GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 11 december 2009

De Bombrief

Hij draait de briefomslag meerdere malen om. Geen afzender te bespeuren. Z’n bevende handen twijfelen om hem open te maken. Herkent het geschrift niet. Dwaze gedachten spoken door z’n verweerde kop. Als het maar geen bombrief is of een brief met antraxpoeder. Tegenwoordig moet je van niets meer verschieten. En met een naam als de zijne, zou het wel eens prijs kunnen zijn. Moet die minister van Justitie nu toevallig ook De Clercq heten? Waren er verdorie geen namen genoeg? En ’t is niet eens familie. Straks ontploft heel m’n huis en ik erbij, denkt hij meewarig met zichzelf. Hij betast nog eens voorzichtig de omslag. ’t Voelt aan als karton. Zeker en vast zo’n melodiekaartje. Als je het opendoet, KABOUM, en op de tonen van Mozart’s Requiem krijg je engelenvleugeltjes aangemeten. Hij legt de brief neer op de tafel, heel langzaam. Je weet maar nooit hé?
Hij zit naar de brief te staren, weet verdomd niet wat te doen. ’t Beste is de politie inschakelen of de ontmijningsdienst. Dan wordt de straat ontruimd en is er eindelijk wat leven in de brouwerij. Hij ziet het al gebeuren, de geschreven pers en de televisiezenders met hun grote captatiewagens. Die hem duizend keer vragen om het nog eens voor de camera’s te vertellen want de vorige keren stond hij buiten beeld. Hij zou hen vertellen dat hij geen greintje angst had, gezien z’n verleden als verzetstrijder in de Tweede Wereldoorlog. En die Duitsers hadden grotere bommen dan zo’n pietluttig briefje. Hij denkt ineens aan die keer toen ze die trein in Mechelen opbliezen. Een munitietrein. Zevenentwintig dode Duitse soldaten in één klap. Was me dat een patat. Een kilometer in de omtrek sneuvelden alle ramen. In Muizen hebben ze zelfs een paar Duitsers uit de bomen moeten plukken. Die vragen zich nog altijd af hoe ze daar terechtgekomen zijn. Zware schnapps. Maar voor hen was de oorlog voorbij en ze waren er niet kwaad om. De Gestapo kon er niet mee lachen en voor iedere gesneuvelde Duitse soldaat werden er tien burgers tegen de muur gezet. Als verwittiging en afschrikmethode. ’t Verzet werd er alleen maar grimmiger door. Da’s nu éénmaal oorlog. Waar is dat telefoonnummer van z’n vriend bij de ontmijningsdienst gebleven? In de schuif bij z’n militair zakboekje, waar anders? Even Apeldoorn bellen, grinnikt hij.
Hij belt, doet z’n verhaal in geuren en kleuren en krijgt de raad om zo vlug mogelijk z’n huis te verlaten. Allemaal goed en wel en de kat en de dwergparkiet? Geen tijd voor, een mensenleven is meer waard. Voor hem niet. Dan nog liever ontploffen…
Hij trekt z’n uniform aan, met z’n medailles en lintjes. Bekijkt zichzelve in de spiegel, geen grammetje bijgekomen. Voor m’n leeftijd ben ik toch nog een knappe vent. Moest ons Suzanne mij nu zien, ze zou fier zijn op haar ventje. Denkt hij. Kwam z’n dochter vandaag niet? Is het nu donderdag of vrijdag? Er zijn belangrijkere zaken in ’t leven, zoals bombrieven. Hij hoort de deur beneden opengaan.
“ Paps, waar ben je?”hoort hij roepen.
Hij gaat naar beneden in vol ornaat, z’n rug niet meer gekromd. Z’n dochter denkt een spook te zien, ’t gaat van kwaad naar erger. Hij praat niet alleen tegen de foto’s van mama, hij loopt er nu ook als militair bij. Waar gaat dit eindigen? Plots horen ze sirenes loeien, ambulancewagens, ontmijningsdienst, politie en brandweer tegelijk. Met in hun kielzog de pers.
De politie stormt binnen en sommeert hen om onmiddellijk buiten te gaan. Dochter en vader worden met zachte dwang naar buiten geleid. M’n kat en mijne vogel, roept hij boven het tumult uit, maar niemand luistert.
“ Paps, wat is er gaande?”vraagt z’n dochter, “ hebt ge weer de gaskraan vergeten dicht te draaien? Ik dacht al dat ik iets rook???”
“ Moet dit nu weer gebeuren? En dat op uwen verjaardag? Hebt ge m’n kaartje gekregen?”
De ontmijningsdienst stuurt een robot naar binnen die even later terug komt met de bombrief. Die van schrik een verjaardagsliedje begint te spelen. Van op afstand wordt de brief tot ontploffing gebracht. De laatste tonen van “ Happy Birthday” doen hem denken aan de laatste verjaardag van z’n vrouw. Maar eerst de pers te woord staan, wat moest hij hen weer vertellen? Over de treinen die steeds te laat komen? Over die Duitsers die ze opgesloten hadden in de Zoo van Antwerpen? Wat staan die militairen hier feitelijk te doen? ’t Is toch weer geen oorlog zeker? Je weet maar nooit he?

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage