Het geheim van de Leeuw van Waterloo …
“ Wel, wel, wel, wie we daar hebben, Markske, de eeuwige student…en zijt ge nu al afgestudeerd?”vraagt Tony, de eeuwige kwaaltjeslijder.
Tony zit al sedert hij afgestudeerd is op de ziekenkas. En da’s toch al dik een jaar of vier. Ooit heeft hij, tijdens z’n studententijd, beloofd dat de Belgische staat geen bal zou verdienen aan hem. En ‘t moet gezegd en geschreven, tot nu toe lukt hem dat vrij aardig. Maar hij zweert bij hoog en bij laag dat hij wel wil werken, maar door z’n zwakke rug ligt het wat moeilijk hé?
Markske heeft twee jaar in het buitenland gezeten. Of beter gezegd, gelegen. Want hij lag meer in z’n bed dan dat hij op de unief zat. Teveel katers en muizenissen in z’n kop. Markske en Tony, twee dikke vrienden, die elkaar kennen van toen ze nog in het middelbaar zaten. Deden geen klop, elk jaar bleven ze zitten, tot de directeur van pure frustratie hun diploma naar hun kop gooide met de wijze en niet mis te verstane raad om op te krassen…
Markske liet het niet aan z’n hart komen, Tony evenmin. De wereld lag aan hun voeten. Werken is voor later, eerst genieten van het leven. Als je ouders hebt die goed geboerd hebben, is dat niet zo moeilijk. En gezien ze allebei enige zoon zijn, moeten ze zich niet veel aantrekken van de bekommernissen van elke dag. Hun pad ligt bezaaid met rozen en da’s duidelijk te zien. De zon schijnt voor iedereen, maar voor de ene al wat meer dan voor de andere, zegt Tony altijd…
“ Hoe staat het met de studies?”vraagt Tony.
“ Goed, om niet te zeggen, uitstekend…”
“ ’t Moet toch ver uw laatste jaar gaan zijn of vergis ik me?”
“ ’t Is m’n laatste jaar, spijtig genoeg, maar ik denk dat ik er nog een paar jaar ga bijdoen. Een mens is nooit te oud om te leren hé?”
“ En wat waren uw studies ook al weer?”
“ Archeologie, meer bepaald Verdwenen Beschavingen, zoals die van de Inca’s, de Azteken, de Maya’s en Atlantis…”
“ Atlantis? Da’s toch een fabeltje? Er is geen enkel bewijs dat die beschaving ooit bestaan heeft…”
“ Dat zeg jij, maar enkele gerenommeerde archeologen denken er anders over…”
“ En wat denk jij?”
“ Ik, persoonlijk, denk dat Atlantis zich onder de Leeuw van Waterloo bevindt. Na doorgedreven studie ben ik tot deze conclusie gekomen…”
“ Onnozelaar, waarom zou Atlantis onder de Leeuw van Waterloo begraven liggen?”
“ Waarom willen ze er niet graven? Wat ligt er daar verborgen dat wij niet mogen weten? Waarom werd die slag juist daar uitgevochten en niet op de Kalmhoutse Heide? Nee, er klopt iets niet, Napoleon was niet van gisteren, de Pruisen en Engelsen ook niet. Weet ge toen ze nadien Napoleon verbannen hebben, ze een kaart van Atlantis gevonden hebben? In z’n reiskoffer. Tussen de verslagen van z’n glorierijke veldtochten en z’n Keizerlijke Reispas. Wat deed die kaart daar? Het toppunt was dat Waterloo er op aangemerkt stond. Met een groot kruis. Daar waar nu de Leeuw staat…”
“ Zeg dat het niet waar is…Tja, stel je voor dat Atlantis daar effectief ligt hé? Ze zoeken heel de wereld af en ’t ligt vlak voor hun neus…”
“ Daarom heb ik een aanvraag ingediend om daar te mogen graven. Als ik mijn diploma gehaald heb, zoek ik de nodige fondsen om een diepgaand onderzoek te doen van de bodem onder de Leeuw. Met een beetje geluk ga ik de geschiedenis in als de grootste ontdekker van een verdwenen beschaving. Napoleon zal zich omdraaien in z’n graf, waar hij niet in slaagde zal ik verwezenlijken. Ik zeg het nogmaals, heel die Slag van Waterloo was opgezet spel. De enige reden dat ze daar hun oorlog uitvochten, was om te kijken wat er in de bodem zat. Na de slag was de bodem dermate omgewoeld dat de boeren niet meer moesten ploegen. Maar om de één of andere reden zijn ze gestopt met hun onderzoek. Gebrek aan manschappen of geld, wie zal het zeggen?”
“ Zeg jij het maar, je bent goed bezig…”
“ Een boer, die na afloop van de Slag, z’n ronde maakte op z’n omgewoeld patattenveld, zegt dat hij duidelijk gezien heeft dat er oude fundamenten in de grond staken. Met vreemde inscripties. Hij heeft ze overgetekend op kleitabletten. Die tabletten bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek. In een kluis. Waarom? De boer is op een dag spoorloos verdwenen. Zomaar. Z’n achtergebleven vrouw en kinderen hebben hem nooit meer terug gezien. Na enkele maanden werd z’n patattenveld onteigend. Z’n hoeve staat er nog altijd, zogezegd omdat het hoofdkwartier van Napoleon daar gevestigd was. Ze hebben er één grote weide van gemaakt en er een Leeuw neergepoot. Om pottenkijkers uit de weg te ruimen? Nee, er zit daar iets onder de grond dat het daglicht niet mag zien…”
“ Een buitenaardse beschaving? Een vliegende schotel? Een futuristisch wapen?”
“ Zou kunnen, waarom niet hé?”
“ Zeg, en als wij nu eens daar gingen graven? Wie gaat er ons tegenhouden? In het belang van de wetenschap?”
“ Men meldt ons zo juist dat de Leeuw van Waterloo vervaarlijk aan het overhellen is. De politie is op zoek naar twee jonge kerels, die er aan het graven waren. Ze waren gekleed in werkkledij van de gasmaatschappij. Deze maatschappij beweert van niets te weten. Er waren geen werken voorzien aan de Leeuw van Waterloo. Het enige dat voorzien was, is de herschildering van de trapleuningen. Maar daar moet nog een compromis over afgesloten worden. Het parket doet een onderzoek en hoopt de daders vlug te vatten. De Leeuw van Waterloo is voorlopig niet meer toegankelijk voor het publiek. De Archeologische Dienst van Brussel zal van deze gelegenheid gebruik maken om de bodem te onderzoeken…”
“ Wel, wel, Tony, da’s lang geleden he? “zegt Markske.
“ Zeg dat wel, Markske, zeg dat wel…”
“ Weet ge, als m’n straf er opzit en twee jaar zijn zo voorbij, ga ik graven op de Kalmhoutse Heide. Ik ben er zeker van dat daar de sleutel ligt van de kalender van de Maya’s. Ik zal het bewijs vinden dat de wereld wel degelijk zal vergaan in 2012…”
“ Maar Markske, we zijn 2012, doe er twee jaar bij en we zijn 2014. Ge gaat te laat komen met uw bewijs hé? Er zal niemand nog van wakker liggen…”
“ Weet ge wat? Laten we al beginnen met een tunnel te graven…”
“ Met een lepel en een vork?”
“ Moet kunnen hé? We graven een tunnel tot we in Kalmthout zijn. Van daaruit is het niet ver meer naar de Heide…”
“ Men meldt ons zo juist dat de befaamde Mark G. en de even befaamde Tony V. een mislukte uitbraakpoging achter de rug hebben. Ze groeven een tunnel die, spijtig voor hen, niet verder liep dan de kazerne van de Federale Politie. Groot was de verbazing van de commandant toen hij onder z’n bureel de tegels plots zag omhoog komen. Nog groter was z’n verbazing toe hij twee bestofte kerels uit de grond zag opduiken. Hij hoorde hen zeggen dat ze tegenwoordig de Kalmthoutse Heide nu ook al betegeld hadden. De kazerne is tijdelijk gesloten wegens een grondverzakking. De Archeologische Dienst van Antwerpen zal van deze gelegenheid gebruik maken om de bodem te onderzoeken. De bijna ontsnapte gedetineerden zijn overgbracht naar Tilburg. In afwachting van het verdere onderzoek door het parket…”
©GoNo
Tony zit al sedert hij afgestudeerd is op de ziekenkas. En da’s toch al dik een jaar of vier. Ooit heeft hij, tijdens z’n studententijd, beloofd dat de Belgische staat geen bal zou verdienen aan hem. En ‘t moet gezegd en geschreven, tot nu toe lukt hem dat vrij aardig. Maar hij zweert bij hoog en bij laag dat hij wel wil werken, maar door z’n zwakke rug ligt het wat moeilijk hé?
Markske heeft twee jaar in het buitenland gezeten. Of beter gezegd, gelegen. Want hij lag meer in z’n bed dan dat hij op de unief zat. Teveel katers en muizenissen in z’n kop. Markske en Tony, twee dikke vrienden, die elkaar kennen van toen ze nog in het middelbaar zaten. Deden geen klop, elk jaar bleven ze zitten, tot de directeur van pure frustratie hun diploma naar hun kop gooide met de wijze en niet mis te verstane raad om op te krassen…
Markske liet het niet aan z’n hart komen, Tony evenmin. De wereld lag aan hun voeten. Werken is voor later, eerst genieten van het leven. Als je ouders hebt die goed geboerd hebben, is dat niet zo moeilijk. En gezien ze allebei enige zoon zijn, moeten ze zich niet veel aantrekken van de bekommernissen van elke dag. Hun pad ligt bezaaid met rozen en da’s duidelijk te zien. De zon schijnt voor iedereen, maar voor de ene al wat meer dan voor de andere, zegt Tony altijd…
“ Hoe staat het met de studies?”vraagt Tony.
“ Goed, om niet te zeggen, uitstekend…”
“ ’t Moet toch ver uw laatste jaar gaan zijn of vergis ik me?”
“ ’t Is m’n laatste jaar, spijtig genoeg, maar ik denk dat ik er nog een paar jaar ga bijdoen. Een mens is nooit te oud om te leren hé?”
“ En wat waren uw studies ook al weer?”
“ Archeologie, meer bepaald Verdwenen Beschavingen, zoals die van de Inca’s, de Azteken, de Maya’s en Atlantis…”
“ Atlantis? Da’s toch een fabeltje? Er is geen enkel bewijs dat die beschaving ooit bestaan heeft…”
“ Dat zeg jij, maar enkele gerenommeerde archeologen denken er anders over…”
“ En wat denk jij?”
“ Ik, persoonlijk, denk dat Atlantis zich onder de Leeuw van Waterloo bevindt. Na doorgedreven studie ben ik tot deze conclusie gekomen…”
“ Onnozelaar, waarom zou Atlantis onder de Leeuw van Waterloo begraven liggen?”
“ Waarom willen ze er niet graven? Wat ligt er daar verborgen dat wij niet mogen weten? Waarom werd die slag juist daar uitgevochten en niet op de Kalmhoutse Heide? Nee, er klopt iets niet, Napoleon was niet van gisteren, de Pruisen en Engelsen ook niet. Weet ge toen ze nadien Napoleon verbannen hebben, ze een kaart van Atlantis gevonden hebben? In z’n reiskoffer. Tussen de verslagen van z’n glorierijke veldtochten en z’n Keizerlijke Reispas. Wat deed die kaart daar? Het toppunt was dat Waterloo er op aangemerkt stond. Met een groot kruis. Daar waar nu de Leeuw staat…”
“ Zeg dat het niet waar is…Tja, stel je voor dat Atlantis daar effectief ligt hé? Ze zoeken heel de wereld af en ’t ligt vlak voor hun neus…”
“ Daarom heb ik een aanvraag ingediend om daar te mogen graven. Als ik mijn diploma gehaald heb, zoek ik de nodige fondsen om een diepgaand onderzoek te doen van de bodem onder de Leeuw. Met een beetje geluk ga ik de geschiedenis in als de grootste ontdekker van een verdwenen beschaving. Napoleon zal zich omdraaien in z’n graf, waar hij niet in slaagde zal ik verwezenlijken. Ik zeg het nogmaals, heel die Slag van Waterloo was opgezet spel. De enige reden dat ze daar hun oorlog uitvochten, was om te kijken wat er in de bodem zat. Na de slag was de bodem dermate omgewoeld dat de boeren niet meer moesten ploegen. Maar om de één of andere reden zijn ze gestopt met hun onderzoek. Gebrek aan manschappen of geld, wie zal het zeggen?”
“ Zeg jij het maar, je bent goed bezig…”
“ Een boer, die na afloop van de Slag, z’n ronde maakte op z’n omgewoeld patattenveld, zegt dat hij duidelijk gezien heeft dat er oude fundamenten in de grond staken. Met vreemde inscripties. Hij heeft ze overgetekend op kleitabletten. Die tabletten bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek. In een kluis. Waarom? De boer is op een dag spoorloos verdwenen. Zomaar. Z’n achtergebleven vrouw en kinderen hebben hem nooit meer terug gezien. Na enkele maanden werd z’n patattenveld onteigend. Z’n hoeve staat er nog altijd, zogezegd omdat het hoofdkwartier van Napoleon daar gevestigd was. Ze hebben er één grote weide van gemaakt en er een Leeuw neergepoot. Om pottenkijkers uit de weg te ruimen? Nee, er zit daar iets onder de grond dat het daglicht niet mag zien…”
“ Een buitenaardse beschaving? Een vliegende schotel? Een futuristisch wapen?”
“ Zou kunnen, waarom niet hé?”
“ Zeg, en als wij nu eens daar gingen graven? Wie gaat er ons tegenhouden? In het belang van de wetenschap?”
“ Men meldt ons zo juist dat de Leeuw van Waterloo vervaarlijk aan het overhellen is. De politie is op zoek naar twee jonge kerels, die er aan het graven waren. Ze waren gekleed in werkkledij van de gasmaatschappij. Deze maatschappij beweert van niets te weten. Er waren geen werken voorzien aan de Leeuw van Waterloo. Het enige dat voorzien was, is de herschildering van de trapleuningen. Maar daar moet nog een compromis over afgesloten worden. Het parket doet een onderzoek en hoopt de daders vlug te vatten. De Leeuw van Waterloo is voorlopig niet meer toegankelijk voor het publiek. De Archeologische Dienst van Brussel zal van deze gelegenheid gebruik maken om de bodem te onderzoeken…”
“ Wel, wel, Tony, da’s lang geleden he? “zegt Markske.
“ Zeg dat wel, Markske, zeg dat wel…”
“ Weet ge, als m’n straf er opzit en twee jaar zijn zo voorbij, ga ik graven op de Kalmhoutse Heide. Ik ben er zeker van dat daar de sleutel ligt van de kalender van de Maya’s. Ik zal het bewijs vinden dat de wereld wel degelijk zal vergaan in 2012…”
“ Maar Markske, we zijn 2012, doe er twee jaar bij en we zijn 2014. Ge gaat te laat komen met uw bewijs hé? Er zal niemand nog van wakker liggen…”
“ Weet ge wat? Laten we al beginnen met een tunnel te graven…”
“ Met een lepel en een vork?”
“ Moet kunnen hé? We graven een tunnel tot we in Kalmthout zijn. Van daaruit is het niet ver meer naar de Heide…”
“ Men meldt ons zo juist dat de befaamde Mark G. en de even befaamde Tony V. een mislukte uitbraakpoging achter de rug hebben. Ze groeven een tunnel die, spijtig voor hen, niet verder liep dan de kazerne van de Federale Politie. Groot was de verbazing van de commandant toen hij onder z’n bureel de tegels plots zag omhoog komen. Nog groter was z’n verbazing toe hij twee bestofte kerels uit de grond zag opduiken. Hij hoorde hen zeggen dat ze tegenwoordig de Kalmthoutse Heide nu ook al betegeld hadden. De kazerne is tijdelijk gesloten wegens een grondverzakking. De Archeologische Dienst van Antwerpen zal van deze gelegenheid gebruik maken om de bodem te onderzoeken. De bijna ontsnapte gedetineerden zijn overgbracht naar Tilburg. In afwachting van het verdere onderzoek door het parket…”
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage