GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zaterdag 28 november 2009

The Haunting House ( 1 )


Het huis is in diepe rust. De bewoners, een jong koppel, slapen. Hun vijfjarig zoontje is eindelijk ingedommeld met z’n knuffeltje in z’n armen. Het is een oud herenhuis, vroeger woonde hier een dokter met zijn gezin. Ook met een zoontje van vijf jaar. Het huis stond er al jaren vervallen bij, niemand wou er in wonen. De dorpelingen spraken van een vloek die er op rustte. Maar dat zei de makelaar niet tegen de nieuwe bewoners. Ze konden het kopen voor een appel en een ei. Als toegift omdat er nog zoveel restauraties moesten gedaan worden. Beter was het af te breken, maar het was geklasseerd als dorpsgezicht. Wat het in feite ook was, gezien de grandeur die het nog steeds tentoon spreidde. Maar zoals met alle oude huizen, kraakte het langs alle kanten. Deuren gingen moeilijk dicht, ramen ook. En de wind gierde door de spleten tussen de dakpannen. Het jonge koppel liet zich hierdoor niet afschrikken. Ze wisten van aanpakken en langzaam maar zeker herkreeg het huis z’n oorspronkelijke status van veilige thuishaven. De tuin werd opnieuw aangelegd, een Engelse tuin, met een aparte rozentuin. Daar hielden ze beiden van. Voorlopig geen vijver, die was afgedekt, want te gevaarlijk met een kind van vijf jaar. Een ongeluk was gauw gebeurd. Maar later zou die er zeker komen. Nu had kleine Yannick z’n eigen kabouterbos, met plaasteren kabouters en paddenstoelen. Alles verlicht met kerstlichtjes, wat ’s avonds een beetje aan Disneyland deed denken. Voor het slapen gaan stak Yannick eigenhandig z’n lichtjes aan en wenste z’n kabouters een goeie nachtwerk. Want kabouters werken ’s nachts zoals iedereen weet. Om stoute mensen te vermijden, zei z’n papa. Op de vraag van kleine Yannick wat ze dan wel deden ’s nachts, wist papa ook niet direct een antwoord. Maar elke dag verzon hij wel iets anders, daar dienen papa’s voor. En mama deed er een schepje boven op.
Maar schijn bedriegt, er was iets met dat huis. Kaders vielen zonder reden van de muur, deuren gingen wagenwijd open zonder dat er wind was, boeken vielen uit de boekenkast en speelgoed dat netjes opgeruimd was, lag plotseling verspreid over heel de living. De tv begon te spelen terwijl er niemand in de kamer was en de radio speelde steevast muziek uit de jaren dertig. Hij stond afgesteld op Q-music, begrijpe wie kan. Het viel hen eerst niet op, gezien ze druk in de weer waren om van hun huis iets deftigs te maken. Tot papa over het treintje van z’n zoontje bijna z’n nek brak. Yannick kon wel zeggen dat hij alles opgeruimd had, maar het tegendeel lag hier op de grond. Naast papa. Mama was niet thuis want moest overwerken. Dus die zat er voor niets tussen. Het gebeurde wel eens dat mama nog wat met Yannick speelde ook al was het bedtijd. Zo zijn moeders nu éénmaal hé?
Papa ging naar de kinderkamer, hoorde hij daar geen stemmen? Yannick was schijnbaar nog aan ’t spelen met z’n speelgoed. Eerst rommel maken in de huiskamer en nu nog in z’n slaapkamer ook? Dat kon niet. Het viel hem op dat Yannick allerlei stemmetjes imiteerde. Wel wel, m’n zoontje heeft verborgen talenten, bedacht hij zich. Maar één van die verborgen talenten zal de kamer opruimen zijn, zeker weten. Hij opende de deur op een kier,de kamer werd alleen verlicht door een kabouterlampje, die naast het bed een blauwachtige schijn gaf. Yannick was helemaal niet aan het spelen, lag rustig te dromen over kaboutertjes in Plopsaland. Was hij nu gek aan ’t worden? Hij had toch duidelijk stemmen gehoord?
Of kwam het door die val die hij gemaakt had? Hij voelde de buil op z’n hoofd, maar kon zich met de beste wil van de wereld niet meer herinneren dat hij zich gestoten had. Het raam stond op een kier, hij deed het dicht. Straks zat het hier weer vol van die rotmuggen. Hij speurde naar speelgoed maar vond er geen. Bij het naar buitengaan voelde hij een koude wind langs zich heen strijken. Het raam stond terug op een kier en de gordijnen bewogen langzaam heen en weer. Wat krijgen we nu, dacht hij en sloot het vensterraam. Dat heb je met die oude huizen. Morgen zou hij het repareren. Zachtjes verliet hij de kamer. Dat speelgoed beneden zou hij zelf wel opruimen. Maar ’t was de laatste keer.
Het raam ging terug open en stemmen lieten zich horen: “ Yannick, komen spelen, Yannick komen spelen…we gaan een vijver maken…” Beneden op het gazon staat een jongetje, omringd door kabouters die hem roepen. Yannick wordt wakker, kruipt uit z’n bedje en gaat naar het raam…

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage