GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

dinsdag 5 oktober 2010

Er is leven op andere planeten…zegt professor P.Luto.


“ Vertel me eens, waarde heer professor, is er echt leven op andere planeten?”
Deze vraag stel ik me al sedert m’n geboorte. Toen ik m’n oogjes opende was dat de eerste vraag die door m’n brein, toen nog in volle ontplooing, schoot. Andere pasgeboren baby’s denken aan zo vlug mogelijk tepeltje-zuigen, ik zat toen al te denken aan de toekomst van het mensdom. ’t Had waarschijnlijk, toen al, iets te maken met een zekere vorm van zelfbehoud.
“ M’n waarde vriend, natuurlijk is er leven op andere planeten. Denkt ge nu werkelijk dat wij de enige intelligente wezens zijn die er rondlopen in het univers? Het duurt geen twintig jaar meer, eer we contact zullen leggen met buitenaardse beschavingen. Misschien niet in de vorm die we gewoon zijn. Het kunnen even goed creaturen zijn die meer gelijkenissen vertonen met kakkerlakken of pissebedden, om maar iets te zeggen…”
Ik moet toegeven dat dit zou kunnen, waarom denken wij toch altijd dat buitenaardsen op ons moeten gelijken? En waarom zouden die aliëns contact met ons moeten opnemen? Als ik een buitenaarder was, zou ik na het zien van al dat geweld en rotzooi, stante pede rechtsomkeer maken. Maar dat komt omdat ik zo vredelievend ben. Het kan ook zijn dat die buitenaardsen van geweld houden, dat ze als het ware leven van de rotzooi die we de lucht inblazen. Dan zijn ze hier op het juiste adres, alle dagen feest. Stel dat ze een beetje lijken op ons, zouden ze dan de moeite doen om nader kennis te maken? Met het risico afgeschoten te worden, want zo zijn we nu eenmaal. Misschien komt zulk creatuur wel ergens in een glazen container met formol terecht?
Ik zeg dat tegen de eminente professor. Ik scoor er een punt mee, hij beaamt het volmondig, gezien hij juist een broodje-gezond in z’n opengesperde mond steekt. De krulsalade met stukje tomaat blijft halverwege z’n ongeschoren kin plakken. Komt het door z’n, in paardenstaart samengebonden, haar dat ik plots moet denken aan een overjaarse hippieknol? En dan dat strikje. Een beetje zoals Siegfried Bracke. Maar die heeft, sedert hij verkozen is, z’n strikje ingeruild voor een propere das. Gewassen met Dash, waarschijnlijk.
“ M’n beste, wat je nu zegt, is compleet hypothetisch, we weten het niet zolang we geen contact hebben…”
“ Maar m’n waarde professor, veronderstel eens dat ze hier al zijn? Dat ze hier sedert Roswell 1947 wel degelijk geland zijn? Vanwaar komt plots al die nieuwe technologie vandaan? Komt dat zomaar uit de lucht gevallen? Ik zou het bijna geloven, met een vliegende schotel waarschijnlijk of een vliegende sigaar. Misschien hebben ze ons uiterlijk wel aangenomen om niet op te vallen? Misschien is uw schoonmoeder wel een aliën?”
Dat laatste floepte eruit voor dat ik het besefte. De professor kijkt me aan alsof ik de nagel op de kop sla, alsof ik de laatste spijkers op laag water gevonden heb. Een schot recht in de roos. Dat hebt ge als ge niet kunt schieten met pijl en boog. Weer een roos naar de vaantjes of naar de wimpels.
“ M’n beste, daar zegt ge zowat, nu ge het zegt en ik erover nadenk, zou het best kunnen dat m’n teerbeminde schoonmama van een andere planeet komt. Ze kan briesen als een stier, als ze lacht hinnikt ze als een paard en ze kwaakt als een kikker. Als ze door een scanner loopt, beginnen alle lichtjes aan-en uit te gaan, niet normaal zou ik zo zeggen…”
“ M’n beste professor, al die eigenschappen doen me meer denken aan een aardling, zo lopen er hier veel rond…zoals mensen die broodjes eten, waarvan de helft aan hun paardenstaart en kinnebak blijft kleven…”
“ Je hebt een gezonde kijk op het mensdom, m’n beste, maar denk er eens over na, we zijn niet alleen in het heelal. Stephen Hawking heeft het ook gezegd, die kan het weten want die komt zelf van een andere planeet. Maar houdt het voor u, hé?”
Ik probeer me voor te stellen hoe ik Stephen Hawking voor mij moet houden, maar ’t lukt me niet. Z’n rolstoeleke blijft niet stilstaan. Banden platzetten lijkt me de enige optie. Maar ‘k heb geen zin hem zien te veranderen in een soort krab-of kreefachtige…
De weg naar contact leggen met buitenaardse wezens is nog lang en ligt bezaaid met stukjes krulsalade en tomaat…

©GoNo

1 reacties:

Anonymous Anoniem zei...

mooi, dit verhaal. De weg bezaaien met krulsalade en tomaten vraagt om konijnen hé.
Greatz
Ghislaine

7 oktober 2010 om 00:20  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage