Het mooiste land....
De schepping van het ongeschapene...
Op de zesde dag besluit God om het mooiste land te scheppen. Een land met een eigen zee, bergen en dalen, wilde rivieren, kabbelende beekjes en uitgestrekte weide-landschappen. Hij roept er zijn aartsengel Gabriël bij en samen bewonderen ze het mooiste land ooit geschapen...
“ Gabriël, wat vindt ge ervan?”
“ Oh, Oppergod, Schepper van hemel & aarde, dat heeft u prachtig gedaan, maar er ontbreekt iets...”
“ 'k Had het kunnen peinzen, 't is weer niet goed genoeg voor m'n Rechterhand hé?”
“ Jawel, maar er leven geen schepsels in uw mooiste land...”
“ Nee, nu ge het zegt, 'k dacht al dat er iets ontbrak, weet ge wat, 'k zal er u inzetten samen met Lucifer, wat denkt ge?”
“ Lucifer, die onruststoker? U zou hem beter verbannen. Maak van hem de Prins der Duisternis, dan zijn we er overdag vanaf...”
“ Da's een goed gedacht, hoe kom ik er toch op hé?”
Gabriël, Gods rechter-en linkerhand, hoort het in Keulen donderen en Keulen bestond nog niet eens.
“ Moet ik Lucifer roepen?”stelt hij voor, het ijzer smedende terwijl het gloeiend heet is. Wat me logisch lijkt, want ijzer smeden als het koud is valt niet mee. Ook niet voor een god, laat staan voor een engel. “ “ Nee, 'k zal hem zelf roepen, misschien luistert hij voor één keer...”
God roept met diepe bromstem op bevelende toon.
“ Lucifer, kom als de bliksem naar sectie Ontwerpen & Uitvoering, 'k heb een jobke voor u...”
Een bliksemschicht knalt door de lucht, gevolgd door een donderslag alsof het Laastste Oordeel aangebroken was. In een wolk van solfer en zwavel verschijnt Lucifer uit het niets. Wat een stank, denkt God.
“ Hebt ge mij geroepen, o Almachtige, heerser van 't heelal en omstreken?”vraagt Lucifer met even diepe bromstem.
“ Is gans dat circus nu echt nodig, 't stinkt hier verdomme naar een toekomstige chemische fabriek...”
“ Ik moest toch als de bliksem naar hier komen?”
“ Ja, maar 'k heb niet gezegd dat ge die stank moest meebrengen hé?”
“ Wat kan een engel nog wel goed doen o Opppermachtige?”
“ Weinig, heel weinig, 'k ben niet rap content en tevreden, dat hebt ge als ge prefect zijt hé?”
“ 't Is perfect, Oneindige Goedheid, ge zegt het verkeerd, af en toe eens uw woordenschat bijschaven zou bijdragen tot een betere communicatie...”
“ Ge moet uw oren laten uitspuiten, er zit nog solfer in, me dunkt...”
Lucifer denkt er het zijne van, zijn tijd moet en zal nog wel komen. De rebellie van engelen die niet meer akkoord zijn met de heerschappij van de Schepper neemt meer en meer uitbreiding. Men zou denken dat God alles weet en ziet, niets is minder waar. God wordt ook een eeuwtje ouder hé?
“ Lucifer met de zwavelstokjes en bokkepoten, wat zou je ervan denken dat ik je heerser maak van het mooiste land dat ik ooit geschapen heb?”
“ Heerser over wie? Over de planten en bomen? Ziet ge mij al tuinieren? Waarom schept ge geen wezens die dom, arrogant en nooit-lerende-van het verleden? Dat zou pas een grap zijn hé?”
“ Wat een goed idee. Hoe kom ik er toch op hé?”
En God zet zich aan 't werk. Eerst neemt Hij wat kleigrond, boetseert tot het een vorm heeft die min of meer op een aap lijkt. Hij stapt een stap achteruit om Z'n creatie te bewonderen. Er klopt wederom iets niet. Vier armen en vier benen is iets teveel van 't goeie. En dat hoofd trekt op een watermeloen. Laten we beginnen met één arm en één been minder, mompelt Hij. Drie armen en drie benen, de verhoudingen kloppen nog steeds niet. Hij zucht, wordt het beu om zichzelf te verbeteren, vroeger ging het allemaal veel gemakkelijker.
“ Lucifer, kom als de bliksem naar hier, laat die bliksem maar , kom gewoon naar hier zonder stank en bijhorende speciale effecten...”
“ Ik ben er al, Onfeilbare, ik ben er al...”
“ Da's rap, als ge van de duivel spreekt, ziet ge zijne staart. Die moet ik onthouden, da's een goeie...”
“ Wat bedoelt ge hiermee?”vraagt Lucifer op een toon waarin een beetje haat doorklinkt.
“ Ik bedoel dat ge buiten bokkepoten nu ook al een staart aan 't kweken zijt, ge gaat erop vooruit, moet ik zeggen....en ik zeg het!”
“ Miljaarde, kunt ge nooit eens iets positief zeggen?”
“ Jawel, maar als Opperste God, moet ik het negatieve benadrukken, zodat ge het positieve als een verrijking van uw emotionele gemoedstoestand beter kunt ervaren. 't Slaat op niets, maar 't klinkt geleerd hé?”
Alle duivels op een stokje, denkt Lucifer, 't wordt tijd dat onze Goddelijke Manipulator op pensioen gaat.
“ Dus, als ik het goed begrijp, wilt ge me heerser maken van dit mooie land? En ik mag doen wat ik wil?”
“ Ge zijt de baas, zolang ge maar niet tegen m'n kar rijdt. Het enige dat ik wil is dat ge mij bewierookt, mij de hemel inprijst, kortom de bewoners er attent op maakt dat er maar één God is en dat ben ik...”
“ Bewoners? Er zijn helemaal geen bewoners. Beesten genoeg, zo te zien, 't is allemaal prachtig, maar ik heb het meer voor de nacht. De nachtelijke sfeer met flonkerende sterren aan het fiirmament, de maan die hel verlicht met de nadruk op 'hel', de wolven laat huilen...enzovoort hé?”
“ Jawadde, ge zijt precies in een dichterlijke bui, Luciferke?”
God schept uiteindelijk een wezen met twee armen en twee benen. Ik ga hem “ mens “ heten en die miskleunen heet ik “ apen “. Veel verschil is er tot op heden niet, zo te zien...Sommige apen gedragen zich als mensen en andersom ook.
God heeft de smaak te pakken en z'n scheppingsdrang kent geen grenzen meer. Hij bevolkt het land met alle mogelijke rassen en kleurtjes. Maar de chaos dreigt en 't wordt tijd dat Lucifer het heft in handen neemt. Lucifer, ook niet van gisteren, ziet dat de tijd rijp is om voor een omwenteling te zorgen. Als het Goede bestaat, dan ook het Kwade. Hij zou de verpersoonlijking worden van al wat maar enigszins slecht kan zijn. En gezien het mensdom zich tot het Kwade aangetrokken voelt, is het een makkie om de duivel in hen boven te halen.
©GoNo
Op de zesde dag besluit God om het mooiste land te scheppen. Een land met een eigen zee, bergen en dalen, wilde rivieren, kabbelende beekjes en uitgestrekte weide-landschappen. Hij roept er zijn aartsengel Gabriël bij en samen bewonderen ze het mooiste land ooit geschapen...
“ Gabriël, wat vindt ge ervan?”
“ Oh, Oppergod, Schepper van hemel & aarde, dat heeft u prachtig gedaan, maar er ontbreekt iets...”
“ 'k Had het kunnen peinzen, 't is weer niet goed genoeg voor m'n Rechterhand hé?”
“ Jawel, maar er leven geen schepsels in uw mooiste land...”
“ Nee, nu ge het zegt, 'k dacht al dat er iets ontbrak, weet ge wat, 'k zal er u inzetten samen met Lucifer, wat denkt ge?”
“ Lucifer, die onruststoker? U zou hem beter verbannen. Maak van hem de Prins der Duisternis, dan zijn we er overdag vanaf...”
“ Da's een goed gedacht, hoe kom ik er toch op hé?”
Gabriël, Gods rechter-en linkerhand, hoort het in Keulen donderen en Keulen bestond nog niet eens.
“ Moet ik Lucifer roepen?”stelt hij voor, het ijzer smedende terwijl het gloeiend heet is. Wat me logisch lijkt, want ijzer smeden als het koud is valt niet mee. Ook niet voor een god, laat staan voor een engel. “ “ Nee, 'k zal hem zelf roepen, misschien luistert hij voor één keer...”
God roept met diepe bromstem op bevelende toon.
“ Lucifer, kom als de bliksem naar sectie Ontwerpen & Uitvoering, 'k heb een jobke voor u...”
Een bliksemschicht knalt door de lucht, gevolgd door een donderslag alsof het Laastste Oordeel aangebroken was. In een wolk van solfer en zwavel verschijnt Lucifer uit het niets. Wat een stank, denkt God.
“ Hebt ge mij geroepen, o Almachtige, heerser van 't heelal en omstreken?”vraagt Lucifer met even diepe bromstem.
“ Is gans dat circus nu echt nodig, 't stinkt hier verdomme naar een toekomstige chemische fabriek...”
“ Ik moest toch als de bliksem naar hier komen?”
“ Ja, maar 'k heb niet gezegd dat ge die stank moest meebrengen hé?”
“ Wat kan een engel nog wel goed doen o Opppermachtige?”
“ Weinig, heel weinig, 'k ben niet rap content en tevreden, dat hebt ge als ge prefect zijt hé?”
“ 't Is perfect, Oneindige Goedheid, ge zegt het verkeerd, af en toe eens uw woordenschat bijschaven zou bijdragen tot een betere communicatie...”
“ Ge moet uw oren laten uitspuiten, er zit nog solfer in, me dunkt...”
Lucifer denkt er het zijne van, zijn tijd moet en zal nog wel komen. De rebellie van engelen die niet meer akkoord zijn met de heerschappij van de Schepper neemt meer en meer uitbreiding. Men zou denken dat God alles weet en ziet, niets is minder waar. God wordt ook een eeuwtje ouder hé?
“ Lucifer met de zwavelstokjes en bokkepoten, wat zou je ervan denken dat ik je heerser maak van het mooiste land dat ik ooit geschapen heb?”
“ Heerser over wie? Over de planten en bomen? Ziet ge mij al tuinieren? Waarom schept ge geen wezens die dom, arrogant en nooit-lerende-van het verleden? Dat zou pas een grap zijn hé?”
“ Wat een goed idee. Hoe kom ik er toch op hé?”
En God zet zich aan 't werk. Eerst neemt Hij wat kleigrond, boetseert tot het een vorm heeft die min of meer op een aap lijkt. Hij stapt een stap achteruit om Z'n creatie te bewonderen. Er klopt wederom iets niet. Vier armen en vier benen is iets teveel van 't goeie. En dat hoofd trekt op een watermeloen. Laten we beginnen met één arm en één been minder, mompelt Hij. Drie armen en drie benen, de verhoudingen kloppen nog steeds niet. Hij zucht, wordt het beu om zichzelf te verbeteren, vroeger ging het allemaal veel gemakkelijker.
“ Lucifer, kom als de bliksem naar hier, laat die bliksem maar , kom gewoon naar hier zonder stank en bijhorende speciale effecten...”
“ Ik ben er al, Onfeilbare, ik ben er al...”
“ Da's rap, als ge van de duivel spreekt, ziet ge zijne staart. Die moet ik onthouden, da's een goeie...”
“ Wat bedoelt ge hiermee?”vraagt Lucifer op een toon waarin een beetje haat doorklinkt.
“ Ik bedoel dat ge buiten bokkepoten nu ook al een staart aan 't kweken zijt, ge gaat erop vooruit, moet ik zeggen....en ik zeg het!”
“ Miljaarde, kunt ge nooit eens iets positief zeggen?”
“ Jawel, maar als Opperste God, moet ik het negatieve benadrukken, zodat ge het positieve als een verrijking van uw emotionele gemoedstoestand beter kunt ervaren. 't Slaat op niets, maar 't klinkt geleerd hé?”
Alle duivels op een stokje, denkt Lucifer, 't wordt tijd dat onze Goddelijke Manipulator op pensioen gaat.
“ Dus, als ik het goed begrijp, wilt ge me heerser maken van dit mooie land? En ik mag doen wat ik wil?”
“ Ge zijt de baas, zolang ge maar niet tegen m'n kar rijdt. Het enige dat ik wil is dat ge mij bewierookt, mij de hemel inprijst, kortom de bewoners er attent op maakt dat er maar één God is en dat ben ik...”
“ Bewoners? Er zijn helemaal geen bewoners. Beesten genoeg, zo te zien, 't is allemaal prachtig, maar ik heb het meer voor de nacht. De nachtelijke sfeer met flonkerende sterren aan het fiirmament, de maan die hel verlicht met de nadruk op 'hel', de wolven laat huilen...enzovoort hé?”
“ Jawadde, ge zijt precies in een dichterlijke bui, Luciferke?”
God schept uiteindelijk een wezen met twee armen en twee benen. Ik ga hem “ mens “ heten en die miskleunen heet ik “ apen “. Veel verschil is er tot op heden niet, zo te zien...Sommige apen gedragen zich als mensen en andersom ook.
God heeft de smaak te pakken en z'n scheppingsdrang kent geen grenzen meer. Hij bevolkt het land met alle mogelijke rassen en kleurtjes. Maar de chaos dreigt en 't wordt tijd dat Lucifer het heft in handen neemt. Lucifer, ook niet van gisteren, ziet dat de tijd rijp is om voor een omwenteling te zorgen. Als het Goede bestaat, dan ook het Kwade. Hij zou de verpersoonlijking worden van al wat maar enigszins slecht kan zijn. En gezien het mensdom zich tot het Kwade aangetrokken voelt, is het een makkie om de duivel in hen boven te halen.
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage