GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 6 december 2012

Kerstmis in m’n straat…




Er is weinig beweging op straat. Mensen met paraplu, die zich haasten om boodschappen te doen. De sneeuwvlokken vallen nu met hele bakken uit de lucht. Maar blijven niet liggen. Goed zo, denk ik, weer een zorg minder. Sedert ik eens ferm op m’n aanminnig gelaat gevallen ben, heb ik het niet zo met die winterse taferelen. ’t Is knap en mooi, zolang het op een foto staat op m’n scheurkalender. In de Ardennen zullen ze mij dus niet zien. Ik kan amper op m’n eigen benen staan, laat staan dat ik op skilatten zou moeten staan…
Salah, ze heet feitelijk Salouah, moslima en tevens verkoopster van brood en charcuterie, zegt dat ze het koud heeft. Ik stel voor om haar eventjes te verwarmen, sociaalvoelend dat ik ben, is dit voor mij een koud kunstje. Ze lacht me vierkant uit, ’t zijn geen vrouwen meer zoals vroeger, bedenk ik mij.
Ze gelooft niet dat ik schrijf en ook nog blog heb, waar ik m’n bedenksels kwijt kan. Ik vraag haar of ze al gaan zien is. Ze zegt dat ze het niet vindt op internet. Zeg me dan waar ik moet gaan zoeken hé? Googlen, antwoord ik. Gewoon intikken en ge komt er recht op uit. Wat moet ik intikken? Gonosgedichtenhoek, aan elkaar geschreven, zeg ik haar. Ik had gono’s onderbroek ingetikt, antwoordt ze met uitgestreken gezicht. Ik geloof er geen barst van, maar ’t zou kunnen hé?


In m’n straat heeft een bewoner een drink-en eetbakje voor de vogels gemonteerd. De zakjes vogelzaad zijn nog onaangeroerd, ’t zal nog niet koud genoeg zijn, denk ik. Of ligt het aan de vele zwerfkatten die hier constant rondlopen? Als ik terug kom van de bakker, zie ik dat de bewoners ook nog twee lantaarnpalen in hun voorhof gezet hebben. Ze doen hun best, moet ik zeggen. Nu nog de voortuin versieren met kerstattributen, zoals in Amerika, en we kunnen een wedstrijd organiseren wie de mooiste voortuin heeft. Met als eerste prijs een weekendje Benidorm…
Ik maak een praatje met de postbode. Wat een weer hé? Als openingszin, niet te onderschatten. De postbode is er eentje van het Aziatische type. Vriendelijke vent, daar niet van, maar hij heeft een ondoorgrondelijk gezicht. Je weet nooit wat hij denkt. En valt het mee in de sneeuw? Welke sneeuw, vraagt hij me.  Iedereen maar klagen over de eerste sneeuw, behalve de postbode. Een beroep apart, denk ik. Ik zou het niet kunnen, door regen en wind, door winterse taferelen met een fiets van 50 kilo de post rondbrengen. Vroeger kregen we een borrel, zegt hij, maar dat mag niet meer sedert er alcoholcontroles zijn op het werk. Controles op het werk? Ja, en dat allemaal omdat er sommigen te dronken waren om de post nog rond te brengen. Maar die kerels zijn al lang gestopt met postbode spelen en wij zijn nu de dupe. Ik krijg zowaar medelijden met hem. Wil je een borreltje, vraag ik op medelevende toon. Een glaasje citroenjenever? Nu niet, maar ik kom na m’n dienst zeker eens langs. Ze vragen hulp-postbodes, is dat niets voor jou? Ik zie dat wel zitten, maar dan op een sneeuwscooter, zeg ik hem. Ik heb evenwichtstoornissen, wat maakt dat ik af en toe eens op m’n bek ga. En die fiets lijkt me hoger dan ik zelf ben. Ik kan toch moeilijk met een laddertje onder m’n arm rondlopen hé? Ze hebben ook kleinere fietsen, zegt hij, met twee wieltjes opzij. Ik kan beter gynaecoloog worden, dan mag ik ook in spleten zitten, is m’n antwoord. Je moet er maar opkomen hé? Hij lacht z’n spleetogen bijna dicht. Wees voorzichtig hé, roep ik hem na.

Ze zijn bij de overburen de kerstboom aan het zetten. De gordijnen zijn open, ik kan alles meevolgen vanop de eerste rij. ’t Is een grote kerstboom, zo te zien. Dozen worden vanonder het stof bovengehaald, vader kijkt goedkeurend toe hoe moeder zich in duizend bochten wringt om toch maar niet van het keukentrapje te donderen. De kerstboom staat scheef, de kerstboompiek wijst naar Bommerskonte. Terug het trapje op. Vader geeft aanwijzingen, een beetje links, een beetje rechts. Nee, links had ik gezegd, weet je nu nog altijd niet het verschil tussen links en rechts? Ik lees het van z’n lippen. ’t Kan ook zijn dat hij gewoon vraagt of er nog koffie in de thermoskan zit hé? Of dat hij vraagt om onder de kerstboom een beetje aan seks te doen, kwestie van in een hogere sfeer te geraken. Kijk, nu loopt hij met een stapeltje cd’s rond. Hij gaat toch nu al niet die kerstliedjes afspelen, vraag ik me af. De kerstboom is af, ’t is mooi met al die lichtjes die aan en uit gaan. Zouden ze een open haard hebben? En zouden ze sokken aan de schouw hangen voor de Kerstman? Vader is tevreden, dat heeft hij weer goed gedaan. Zonder hem was het weer een flop geworden. Er moet toch iemand richtlijnen geven hé? De gordijnen gaan dicht. Geen pottenkijkers toegelaten. Ik zie de lichtjes aan en uit gaan, dwars door de gordijnen. Ik voel me een beetje jaloers, waarom feitelijk? Zes jaar geleden stond er hier ook nog een kerstboom, maar toen m’n zoon naar Bellegem ( deelgemeente van Kortrijk ) verhuisde, heeft hij die meegenomen. Sedertdien is er geen meer in huis gekomen. Voor wie of wat zou ik die moeten zetten? Zoveel bezoek krijg ik nu ook weer niet. Bij m’n kinderen staat er overal een kerstboom, traditiegetrouw hé? Kinderen zijn er dol op en zeker als er cadeautjes onder liggen. Als ik denk aan vroeger, overvalt me een soort van weemoed. Het leven gaat sneller dan men denkt. Ik zie m’n kinderen nog glunderen. We zongen samen kerstliedjes en de kerstboomlichtjes gingen ook aan en uit op de tonen van de muziek. Kerstliedjes van Elvis. Kerstliedjes van crooners die nu het ganse jaar door kerstfeest vieren…omdat ze allemaal al dood zijn…
White Christmas? Jinglebells, enzovoort? Lonely Christmas? Ik heb die liedjes nog, maar wil ze niet meer horen. Toch niet bij mij thuis. 

GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage