouwsels maken. Ik ga beginnen met een soepje dat mij de eeuwige jeugd zal schenken. Het volgende brouwsel zal er eentje zijn die mij helderziend zal maken, zodat ik alle weken de lotto win. Meer moet dat niet zijn…
Op m’n balkonnetje ga ik een heksenkring van hallucinerende zwammen planten. Ik zie ze nu al vliegen. Het lijkt me goedkoper dan een roes van teveel Kriek te zuipen. Wat zo’n zwarte kat allemaal niet teweeg brengt. Een bezem heb ik ook nog nodig, spaart me een tramkaart uit. ’t Moet toch heerlijk zijn om ’s nachts boven de daken te zweven en zich Harry Potter te voelen. Antwerpen by night en in vogelvlucht. Naast een vliegtuig gaan vliegen en zwaaien met m’n hand. Binnen wrijven ze in hun ogen en vragen zich af of ze wel goed gezien hebben. Als ze hun raampje open doen, ben ik zelfs bereid wat gedichten voor te dragen vanop m’n gestroomlijnde bezem. Mits een kleine vergoeding die ik dan bereidwillig in het Fonds van Gepensioneerde Heksen zal storten, na aftrek van gemaakte kosten. Turbo-bezems kosten ook geld hé? Maar het gaat over m’n nieuwe huisgenote, de rest is larie en nonsens. Bladvulling als het ware…
Ze is zwart, maar dat wist u al omdat ik het zojuist geschreven heb. Haar naam? Musti, zoals de vorige. M’n dochter zei dat ze zo heette. Valt mee voor mij want ik kan maar één naam onthouden. Ik heb terug de neiging om haar Bolleke te heten. Deed ik met m’n vorige kat ook. Als ik Bolleke riep, kwam ze niet. Als ik Musti riep, ook niet. Ze kwam alleen als ik “ eten!!” riep. Moet ge geen kat hebben? Ze rust nu in vrede, ik denk nog altijd aan haar. Musti, m’n nieuwe aanwinst, zit hier nu al enkele dagen. Ze was het van de eerste dag al gewoon. Ze eiste haar plaatsje op. Keek me aan met geslepen kattenogen. Om mij duidelijk te maken dat ze geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Ik laat haar begaan, ’t is zoals een klein kind die een eerste verkenningstocht maakt in de grote mensenwereld. Alles lijkt veel groter dan het in werkelijkheid is. Dat heb je als je een deel van je leven laag bij de grond moet doorbrengen. Zo ook met Musti…
Ze is lief en vraagt constant aandacht. Een echte flodderkat, een schootkat. Loopt me steeds achterna, ’t is uitkijken geblazen of ik trap op haar aanhangsel, die we voor ’t gemak een staart noemen. Als ze spint, raar dat een kat spint, zou een spin dan katten, zevert ze nog erger dan ik. Er is volgens mij iets mis met haar speekselklieren, denk ik. Als ik op m’n buik lig om een dutje te doen, kruipt ze op m’n rug. Begint te dabben in m’n rug. Gratis massage ware het niet dat haar nagels vlijmscherp zijn. Om nog maar te zwijgen van de lading speeksel die ik in m’n nek krijg. Maar ik neem aan dat dit ook een vorm van liefde is. Water en zeep helpt ook, nietwaar?
’t Is terug een aanpassing, ik moet nu rekening houden met een huisgenote. Zorgen voor een propere kattenbak, water verversen en driemaal per dag haar etensbakje aanvullen. Want eten doet ze goed, haar spijsvertering werkt optimaal. Wat er van voor ingaat, komt er vanachteren uit. Als ik aan het koken ben, durft ze op het aanrecht springen. Levensgevaarlijk. Voor beiden. Gezien ik last heb van een hoge bloeddruk en evenwichtstoornissen heb, moet er niet veel gebeuren eer ik tegen de grond ga. Kokende soep met een kat erin, lijkt me nu niet bepaald het menu waar ik op zit te wachten. Dus probeer ik haar te leren om uit de keuken weg te blijven als ik bezig ben. Ze kijkt me dan aan alsof ze wil zeggen:-zagevent, ga op een ander zagen-…
Maar ik ben blij, ben niet meer alleen. Heb terug iemand om mee te praten. Of ze luistert, da’s een ander paar mouwen. Maar dat kan me geen barst schelen, als ik maar ’t gevoel heb hé?
Als ze voor het raam zit en ze ziet een kat of een hond, blaast ze. Ze kan geen andere huisdieren uitstaan, zo lijkt het wel. Ergens moet er iets gebeurd zijn in haar vorige leven. In Egypte hadden katten de status van heiligen, misschien ligt het daar aan, wie weet. Of ze duldt geen concurentie, da’s dan weeral eigen aan het ’vrouwtje-zijn’. Denk ik toch, ik kan er ook naast zitten.
De zon schijnt, ik ga straks lekker op m’n balkonnetje zitten kijken hoe m’n bloemen groeien. Samen met m’n kat. Eerst op m’n schoot en dan op de tafel. Lang uitgerekt. Wat een leven hé?
©GoNo
Op m’n balkonnetje ga ik een heksenkring van hallucinerende zwammen planten. Ik zie ze nu al vliegen. Het lijkt me goedkoper dan een roes van teveel Kriek te zuipen. Wat zo’n zwarte kat allemaal niet teweeg brengt. Een bezem heb ik ook nog nodig, spaart me een tramkaart uit. ’t Moet toch heerlijk zijn om ’s nachts boven de daken te zweven en zich Harry Potter te voelen. Antwerpen by night en in vogelvlucht. Naast een vliegtuig gaan vliegen en zwaaien met m’n hand. Binnen wrijven ze in hun ogen en vragen zich af of ze wel goed gezien hebben. Als ze hun raampje open doen, ben ik zelfs bereid wat gedichten voor te dragen vanop m’n gestroomlijnde bezem. Mits een kleine vergoeding die ik dan bereidwillig in het Fonds van Gepensioneerde Heksen zal storten, na aftrek van gemaakte kosten. Turbo-bezems kosten ook geld hé? Maar het gaat over m’n nieuwe huisgenote, de rest is larie en nonsens. Bladvulling als het ware…
Ze is zwart, maar dat wist u al omdat ik het zojuist geschreven heb. Haar naam? Musti, zoals de vorige. M’n dochter zei dat ze zo heette. Valt mee voor mij want ik kan maar één naam onthouden. Ik heb terug de neiging om haar Bolleke te heten. Deed ik met m’n vorige kat ook. Als ik Bolleke riep, kwam ze niet. Als ik Musti riep, ook niet. Ze kwam alleen als ik “ eten!!” riep. Moet ge geen kat hebben? Ze rust nu in vrede, ik denk nog altijd aan haar. Musti, m’n nieuwe aanwinst, zit hier nu al enkele dagen. Ze was het van de eerste dag al gewoon. Ze eiste haar plaatsje op. Keek me aan met geslepen kattenogen. Om mij duidelijk te maken dat ze geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Ik laat haar begaan, ’t is zoals een klein kind die een eerste verkenningstocht maakt in de grote mensenwereld. Alles lijkt veel groter dan het in werkelijkheid is. Dat heb je als je een deel van je leven laag bij de grond moet doorbrengen. Zo ook met Musti…
Ze is lief en vraagt constant aandacht. Een echte flodderkat, een schootkat. Loopt me steeds achterna, ’t is uitkijken geblazen of ik trap op haar aanhangsel, die we voor ’t gemak een staart noemen. Als ze spint, raar dat een kat spint, zou een spin dan katten, zevert ze nog erger dan ik. Er is volgens mij iets mis met haar speekselklieren, denk ik. Als ik op m’n buik lig om een dutje te doen, kruipt ze op m’n rug. Begint te dabben in m’n rug. Gratis massage ware het niet dat haar nagels vlijmscherp zijn. Om nog maar te zwijgen van de lading speeksel die ik in m’n nek krijg. Maar ik neem aan dat dit ook een vorm van liefde is. Water en zeep helpt ook, nietwaar?
’t Is terug een aanpassing, ik moet nu rekening houden met een huisgenote. Zorgen voor een propere kattenbak, water verversen en driemaal per dag haar etensbakje aanvullen. Want eten doet ze goed, haar spijsvertering werkt optimaal. Wat er van voor ingaat, komt er vanachteren uit. Als ik aan het koken ben, durft ze op het aanrecht springen. Levensgevaarlijk. Voor beiden. Gezien ik last heb van een hoge bloeddruk en evenwichtstoornissen heb, moet er niet veel gebeuren eer ik tegen de grond ga. Kokende soep met een kat erin, lijkt me nu niet bepaald het menu waar ik op zit te wachten. Dus probeer ik haar te leren om uit de keuken weg te blijven als ik bezig ben. Ze kijkt me dan aan alsof ze wil zeggen:-zagevent, ga op een ander zagen-…
Maar ik ben blij, ben niet meer alleen. Heb terug iemand om mee te praten. Of ze luistert, da’s een ander paar mouwen. Maar dat kan me geen barst schelen, als ik maar ’t gevoel heb hé?
Als ze voor het raam zit en ze ziet een kat of een hond, blaast ze. Ze kan geen andere huisdieren uitstaan, zo lijkt het wel. Ergens moet er iets gebeurd zijn in haar vorige leven. In Egypte hadden katten de status van heiligen, misschien ligt het daar aan, wie weet. Of ze duldt geen concurentie, da’s dan weeral eigen aan het ’vrouwtje-zijn’. Denk ik toch, ik kan er ook naast zitten.
De zon schijnt, ik ga straks lekker op m’n balkonnetje zitten kijken hoe m’n bloemen groeien. Samen met m’n kat. Eerst op m’n schoot en dan op de tafel. Lang uitgerekt. Wat een leven hé?
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage