Dansen met de duivel…3
Bernard staat tussen de menigte die, reikhalzend, uitkijkt naar de komst
van hun president. Dallas is in feeststemming. Hun nog jonge president Kennedy
wordt verwelkomd als een filmster op een rode loper. Kennedy heeft al laten
zien dat hij haar op z’n tanden heeft. De Cuba-crisis is daar maar één
voorbeeld van. De wedloop naar de verovering van de ruimte een andere…
Het is warm in Dallas. De menigte wordt in bedwang gehouden door de
politie, bijgestaan door het FBI, de federale politie. In een boekenmagazijn
wacht ene Lee Harvey Oswald geduldig op
de stoet wagens die nu elk moment kunnen
voorbij komen. Het geweer ligt op de vensterbank, Oswald kijkt voor de
zoveelste keer door het vizier. Hij mag niet missen, vandaag wordt de geschiedenis
herschreven…
Bernard bevindt zich nu op de bovenste verdieping van het
boekenmagazijn. Staat achter Lee Oswald. Ik moet hem stoppen, denkt hij. Die
kerel gaat de president vermoorden. Hij legt z’n hand op de schouder van
Oswald. Lee Oswald voelt iets, kijkt achterom, maar ziet niets. M’n zenuwen
spelen mij parten, denkt hij. Bernard werpt zich op Lee Oswald, maar gaat dwars
door hem heen. Bevindt zich nu terug op de brede avenue. Hoort een kogel
afketsen tegen een verkeersbord. Het tweede schot is raak. De president grijpt
naar z’n keel, z’n hersens exploderen, Jackie Kennedy, z’n vrouw, kruipt in
paniek over de koffer van de presidentiële wagen. Ze wordt tegen gehouden door
de lijfwachten van de president…
Bernard kijkt er met ongelovige ogen naar…
Als daar maar geen oorlog van komt, zegt de oudere heer grijnslachend.
Presidenten zijn vervangbaar, zegt de blondine. De raaf beaamt het…
Bernard hoort stemmen op de achtergrond. Wil zich in de discussie
mengen. Maar z’n dromen laten het niet toe…zijn het wel dromen?
Bernard bevindt zich weer tussen de massa. Er is een betoging aan de
gang. De zwarte bevolking protesteert tegen de rassendiscriminatie. Op de
trappen van het Lincoln Memorial houdt ene Martin Luther King een toespraak. I
Have a Dream, zegt de zwarte dominee. Ik ook, denkt Bernard. Hij kan het goed
uitleggen, zulke dromen zouden er meer mensen moeten hebben…
Bernard staat beneden in de tuin van het Lorraine Motel in Memphis. Hij
ziet een schaduw tussen de hoogopgeschoten struiken. Iemand die dringend moet
plassen, denkt hij. Boven Bernard gaat de balkondeur open, Martin Luther King
wil nog een luchtje scheppen, alvorens verder te werken aan z’n speech. Martin
Luther King zegt tegen z’n secretaris dat hij een raar voorgevoel heeft. Een
schot weerklinkt in de nacht. We schrijven 1968, Martin Luther King ligt
zieltogend op het balkon. Bernard kan het niet geloven. Ik ben hier getuige van
een moord en kan er niets aan doen…denkt hij…
Als daar maar geen oorlog van komt, zegt de oudere heer, nog meer
grijnslachende. Predikanten zijn vervangbaar, zegt de blondine. De raaf lacht
zich te pletter…
Waar komen die stemmen toch vandaan, vraagt Bernard zich af…
Nog een glaasje wijn, vraagt de oudere heer aan z’n geliefde. Ja, zegt
ze, we hebben heel wat te vieren vanavond hé? De radio laat stukken horen uit
de speech “ I Have a Dream” van Martin Luther King. De reporter van dienst zegt
dat de Nobelprijswinnaar voor de Vrede op weg naar het ziekenhuis overleden is.
Een groot man is heen gegaan, besluit hij…
Bernard heeft de radio ook gehoord. Hoort ook lachende commentaren op de
achtergrond. Wil z’n ogen opendoen, maar slaagt er niet in. Ik speel mee in een
slechte film over historische gebeurtenissen, denkt hij. Wat voor zin , heeft
dit? Gedane zaken nemen toch geen keer?
Slaapt hij nog, hoort hij vragen. De blondine staat op, gaat naar
Bernard, kijkt hem aan met roodgloeiende ogen. Bernard voelt haar aanwezigheid.
Wil zeggen dat hij verdomme niet meer slaapt, maar er komen geen woorden uit
z’n mond. De blondine vraagt of ze hem wakker moet maken. Nee, laat hem nog
maar wat genieten van z’n dromen, zegt de oudere heer…
Bernard is plots terug in de villa. Ga naar boven, zegt een stem. Ga
naar de zolder, er hangt een verrassing op je te wachten. Bernard klimt de
trappen op naar de zolder. Welke verrassing kan er hier nu hangen, denkt hij.
Een nieuw kostuum? Een Olympische medaille van’
beste verkoper van gebakken lucht’? Hij duwt de zolderdeur open. Kijkt
recht naar een oudere heer en dame die zich verhangen hebben aan een dwarsbalk.
Hun lichamen bengelen heen en weer, op de krassende tonen van een raaf die
boven hen zit…
Ze kijken hem grijnslachend aan. Bernard vlucht vierklauwens de trappen
af. Alsof de duivel hem op de hielen zit…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage