Vaarwel Kitty, het ga je goed…
Ze is weg, m’n nieuwe huisgenote, voorgoed. Ik mocht even in haar leven komen. Een beetje de toerist spelen in Kattenland. Ze is, na haar bijna vierdaagse vakantie ten huize GoNo, opgehaald door haar rechtmatige baasje. Met pijn in m’n hart heb ik haar afgestaan, ‘t !s zo’n beetje alsof je je eigen kind moet afstaan. Verdomme, dat een mens zo rap gehecht kan zijn aan een schepsel Gods.
Het beestje werd door mij vertroeteld als een prinsesje. Gaf mij vanaf de eerste dag vriendschap. Een vriendschap die ik bij weinige mensen heb ervaren. Het was duidelijk dat ze mij vertrouwde. Als ik m’n boodschappen deed, zat ze op de vensterbank voor het raam. Ik keek naar boven, zwaaide met m’n hand. Ze keek naar mij alsof ze wou zeggen, blijf niet te lang weg. Ze is nu één dag weg en ik mis haar. M’n woonst lijkt terug leeg, m’n gesprekspartner antwoord niet meer. Ze ligt niet meer op m’n plaats, haar plaatsje op ’t balkon is eveneens leeg.
De onderbuurman is blij dat hij z’n kat terug heeft. Hij was al vier dagen op zoek , had de hoop al opgegeven. Zegt dat z’n kat niet Kitty heet, maar Bonkers. Wat een naam voor een kat. Bonkers? Het lijkt wel een merk van schoenen, denk ik. Het rare is dat ze reageert op “Kitty” en “ Bonkers” laat voor wat het waard is. Hij zegt ook dat het een kater is. Tja, laten we wel wezen, ik denk dat het een travestiet is. Zo hebben we allebei gelijk. Diplomatie staat hoog in m’n vaandel. Op de vraag hoe het komt dat ze al twee dagen in de gang zat te janken is het antwoord simpel. Ze jankt altijd om naar buiten te mogen. Via het afdak van het onderliggende appartement kiest ze het ruime sop en even ruime vrijheid.
Alvorens mij te verlaten heeft ze de juist propergemaakte kattenbak een flinke beurt gegeven. Als afscheidscadeautje, voor de bewezen diensten en zorgen. Nog eventjes bij-eten en dat was het dan.
Hij heeft haar of hem meegenomen, ik heb haar een kusje gegeven. ’t Komt misschien een beetje belachelijk over, maar ik kon amper m’n emotie de baas. Afscheid nemen kan pijn doen hé?
Een uurtje later ga ik op m’n balkonnetje een sigaretje roken. Ik hoor Kitty of Bonkers mauwen. Ze zit op het afdak, is terug vrij. Ik roep haar naam. Ze spitst haar oren, kijkt me aan alsof ze wil zeggen: “ je hebt een plaatsje in m’n kattenhart…”
Misschien ben ik te voortvarend geweest, hechtte ik me te vlug aan dit bijzondere schepsel. Misschien moet je een kat niet proberen op te sluiten. Ach, misschien is er helemaal geen god hé?
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage