GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zondag 17 augustus 2008

Blik in de toekomst.......


't Is nacht, een ongure nacht. De regen valt met bakken uit de hemelsluizen. De wind gaat als een razende te keer. De bomen kreunen onder het aanhoudende natuurgeweld. Ik zoek een schuilplaats, een beetje beschutting tegen de regen en wind. Maar in dit verdoemde bos is er geen plaats voor mij.
Ik ploeter voort op het bospad, dat meer en meer lijkt op modderpoel. Ik wil hier weg, zo vlug mogelijk terug in de bewoonde wereld geraken. Er lijkt wel geen einde te komen aan dit pad. 'k Vraag me af naar waar het leidt ? Hoogopgeschoten struikgewas belemmert m'n zicht en bij iedere stap die ik doe, voel ik me verder wegzinken in de modderstroom. Takken striemen m'n gezicht, rukken aan m'n doorweekte kledij, willen me vasthouden......
Ik weet al lang niet meer welke richting ik uitga, ik ben compleet het noorden kwijt. De paniek en de angst slaat toe, de adrenaline stroomt door m'n aderen, m'n hart gaat als een wilde te keer. Waar ben ik en hoe kom ik hier uit ? Hoorde ik daar geen stemmen of was het m'n inbeelding die mij parten speelde ? Ik stop om beter te kunnen luisteren, maar het enige wat ik hoor zijn de donderslagen en het gekletter van de regen. Nu hoor ik het duidelijk, het komt van ergens uit het struikgewas, pal naast mij......
Ik probeer in het donker iets te zien, maar zie niets. Of toch, een vage schim staat langs de kant en wenkt mij. Zou dat de boswachter zijn, m'n redding in nood ? Ik probeer zo rap mogelijk tot bij hem te geraken, ploeterend door de modder.
De schim staat langs de kant, met de rug naar mij gekeerd en voelt zich blijkbaar thuis in dit sinistere bos.
“ Hallo, roep ik, kunt u helpen ? Ik ben de weg kwijt......”
Geen antwoord, ik doe een paar stappen naar voor, raak z'n mouw aan, een mouw die glibberig aanvoelt.
Ik ruik een geur van verdorvenheid, een geur van rottigheid. Een geur die me doet walgen, maar hij is de enige persoon die mij lan helpen, houd ik me voor.
“ Hallo ?” probeer ik nogmaals.
Hij draait zich langzaam om en kijkt me aan . Ik ben verlamd, kan geen woord meer uitbrengen bij het zien van z'n gezicht of wat er van overblijft. Stukken rottend vlees hangen aan z'n doodshoofd. Rottend vlees waar de wormen uitkruipen, dikke vette maden die zich tegoed doen aan z'n gezicht. Dit kan niet, ik droom en heb een nachtmerrie. Maar de regen en wind brengen me terug naar de realiteit.......Ik ken dit gezicht, de overgebleven trekken van het nog resterende, lillende vlees komen me bekend voor.....
Plots grijpen twee knokige handen mij vast, trekken mij met ongekende kracht naar hem toe. Z'n gezicht is op een paar centimeters van mijn gezicht, z'n mond met rotte tanden, z'n stinkende adem bijt me toe :
“ Ik ben al het slechte dat in een mens zit......”
M'n ogen puilen uit m'n kassen, ik herken plots dit gezicht........het is m'n eigen gezicht........

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage