De Jeugd van Tegenwoordig en Daarna. 9
Intussen in de klas…
Jantje wil weg, maar heeft bang van Patrick. Patrick is populair maar tevens een bullebak. Een haantje de voorste, die meestal de kastanjes uit het vuur laat halen door een andere. Patrick noemt dat delegeren. Schoenmaker blijf bij je leest. Zei z’n vader altijd. Patrick wist van geen kanten wat het betekende, maar uit de mond van z’n vader klonk het onheilspellend. Maar dat is normaal, de man is er ene van weinige woorden. Hoort zo bij ’t leger. Eerst brullen en dan vragen stellen. Je moet al goed gek zijn om in ’t leger een vraag te durven stellen. Kost je gegarandeerd een kogel door de kop. Dus stelde Patrick nooit vragen…Z’n mama trouwens ook niet, ze heeft al problemen genoeg als haren vent zo zat als een kanon thuis komt. Maar dat gebeurt maar één keer per week, er zijn er die alle dagen poepeloere lopen…
Jantje bedenkt een plannetje. Als hij tot op het afdak kan komen, kan hij via de regenpijp naar de straat geraken.
“ Ik ga naar de wc, ben zo terug…”zegt Jantje met kloppend hart.
“ Heb je in je broek gedaan?”vraagt Patrick.
“ Bah, nee, maar ‘k heb krampen…”liegt Jantje.
“ ’t Manneke heeft krampen…moet ik je mammie bellen?”
“ Moet jij je papa niet bellen? Om te vragen wat je moet doen?”. Jantje verschiet van z’n eigen, waar haalt hij plots die moed vandaan?
’t Is plotseling stil, iedereen kijkt naar Patrick. De regisseur geniet. Patrick begint rood aan te lopen, met twee grote stappen is hij bij Jantje. Hij balt z’n vuisten…
“ Wat zeg je? Herhaal dat nog eens? Schijtebroek dat je bent…”
“ Moet je je papa niet bellen of hoor je niet goed?” herhaalt Jantje.
Patrick begrijpt er niets van, is dat ventje dan niet bang? Meestal staan z’n medepesters naast hem, waar zijn ze nu? Moet hij alles alleen opknappen? Jantje voelt geen schrik meer, hij wil hier weg en ’t kan hem niets meer schelen. Voor één keer in z’n nog jonge leven neemt hij zelf een beslissing. Hij zal vechten als een leeuw…
Patrick wil zich op Jantje werpen, maar een onzichtbare kracht houdt hem tegen. Er is iets mis met dat manneke. De regisseur is naderbij gekomen, er zal in zijn bijzijn geen bloed vloeien.
“ Ik sla je verrot, ik breek je ribben en alles wat er aan beenderen in je mager lijfje zit…” zegt Patrick op woedende toon.
“ Probeer maar, je zult aardig verschieten…” fluistert Jantje zacht.
“ Ocharme, ’t manneke schijt in z’n broek en verkoopt nog praatjes ook…”
“ Patrick Schiettecatte, ik ga nu naar buiten en niemand zal me tegenhouden. Ook jij niet…”
Jantje draait zich om en loopt op z’n dooie gemakje naar de deur. Patrick loopt hem achterna, dit kan hij zo niet laten; hij legt z’n hand met kracht op Jantjes schouder…
©GoNo
Jantje wil weg, maar heeft bang van Patrick. Patrick is populair maar tevens een bullebak. Een haantje de voorste, die meestal de kastanjes uit het vuur laat halen door een andere. Patrick noemt dat delegeren. Schoenmaker blijf bij je leest. Zei z’n vader altijd. Patrick wist van geen kanten wat het betekende, maar uit de mond van z’n vader klonk het onheilspellend. Maar dat is normaal, de man is er ene van weinige woorden. Hoort zo bij ’t leger. Eerst brullen en dan vragen stellen. Je moet al goed gek zijn om in ’t leger een vraag te durven stellen. Kost je gegarandeerd een kogel door de kop. Dus stelde Patrick nooit vragen…Z’n mama trouwens ook niet, ze heeft al problemen genoeg als haren vent zo zat als een kanon thuis komt. Maar dat gebeurt maar één keer per week, er zijn er die alle dagen poepeloere lopen…
Jantje bedenkt een plannetje. Als hij tot op het afdak kan komen, kan hij via de regenpijp naar de straat geraken.
“ Ik ga naar de wc, ben zo terug…”zegt Jantje met kloppend hart.
“ Heb je in je broek gedaan?”vraagt Patrick.
“ Bah, nee, maar ‘k heb krampen…”liegt Jantje.
“ ’t Manneke heeft krampen…moet ik je mammie bellen?”
“ Moet jij je papa niet bellen? Om te vragen wat je moet doen?”. Jantje verschiet van z’n eigen, waar haalt hij plots die moed vandaan?
’t Is plotseling stil, iedereen kijkt naar Patrick. De regisseur geniet. Patrick begint rood aan te lopen, met twee grote stappen is hij bij Jantje. Hij balt z’n vuisten…
“ Wat zeg je? Herhaal dat nog eens? Schijtebroek dat je bent…”
“ Moet je je papa niet bellen of hoor je niet goed?” herhaalt Jantje.
Patrick begrijpt er niets van, is dat ventje dan niet bang? Meestal staan z’n medepesters naast hem, waar zijn ze nu? Moet hij alles alleen opknappen? Jantje voelt geen schrik meer, hij wil hier weg en ’t kan hem niets meer schelen. Voor één keer in z’n nog jonge leven neemt hij zelf een beslissing. Hij zal vechten als een leeuw…
Patrick wil zich op Jantje werpen, maar een onzichtbare kracht houdt hem tegen. Er is iets mis met dat manneke. De regisseur is naderbij gekomen, er zal in zijn bijzijn geen bloed vloeien.
“ Ik sla je verrot, ik breek je ribben en alles wat er aan beenderen in je mager lijfje zit…” zegt Patrick op woedende toon.
“ Probeer maar, je zult aardig verschieten…” fluistert Jantje zacht.
“ Ocharme, ’t manneke schijt in z’n broek en verkoopt nog praatjes ook…”
“ Patrick Schiettecatte, ik ga nu naar buiten en niemand zal me tegenhouden. Ook jij niet…”
Jantje draait zich om en loopt op z’n dooie gemakje naar de deur. Patrick loopt hem achterna, dit kan hij zo niet laten; hij legt z’n hand met kracht op Jantjes schouder…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage