M'n tijd ver vooruit 3
Waar was ik gebleven ? O ja, de doktoor was mij aan het inspecteren. Samen met z'n zuster, die ik gemakshalve maar zuster Snor zal noemen. Bij nader toezien leken ze langs geen kanten op elkaar. Maar met een vader als beroepsmilitair, die ergens in Korea zat, leek me dat vrij normaal.
“ Zuster, zullen we maar eens beginnen? “vroeg die halve gare doktoor.
“ Ja, dokter, we moeten er nog drie doen na hem...”
Wat doen en met wat beginnen? Zou ik hier m'n eerste lessen krijgen in het groot worden? Ze waren er wel rap bij, moet ik zeggen.
“ Kom, manneke, 't is maar een klein prikje, ge gaat er niets van voelen;” Geloof me of niet, maar die witfrak had plots een spuit in z'n behaarde poten. Waarom zo'n grote spuit als het toch maar een prikje was? M'n oogjes puilden uit m'n kassen, wat me het gevoel gaf van een opgeblazen kikker. 't heeft jaren geduurd eer ik kikkerbilletjes gegeten heb, niet moeilijk hé?
Ik lag te denken hoe ik hier aan kon ontsnappen, zou ik alle regels van het opgroeien overboord gooien? Gewoon van die tafel springen en het op een lopen zetten? Maar de zuster hield me tegen en ook het besef dat ik eerst moest leren gaan alvorens te kunnen lopen. Het enige dat me restte was een gratis concert geven op het ritme van Rock Around the Clock, dat op de achtergrond speelde.
Ik moet zeggen dat ik toen nog een sopraantje was, deels door het feit dat ik een baby was en deels omdat ik m'n billen met bijbehorende attributen dichtkneep van de grote schrik.
“ Maar manneke toch, ge moet niet huilen, ge gaat in uw leven nog veel spuitjes krijgen...”
Ja dat zal wel, maar daar wil ik nu nog niet aan denken. Dat zijn zorgen voor later, als ik deze spuit overleefd heb. Ik voelde de prik in m'n voetje. Wat waren me dat voor twee leugenaars? 'k Ging niets voelen. Weer een stukje minder geloof in de goedheid van m'n toekomstige medemensen. Wat waren ze in godsnaam aan 't doen? Het was alsof ze m'n lijfje lieten leeglopen. Sadisten, ge moest beschaamd zijn, tegen een baby-tje kunt ge 't halen hé? Maar wacht tot ik groot zal zijn, zuster Snor, uw gezicht of wat er voor moet doorgaan, vergeet ik nooit. Van dien doktoor was ik niet zo zeker, ge kunt niet alles onthouden in 't leven.
Ik schreeuwde om m'n mama, maar schijnbaar was die nergens te bespeuren terwijl haar pasgeboren zoontje die foltering moest doormaken. Ik wou m'n naam en adres geven, m'n rangnummer en zelfs m'n geboortedatum. Maar schuld bekennen, nee, ik stierf nog liever aan longoedeem.
Ik heb het berekend, met die afname van bloed van die andere baby's erbij, kon men één bloedworst maken.
In de archieven heb ik gevonden dat er die dag bloedworst met appelcompote op het menu stond.
't Heeft jaren geduurd voor ik bloedworst gegeten heb. En dan te zeggen dat ik een zwak maagje en darmen had. Maar alles gaat voorbij, behalve een boom, die blijft staan waar hij staat.
M'n lijdensweg was feitelijk kort maar hevig. Ik kreeg een propere doek rond m'n roze billetjes, een condoom avant la lettre, die ze hier een tutter noemden, in m'n mondje geramd en eindelijk mocht ik m'n welverdiende dutje doen. Ik lag nog maar juist in m'n bedje weg te doezelen, als toch wel heel die kliek die ze familie noemen binnenviel zeker. Met m'n teerbeminde mama op kop.
“ Slaapt hij ?”
Nee, ik was wakker en hoorde alles. Ik voelde een scherpe nagel over m'n wangetje glijden en rook een parfum, die me de adem benam. Ik kreeg een hoestbui en moest overgeven. Nu zat er niks meer in m'n lijfje. Met als resultaat dat ik honger had.
“ Suzanne, uwen kleine heeft overgegeven, amai en nog geen beetje...”
Zo, m'n mama heet Suzanne, goed om te weten, kan later nog van pas komen.
“ Die doet niets anders dan overgeven, 't is precies of hij doet het expres, ik heb nog geen oog dicht gedaan met dat manneke!”
Voilà, ziet ge wel dat m'n naam Manneke is, ga met zo'n naam door 't leven.
“ Zeg Suzanne, hebt ge al een naam voor hem?”
“ Nee, nog niet, zoek eens mee...”
“ Ik zou hem Noël heten, hij doet me denken aan Jezus in z'n kribbeke” sprak zuster Snor, die plots aan m'n bedje stond. Wat heeft die zich er mee te moeien, vroeg ik me af. Ik wil Manneke heten, 'k ben die naam nu toch al gewoon. Manneke Pis van Gent, zal later mooi staan op m'n paspoort.
't Heeft iets edels. Ridder Manneke Pis van Gent. 'k Was m'n tijd op dat moment al ver vooruit...
©GoNo
“ Zuster, zullen we maar eens beginnen? “vroeg die halve gare doktoor.
“ Ja, dokter, we moeten er nog drie doen na hem...”
Wat doen en met wat beginnen? Zou ik hier m'n eerste lessen krijgen in het groot worden? Ze waren er wel rap bij, moet ik zeggen.
“ Kom, manneke, 't is maar een klein prikje, ge gaat er niets van voelen;” Geloof me of niet, maar die witfrak had plots een spuit in z'n behaarde poten. Waarom zo'n grote spuit als het toch maar een prikje was? M'n oogjes puilden uit m'n kassen, wat me het gevoel gaf van een opgeblazen kikker. 't heeft jaren geduurd eer ik kikkerbilletjes gegeten heb, niet moeilijk hé?
Ik lag te denken hoe ik hier aan kon ontsnappen, zou ik alle regels van het opgroeien overboord gooien? Gewoon van die tafel springen en het op een lopen zetten? Maar de zuster hield me tegen en ook het besef dat ik eerst moest leren gaan alvorens te kunnen lopen. Het enige dat me restte was een gratis concert geven op het ritme van Rock Around the Clock, dat op de achtergrond speelde.
Ik moet zeggen dat ik toen nog een sopraantje was, deels door het feit dat ik een baby was en deels omdat ik m'n billen met bijbehorende attributen dichtkneep van de grote schrik.
“ Maar manneke toch, ge moet niet huilen, ge gaat in uw leven nog veel spuitjes krijgen...”
Ja dat zal wel, maar daar wil ik nu nog niet aan denken. Dat zijn zorgen voor later, als ik deze spuit overleefd heb. Ik voelde de prik in m'n voetje. Wat waren me dat voor twee leugenaars? 'k Ging niets voelen. Weer een stukje minder geloof in de goedheid van m'n toekomstige medemensen. Wat waren ze in godsnaam aan 't doen? Het was alsof ze m'n lijfje lieten leeglopen. Sadisten, ge moest beschaamd zijn, tegen een baby-tje kunt ge 't halen hé? Maar wacht tot ik groot zal zijn, zuster Snor, uw gezicht of wat er voor moet doorgaan, vergeet ik nooit. Van dien doktoor was ik niet zo zeker, ge kunt niet alles onthouden in 't leven.
Ik schreeuwde om m'n mama, maar schijnbaar was die nergens te bespeuren terwijl haar pasgeboren zoontje die foltering moest doormaken. Ik wou m'n naam en adres geven, m'n rangnummer en zelfs m'n geboortedatum. Maar schuld bekennen, nee, ik stierf nog liever aan longoedeem.
Ik heb het berekend, met die afname van bloed van die andere baby's erbij, kon men één bloedworst maken.
In de archieven heb ik gevonden dat er die dag bloedworst met appelcompote op het menu stond.
't Heeft jaren geduurd voor ik bloedworst gegeten heb. En dan te zeggen dat ik een zwak maagje en darmen had. Maar alles gaat voorbij, behalve een boom, die blijft staan waar hij staat.
M'n lijdensweg was feitelijk kort maar hevig. Ik kreeg een propere doek rond m'n roze billetjes, een condoom avant la lettre, die ze hier een tutter noemden, in m'n mondje geramd en eindelijk mocht ik m'n welverdiende dutje doen. Ik lag nog maar juist in m'n bedje weg te doezelen, als toch wel heel die kliek die ze familie noemen binnenviel zeker. Met m'n teerbeminde mama op kop.
“ Slaapt hij ?”
Nee, ik was wakker en hoorde alles. Ik voelde een scherpe nagel over m'n wangetje glijden en rook een parfum, die me de adem benam. Ik kreeg een hoestbui en moest overgeven. Nu zat er niks meer in m'n lijfje. Met als resultaat dat ik honger had.
“ Suzanne, uwen kleine heeft overgegeven, amai en nog geen beetje...”
Zo, m'n mama heet Suzanne, goed om te weten, kan later nog van pas komen.
“ Die doet niets anders dan overgeven, 't is precies of hij doet het expres, ik heb nog geen oog dicht gedaan met dat manneke!”
Voilà, ziet ge wel dat m'n naam Manneke is, ga met zo'n naam door 't leven.
“ Zeg Suzanne, hebt ge al een naam voor hem?”
“ Nee, nog niet, zoek eens mee...”
“ Ik zou hem Noël heten, hij doet me denken aan Jezus in z'n kribbeke” sprak zuster Snor, die plots aan m'n bedje stond. Wat heeft die zich er mee te moeien, vroeg ik me af. Ik wil Manneke heten, 'k ben die naam nu toch al gewoon. Manneke Pis van Gent, zal later mooi staan op m'n paspoort.
't Heeft iets edels. Ridder Manneke Pis van Gent. 'k Was m'n tijd op dat moment al ver vooruit...
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage