GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

donderdag 7 oktober 2010

't Weverke versus the King of Belgium

“ Mijne heren, en ik richt me voornamelijk tot Bartje ’t Weverke, wordt het niet de hoogste tijd om uw verantwoordelijkheid op te nemen en te zorgen dat er een nieuwe regering kan aantreden?”vraagt de koning op strenge, doch rechtvaardige toon.
“ Sire, ik ben gekozen door het volk, u daarentegen…”antwoordt ’t Weverke in z’n wiek geschoten.
“ Elaba, Weverke, denkt ge dat de job van koning zo gemakkelijk is? Al die staatsbanketten zijn niet goed voor mijne gezondheid. Mijne cholestorol heeft een duizelingwekkende hoogte bereikt, om nog maar te zwijgen van mijne lever…”
“ ’t Kan allemaal zijn, ik moet toegeven dat ik ook uit m’n broek barst, maar ik wil maar zeggen dat ik bijna achthonderdduizend stemmen achter m’n naam kreeg, wat van u niet gezegd kan worden hé?”
Die zit, denkt ’t Weverke, ’t zal hem leren mij uit te dagen. De koning twijfelt een ogenblik om de guillotine in ere te herstellen, maar weet ook wel dat hij geen tweederde meerderheid zal vinden om de doodstraf terug in te voeren.
“ Weverke, mag ik er u attent op maken dat slechts een goeie 28% van de bevolking op u of uw partijtje gestemd heeft? Wat mij tot de conclusie brengt dat er 72% voor een andere partij gestemd heeft!”
Die zit, denkt de koning, ’t zal hem leren mij van m’n troon te willen stoten. ’t Weverke twijfelt een ogenblik om stante pede de onafhankelijkheid van Vlaanderen uit te roepen, maar weet ook wel dat hij geen tweederde meerderheid zal vinden bij het leger.
“ Sire, ik verdenk u ervan dat u koningsgezind bent, u doet er alles aan om mij te dwarsbomen in de uitvoering van m’n verborgen agenda. U zou beter op pensioen gaan en uw zoontje op de troon laten plaatsnemen. Me dunkt dat u gezegd heeft dat u maar een overgangskoning zou zijn, maar ’t is zoals in de tijd van de middeleeuwen, eens op de troon altijd op de troon…Hebben wij daarvoor gevochten in 1302? Nee, zou ik zo denken hé?”
“ Weverke, ieder zijne stiel, tot nader order ben ik nog altijd het staatshoofd en als ge niet oppast geef ik zelfs audiëntie aan Flupke Deherfst, die kerel is minder veeleisender dan u…”
“ Daar gaan we weer. Altijd hetzelfde liedje. Sire de koning is het staatshoofd en de rest moet zwijgen hé?”
“ Zo is het, m’n vriend, zo is het…”
“ ’t Wordt tijd dat we het koningshuis afschaffen, ’t is toch maar geldverspilling. Dat geld kan beter gebruikt worden om de staatsschuld af te bouwen of om ons, arme volksvertegenwoordigers, opslag te geven. Als compensatie voor de vele uren afwezigheid in ons gezin. Moeder de vrouw zal content zijn, de kinderen ook. Ze zagen al zo lang om een villa met zwembad, jacuzzi en tennisveld. En paarden, struisvogels, lama’s. Als Herman Decloot dat mag hebben, waarom wij dan niet. Zeggen ze.”
“ Weverke, een beetje langer in de politiek en ge zult verschieten hoeveel je bij elkaar kunt sparen. Alles op zijne tijd, het Paleis van Laken is niet op ene dag gebouwd. M’n buitenverblijven ook niet, maar dit terzijde.”
“ Sire, mag ik u vragen waarom we hier zijn?”
“ Euh, ja, da’s een goeie vraag, u moogt dat vragen…”
“ Sire, waarom zijn we hier?”
“ Het stond zo in m’n agenda, daarom hé?”
“ Dan stel ik voor om twee onderhandelaars en een commissie op te richten. De commissie moet er op toezien dat de onderhandelaars onpartijdig zijn. Eentje dus van de NV-A en eentje van de PS. Mag ik voorstellen om Siegfried Cracke te benoemen, dat ventje loopt nu al over van grootheidswaanzin. En dat voor een meterke zestig. Maar ’t is een gewezen journalist en in ’t geheim een supporter van u…”
“ Weverke, da’s een goed gedacht, hoe kom je er toch op hé?”
“ Zegt m’n vrouw ook altijd, ’t is soms wat acrobaat spelen, maar ’t lukt wel, gezien de kindjes die we al gemaakt hebben…”
“ Tegen wie zegt ge het, tegen wie zegt ge het? Philippe maken liep ook niet van een leien dakje, maar dat kwam door het strodak op ons buitenverblijf. Paola heeft dagenlang met stro tussen de kaken van haar toen nog prinselijke achterste gelopen. Wat een tijden, wat een tijden…”gniffelt de koning.
“ Sire, ik vraag me af, hoe u Laurent gemaakt hebt?”
“ Weverke, ge moogt drie keer raden. Op z’n hondjes natuurlijk…”
“ ‘k Had het kunnen denken, ’t is er aan te zien hé?”
“ Da’s een goeie, kom Weverke, laten we een frisse pint gaan drinken in de Marollen, ’t schijnt dat er daar een moord gebeurd is. En drievoudige nog wel. Misschien komen we Witse wel tegen…”

In café “ Royal Horse” deden ze beiden een plas en alles bleef zoals het was…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage