In de biechtstoel
“ Zeg het eens, m’n zoon, of moet ik m’n dochter zeggen? Want met dat lang haar zie ik het verschil bijna niet meer hé?”
“ ’t Is m’n zoon, ‘k wist niet dat u mij verwekt had, ons ma is wel wreed katholiek, maar ons pa zal er niet kunnen mee lachen hé?”
“ ’t Is bij wijze van spreken, m’n zoon, het schept een band van vertrouwen en daar zijn we goed in…”
“ Dus als ik uw zoon ben, zal ik dan maar vader zeggen. We hebben dus, als ik het goed begrijp, een vertrouwensrelatie?”
“ Zo is het, m’n zoon, zo is het…maar vertel me een keer waarom ge te biechten komt? Alles wat hier gezegd wordt, blijft onder ons.”
“ Vader, ik heb gezondigd!”
“ Wie niet, m’n zoon, wie niet?”
“ Ik heb aan kinderen gedacht, ik wou ze strelen, ze beminnen, ze aanraken, hen de ware liefde leren kennen…”
’t Is eventjes stil in de biechtstoel, de pastoor z’n hand verdwijnt richting kruis. Aan de andere kant hoort de pedofiel in spe, een licht gekreun en gehijg. Hij krijgt het er ook warm van…
“ Maar m’n zoon toch, de gedachte alleen al is een zonde...”hijgt de pastoor.
“ Ja vader, ‘k weet het, maar ik kan er niets aan doen, ’t is sterker dan mezelf en sedert ik m’n nichtje tussen haar beentjes gestreeld heb, verlang ik naar meer…”
“ En vond je nichtje het leuk?”kreunt de pastoor.
“ Zeker weten, ze keek me met een glimlach aan, spijtig dat er aan de deur gebeld werd, anders…”
“ Hoe oud is uw nichtje?” Er komen nu vreemde geluiden die meer en meer lijken op een vlugge masturbatie.
“ Ze wordt er elf, vader.”
“ Elf? In sommige landen is dat de leeftijd waarop ze trouwen en op hun twaalfde dragen ze al een kind.”
“ U bedoelt dus dat er niks mis mee is als ik die relatie verder zet? “
“ M’n zoon, er is nog niemand doodgegaan van wat gestreel tussen de dijen of op andere plaatsen. En als jullie het beiden leuk vinden, wie ben ik dan om dit af te keuren. Nee, m’n zoon, liefhebben is geen zonde, ’t is meer een deugd.”
“ U bent een vader naar m’n hart, ’t is een hele geruststelling, moet ik zeggen…”
“ Bid voor alle zekerheid drie Onze-Vaders en twee Weesgegroetjes, baat het niet, dan schaadt het niet hé? En laat me nu in vrede klaarkomen, verdomme, waar is m’n zakdoek gebleven?”
“ Pardon, vader?”
“ Ik bedoel, we zijn klaar gekomen met uw biecht en ik heb een zakdoek nodig bij het aanhoren van zoveel onbaatzuchtige liefde…”
“ M’n zoon, ga heen in vrede..”
De pastoor steekt z’n rooie koppie door het gordijn van de biechtstoel, kijkt schichtig in het rond. Geen andere biechtstoelgangers te zien. Buiten die oude dame, maar die is zo blind als een mol. Hij rept zich naar de sacristie, z’n handen bedekken een witte vlek ter hoogte van z’n kruis…
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage