GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

zondag 17 augustus 2008

Wit-zwartgevlekt.......


Karel en Marie zijn pas terug van vakantie en zijn niet om aan te spreken, Marie toch niet. Het weer was niet om naar huis over te schrijven, de kust was in haar ogen één grote geldklopperij en ze had ambras met Germaine gekregen omdat ze hetzelfde kleedje gekocht had, maar aan verminderde prijs.
Dus de sfeer was opperbest. Tot overmaat van ramp stond hun kelder onder water en waren de duiven van Kamiel in geen velden of wegen te bespeuren. Jef, de buurman was vergeten hun kot af te sluiten. Maar voor de rest ging alles goed.
“ Zeg Kamiel, volgend jaar moeten we iemand anders zoeken om op te passen hé ?”
“ Waarom ?”
“ Hoedat waarom ?”
“ Welja, onzen buurman kan er toch niet aandoen dat er een lek in de kelder is......”
“ En uw duiven dan ?”
“ Die komen wel terug, maak u niet ongerust......”
“ Zeg en tegen Germaine spreek ik niet meer, zo'n affront.....”
“ Welk affront ?”
“ Moest die nu juist hetzelfde kleedje kopen en dan nog goedkoper, 't moest weeral lukken.....”
“ Waar dat ge u toch allemaal druk om maakt, Marie, er zijn ergere dingen dan dat.....”
“ Als ik u moet geloven, is er niets erg, behalve uw duiven, daar mag niets aankomen.....”
“ Marie, m'n duiven zijn prijsbeesten, van de opbrengst gaan we op vakantie...”
“ Ja, en daarmee moet ik kleedjes in de solden kopen en dat voor de madam van de voorzitter van de plaatselijke duivenbond.......”
“ Marie, ge zijt weer aan 't zagen hé ?”
“ Wat zegt ge ?”
“ Dat het gaat regenen met vlagen....”
“ Ja, en dat noemen ze hier een zomer, alle dagen regen, om zot van te worden....”
“ Marie, ge zijt al zot.....”
“ Wablief ?”
“ Ik vroeg wat schaft de pot ?”
“ Een licht geflambeerd duifke, misschien ?”
“ Lollig Marie, héél lollig, m'n kaken doen al zeer van 't lachen.....”
“ Als 't over uw duiven gaat, kunt ge precies niet lachen hé Kamiel.....”
“ Jawel, maar ge weet dat ik geen duiven eet, da's een principiële kwestie, gij eet toch ook geen konijn ?”
“ Zouden we niet beter eens gaan kijken naar onzen kelder ?”
Marie trekt de deur van de kelder open en slaakt een gil, bij het zien van het water dat een meter hoog staat.
Op het water drijft alles wat er ook maar kan drijven , ook een konijnekot.
“ Kamiel, m'n konijn is verzopen in z'n kot, spoed u wat, ocharme m'n snoezebolleke, en 't was nog zo jong van bij z'n mama weg. Komt ge nog ? Moesten uw duiven verzuipen, dan zoudt ge hier rap staan.....”
“ Marie, m'n duiven logeren niet in de kelder hé ?”
“ Nee, die logeren in 't Hilton, moest het aan u liggen......”
Er wordt gebeld, meerdere malen zelfs. Aan de deur staat Jef den buurman met een wit-en zwartgevlekt konijn in z'n armen. Kamiel doet open, beziet Marie haar konijn en roept naar beneden:
“ Marie, de Jef staat hier met een pot, met een gestoofd konijn in.........”
Een gekrijs van jewelste en een bonk dat op een aardbeving leek.
“ Marie, 't was maar om te lachen, uw konijn is springlevend......”
Geen antwoord, de complete stilte.......

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage