Vrouwe Justitia is blind en doof......
Gerechterlijke dwaling?
De klok, in de gang, tikt verder zonder zich van de tijd iets aan te trekken. Ze is vuil, het glas is bijna ondoorzichtig en er hangen spinnewebben aan.
Hij zit te wachten, rookt een sigaret en houdt de klok angstvallig in 't oog. Het getik werkt hem op de zenuwen, dag na dag, nacht na nacht. Hoe kan hij in hemelsnaam z'n memoires afwerken, met dat eeuwige getiktak?
Straks komt de padre op visite, hij kijkt er naar uit. 't Zijn altijd vrolijke gesprekken met die man, maar in z'n binnenste weet hij dat het vanavond anders zal zijn.........
Hij steekt de zoveelste sigaret op en denkt sarcastisch en een tikje ironisch, dat roken de gezondheid kan schaden. Er zijn andere dingen die nog meer schaden, komt hij tot de conclussie. Hij gaat zitten aan z'n tafeltje en probeert zich te concentreren. Zelfs de muze heeft hem in de steek gelaten. Hij krijgt geen letter op papier, laat staan een komma of een punt.
Hij is nog redelijk jong en ziet er verzorgd uit. Daar heeft hij altijd op gelet, dat zei z'n mama steeds opnieuw. “ Jongen, ge moet u goed verzorgen!” zei ze. Z'n leven was niet het leven die z'n ouders voor ogen hadden, maar hij was een kei in z'n vak. Vondt hijzelf. Beenhouwer is toch een respectabel beroep of niet?
De padre is weg, z'n avondmaal staat onaangeroerd op z'n tafeltje. 't Is stil in de gang, buiten het voortdurende getik van de klok die langzaam maar zeker de uren naar de geschiedenis verwijst. Zijn geschiedenis, die geboekstaafd zal staan in de annalen van de misdaad.
Hij begint te huilen van onmacht, slaat met z'n hoofd tegen de muur, roept luidkeels dat hij onschuldig is. Hij bidt tot God, smeekt op z'n knieën, maar zelfs God laat hem in de steek.
Ze zijn hem komen halen om kwart voor drie, in 't holst van de nacht, z'n laatste wandeling...........
Het vonnis werd voltrokken, gerechtigheid is geschied, de wereld kan opgelucht ademen. Een mens werd opgehangen en z'n laatste gedachten waren: “Eindelijk vrij”.
Een seriemoordenaar loopt door de nachtelijke straten, op zoek naar een gemakkelijke
prooi. Te gek, denkt hij. Een onschuldige opgeknoopt in mijn plaats. Te gek. Bijna deed hij een danspasje, maar hij mag niet opvallen. Nu nog niet, later misschien als hij wereldberoemd is en genoeg heeft van z'n kat-en muisspelletje met de politie en de pers.
Een koppeltje komt uit de bioscoop, hand in hand, lachend en elkaar zoenend. Hij besluipt hen, in z'n hand een vlijmscherp mes waarmee hij vroeger de varkens keelde.
Hij haat die vrijende jeugd en het mes snijdt met een fikse haal..........
©GoNo
De klok, in de gang, tikt verder zonder zich van de tijd iets aan te trekken. Ze is vuil, het glas is bijna ondoorzichtig en er hangen spinnewebben aan.
Hij zit te wachten, rookt een sigaret en houdt de klok angstvallig in 't oog. Het getik werkt hem op de zenuwen, dag na dag, nacht na nacht. Hoe kan hij in hemelsnaam z'n memoires afwerken, met dat eeuwige getiktak?
Straks komt de padre op visite, hij kijkt er naar uit. 't Zijn altijd vrolijke gesprekken met die man, maar in z'n binnenste weet hij dat het vanavond anders zal zijn.........
Hij steekt de zoveelste sigaret op en denkt sarcastisch en een tikje ironisch, dat roken de gezondheid kan schaden. Er zijn andere dingen die nog meer schaden, komt hij tot de conclussie. Hij gaat zitten aan z'n tafeltje en probeert zich te concentreren. Zelfs de muze heeft hem in de steek gelaten. Hij krijgt geen letter op papier, laat staan een komma of een punt.
Hij is nog redelijk jong en ziet er verzorgd uit. Daar heeft hij altijd op gelet, dat zei z'n mama steeds opnieuw. “ Jongen, ge moet u goed verzorgen!” zei ze. Z'n leven was niet het leven die z'n ouders voor ogen hadden, maar hij was een kei in z'n vak. Vondt hijzelf. Beenhouwer is toch een respectabel beroep of niet?
De padre is weg, z'n avondmaal staat onaangeroerd op z'n tafeltje. 't Is stil in de gang, buiten het voortdurende getik van de klok die langzaam maar zeker de uren naar de geschiedenis verwijst. Zijn geschiedenis, die geboekstaafd zal staan in de annalen van de misdaad.
Hij begint te huilen van onmacht, slaat met z'n hoofd tegen de muur, roept luidkeels dat hij onschuldig is. Hij bidt tot God, smeekt op z'n knieën, maar zelfs God laat hem in de steek.
Ze zijn hem komen halen om kwart voor drie, in 't holst van de nacht, z'n laatste wandeling...........
Het vonnis werd voltrokken, gerechtigheid is geschied, de wereld kan opgelucht ademen. Een mens werd opgehangen en z'n laatste gedachten waren: “Eindelijk vrij”.
Een seriemoordenaar loopt door de nachtelijke straten, op zoek naar een gemakkelijke
prooi. Te gek, denkt hij. Een onschuldige opgeknoopt in mijn plaats. Te gek. Bijna deed hij een danspasje, maar hij mag niet opvallen. Nu nog niet, later misschien als hij wereldberoemd is en genoeg heeft van z'n kat-en muisspelletje met de politie en de pers.
Een koppeltje komt uit de bioscoop, hand in hand, lachend en elkaar zoenend. Hij besluipt hen, in z'n hand een vlijmscherp mes waarmee hij vroeger de varkens keelde.
Hij haat die vrijende jeugd en het mes snijdt met een fikse haal..........
©GoNo
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage