Het Geheim van Stonehenge 2
Onze eerste tussenstop is de Rode Planeet. Later zouden ze die Mars
noemen, naar één of andere God waar ze toen in geloofden. Hoe gek kan een mens
zijn hé? Of er leven is op Mars? Welnee, buiten een paar virussen die we gekruist
hebben met wat microben, zult ge weinig of geen leven vinden. ’t Zijn wel
venijnige microben, ze zijn getraind om bezoekers de duvel aan te doen. Dat
wordt weer lachen geblazen als ze ooit mensen naar Mars sturen…
We gaan landen in een krater, die kunstmatig aangelegd is. Ge ziet het
verschil niet met een echte krater. Onze ingenieuze ingenieurs hebben dat
perfect gedaan. Maar ze zouden beter dat bordje wegnemen waarop staat: ‘ WC’.
Ge weet nooit wie er langs kan komen hé?
“ Moet er iemand naar de wc gaan?” vraag ik.
“ Jawel, ik moet dringend m’n nagels lakken en m’n wenkbrauwen
epileren…”zegt Mara-Miek.
“ Ik ook…”zegt Kara-Miek.
Ik moet dringend m’n mening herzien over de geaardheid van Kara-Miek.
Ik land voorzichtig in de krater, althans dat probeer ik toch. Maar onze
vliegende schotel is al zo oud als het heelal en vertoont wat mankementen. Om
te remmen moet men gas geven en om gas te geven moet men remmen. ’t Is kwestie
van gewoonte hé? Met al onze vergevorderde technologie weten ze bij de
onderhoudsdienst nog altijd niet het verschil tussen een rem-en een gaspedaal.
En zeggen dat zo’n ding werkt op nucleaire energie. Als ik tegen de kraterwand
bots, zullen ze vanop Aarde denken dat er een vulkaanuitbarsting is.
Behendig als een kapitein, die laveloos gezopen z’n schip in de haven
stuurt, kom ik tot stilstand op enkele centimeters van de kraterwand. Het zweet
druppelt in beken van m’n voorhoofd. Groene zweetdruppels teisteren m’n
gitzwarte ogen. Met m’n slurf veeg ik ze af. M’n bloemkooloren wapperen om een
beetje frisse lucht ter verkoeling van m’n hersenen. Oef, weer eens gelukt,
denk ik.
We trekken onze op maat gemaakte pakken aan. Ze zijn van Arlani, een
bekende couturier op onze planeet. Heeft zelfs een paar bijhuizen op Pluto,
Uranus en Jupiter. Stinkend rijk is hij geworden met z’n modieuze pakken met
ingebouwde airconditioning. Alleen het molentje dat op onze helm staat, vind ik
maar belachelijk. Als er geen wind is, dient het voor niets. En als er wel wind
is, dan krijg je het gevoel dat je elk moment kunt opstijgen…
Er kruipen microben over de uitgesleten weg, die op een droge
rivierbedding lijkt, kwestie van toekomstige bezoekers van de Aarde op een
dwaalspoor te brengen in hun zoektocht naar water op de Rode Planeet. Er is
water, maar ’t zit diep onder het oppervlak. Ik trap een paar van die microben
dood, puur uit frustratie want ik haat microben en virussen. En zeker als ze
gekruist zijn met elkaar.
“ Ze zijn al goed gegroeid hé?”zeg ik tegen Mara-Miek via de ingebouwde
intercom.
“ Ja, zeg dat wel, ze groeien als peterseliekolen…”antwoordt Mara-Miek.
Peterseliekolen is zowat het nationale gerecht van onze planeet. Ze zijn
blauw en groeien aan stekelige takken. Niet te verwarren met de blauwe
andijviewortel. Die is giftig, als je er van eet, treedt de dood al na enkele
uren in. Uren waarin je langzaam uitéén valt. ’t Is geen pretje en ook geen
zicht. Een vriend van mij heeft ze eens klaargemaakt voor z’n schoonmoeder. Na
enkele uren was er alleen nog haar gebit over dat klapperde in de wind. Hij gebruikt
nu dat gebit om de kraaimeeuwen van z’n peterseliekolenveld weg te houden…
Kara-Miek kan het niet laten, is druk in de weer met het opstapelen van
keien. Beroepsmisvorming, denk ik.
Ik steek m’n platinium card in de gleuf en tik m’n persoonlijke code in.
De kraterwand gaat open. Er zijn twee deuren. Een deur voor de dames en een
deur voor de heren. Zo hoort het ook, we zijn geen barbaren hé? De wc-dame
kijkt ons met haar één oog wantrouwig aan. Haar één oog ziet dan nog scheel op
de koop toe. Kijkt ze nu naar mij of kijkt ze naar het plafond? ‘k Zou het niet
weten…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage