GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 31 juli 2012

De spiegel…

Verjaardagen, het zegt hem niets meer. Hoe kan hij in godsnaam vrolijk zijn in de wetenschap dat iedere verjaardag hem wat dichter bij z’n vergankelijkheid brengt? Hij wordt niet graag met z’n neus op de feiten gedrukt. Doch de spiegel liegt niet. Grijs, ik word iedere dag grijzer, zegt hij tegen z’n spiegelbeeld. Waar is die jonge kerel van weleer gebleven? Hij weet het niet…
Iedere dag meer en meer rimpels, de wallen onder z’n ogen beginnen op de wallen van een versterkte burcht te lijken. Een mens zou, als hij ’s morgens opstaat, z’n eigen moeten kunnen photoshoppen. Of zich laten vertegenwoordigen door een hologram van in de tijd toen hij nog twintig was. Waarom praat ik tegen de spiegel? Vraagt hij zich plots af. De spiegel kijkt hem lachend aan. Mij niet uitlachen hé, zegt hij met kwade stem. Ik lach je niet uit, ik lach je toe, antwoordt de spiegel. Dan is het goed, ’t is maar dat je het weet…
Wat zou je ervan denken als ik niet meer verjaar? De spiegel moet eventjes nadenken. Is het nog voor vandaag, spiegeltje aan de wand? Hij grijnslacht, denkt plots aan Sneeuwwitje. Waarom ze Sneeuwwitje heet, weet hij nog altijd niet. In de tekenfilm is ze zwart van haar en haar maagdelijkheid zal ze wel verloren zijn met zeven dwergen onder haar rokken. Naar ’t schijnt was ze na zeven weken al gescheiden van haren prins op z’n wit paard. Een flierefluiter eerste klas. Zat meer op z’n dienstmaagden dan op haar. En ze verlangde zo naar zeven kindjes. Voor ieder kindje een dwerg als peter. ’t Was allemaal zo mooi gepland, maar ’t mocht niet zijn. De charmante prins was op de koop toe nog impotent, na een trap in z’n klokkenspel van z’n wit paard. Z’n stem veranderde van bariton naar sopraan. Om zot van te worden. Sjonge, ‘k ben weer goed bezig hé, spiegeltje? De spiegel beziet hem alsof hij een nieuw wereldwonder is. Met verbazing dus…
En wat wil je bereiken met niet meer te verjaren, vraagt de spiegel.
De eeuwige jeugd, is z’n wedervraag.
Wilt dus zeggen, iedere keer dat je in m’n zonlicht staat, ik een beeld moet weergeven van hoe je vroeger was?
Laat ons zeggen van zes jaar geleden, want zo lang hang je hier al, zegt hij.
En waarom zou ik dat moeten doen, de heilige code van de spiegels zegt dat we nooit mogen liegen. Maar ik kan je wel een blik op de toekomst laten werpen. Hoe je er binnen pakweg tien jaar zult uitzien…

M’n haar, waar is m’n haar? En die rimpels zijn verdomme precies de kanalen van Venetië. Of Brugge. Ik lijk wel tachtig, in plaats van zevenenzestig. De spiegel giert het uit, wat een klojo. De man wordt kwaad, gaat naar de keuken en komt terug met hamer. De spiegel vreest het ergste, scherven brengen geen geluk. Toch niet in zijn geval…

De man klopt een spijker in de muur, recht tegenover de spiegel. Hangt een foto van toen hij nog twintig was aan de muur. Zo, spiegeltje, als ik niet voor je sta, zie je mij hoe ik altijd zal zijn. Een vent van twintig, in de bloei van z’n leven. En je kunt de pot op met je code. De spiegel zwijgt en denkt na…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage