Wat een hondenleven hé?
‘Iedere dag is hier hetzelfde’,
mompelt hij tegen zijn kat.
Zijn kat kijkt hem
mistroostig aan, tegen wie zeg je het, denkt hij, alsof mijn dagen zo
rooskleurig zijn. Ik zit hier ook maar opgesloten terwijl mijn collega’s achter
de wijfjes zitten…
‘Er moet verandering komen in
mijn leven’, zegt hij tegen zijn kat.
Verandering? Was ik maar een
hond, denkt zijn kat, die komen ten minste nog buiten. Waarom kunnen alleen
mensen een geslachtsoperatie ondergaan? Stel je voor, een kat met een hondenkop
en dito geslachtsorgaan, ik zou nogal van mijne grond komen, denkt de kat…
‘Jij hebt nogal een leven hé’,
zegt hij tegen zijn kat.
Wablief? Als je opgesloten zit,
zonder ooit veroordeeld te zijn, noem ik dat geen leven, denkt zijn kat. Er
lopen grotere gangsters vrij rond en die steken geen kattenkwaad uit. Ik kan
zelfs niet in de politiek gaan, want ik heb geen zakken om te vullen. Was ik
maar een mens, ik zou nogal van Jetje geven. Met de ene hand geven en met het
andere dubbel terug pakken…
‘Bij jou is het ook veel
beeld en weinig klank hé’, zegt hij tegen zijn kat.
Zou kunnen, denkt zijn kat.
Maar bij jou is het net andersom, veel klank en het beeld trekt op geen kloten.
Sorry, testikels, verbetert de kat zijn gedachtegang. Al hoewel, ze hebben in
Zwitserland zelfs een vliegveld dat Kloten noemt. Als er daar vertraging is
hebben ze je wel degelijk bij je edele delen hé? Verdomme, ik ben slimmer dan
mijn baasje, denkt de kat…
’Wanneer ga je nu eindelijk
eens leren praten’, vraagt hij aan zijn kat.
Als Pasen op een kruiwagen
valt, denkt de kat. Als ik moet praten zoals Samson, kan ik beter mijn muil
dicht houden. Hoe lang komt dat mormel nu al op tv? Twintig jaar? En die praat
nog altijd als een debiele politieker waar men soms ook geen snars van
begrijpt. Nee, je zou beter zelf eens deftig leren praten. Ouwe zageventen
mompelen altijd. En als hij niet kan kakken is het nog erger. Dan zit hij zijn
beklag te doen tegen de wc-pot. Man, man, man, moet je geen baasje hebben? Het
is solden, je krijgt er een doos pampers gratis bij…
’Wat gaan we eten vandaag’,
vraagt hij aan zijn kat.
Als het van jou afhangt, zal
het wel crisismenu zijn hé, denkt de kat. Het is woensdag, heel het kot zal
weer stinken naar het frietvet. Voor mij een
potje van de duurste kaviaar en een fles champagne. Ik lust geen van
beiden, maar het is maar om hem op kosten te jagen. Wedden dat hij met kaviaar
van de Aldi afkomt? En die fles champagne zal wel cider worden. De goedkoopste.
Meer moet en kan dat niet zijn hé, denkt zijn kat…
‘Verdomme, ik wou dat ik een
kat was’, zegt hij tegen zijn kat.
Schoenmaker, blijf bij je
leest, denkt de kat, ik krijg al een kater als ik er nog maar aan denk. Zou je
niet beter mijn kattenbak proper maken? Of moet ik hier alles zelf doen? De
service laat hier veel te wensen over, het zijn ook geen hotels en baasjes meer
als vroeger. Wanneer ga je nu eindelijk stoppen met zagen en mijn eten geven?
Subiet val ik achterover van de schele honger. Ik ga hier stilletjes dood en
niemand ziet het. Dierenbeul, ik ga een klacht indienen bij de Kattenbond. Dan
komen er hier elke avond duizend katten een concert geven. Met liedjes van Eddy
Wally zaliger…
‘Ik zie je graag’, zegt hij
tegen zijn kat.
Ik u ook, denkt de kat,
waarna hij zich neerlegt en verder droomt van een baasje die met hem buiten
gaat…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage