Weer een mens dat blij is...
Er zitten twee bejaarden aan een tafeltje op het terras. De vrouw, een geblondeerde gewezen vamp, voert het hoogste woord. De man, eerder van het bezadigde type, luistert, knikt af en toe instemmend. Doet hij waarschijnlijk al jaren. Ik kijk hem aan, zie in zijn ogen dat het hem totaal geen moeite kost om zijn vrouw ( veronderstel ik toch ) gelijk te geven. Heeft een cursus gevolgd, zoveel is duidelijk. Cursus “ Hoe geef ik mijn wederhelft gelijk, zelfs al heeft ze totaal geen gelijk en zit ze uit haar nek te kletsen…”
En van kletsen kent ze iets, moet ik zeggen. Iedereen die passeert wordt tot op het bot uitgekleed. Niemand draagt haar goedkeuring weg. Op iedereen heeft ze iets aan te merken. De man drinkt van zijn trappist, zo te zien smaakt het hem. Zo ook mijn Kriek van ’t vat. Ik volg de conversatie met stijgende verbazing, ‘k vraag me af wanneer die vent haar op haar plaats zal zetten. Ik knipoog naar hem, misschien denkt hij nu wel dat ik homo ben. Je weet maar nooit hé? Niet dat ik iets tegen homo’s heb, maar ik heb geen zin om langs mijn teerbeminde uitgang genomen te worden. Het gesprek komt pas goed op gang als er een vetkuif, die blijven hangen is in de golden sixties, plaats neemt aan het tafeltje wat verderop. Compleet met lederen jekker en jeans, Harley Davidson in ’t zicht. Een blinkende machine à la Marlon Brando en James Dean.
“ Zie, zie dat, die denkt dat hij een filmster is. Maar zie nu toch...zie hoe macho hij doet...”en ze stoot haren vent tegen de elleboog. Die juist zijn glas aan zijn lippen zette om een fikse teug trappist naar binnen te gooien. De man verschiet zich een kriek en dat terwijl hij trappist aan het drinken is. Het bier van hoge gisting doet zijn naam eer aan. Het gist met veel schuim in de openstaande kraag van zijn wit hemd. Dat nu meer lijkt op een schotelvod. Misschien een nieuwe kledinglijn voor mensen die bieren van hoge gisting drinken? De man vloekt, zij het binnensmonds, maar ik kan de woorden zo van zijn schuimende lippen plukken. Een godslastering, een rechtstreekse aanval op de hemel en al zijn heiligen, inclusief God zelf.
“ Zeg, amai zulle, moet ge daar zo’n drama van maken? Als ge zat in uwen braaksel ligt, dan hoor ik je niet. En nu is het precies of de wereld vergaat. ’t Zal wel opdrogen...”zegt ze kwaad.
De man kijkt haar aan alsof ze nog maar enkele minuten te leven heeft. Word ik hier getuige van een drama? Een uit de hand gelopen frustratie van jaren opgekropte woede? Ik wil lachen, maar durf niet goed. Een beetje medelijden is mij niet vreemd. Ik roep de ober, zo’n afgeborstelde jongeling, die weet wat er in de wereld te koop is. Of toch zou moeten weten. Hoop ik voor hem.
“ Meneer?”
“ Geef die meneer daar een trappist op mijn kosten, die meneer alleen hé?”
“ Mevrouw dus niet?”probeert hij mij op andere gedachten te brengen.
“ Die mevrouw mag normaal niet drinken, ze heeft suikerziekte en wat van die dodelijke ziektes, maar dat wilt u niet weten...”
“ Oei, dat zoude niet zeggen, ze heeft al drie glazen witte wijn op...”
“ Geen wijn meer geven, alleen nog water en liefst van de kraan of u kunt subiet een ambulance bestellen. In ’t café wat verderop hebben ze haar al twee keer buiten moeten dragen, recht de ambulance in. Het ligt nu in proces, wegens het onvrijwillig toedienen van slagen en verwondingen, en het dronken voeren van een ziekelijke persoon...”
Ik betaal de ober, geef hem een fooi, zodat ik zeker ben dat hij mijn opdracht zal uitvoeren. Eventjes geduld, bedenk ik mij. Het hek is binnen een paar minuten van de dam.
De ober kwijt zich van zijn taak zoals alleen een ober het kan. Hij schenkt de trappist uit, wijst naar mij. Ik hef mijn bijna lege glas op, ter ere van zijn nat hemd en van wat nog komen moet. De vrouw buigt zich naar haar man, vraagt stilletjes: “ Kent ge diene vent?”
Ze bestelt nog een wit wijntje, de ober zegt kordaat nee. Ik hoor de vrouw hem uitmaken voor achterlijke idioot, voor mongooltje ( of moet ik zeggen: persoon met het downsyndroom? ) en nog wat van die fraaie dingen.
De rest is geschiedenis, ik maakte dat ik weg was, met een smile tot achter mijn oren. Weer een goede daad gesteld, weer een mens die ik blij gemaakt en t’ leven gered heb...
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage