Hoe zwaar of hoe licht weegt de stilte... ?
“ Al m'n vrienden zijn dood of zitten te verkommeren in een bejaardentehuis. En nu is er iemand van de sociale dienst geweest om mij te vragen of het niet beter zou zijn dat ik in een serviceflat zou wonen. Het huis is toch te groot om alleen te onderhouden. Maar ik wil hier helemaal niet weg, al die mooie jaren die ik hier doorgebracht heb met vrouw en kinderen wil ik niet kwijtraken. De geboorte van onze tweeling, hun eerste stapjes in het gras, de feestjes in de tuin naar aanleiding van hun Eerste Communie, Plechtige Communie. Hun eerste lief, hun eerste desillusies toen het af was. Teveel om op te noemen...”
“ Ze kunnen je toch niet verplichten om je woonst te verlaten?”
“ GoNo, dat kunnen ze wel, de bureaucratie kan hier alles.Let maar eens op, ze zullen me niet vergeten, laat staan dat ze me gerust zullen laten. Weet ge dat ik m'n huis steen per steen zelf gebouwd heb? Dat ik twee jobs deed om ons eigen nestje te bouwen. En dat voor een onderwijzer? 's Maandags kon ik m'n krijt amper nog vasthouden, m'n handen stonden vol blaren...”
“ Dat wist ik niet, 'k moet zeggen dat ge er uw werk van gemaakt hebt? En wie heeft de tuin ingericht?”
“ Ons Gertrude, wie anders? Dat was de overeenkomst. Ik het huis en zij de tuin. Een duivenhok mocht er niet komen want die strontduiven schijten toch maar alles onder. Zei ze keer op keer. Ik had zo graag kampioen gespeeld, maar in 't leven moet men soms compromissen kunnen sluiten, nietwaar?”
“ Da's waar Gerard, da's waar...”
“ Weet je GoNo, als ze me verplichten in zulk oudemannekestehuis te gaan wonen, geef ik je het op een briefje dat ik m'n schup afkuis. Nog liever onder de brug gaan slapen, dan te moeten verkommeren...”
Eventjes stokt het gesprek, er hangt plots een weemoedige sfeer. We denken beiden aan wat er eventueel komen kan. Ik zou hem moed willen inspreken maar twijfel of dit wel het juiste moment is. Soms kan de stilte zwaar wegen en zijn woorden overbodig. Soms zegt de stilte meer dan alle woorden die men maar kan bedenken.
“ Gerard, 't zal allemaal wel zo'n vaart niet lopen hé?”
“ Ik heb een vermoeden dat het totaal de verkeerde kant aan het opgaan is...”
“ Laten we erover zwijgen en schenk m'n glas nog eens vol. Laten we klinken op Gertrude, daar ergens hoog in de hemel...”
“ Ik wou dat ik bij haar was, welk nut heeft het om hier nog langer rond te lopen en alles kwijt te spelen?”
“ Denk aan uw kleinkinderen en uw kinderen, die willen hun bompa en vader nog niet verliezen. Er zijn nog zoveel leuke en goede momenten die nog komen moeten...”
“ In een ouwevententehuis?”
Vandaag is de dag dat alles zwart ziet voor Gerard en z'n pintje staat er al even triestig bij als hij. De schuimkraag is inééngezakt zoals Gerard inééngezakt op z'n bureaustoel zit. M'n Kriek smaakt plots niet meer. Ik neem afscheid, tegen m'n goesting, want je weet maar nooit wat hij allemaal nog in z'n kop haalt.
Maanden nadien lees ik de ware toedracht achter z'n verhaal. Op de plaats waar al die oude zelfgebouwde huizen staan, komen er sociale woningen. Gerard zit in psychatrische instelling. De reden? Hij dreigde iedereen af te schieten die ook maar één poot naar z'n huis uitstak. Na bemiddeling van een gewezen rijkswachter, die hij goed kende, gaf hij z'n long rifle af en werd stante pede afgevoerd naar een isoleercel. Een gevaar voor zichzelve en de maatschappij. Een advocaat, aangesteld door het gerecht, beheert z'n vermogen. Ook de opbrengst van de verkoop van z'n eigendom. De kinderen hebben een proces aangespannen tegen de de gemeente. De bureaucratische molen draait en blijft maar draaien. Het proces is voor de vierde keer uitgesteld, nu wegens ziekte van de advocaat die de belangen verdedigt van de gemeente.
Ik ben hem gaan bezoeken. Van twee tot drie. Aan z'n ogen zie ik dat hij me herkent. Ik weet dat dit de laatste keer zal zijn dat we elkaar nog zullen zien. Hij weet het ook. De stilte weegt niet meer zwaar, de stilte is onze bondgenoot. Ik sta recht, neem z'n gerimpelde hand vast.
“ Gerard, ooit zien we elkaar terug...”
“ Ja GoNo, ooit, alles is gezegd he?”
De deur valt in het slot, ik verlaat een goed mens, voel me schuldig en ook weer niet. De weinige tranen die ik nog overheb, schenk ik aan hem....
©GoNo
“ Ze kunnen je toch niet verplichten om je woonst te verlaten?”
“ GoNo, dat kunnen ze wel, de bureaucratie kan hier alles.Let maar eens op, ze zullen me niet vergeten, laat staan dat ze me gerust zullen laten. Weet ge dat ik m'n huis steen per steen zelf gebouwd heb? Dat ik twee jobs deed om ons eigen nestje te bouwen. En dat voor een onderwijzer? 's Maandags kon ik m'n krijt amper nog vasthouden, m'n handen stonden vol blaren...”
“ Dat wist ik niet, 'k moet zeggen dat ge er uw werk van gemaakt hebt? En wie heeft de tuin ingericht?”
“ Ons Gertrude, wie anders? Dat was de overeenkomst. Ik het huis en zij de tuin. Een duivenhok mocht er niet komen want die strontduiven schijten toch maar alles onder. Zei ze keer op keer. Ik had zo graag kampioen gespeeld, maar in 't leven moet men soms compromissen kunnen sluiten, nietwaar?”
“ Da's waar Gerard, da's waar...”
“ Weet je GoNo, als ze me verplichten in zulk oudemannekestehuis te gaan wonen, geef ik je het op een briefje dat ik m'n schup afkuis. Nog liever onder de brug gaan slapen, dan te moeten verkommeren...”
Eventjes stokt het gesprek, er hangt plots een weemoedige sfeer. We denken beiden aan wat er eventueel komen kan. Ik zou hem moed willen inspreken maar twijfel of dit wel het juiste moment is. Soms kan de stilte zwaar wegen en zijn woorden overbodig. Soms zegt de stilte meer dan alle woorden die men maar kan bedenken.
“ Gerard, 't zal allemaal wel zo'n vaart niet lopen hé?”
“ Ik heb een vermoeden dat het totaal de verkeerde kant aan het opgaan is...”
“ Laten we erover zwijgen en schenk m'n glas nog eens vol. Laten we klinken op Gertrude, daar ergens hoog in de hemel...”
“ Ik wou dat ik bij haar was, welk nut heeft het om hier nog langer rond te lopen en alles kwijt te spelen?”
“ Denk aan uw kleinkinderen en uw kinderen, die willen hun bompa en vader nog niet verliezen. Er zijn nog zoveel leuke en goede momenten die nog komen moeten...”
“ In een ouwevententehuis?”
Vandaag is de dag dat alles zwart ziet voor Gerard en z'n pintje staat er al even triestig bij als hij. De schuimkraag is inééngezakt zoals Gerard inééngezakt op z'n bureaustoel zit. M'n Kriek smaakt plots niet meer. Ik neem afscheid, tegen m'n goesting, want je weet maar nooit wat hij allemaal nog in z'n kop haalt.
Maanden nadien lees ik de ware toedracht achter z'n verhaal. Op de plaats waar al die oude zelfgebouwde huizen staan, komen er sociale woningen. Gerard zit in psychatrische instelling. De reden? Hij dreigde iedereen af te schieten die ook maar één poot naar z'n huis uitstak. Na bemiddeling van een gewezen rijkswachter, die hij goed kende, gaf hij z'n long rifle af en werd stante pede afgevoerd naar een isoleercel. Een gevaar voor zichzelve en de maatschappij. Een advocaat, aangesteld door het gerecht, beheert z'n vermogen. Ook de opbrengst van de verkoop van z'n eigendom. De kinderen hebben een proces aangespannen tegen de de gemeente. De bureaucratische molen draait en blijft maar draaien. Het proces is voor de vierde keer uitgesteld, nu wegens ziekte van de advocaat die de belangen verdedigt van de gemeente.
Ik ben hem gaan bezoeken. Van twee tot drie. Aan z'n ogen zie ik dat hij me herkent. Ik weet dat dit de laatste keer zal zijn dat we elkaar nog zullen zien. Hij weet het ook. De stilte weegt niet meer zwaar, de stilte is onze bondgenoot. Ik sta recht, neem z'n gerimpelde hand vast.
“ Gerard, ooit zien we elkaar terug...”
“ Ja GoNo, ooit, alles is gezegd he?”
De deur valt in het slot, ik verlaat een goed mens, voel me schuldig en ook weer niet. De weinige tranen die ik nog overheb, schenk ik aan hem....
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage