De Nazi-schat
Hermann Spitz heeft tussen de papieren van z’n vader, gewezen SS-majoor Rudolf Spitz, een mysterieuze kaart gevonden. De kaart verwijst naar geheime kelders en gangen onder de villa van Hermann Goering. Volgens de kaart zouden alle villa’s van de nazi-prominenten, op de Oberzalsberg, met elkaar verbonden zijn. Ook die van Adolf Hitler…
SS-majoor Spitz was jarenlang chef van de veiligheidstroepen, die gelegerd waren in een uitgestrekt bunker-
complex. Jaren aan één stuk werden Joden hier tewerkgesteld, ondergronds, want de Fuhrer wilde geen Joden horen of zien. Er werd een verharde weg aangelegd die naar het verblijf van de Fuhrer leidde. Zonder speciaal pasje kwam men er niet in. Om de honderd meter stonden er SS-wachten, tot de tanden bewapend. De Leibstandarte A. Hitler, de persoonlijke lijfwacht van de Fuhrer. SS-majoor Rudolf Spitz is veroordeeld in 1946 tot vijf jaar dwangarbeid, maar kwam in 1947 vrij wegens goed gedrag. Hoewel hem veel geld geboden werd om z’n memoires te schrijven, verkoos hij om in de anonimiteit te blijven. Jaren later heeft hij een bewakingsfirma opgericht, die nog altijd bestaat, zij het onder een andere naam…
De gsm rinkelt in de Friedrichstrasse, een blok verwijderd van Unter den Linden. Ferdinand Spitz ligt in z’n bad te genieten van een welverdiende rustdag. Laten rinkelen, dat ze de pot op kunnen, ik ben niet thuis…denkt Ferdinand. Z’n vrouw en kinderen zijn reeds vertrokken naar het Zwarte Woud. Ferdinand moet nog enkele dringende zaken afhandelen en dan begint de vakantie ook voor hem. De zaken gaan goed, hoe meer terroristen hoe meer beveiliging men nodig heeft. De ene z’n dood is de andere z’n brood. Spitz Security is alom gekend om haar degelijk werk dat ze aflevert. Opgericht door z’n vader in de jaren vijftig. Begonnen met gewezen SS’ers, bewaakten ze de overgebleven fabrieken in de industriezones. Het Amerikaanse leger kon niet op alle plaatsen tegelijk zijn, had meer oog voor de gestadige opmars van de communisten. Het legde hem geen windeieren. Nu werkten er meer dan 2000 mensen bij Spitz Security. Ferdinand en Hermann Spitz hadden de zaak overgenomen, nadat hun vader een beroerte kreeg.
Verdomme, waarom blijft die gsm toch rinkelen? Wat kan er nu zo dringend zijn? Staat het bedrijf in brand soms? Ferdi ( voor de vrienden ) kruipt uit het bad. Schudt zich als een natte hond de pels. Zo lijkt het toch. Waar is die verdomde gsm? Hij hoort hem wel, maar ziet hem niet. Steekt natuurlijk nog in z’n jagersvestje. Gisteren nog op jacht geweest met de vrienden. Gene vette, een paar patrijzen en een wild konijn dat waarschijnlijk niet te vreten valt. Gevonden. ’t Is z’n broer Hermann, er zal toch niets gebeurd zijn? Net nu hij op vakantie wil vertrekken. Eventjes twijfelt hij nog om te antwoorden, maar z’n broer kennende, neemt hij het zekere voor het onzekere…
“ Hallo broertje, ’t is precies dringend zo te zien en te horen…”
“ Ferdi, ik heb, bij het opruimen van papa’s bureau, documenten gevonden. Ge gelooft uw eigen ogen niet. Er zit een kaart tussen van de Oberzalsberg. Weet ge nog dat papa altijd zo geheimzinnig deed over die berg? “
“ Hermann, ik vertrek morgen op vakantie, kan dat niet wachten tot ik terug ben?”
“ Nee, Ferdi, nee, je moet die documenten zien. Je vertrekt pas morgen, dus kun je gemakkelijk langs komen..”
Aan de toon te horen duldde Hermann geen tegenspraak. Helemaal z’n vader. Altijd dat autoritair gedoe, om tegen de muren op te lopen. Zou een perfecte SS’er zijn, bedenkt Ferdi zich. Maar ’t is z’n broer en ze waren steeds op elkaar aangewezen. Mama, een aristocrate, hadden ze feitelijk niet gekend. Omgekomen in Dresden, na de verschrikkelijke bombardementen. Gevlucht naar Dresden om de veiligheid die de stad bood. Zij hadden het overleefd, mama niet. Wat de haat voor de Amerikanen nog groter maakte, er aan voorbijgaand dat hun piloten hetzelfde deden.
“ Hermann, ik kom naar je toe, waar ben je nu?”
“ In papa’s huis aan het opruimen in z’n archief…”
“ Binnen een uurtje ben ik er. Tot straks hé?”
Hermann heeft het contact al verbroken. Ferdi z’n nieuwsgierigheid is gewekt. Wat kan er verdomme zo van levensbelang zijn in dat archief? Rudolf Spitz heeft ten overstaan van z’n kinderen nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij een SS-majoor was. Hij deed wel geheimzinnig over z’n functie, dat wel. En z’n vrienden die op bezoek kwamen zwegen telkens als de broertjes in de buurt kwamen. Maar de dagelijkse realiteit was dat men moest zien te overleven. Niet meer en niet minder…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage