De laatste les
Er was eens een koning die jarenlang de wijze lessen van een oude meester ontving.
Toen de wijze het hof voorgoed ging verlaten, wilde de koning hem een wens vervullen.
De wijze man greep in de diepe zak van zijn gewaad, haalde er een prachtig blinkende schaal uit te voorschijn en vroeg de koning de schaal met goudstukken te vullen.
“Dat is gemakkelijk”, dacht de koning, maar zijn verbazing was groot toen hij zag dat de schaal niet voller werd terwijl er al een zak goud in was geleegd. De koning had zelfs de indruk dat de schaal leger werd, naarmate hij er meer goudstukken in deed. Hij was teleurgesteld en schaamde zich omdat hij de eenvoudige wens van de wijze man niet kon vervullen.
De oude man zei: “Als je de schaal niet kunt vullen zoals je beloofd hebt, zeg het dan maar, dan zal ik haar weer in mijn zak doen en je voorgoed verlaten.”
Peinzend keek de koning naar de wijze man. Hoe was het mogelijk dat hij ondanks zijn rijkdom en zijn vrijgevigheid de schaal niet kon vullen?
“ Hoe kan dit?”, vroeg de koning. “Vertel me het geheim van jouw schaal.”
“Het is inderdaad een bijzondere schaal”, zei de wijze man. “Ze heeft net als het menselijke hart twee eigenschappen. De eerste eigenschap is ontevredenheid of een nooit te bevredigen verlangen.
Je kunt het vullen waarmee je wilt, met rijkdom, schoonheid, liefde, kennis, macht of aanzien, met levenslust of genot, met alles wat er bestaat - het zal nooit vol worden. Het wil steeds meer en steeds andere dingen.
Omdat de mens dit geheim van zijn aardse leven niet kent of vergeten is, leeft hij in een verlangen zonder onderbreking.
En hoe meer een mens ontvangt des te meer wil hij. Dat is de schaal van het verlangen.
De tweede eigenschap van de blinkende schaal is leegte.
Wanneer ook maar één lichtstraal het midden van de lege schaal treft, weerspiegelt de hele schaal het licht. Dan is zij tot boven toe vervuld met de glans van het licht - dan is het hart werkelijk vol.”
Toen de wijze het hof voorgoed ging verlaten, wilde de koning hem een wens vervullen.
De wijze man greep in de diepe zak van zijn gewaad, haalde er een prachtig blinkende schaal uit te voorschijn en vroeg de koning de schaal met goudstukken te vullen.
“Dat is gemakkelijk”, dacht de koning, maar zijn verbazing was groot toen hij zag dat de schaal niet voller werd terwijl er al een zak goud in was geleegd. De koning had zelfs de indruk dat de schaal leger werd, naarmate hij er meer goudstukken in deed. Hij was teleurgesteld en schaamde zich omdat hij de eenvoudige wens van de wijze man niet kon vervullen.
De oude man zei: “Als je de schaal niet kunt vullen zoals je beloofd hebt, zeg het dan maar, dan zal ik haar weer in mijn zak doen en je voorgoed verlaten.”
Peinzend keek de koning naar de wijze man. Hoe was het mogelijk dat hij ondanks zijn rijkdom en zijn vrijgevigheid de schaal niet kon vullen?
“ Hoe kan dit?”, vroeg de koning. “Vertel me het geheim van jouw schaal.”
“Het is inderdaad een bijzondere schaal”, zei de wijze man. “Ze heeft net als het menselijke hart twee eigenschappen. De eerste eigenschap is ontevredenheid of een nooit te bevredigen verlangen.
Je kunt het vullen waarmee je wilt, met rijkdom, schoonheid, liefde, kennis, macht of aanzien, met levenslust of genot, met alles wat er bestaat - het zal nooit vol worden. Het wil steeds meer en steeds andere dingen.
Omdat de mens dit geheim van zijn aardse leven niet kent of vergeten is, leeft hij in een verlangen zonder onderbreking.
En hoe meer een mens ontvangt des te meer wil hij. Dat is de schaal van het verlangen.
De tweede eigenschap van de blinkende schaal is leegte.
Wanneer ook maar één lichtstraal het midden van de lege schaal treft, weerspiegelt de hele schaal het licht. Dan is zij tot boven toe vervuld met de glans van het licht - dan is het hart werkelijk vol.”
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage