Kerstmis in m’n straat…
Er is weinig beweging op straat. Mensen met paraplu, die zich haasten om
boodschappen te doen. De sneeuwvlokken vallen nu met hele bakken uit de lucht. Maar
blijven niet liggen. Goed zo, denk ik, weer een zorg minder. Sedert ik eens
ferm op m’n aanminnig gelaat gevallen ben, heb ik het niet zo met die winterse
taferelen. ’t Is knap en mooi, zolang het op een foto staat op m’n
scheurkalender. In de Ardennen zullen ze mij dus niet zien. Ik kan amper op m’n
eigen benen staan, laat staan dat ik op skilatten zou moeten staan…
Salah, ze heet feitelijk Salouah, moslima en tevens verkoopster van
brood en charcuterie, zegt dat ze het koud heeft. Ik stel voor om haar eventjes
te verwarmen, sociaalvoelend dat ik ben, is dit voor mij een koud kunstje. Ze lacht
me vierkant uit, ’t zijn geen vrouwen meer zoals vroeger, bedenk ik mij.
Ze gelooft niet dat ik schrijf en ook nog blog heb, waar ik m’n
bedenksels kwijt kan. Ik vraag haar of ze al gaan zien is. Ze zegt dat ze het
niet vindt op internet. Zeg me dan waar ik moet gaan zoeken hé? Googlen,
antwoord ik. Gewoon intikken en ge komt er recht op uit. Wat moet ik intikken? Gonosgedichtenhoek,
aan elkaar geschreven, zeg ik haar. Ik had gono’s onderbroek ingetikt,
antwoordt ze met uitgestreken gezicht. Ik geloof er geen barst van, maar ’t zou
kunnen hé?
In m’n straat heeft een bewoner een drink-en eetbakje voor de vogels
gemonteerd. De zakjes vogelzaad zijn nog onaangeroerd, ’t zal nog niet koud
genoeg zijn, denk ik. Of ligt het aan de vele zwerfkatten die hier constant
rondlopen? Als ik terug kom van de bakker, zie ik dat de bewoners ook nog twee
lantaarnpalen in hun voorhof gezet hebben. Ze doen hun best, moet ik zeggen. Nu
nog de voortuin versieren met kerstattributen, zoals in Amerika, en we kunnen
een wedstrijd organiseren wie de mooiste voortuin heeft. Met als eerste prijs
een weekendje Benidorm…
Ik maak een praatje met de postbode. Wat een weer hé? Als openingszin,
niet te onderschatten. De postbode is er eentje van het Aziatische type. Vriendelijke
vent, daar niet van, maar hij heeft een ondoorgrondelijk gezicht. Je weet nooit
wat hij denkt. En valt het mee in de sneeuw? Welke sneeuw, vraagt hij me. Iedereen maar klagen over de eerste sneeuw,
behalve de postbode. Een beroep apart, denk ik. Ik zou het niet kunnen, door
regen en wind, door winterse taferelen met een fiets van 50 kilo de post
rondbrengen. Vroeger kregen we een borrel, zegt hij, maar dat mag niet meer
sedert er alcoholcontroles zijn op het werk. Controles op het werk? Ja, en dat
allemaal omdat er sommigen te dronken waren om de post nog rond te brengen. Maar
die kerels zijn al lang gestopt met postbode spelen en wij zijn nu de dupe. Ik krijg
zowaar medelijden met hem. Wil je een borreltje, vraag ik op medelevende toon. Een
glaasje citroenjenever? Nu niet, maar ik kom na m’n dienst zeker eens langs. Ze
vragen hulp-postbodes, is dat niets voor jou? Ik zie dat wel zitten, maar dan
op een sneeuwscooter, zeg ik hem. Ik heb evenwichtstoornissen, wat maakt dat ik
af en toe eens op m’n bek ga. En die fiets lijkt me hoger dan ik zelf ben. Ik kan
toch moeilijk met een laddertje onder m’n arm rondlopen hé? Ze hebben ook
kleinere fietsen, zegt hij, met twee wieltjes opzij. Ik kan beter gynaecoloog
worden, dan mag ik ook in spleten zitten, is m’n antwoord. Je moet er maar
opkomen hé? Hij lacht z’n spleetogen bijna dicht. Wees voorzichtig hé, roep ik
hem na.
Ze zijn bij de overburen de kerstboom aan het zetten. De gordijnen zijn
open, ik kan alles meevolgen vanop de eerste rij. ’t Is een grote kerstboom, zo
te zien. Dozen worden vanonder het stof bovengehaald, vader kijkt goedkeurend
toe hoe moeder zich in duizend bochten wringt om toch maar niet van het
keukentrapje te donderen. De kerstboom staat scheef, de kerstboompiek wijst
naar Bommerskonte. Terug het trapje op. Vader geeft aanwijzingen, een beetje
links, een beetje rechts. Nee, links had ik gezegd, weet je nu nog altijd niet
het verschil tussen links en rechts? Ik lees het van z’n lippen. ’t Kan ook
zijn dat hij gewoon vraagt of er nog koffie in de thermoskan zit hé? Of dat hij
vraagt om onder de kerstboom een beetje aan seks te doen, kwestie van in een hogere
sfeer te geraken. Kijk, nu loopt hij met een stapeltje cd’s rond. Hij gaat toch
nu al niet die kerstliedjes afspelen, vraag ik me af. De kerstboom is af, ’t is
mooi met al die lichtjes die aan en uit gaan. Zouden ze een open haard hebben? En
zouden ze sokken aan de schouw hangen voor de Kerstman? Vader is tevreden, dat
heeft hij weer goed gedaan. Zonder hem was het weer een flop geworden. Er moet
toch iemand richtlijnen geven hé? De gordijnen gaan dicht. Geen pottenkijkers
toegelaten. Ik zie de lichtjes aan en uit gaan, dwars door de gordijnen. Ik voel
me een beetje jaloers, waarom feitelijk? Zes jaar geleden stond er hier ook nog
een kerstboom, maar toen m’n zoon naar Bellegem ( deelgemeente van Kortrijk )
verhuisde, heeft hij die meegenomen. Sedertdien is er geen meer in huis
gekomen. Voor wie of wat zou ik die moeten zetten? Zoveel bezoek krijg ik nu
ook weer niet. Bij m’n kinderen staat er overal een kerstboom, traditiegetrouw
hé? Kinderen zijn er dol op en zeker als er cadeautjes onder liggen. Als ik
denk aan vroeger, overvalt me een soort van weemoed. Het leven gaat sneller dan
men denkt. Ik zie m’n kinderen nog glunderen. We zongen samen kerstliedjes en
de kerstboomlichtjes gingen ook aan en uit op de tonen van de muziek. Kerstliedjes
van Elvis. Kerstliedjes van crooners die nu het ganse jaar door kerstfeest
vieren…omdat ze allemaal al dood zijn…
White Christmas? Jinglebells, enzovoort? Lonely Christmas? Ik heb die liedjes nog, maar wil ze niet meer horen. Toch
niet bij mij thuis.
GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage