GoNo's Gedichten & Verhalenhoek

De hersenspinsels van een zelf- en door anderen verklaarde dichter/schrijver.

vrijdag 13 juni 2008

Het geheim van kamer 13..........




Ik sta gereed om te vertrekken. Maar zou ik dit wel riskeren ? 't Is vrijdag. En dan nog de 13de. Nee, ik ben niet bijgelovig, maar ik wil de goden nu ook weer niet uitdagen hé ? Ik ken mensen, die het in hun broek doen als ze een zwarte kat zien, zwarte katten brengen onheil en de dood. Als een zwarte kat 's nachts zit te mauwen onder je slaapkamerraam, kun je er gif op innemen dat de dood op de loer ligt om je mee te nemen. Zo spreekt de volksmond. En die kent er wat van. Hoeveel mensen zouden er al niet gestorven zijn door die zwarte katten. Er bestaan geen cijfers over. Maar 't ministerie van Nationale Statistiek is er mee bezig. In hun brochure van maart 08 wordt er gevraagd om alle katten die in je buurt rondlopen, te melden aan het Centraal Meldingspunt. Ook de katjes die men in het donker knijpt. En er wordt wat afgeknepen in 't donker. Het C.M. wordt uitsluitend bemand door vrouwen en het zijn geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Bemand ? Moet ik niet zeggen bevrouwd ? Hun directeur, het enige mannelijke exemplaar in die uitsluitend vrouwelijke omgeving, loopt alle dagen zo krols als een kater.'t Is kwestie van tijd, dat er een schandaal zal losbreken, want ge moet de kat niet bij de melk zetten hé ?
Mij kan het weinig schelen, gezien ik er geen geloof aan hecht. Neem nu onder een ladder lopen. Dat brengt ongeluk, naar 't schijnt. Welnu, ik loop expres onder een ladder door. Resultaat: er gebeurt nikske.
't Enige dat er ooit gebeurde, is dat er eens een gevelschilder naar beneden getotterd is, maar die arme man had last van duizeligheid en een beetje hoogtevrees. Volgens z'n vrouw die er bij stond, toen ze hem aan het reanimeren waren. Maar 't is nog goed gekomen met hem, hij schildert nu stillevens. Minder gevaarlijk en niet zo hoog.
Er zijn hele bibliotheken neer geschreven over de 13de. Over hotels zonder 13de verdieping of kamer 13.
In Hotel-Restaurant Sachs in Oostkamp, waar ik gewerkt heb, was er ook geen kamer 13. Kamer 11 en dan kamer 15. Wat een raar gevoel geeft, een soort van spookgevoel. Ik, nieuwsgierig als ik was, ben op zoek gegaan naar kamer 13. Er was een kamer helemaal achterin de gang. Maar daar stond geen nummer op. Zou dit de bewuste kamer 13 zijn ? Ik duw de klink naar beneden en..........niets, want deur zit op slot.
Waarom is die deur op slot ? M'n fantasie begint te werken, misschien is er in die kamer wel een moord gebeurd ? Of heeft er iemand zich opgehangen aan de luster ? Of zitten er misschien spoken en poltergeisten ? Het kan bijna niet anders. Ik moet en zal er het fijne van weten. Al moest ik die deur uit z'n hengsels halen. Ik sprak er over met Brigitte, een meisje dat er ook werkte met een leercontract, ook een gerechtskind. Ze was even nieuwsgierig als ik, maar hoe moesten we die verdomde kamer open krijgen ? Eerst de sleutel zoeken bij de receptie. Wat niet zo moeilijk moest zijn, want 's middags moest Brigitte de receptie doen. Ik liep herhaaldelijk langs om te horen of ze de sleutel al gevonden had, maar nee, van een sleutel van kamer 13 geen spoor te bekennen. Hoe meer we erover nadachten, hoe geheimzinniger die kamer voor ons werd. Er was iets met die kamer, er moest daar iets gebeurd zijn dat het daglicht niet mocht zien. Of nooit meer mocht zien. Misschien lagen er nog gemummificeerde lijken ?
Of ze zaten nog aan tafel, vergiftigd of zo? Omgeven door spinnenwebben ? Of misschien hing er nog een geraamte te bengelen aan de luster ?
's Nachts hoorde ik het kraken in het hotel, de wind waaide en loeide tussen de bomen en het struikgewas. De takken van de boom, recht tegenover m'n raam, schraapten over het vensterglas. We zaten op m'n bed en kropen onbewust wat dichter bij elkaar. 't Was alsof de dode bewoners van kamer 13 aan het vensterraam stonden te morrelen om binnen te geraken. We moesten er mee lachen, maar waren er toch niet gerust in. Zouden we met onze expeditie nog wel verder gaan ? Of zouden we de doden met rust laten ? We wogen de voor-en de nadelen af. Nee, we moesten in die kamer geraken, al was het maar voor onze gemoedsrust.
Ergens moest er toch een sleutel te vinden zijn of een loper, misschien moesten we die loper voor de noodgevallen eens proberen ? Maar die had ons Madame en onze Monsieur. Hoe moesten we die te pakken krijgen..........?

Wordt vervolgd

©GoNo

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage