Dit was ook Kerstfeest......
Ik herinner me Kerstfeest toen ik nog in een gesticht zat. De sectie waar ik toen zat, want zo noemde men dat toen, was sectie A. Ik zat er met kleppers als een Feneuille, een De Wilde en een Pandolfino. Kleppers die later meerdere malen in het nieuws gekomen zijn. En niet bepaald omdat ze zo'n lieverds waren hé ?
Feneuille was de spitsbroeder van Horion, dat zegt genoeg, me dunkt. Het was een harde leerschool voor mij. Toen sprak ik niet de taal van de liefde, maar van de vuisten. Een andere taal verstond men er niet en vechtpartijen waren schering en inslag. Er ging geen dag voorbij of het zat er bovenarms op. Ook onderarms hé ? Men zou ons een heropvoeding geven. Ik denk dat de meesten toen ze buitenkwamen uit dat gesticht, recht de criminaliteit ingestapt zijn. Op een paar uitzonderingen na, zoals ik. Maar 't ging over het kerstfeest daar.
In iedere sectie werd een kerstboom gezet, om de leefruimte wat op te vrolijken. Veel hielp het niet, gezien de bedrukte sfeer die er hing. En de spanning die constant in de lucht aanwezig was. De kerstmuziek klonk uit de radio en deed iedereen, van groot tot klein aan thuis denken. Een thuis, waaraan de herinnering, langzaam aan 't vervagen was. Maar in een weemoedige bui, als men even alleen was, kwamen flarden van herinneringen bovendrijven. Bij mij kwamen die, toen ik in de serre werkte. De serre was buiten de omheining gelegen, zodat ik toch een beetje de illusie had van vrij te zijn. Mijne kerstboom was een echte. Overal had ik slingers en kerstbollen gestolen van de kerstbomen die in het gesticht stonden. Men liet het oogluikend toe. Zolang ik me maar rustig hield en ik m'n werk naar behoren deed, was er geen vuiltje aan de lucht. Pandolfino heb ik eerst met z'n smoelwerk tegen een muur moeten kloppen en van die dag maakte ik deel uit van de harde jongens. 't Heeft me wel enkele dagen strafcel gekost, maar 'k had het er voor over. Na m'n afzondering kwam ik als de overwinnaar uit het strijdperk. 't Was een vorm van zelfbehoud en overleving.
Maar hoe dichter de geboorte van Jezus kwam, hoe meer de harde kern stiller werd. Ik kan me nog levendig herinneren hoe wij over thuis spraken. Wat zouden ze eten, wie zou er allemaal zijn, welke cadeautjes zouden er gegeven worden....... We wisten op voorhand dat wij niet naar huis konden op verlof. Wij hadden geen thuis meer. Onze thuis waren de gestichten en homes. Zij die nog een thuis hadden, voelden zich verheven boven ons en lachten ons uit. Wat dan weer het gevolg had, dat we die begonnen uit te dagen en te pesten. Tot het eindigde in de zoveelste vechtpartij, waarbij op een bloedneus min of meer niet gekeken werd. Op de straf die hier opstond ook niet. Wat kan men nog meer afpakken, als men al alles afgenomen heeft ? Die opvoeders vroegen maar één ding en dat was hen zoveel mogelijk gerust te laten. Of denkt ge dat die met veel goesting kwamen werken met die feestdagen ? We waren in hun ogen maar uitschot, die met harde hand opgevoed moesten worden.
In die sfeer werd Kerstdag gevierd, met een mis die we bijwoonden uit pure verveling, want wij hadden al lang ons geloof verloren. Wij geloofden alleen nog in het recht van de sterkste. Hoeveel van die gastjes heb ik niet weten proberen zelfmoord te plegen, wat telkens mislukte. Omdat het een kreet was om aandacht en een manier om buiten het gesticht te geraken. We waren kinderen, maar werden behandeld als volwassenen.
Hoe zouden al die gewezen gestichtskinderen nu Kerstfeest vieren ? Zouden ze, zoals ik, ook nog terug denken aan die verloren jaren ? Of zouden ze het weggedrongen hebben, ergens in een vergeethoekske van hun hersens ? M'n God, wat was ik vroeger jaloers op degenen die naar huis mochten om Kerstmis te vieren.
Wat was ik jaloers op m'n broers en zusjes die thuis konden vieren. Wat voelde ik me in de steek gelaten door iedereen. Maar het leven stopte niet op Kerstdag, hoe graag ik dat ook wilde. Het leven ging z'n gangetje en ik draaide mee in die mallemolen......
©GoNo
Feneuille was de spitsbroeder van Horion, dat zegt genoeg, me dunkt. Het was een harde leerschool voor mij. Toen sprak ik niet de taal van de liefde, maar van de vuisten. Een andere taal verstond men er niet en vechtpartijen waren schering en inslag. Er ging geen dag voorbij of het zat er bovenarms op. Ook onderarms hé ? Men zou ons een heropvoeding geven. Ik denk dat de meesten toen ze buitenkwamen uit dat gesticht, recht de criminaliteit ingestapt zijn. Op een paar uitzonderingen na, zoals ik. Maar 't ging over het kerstfeest daar.
In iedere sectie werd een kerstboom gezet, om de leefruimte wat op te vrolijken. Veel hielp het niet, gezien de bedrukte sfeer die er hing. En de spanning die constant in de lucht aanwezig was. De kerstmuziek klonk uit de radio en deed iedereen, van groot tot klein aan thuis denken. Een thuis, waaraan de herinnering, langzaam aan 't vervagen was. Maar in een weemoedige bui, als men even alleen was, kwamen flarden van herinneringen bovendrijven. Bij mij kwamen die, toen ik in de serre werkte. De serre was buiten de omheining gelegen, zodat ik toch een beetje de illusie had van vrij te zijn. Mijne kerstboom was een echte. Overal had ik slingers en kerstbollen gestolen van de kerstbomen die in het gesticht stonden. Men liet het oogluikend toe. Zolang ik me maar rustig hield en ik m'n werk naar behoren deed, was er geen vuiltje aan de lucht. Pandolfino heb ik eerst met z'n smoelwerk tegen een muur moeten kloppen en van die dag maakte ik deel uit van de harde jongens. 't Heeft me wel enkele dagen strafcel gekost, maar 'k had het er voor over. Na m'n afzondering kwam ik als de overwinnaar uit het strijdperk. 't Was een vorm van zelfbehoud en overleving.
Maar hoe dichter de geboorte van Jezus kwam, hoe meer de harde kern stiller werd. Ik kan me nog levendig herinneren hoe wij over thuis spraken. Wat zouden ze eten, wie zou er allemaal zijn, welke cadeautjes zouden er gegeven worden....... We wisten op voorhand dat wij niet naar huis konden op verlof. Wij hadden geen thuis meer. Onze thuis waren de gestichten en homes. Zij die nog een thuis hadden, voelden zich verheven boven ons en lachten ons uit. Wat dan weer het gevolg had, dat we die begonnen uit te dagen en te pesten. Tot het eindigde in de zoveelste vechtpartij, waarbij op een bloedneus min of meer niet gekeken werd. Op de straf die hier opstond ook niet. Wat kan men nog meer afpakken, als men al alles afgenomen heeft ? Die opvoeders vroegen maar één ding en dat was hen zoveel mogelijk gerust te laten. Of denkt ge dat die met veel goesting kwamen werken met die feestdagen ? We waren in hun ogen maar uitschot, die met harde hand opgevoed moesten worden.
In die sfeer werd Kerstdag gevierd, met een mis die we bijwoonden uit pure verveling, want wij hadden al lang ons geloof verloren. Wij geloofden alleen nog in het recht van de sterkste. Hoeveel van die gastjes heb ik niet weten proberen zelfmoord te plegen, wat telkens mislukte. Omdat het een kreet was om aandacht en een manier om buiten het gesticht te geraken. We waren kinderen, maar werden behandeld als volwassenen.
Hoe zouden al die gewezen gestichtskinderen nu Kerstfeest vieren ? Zouden ze, zoals ik, ook nog terug denken aan die verloren jaren ? Of zouden ze het weggedrongen hebben, ergens in een vergeethoekske van hun hersens ? M'n God, wat was ik vroeger jaloers op degenen die naar huis mochten om Kerstmis te vieren.
Wat was ik jaloers op m'n broers en zusjes die thuis konden vieren. Wat voelde ik me in de steek gelaten door iedereen. Maar het leven stopte niet op Kerstdag, hoe graag ik dat ook wilde. Het leven ging z'n gangetje en ik draaide mee in die mallemolen......
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage