GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

maandag 3 september 2012

Als stenen konden praten…2



Ik vraag aan de gids wat hij gezien heeft. Hij kijkt me aan met een grijnslachje. Wat denk je, vraagt hij. Weet ik veel, je schoonmoeder, de belastingcontroleur, een roze olifant, je kunt vanalles zien als het regent en in een dokere ruine, zeg ik ook met een grijnslachje.
Da’s waar, zegt hij, maar ik zag iets helemaal anders. Is ’t nog voor vandaag, vraag ik met enige aandrang. Ik heb geen zin om hier de hele dag de toerist uit te hangen hé? De gids z’n grijnsslachje slaat om in een serieuze lachbui. Ik zie er de lol niet van in…
“ Weet je wat ik zag?”vraagt hij.
“ Nee en ik wil het niet meer weten…”
“ Wat zijde gij voor een toerist? De meesten van m’n toehoorders doen het in hun broek als ik een verhaal vertel…”zegt de gids enigszins verbolgen.
“ Dat kan zijn, maar ik heb maar één broek bij en ben niet van plan om in m’n blote kont naar huis te gaan hé?”
“ Wat is er mis met een blote kont? In Bredene lopen ze allemaal in hun blote kont…”
“ Ja, dat kan kloppen, maar ik ga niet in m’n blootje op de trein gaan zitten hé? Stel je voor dat het een trein vol met nonnen is, op weg naar Lourdes, ik zou nogal op m’n pik en in m’n kruis getrapt zijn. En vertel me nu in godsnaam, om een beetje in dezelfde sfeer te blijven, wie of wat je gezien hebt?” Ik begin stilaan kwaad te worden en denk dat hij helemaal niets gezien heeft.
“ Ik heb….. een kabouter gezien!!”
“ Een watte?”
“ Een kabouter, een dwerg, een smurf maar dan niet blauw…”
“ Die kabouter heette toevallig niet kabouter Plop of Paulus?”vraag ik vol ongeloof.
“ Nee, die kabouter heette Merlijn en hij kon toveren…”
“ Maak dat m’n kat wijs of uwen hond. Merlijn de tovenaar was een alchemist ten tijde van koning Arthur en z’n Ronde Tafelridders hé?”
“ Welnee, dat zijn allemaal fabeltjes om de kindjes zoet te houden. Ge moet dat zo letterlijk niet nemen, ge moet dat nemen met een kilootje zout…”
“ Je kunt gelijk hebben, denk ik, ik vond vroeger al dat er met die sprookjes iets aan de hand was. Neem nu Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Klopt niet. De zeven dwergen waren oorspronkelijk met acht. Maar ééntje was een bastaard en z’n broers hebben hem eruit gebonjourd. ’t Had iets te maken met erfenisrechten ofzo. Ze waren met acht broers en geen enkele zusje? In heel dat verhaal van Sneeuwwitje is er nergens sprake hoe ze zich voortplanten. Toen ik klein was vroeg ik me dat altijd af, hoe planten kabouters of dwergen zich voort. Een simpele vraag waar ik nooit een antwoord op gekregen heb…” Stof om over te filosoferen, bedenk ik mij.
“ Mag ik mijn verhaal verder afmaken?”vraagt de gids mij op onzekere toon.
“ U doet maar hé?”
“ Welnu, ik zag dus een kabouter. Die stond met z’n armen gekruist tegen de muur en zei telkens: “ Wie niet weg is, is gezien…”
“ Dat komt me bekend voor, ik heb dat precies nog ergens gehoord…” zeg ik met uitgestreken gezicht vanwege m’n facelift die min of meer gelukt is.
“ Ik dacht dat kaboutertje spreekt een geheime code-taal, zoiets als het verzet tijdens de oorlog. Moet ik nu het spel meespelen of moet ik m’n hond op hem afsturen? Ik twijfel even want uiteindelijk heeft die kabouter me niets misdaan hé?”zegt de gids die het allemaal opnieuw beleeft…
“ Ik zou m’n hond erop afgestuurd hebben. Alleen maar om te zien hoe rap een kabouter kan lopen met z’n korte beentjes. Ik vroeg me vroeger af hoe rap een kabouter kan lopen en of er Olympische Spelen bestaan voor kabouters. Die zijn toch ergens ook gehandicapt hé? Dwergwerpen bestaat al, waarom dan geen kabouterwerpen? Die dwergen uit Sneeuwwitje gingen altijs ’s nachts gaan werken in hun mijn. Totaal absurd, want in hun mijn was het altijd donker. Waarom werkten die niet overdag? Volgens mij werkten die in ’t zwart, wat volkomen normaal is als men in een mijn werkt hé? Maar laat u niet afleiden door m’n bedenkingen hé?” zeg ik met een smalend lachje.
“ Ik laat me niet afleiden, waar was ik gebleven?”vraagt de gids me die het noorden stilaan kwijt is.
“ Ben je het noorden kwijt? ’t Ligt rechtover het zuiden, ge kunt niet missen…”help ik hem terug de goede richting uit.
“ Dank u, ik besloot om het spel mee te spelen, al was het maar om achteraf te kunnen vertellen dat ik een spookkabouter gezien heb…”
“ Hoezo, was het kabouter die spookte? Ik heb ooit een film gezien met een kabouter die verrassend veel op Frans Bauer leek, ik dacht dat ik een spook zag. Echt griezelig, dezelfde stem en dezelfde maniertjes. Eventjes dacht ik aan Bananasplit, maar ik vond nergens geen verborgen camera. Ook niet in m’n tros bananen, die ik één voor één gepeld heb. Uw verhaal begint nu wel echt de spuigaten uit te lopen hé? Ge vergeet dat ik nog moet gaan slapen zeker?” Dit is geen spookverhaal meer, maar een regelrechte griezelverhaal. Ik krijg er kippenvel van, zei de kip tegen de haan. Da’s normaal bij een kip, zei de haan…
Weet je waarom kippen altijd rondjes draaien? Nee? Omdat ze verdorie op een spit zitten hé…Maar dit terzijde…
“ Dus ik roep naar de kabouter dat hij gezien is. Wat nog klopte ook. Twee keer zelfs, m’n hond had hem ook gezien of geroken. De kabouter schrok. Draaide z’n hoofd in m’n richting en keek me doordringend aan. Ik voelde het bloed in m’n aderen koud worden. M’n hart ging als een razende tekeer, m’n hond begon opnieuw te huilen. Als een klein kind. Die ogen, die ogen, die ogen….”

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage